Naam: Neith
Leeftijd: 16
Achtergrond: Haar moeder heeft de een naar hoogste titel in Egypte. Toen Neiht door Skandiers verd ontvoerd, heeft een getuigen verteld dat ze dood was. Jagers van het rijk Araluen hebben haar bevrijd toen het wolvenschip ook Araluen aan viel. Neith was toen 8 jaar. Ze is Prinses van Egypte.
Het was een stille warme nacht. De sterren aan de hemel waren helder en de maan vormde een lichtbron voor ieder die dit nodig had. Zo ook een groep wilde mannen. Hun woeste uitdrukkingen, hun grote lichamen, hun wapens en schilden. Roerloos zaten ze in een kleine sloep die langzaam richting het strand gleed. Alleen het gespetter toen ze aan land kwamen had hun kunnen verraden, maar hier was niemand geweest en nu was het te laat. Hier, op vijandig land waren ze nog voorzichtiger dan in het kleine vlootje. Zonder dat iemand iets hoefde te zeggen wisten ze wat ze deden, waar ze naartoe moesten en wat daar hun rol zou zijn. Stil slopen ze verder, door het wuivende gras, tussen de palmbomen. Een doffe klap, en nog een. Uitgedeeld door de voorste man, betekende dat ze de eerste wacht hadden bereikt. Nu hadden ze nog iets minder dan twee uur om te doen waar ze voor kwamen. Even makkelijk als de eerste wacht werden nog twee wachtposten uitgeschakeld en nu hadden ze vrij terrein in de grote vitte villa voor hun. Een witte streep verscheen op het gezicht van hun lijder als hij dacht aan alles wat hem daar binnen te wachten stond. Goud en zilver stond hun te wachten in de wel gevulde schatkamer van deze vrouwe. Hun vreugde was echter te vroeg geweest. Hoe konden zij weten dat deze vrouwe juist die volgende morgen terug zou gaan naar haar geboortestad luxor en dat al haar bezittingen de vorige dag al waren vertrokken. De woeste mannen troffen de lege kamers en vertrekken en werden nog woester. Ze lette niet meer op en toen. Een witte gestalte verscheen in het licht van de maan. Een meisje, nog geen 10 jaar oud, stond hen rustig aan te kijken. Haar ogen verbaast maar verder leek ze niet te oordelen. Ze vond deze groep woestelingen niet angstaanjagend, ze vond het alleen raar wat ze in haar huis deden. Een man stormde naar voren, zijn bijl al in de houding. Maar werd terug getrokken door zijn soortgenoten. Het meisje stond stil te kijken hoe deze mannen fluisterend overlegde in een onbekende taal. Na een aantal seconde van stilte kwam een van de grootste naar voren, hij sprak op een geruststellende toon tegen haar, maar ze begreep niets van wat hij zij. Hij kwam steeds dichter en dichterbij. Snel zette ze een stap naar achteren, maar de man was sneller. Ze voelde een klap, haar hoofd galmde, maar voor de pijn kwam was het al aarde donker.
extra info: Neith spreekt nog haar moedertaal, maar spreekt ook gewoon de taal die gebruikelijk is voor Araluen. Ze is opgevoed door de nonnen, maar woont nu aan het kasteel (hopelijk....)
(Neith is dus niet familie van koning Agenor, maar prinses van Egypte.)