Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.
Spring is gekomen in GJ,de dagen worden weer langer en blad groeit opnieuw aan de bomen. Een nieuw seizoen met vele mogelijkheden en een hele hoop nieuwe mensen. Mvg Het team
personal info Leeftijd: 24 years I have been walking on this world Partner: You can't winn my love. My love is my freedom. Don't try to winn my love, you only get a broken heart. Sagitta, my hunterbird, she shows me to be free. Paard: Danger, like the risks we take every day. Together we will go to where the wind us lead
Onderwerp: [story] The black rider. do jun 27 2013, 14:11
He comes and goes. Some say he’s a ghost, But I know better.
Proloog:
Singapore 2.00 AM.
“Yara” zijn stem echode door de garage heen. “ja, ik ben hier” antwoordde een vrouwelijke stem. Hij liep verder de garage in, en keek naar de auto’s die aan beide kanten in de garage stonden. Ze hadden verschillende kleuren, en ze waren er in verschillende vormen en maten. Het was redelijk rustig in de garage, er leek niemand in de garage te zijn, maar hij wist dat schijn bedriegt. Het duurde niet lang voordat hij wat gerommel hoorde. Hij keek naar de blauwe auto die bijna midden in de garage stond. Een slanke vrouw kwam achter de auto vandaan, haar blonde haar zat door de war en op haar gezicht zaten zwarte smeer strepen van de auto. Ze haalde een hand door haar haren heen, waardoor er zwarte strepen in haar blonde haar kwamen te zitten. “Wat is er?” vroeg ze aan hem. Hij bromde iets. Ze wist vast wel waar hij voor kwam. “Dat weet je best Yara” zei hij tegen de vrouw. Heel even zag hij een frons over haar gezicht heen glijden. “Kom maar mee” zei ze terwijl ze ondertussen de motorkap van de blauwe auto dichtdeed. “Peter, zet de blauwe terug op zijn plek” riep ze door de garage heen. Zijn wenkbrauwen gingen even omhoog. “Peter?” vroeg hij toen. Hij keek naar Yara, die zich toen naar hem omdraaide. “Ja, Peter” zei ze. Hij keek haar fronsend aan, ze wist dat hij zeer wantrouwend was, als het om vreemde ging. Ze zuchtte even. “Peter is de nieuwe monteur” zei ze toen. Dit nieuws verbaasde hem, want als Peter de nieuwe monteur was, wat was er dan met Nick gebeurt. Het leek wel alsof Yara snapte waar hij aan dacht. “Nick is afgelopen week opgepakt tijdens een van de races, blijkbaar had iemand hem verlinkt. Gelukkig kwamen ze er niet achter dat hij hier werkte” legde ze uit. Hij knikte even. Iedereen wist dat dit vak levensgevaarlijk was, zowel voor de rijders als voor de monteurs. Hij keek naar de lange jongen die aan kwam lopen. Dat was vast Peter. De jongen had honingblond haar en bruine ogen die redelijk slim de wereld in keken, maar de jongen had blijkbaar meer in zijn mars, anders had Yara hem nooit aangenomen. Hij hoorde het rinkelende geluid van sleutels, en volgde het bosje sleutels wat door de lucht heen vloog. Yara had de sleutels naar Peter toe gegooid. De jongen vind de sleutels behendig op en opende de deur van de blauwe racewagen. Het duurde niet lang voordat het brullende geluid van de motor uit de auto kwam. Hij zette een paar passen opzij, zodat de auto erlangs kon. Het brullende geluid van de auto stierf langzaam weg. Hij keek naar Yara. “Waar staat ze?” vroeg hij toen. Hij zag een glimlach over het gezicht van Yara heen glijden. “Meneertje ongeduld” zei ze toen. Ze ging hem voor naar de achterkant van de garage, tenminste het zag eruit als de achterkant van de garage. Als je de garage zo van binnen bekeek, was die veel kleiner dan als je het gebouw van de buitenkant zag. Maar hij wist wel beter, schijn bedriegt, en dat vooral in dit geval. Yara liep naar de muur toe, voor dit stuk stonden geen auto’s, terwijl dat bij alle andere muren wel het geval was. Hij bleef rustig op een paar meter afstand van de muur staan. Yara liep verder en drukte op een knop die verborgen was achter een bezig. Hij hoorde het lichte gebrom van een motor, maar niet een automotor. De muur begon langzaam schuin omhoog te gaan. En zachte bonk klonk door de garage heen toen de muur was verdwenen in het plafond. De ruimte erachter was gehuld in schaduwen. Hij glimlachte even toen de lichten langzaam aangingen. Hij haalde een hand door zijn donkerblonde haar heen om het weer een beetje in model te doen, zodat het niet zo warrig zat. Zijn groene ogen keken de ruimte in. “werkt ze weer goed?” vroeg hij toen aan Yara. Ze knikte even. “Er zitten nieuwe banden op, en ze heeft een nieuwe laklaag gekregen, wat ze hard nodig had na jou stunt van de vorige keer. “ zei Yara. Hij grijnsde even toen hij daar aan moest denken, dat was nou eens een leuke race geweest. Hij hoorde het gerinkel van sleutels en in een reflex plukte hij ze uit de lucht. “Dank je Yara. “ zei hij toen. Hij zag de glimlach op haar gezicht. “graag gedaan, en rij voorzichtig” zei ze. Hij schoot in de lach. “ik en voorzichtig?” herhaalde hij met een ongelovige stem. Ook Yara moest lachen. “tja, ik weet het, dat is bij jou niet van de orde” zei ze. Hij grijnsde even. De sleutels lagen in zijn hand. Aan de zilveren sleutel hing een zwarte vlam. Hij opende het portier en stapte in. Hij stopte de sleutel in het contact. Altijd kreeg hij een gevoel dat hij thuis was als hij in zijn auto zat. Hij draaide de sleutel om, en met een woest brullend geluid kwam de motor tot leven. De koplampen gingen aan, en opeens was de ruimte goed verlicht. Een grijns verscheen op zijn gezicht. Hij drukte het gas licht in, en de motor maakte brullende geluiden. Hij zag dat Yara aan de kant ging, zodat hij er lang kon. Hij drukte het gas dieper in, en de auto schoot naar voren, zonder ook maar iets te raken. Het brullende geluid maakte zijn hele nacht goed. Hij reed de auto soepel de garage uit, de zwarte nacht in. Het duurde niet lang voordat hij op de snelweg was. Zodra hij op de snelweg was, drukte hij het gas dieper in. De motor slaakte een harde brul. Hij werd licht in zijn stoel gedrukt toen de auto vooruit raasde. De idiote grijns stond nog steeds op zijn gezicht. Het duurde niet lang voordat hij politiesirenes hoorde. Niet dat hem dat ook maar iets uitmaakte. Hij wist dat ze hem nooit te pakken zouden krijgen. Als reactie op de sirenes drukte hij het gaspedaal nog dieper in en schoot de auto nog sneller over het wegdek heen. Hij zag de teller omhoog gaan van honderdvijftig naar honderdtachtig kilometer per uur. De idiote grijns op zijn gezicht werd alleen maar groter. In de verte zag hij al de afslag die hij moest nemen. Hij keek in zijn zijspiegels en zag in de verte rood blauwe lampen die de nacht oplichtte. Ze waren ver genoeg om niet te merken dat hij eraf ging. Hij schakelde zijn lampen uit en was direct gehuld in duisternis. Vlak voor de afslag draaide hij aan het stuur en de auto zwenkte opzij, de afslag op. Hij zag de stoplichten wel die aan het einde van de afslag waren, maar hij zou echt niet gaan stoppen, vooral niet omdat ze op rood stonden, en de politie hem redelijk dicht op de hielen zat. Zonder er verder nog over na te denken reed hij door rood heen. Dit was nou een voordeel van Singapore, ze hadden hier geen flitspalen. Hij hield zijn lampen uit en stopte onder het viaduct. Hij hoorde de sirenes, maar zag er geen een die de afslag nam, ze waren allemaal doorgereden. Hij zette zijn lampen weer aan en reed verder, dit keer op een rustiger tempo. De adrenaline stroomde door zijn aderen heen, hier was hij voor geboren. De lichten in de verte wezen erop dat er al activiteit was. Hij reed het vliegveld op in een rustig tempo. Heel even drukte hij het gas iets dieper in, waardoor de motor brulde. Hij zag mensen verschrikt opkijken toen ze het geluid hoorde van de brullende motor. Hij reed net de startbaan van het vliegveld op toen hij in zijn ooghoeken weer rood blauwe lampen zag en het geluid van sirenes zijn oren bereikte. Er stond een grimas op zijn gezicht, blijkbaar had dit vliegveld ook eigen politie en waren die opgeschrikt door het geluid van zijn auto. Hij keek naar het vliegtuig dat zich aan het klaar maken was om op te stijgen. Hij zag dat de laadklep naar beneden was en dat het vliegtuig begon te rijden, die hadden duidelijk ook de politie gezien. De grimas bleef op zijn gezicht staan terwijl hij het gas dieper indrukte. De auto schoot vooruit. Het duurde niet al te lang voordat ze bij het vliegtuig waren dat ondertussen ook al wel een snelheid had gemaakt. Hij keek naar de laadklep die iets boven de grond zweefde, dit was zo’n moment waarop vele dingen fout konden gaan. Maar toch, hij moest mee op deze vlucht. Zoals altijd besloot hij om er maar niet meer over na te denken, en het gewoon te doen. Hij drukte het gas dieper in. Hij voelde een lichte bonk toen zijn voorwielen contact maakte met de laadklep, hij drukte het gas dieper in, de banden vonden hun grip, en de auto reed de laadklep op, dat was maar net goed gegaan. Hij reed verder het vliegtuig in, en stopte de auto op de plek die daar voor vrijgemaakt. Hij hoorde het sissende geluid van het sluitende laadklep. Hij had in de zijspiegels wel gezien dat de politieauto’s waren gestopt op de startbaan. Hij haalde zijn sleutels uit het contact en stapte uit. Hij sloot het portier en maakte de klemmen vast op de wielen, zodat de auto niet zou gaan schuiven als ze zo meteen op gingen stijgen. Toen hij bezig was de laatste klem vast te maken voelde hij dat het vliegtuig opsteeg. Hij maakte de klem vast en hield zich vast aan de auto om er voor te zorgen dat hij niet omviel. Hij wist niet hoe lang hij daar stond, waarschijnlijk maar een paar minuten, en toen leek het vliegtuig weer horizontaal te vliegen. De idiote grijns kwam weer terug op zijn gezicht. Hij had het zoals altijd weer geflikt en was ontsnapt en nu op weg naar een heel ander deel van de wereld. Hij liep naar de deur toe die naar de voorkant van het vliegtuig leidde en opende die. Rustig stapte hij door de deur heen en sloot die achter zich, daarmee liet hij de nachtzwarte auto achter in het ruim en stapte hij het verwarmde stuk in. Achter zich sloot hij de deur weer. De grijns bleef op zijn gezicht staan, hij keek naar de luxe stoelen die er stonden. Op hem na, was het verder leeg. Hij liep naar de voorste paar stoelen toe en ging zitten. Het duurde niet lang voordat een brunette de cabine uitkwam en op hem afliep. Hij fronste even zijn wenkbrauwen, dit was niet zijn stewardess, maar zo veel zorgen maakte hij zich er niet over, toen hij er aan dacht wat voor vlucht dit was. Dit was zijn vliegtuig ja, maar hij wist dat er een andere groep aan boord was, die wat met hem wou bespreken, en daarom waren ze hier. De brunette keek hem met een glimlach aan. “Welkom aan boord mister Jack”
Hoofdstuk 1, When dragons fly:
New York, Dragons garage, 4PM
De geur van motorolie drong mijn neus binnen terwijl ik bezig was de laatste slang vast te maken. Een geïrriteerd gevoel kwam in mij naar boven. Kon mijn broer dan ook nooit eens de afsluitdop er goed op zetten. “James” riep ik boos uit toen er oliedruppels op mijn kleding neerviel. Gelukkig had ik mijn werkkleding aan en niet mijn goede kleding. Snel draaide ik de laatste slang vast en kwam ik onder de auto vandaan. Mijn broer stond iets verderop met een grote grijns op zijn gezicht. James, mijn grote broer, en tevens ook de grootste lastpost die er bestaat op aarde. Zijn bruine haar zat in de war en ook op zijn kleding zaten olievlekken. Het liefst zou ik op dit moment de grijns van zijn gezicht af willen slaan, maar ik weet dat ik dat gevecht nooit zou winnen, en dat ik dan weer op de vloer zal belanden terwijl hij me kietelt. Ik heb er zo’n hekel aan als mensen mij kietelen, vooral als James me kietelt. “Hoe vaak moet ik nou nog zeggen dat je de dop er goed op moet draaien” viel ik naar hem uit. Zijn wenkbrauwen schoten even omhoog, maar hij reageerde er verder niet op. Een diepe zucht ontsnapte uit mijn mond, soms was hij toch zo vermoeiend, maar op andere momenten was hij de beste broer die ik me kon wensen. Maar op dit moment zou ik hem het liefst naar de andere kant van de wereld willen wensen. Ik veegde mijn handen af aan mijn broek die al onder de vegen zat van al die talloze keren dat ik mijn handen er aan af had geveegd. Ik keek even naar mijn handen, ondanks dat ik ze net had afgeveegd waren ze nog steeds zwart van al het smeer. Even rolde ik met mijn ogen, en liep daarna maar naar de wasbak toe. Tevergeefs probeerde ik het zwarte spul van mijn handen af te krijgen met het water. Het zorgde er alleen maar voor dat ik last kreeg van mijn handen. “Hier, gebruik dit” zei opeens een stem. Ik schrok me rot en keek over me schouder heen, achter me stond James. Ik gromde iets en de grijns op zijn gezicht werd breder. Ik keek maar weer naar mijn handen en zag dat hij wat op mijn handen goot, het voelde koud aan, kouder dan het water dat uit de kraan kwam. Vanuit mijn ooghoeken keek ik nog even naar mijn broer, straks was dit weer een van zijn streken en zou ik voorlopig mijn handen helemaal niet meer schoon krijgen. Maarja, het spul zat er nu toch al op. Voorzichtig wreef ik het koude goedje uit over mijn handen en hield ze toen onder de kraan. Mijn ogen werden wat groter van verbazing toen het er echt afging. Binnen een minuut hadden mijn handen weer hun oorspronkelijke kleur terug gekregen. Ik draaide de kraan dicht en droogde mijn handen af aan de handdoek die naast de wasbak hing. “En heeft het gewerkt?” hoorde ik hem plagend vragen. Ik keek naar hem, hij zich uit de voeten gemaakt en stond bijna aan de andere kant van onze garage. “Ja, het heeft gewerkt” antwoorde ik enigszins aangebrand. Het bleef altijd irritant als hij dingen beter wist dan ik. Maar aan de andere kant, er waren zoveel dingen waarin ik beter was dan hem. Vooral als het ging om auto rijden, ook al zou ik het niet wagen om hardop tegen hem te zeggen dat ik auto reed. Ik hing de handdoek terug en rekte me even uit. Mijn haar kriebelde in mijn nek, er waren weer eens plukjes los geschoten. Met een zucht haalde ik het elastiekje uit mijn haar en schudde even met mijn hoofd. Ik voelde hoe de puntjes van mijn haren mijn rug kietelde toen het langs mijn rug naar beneden toe viel. Ik pakte de lange bruin rode lokken weer vast en maakte er weer een soort van knot van, waardoor ik er geen last van had bij mijn werk. James zei altijd met een scheve lach dat ik het af moest knippen, maar daar dacht ik echt niet over na. Ik rolde met mijn ogen naar James en liep terug naar de auto waar we aan bezig waren geweest. Het was een rode auto met een zwarte bliksemschicht erop, het was de auto van James zelf. Mijn blik gleed langs de andere auto’s die in onze garage stonden. Niet dat die van ons waren, nee van onze klanten. Vroeger was alles anders geweest, en had onze garage vol gestaan met onze eigen auto’s, met draken erop. Draken, tja dat was het merk geweest van mijn vader, totdat die om het leven kwam bij een race. Mijn vader werd altijd Dragon genoemd, dus toen mijn broer en ik de garage overnamen, hadden we het simpel Dragons garage genoemd, ter nagedachtenis van mijn vader. We hadden de auto’s van mijn vader moeten verkopen om de garage open te houden en mijn broer had me uitzonderlijk verboden om te racen. Misschien uit angst dat hij mij ook zou verliezen? Ik weet het niet, maar toch. Elke keer als ik naar deze auto’s kijk, zou ik zo graag de sleutel in het contact willen steken en de motor laten brullen en de weg op gaan, maar ik wist dat dat voor mij geen optie was, vooral niet met mijn broer in de buurt. Het was al heel wat als hij mij de auto’s van buiten de garage in liet rijden, meestal deed hij dat liever zelf. Soms leek het net of hij mij weg wou houden van de auto’s, maar auto’s zaten gewoon in ons bloed, want anders hadden we deze garage niet eens gehad, en hadden we allebei een ander beroep gedaan. Even keek ik naar de muur, starend in het niks. Die muur verborg een van mijn grootste geheimen, eentje die ik niet deelde met mijn broer, omdat ik wist dat hij anders haar weg zou laten halen. Ze was het afgelopen jaar niet één keer de garage uit geweest, maar ik had haar wel meerdere keren uit haar ‘gevangenis’ gehaald om aan haar te sleutelen. Dat was altijd op momenten geweest dat James niet thuis was geweest, juist op zulke momenten sleutelde ik aan haar, om haar in topconditie te houden, en te voorkomen dat James haar weg zou doen. Gebrul van een motor haalde me uit mijn gedachten en direct keek in naar de openstaande deuren van de garage. Dit was niet een motor die thuis hoorde in een gewone auto, nee dit was een racemotor, dan kon ik direct horen. Rustig bleef ik wachten terwijl de witte raceauto de garage verder in reed. De ramen waren lichtelijk getint, maar toch kon ik zien dat er een meisje achter het stuur zat, ze was waarschijnlijk niet veel ouder dan mij. De auto stopte op een paar meter afstand, en de brullende motor sloeg af. Het meisje stapte uit en ik keek naar haar. Ze had Eikenbruin haar en haar groene ogen keken scande de auto’s af, en keken toen uiteindelijk naar haar. Ik zag hoe het meisje een zucht slaakte. “goddank, jullie zijn er” zei ze daarna met een glimlach. Ik fronste even mijn wenkbrauwen, ik kende haar niet. Ik keek even naar James, maar hij schudde zijn hoofd. Hij kende haar ook niet. “Ik ben Nini” zei het meisje toe. Ik knikte even en liep naar haar toe ik keek naar de auto, niet verkeerd. “ik heb gehoord dat jullie hem kunnen overspuiten” vervolgde het meisje toen haar verhaal. Ik keek haar even aan, was ze gek, wie gaat er nou zo’n mooie auto overspuiten. Maarja, het was haar auto, en haar geld. “Ja dat kunnen we” antwoorde James, omdat hij doorhad dat ik even niet in staat was iets te zeggen omdat ik verontwaardigt was. Er brak een nog grotere glimlach door op het gezicht van het meisje toen ze mijn broer zag, en het antwoord hoorde. “mooi zo” zei ze. Ik was eindelijk over mijn verontwaardiging heen en keek naar Nini. “in welke kleuren?” vroeg ik toen maar. Ze hoefde er duidelijk niet eens over na te denken. “Blauw” zei ze direct. Ik keek haar aan, blauw?! Ze wou dus deze mooie witte auto overspuiten naar blauw? Dit bevestigde alleen maar wat ik al direct had gedacht. Ik schudde iets afkeurend mijn hoofd en keek naar Nini. James kwam naast me staan en keek ook naar Nini, hij gaf me een por in mijn ribben, zo van, doe eens normaal. “Moet er verder nog iets op?” vroeg James aan Nini. Opnieuw hoefde ze blijkbaar niet na te denken. “Een witte draak met rode ogen” zei ze alsof het de normaalste zaak van de wereld was. Mijn ogen werden iets groter. Het was lang geleden sinds ik een draak op een auto had gezet. Ik stelde mijn oordeel over het meisje bij. Een lichte grijns verscheen op mijn gezicht, misschien was ze zo erg nog niet. Ik voelde meer dan dat ik zag mijn broer juist iets verstijfde toen ze het over de draak had. “Hoe lang gaat het duren om hem te spuiten?” vroeg ze toen aan ons. Ik dacht even na, een paar uur om de auto te schuren, dan hem te spuiten, een halve dag te laten drogen, de draak erop te zetten en dan hem te lakken. “Ik denk dat je hem morgen tegen de avond wel op kunt halen” zei ik toen tegen haar. Dit leverde me opnieuw een stoot in mijn ribben op. Ik keek weer naar de auto, dit zou dus zo nachtwerk worden, vooral als James zou weigeren me te helpen ermee. Het betekende ook dat ik niet zou kunnen werken aan de andere auto. Ik keek weer naar Nini, een lach verscheen op haar gezicht. “Klinkt goed” zei ze toen. James stond er maar een beetje verloren bij, en had duidelijk niks in te brengen terwijl ik met Nini overlegde hoe ze de draak wou hebben. We schudden elkaar de hand om de deal te bezegelen. Ze gaf me de sleutels en een grijns verscheen op mijn gezicht, Ik had de sleutels van een raceauto in mijn handen, ik liep naar de auto toe, maar James hield me tegen met een kil gezicht. “laat mij maar” zei hij terwijl hij de sleutels uit mijn handen pakte voordat ik hem tegen kon spreken. Ik rolde even met mijn ogen. Nini liep naar me toe terwijl James plaatsnam in de auto en de motor tot leven wekte. Ik keek naar de auto, terwijl James de auto naar een ander gedeelte van de garage toereed, naar de plek waar we auto’s schuurde en spoten. Ik keek weer naar Nini, die gewoon zonder zich te schamen mijn broer bekeek. “Hij is best een lekker ding” zei ze toen. Ik schoot in de lach, ergens had ze wel gelijk, James was redelijk gespierd en zag er goed uit met zijn gebruinde huid. Nini keek me aan. “is hij je vriend?” vroeg ze toen, zonder dat ze zich schaamde, opnieuw leverde haar dat een lachbui van mij op. Ik schudde mijn hoofd van nee. “Hij is mijn broer” zei ik half lachend. Ik zag direct de blik van haar gezicht veranderen, van iets van afstandelijkheid naar vriendschappelijkheid. Ik wist dat mijn broer het over het algemeen niet zo op meisjes had, niet dat hij ze niet leuk vond, nee, meer omdat hij bang was, dat ik me dan zo alleen zou voelen. We hadden alleen elkaar nog, en de garage. Ik keek naar Nini. “hij is nog niet bezet hoor” zei ik toen. Wat me een lach opleverde van haar. “hmm, dat is nou een voordeel, “ zei ze met een lichte grijns. James kwam op ons aflopen. “Wat is een voordeel?” vroeg hij, zijn ogen stonden vragend. Ik schoot tegelijkertijd met Nini in de lach, en ze gaf me een knipoog, zo van, ons geheim. “Tot morgen” zei ze nog tegen mij, ze knikte naar James en liep toen de garage uit. Ik keek haar na, en zag dat ze bij iemand in een gifgroene raceauto stapte. Ik draaide me weer om naar James die me vragend aan stond te kijken, “wat?” vroeg ik hem, maar hij antwoorde niet en haalde zijn schouders op. Hij liep terug naar zijn auto. Ik rolde met mijn ogen en liep toen maar naar het andere gedeelte van de garage toe en keek naar de witte raceauto die al op de brug stond. Snel trok ik een van de pakken aan, en sloot de deuren achter me. Ik pakte de schuurmachine en liep op de auto af. Diep van binnen vond ik het nog steeds zonde van de mooie witte kleur, maar ik wist zeker dat met de blauwe kleur en met de draak, dat deze auto een nieuw leven tegemoet zou gaan. Met een glimlach zette ik de schuurmachine aan en begon met schuren, dit zou nog een hele klus worden, dus ik kon maar beter goed doorwerken als Nini hem morgen weer op kwam halen. De muziek die op de achtergrond speelde overheerste net de geluiden van de schuurmachine. Misschien mocht ik dan niet auto rijden van mijn broer, ik was in ieder geval wel bij auto’s, waar ik me thuis voelde.
Hoofdstuk 2, The challenge:
New York, Dragons garage, 6PM
Mijn vingers gleden over het nu blauwe oppervlak heen. De rode ogen van de draak keken mij verwachtingsvol aan. Zacht grinnikte even. Ik zou zo graag op de uitdaging van de auto in willen gaan en hem meenemen voor een ritje, maar ik wist zeker dat dat een groot gedonder zou geven. Daarnaast, Nini zou zo wel komen om de auto op te halen. Ik haalde mijn vingers van de motorkap af en keek naar de blauwe auto die er stond te glimmen. In mijn hand had ik een poetsdoek. Ik keek even naar de velg waar ik net mee bezig was geweest. Nog niet al het vuil was eraf. Ik knielde weer neer op mijn knieën en maakte het laatste stuk van de velg schoon. Er was veel meer vuil van de wielen en velgen afgekomen dan dat ik had verwacht. Maarja, schijn bedriegt. Toen eindelijk ook deze velg schoon was, kwam ik overeind. Ik gaapte even en keek naar de auto. Ja, het was nachtwerk geweest, maar dat was deze auto wel waard. De motorkap van de auto stond nog open. Ik rekte me even uit en keek naar de motor die in de auto lag, het was een goeie en sterke motor, zeker weten een race auto. Ik hoorde in de verte het gebrul van een raceauto, maar lette er niet op. Ik bleef naar de motor staren en droomde even weg. Het was al zo lang geleden dat ik haar motor had horen brullen en dat ik achter het stuur had gezeten. Elke dag werd het moeilijker om niet naar haar toe te gaan en haar uit haar schuilplaats, nouja ‘gevangenis’ te halen. Maar tot nu toe had ik het makkelijk kunnen weerstaan. Tot gisteren, toen deze race auto onze garage in was gereden. Het had de rijder in mij weer wakker geschud, gelukkig had ik me de afgelopen vierentwintig uur kunnen concentreren op deze auto, het schuren ervan, het spuiten, de draak erop zetten en het lakken. En natuurlijk als laatste het schoonmaken. Ik had de motor direct ook maar een beurt gegeven, omdat die erg onder het smeer zat, zodat de motor weer glimmend onder de motorkap lag. Ik veegde mijn vieze handen af aan de doek die uit mijn broekzak hing en keek nog even naar de motor. Voetstappen deden mij opkijken. Daar in de opening van de garage stond Nini. Er lag een grijns op haar gezicht. Ik bleef rustig wachten terwijl ze op me afliep. “Is dat hem?!” vroeg ze, nouja, of het nou echt een vraag was. Ik zag de verbazing, verwondering en ongeloof wel op haar gezicht. Ik kon het niet laten en moest grijnzen. “Jup,” zei ik tegen haar. Ik viste uit mijn broekzak de sleutel van de auto en gooide die daar naar toe. Ze ving de sleutels op en keek ernaar. Ik had een klein wit draakje in hanger vorm aan haar sleutels gehangen, het patroon van dat kleine draakje kwam overeen met de grote draak die op haar auto zat. Een glimlach brak door op het gezicht van Nini. Voordat ik wist wat me overkwam omhelsde ze me. Ik keek haar een beetje verbaasd aan. Ze liet me weer los, en het duurde heel even voordat ik mijn evenwicht wist te hervinden. Ze liet haar vingers over de zijkant van de auto heen glijden. “Hij ziet er echt mooi uit” zei ze toen tegen mij. Ik glimlachte, blij dat ik had waargemaakt wat zij wou. James had me geholpen bij het spuiten, anders was hij nog lang niet klaar geweest. Ik keek naar haar, en zag hoe haar vingers het patroon van de draak volgde. Ik bleef staan en keek naar Nini die een paar rondjes om de auto heen liep. “Je hebt haar ook een schoonmaakbeurt gegeven" zei ” Nini toen verbaasd. Ik knikte even. Ik kan er altijd zo slecht tegen als een auto perfect gespoten is, en dat dan de ramen zo vuil zijn, en er aarde zit op de banden. Ik haalde mijn schouders op. “Service van het huis” zei ik toen met een glimlach. Ik had de motorkap nog open staan en ze liep er op af. Ze keek naar de motor en ze keek verbaasd. Daarna keek ze naar mij. “Jij hebt verstand van racemotors” zei ze toen zomaar. Ik was een tikkeltje ontdaan van haar conclusie en knikte toen maar even. Nini keek weer naar de motor. “Alles is perfect schoon en zit goed aangesloten” zei ze, meer tegen zichzelf dan tegen mij. Ik zei maar niks, omdat het niet in me opkwam dat ze het misschien tegen mij zou kunnen hebben. Ik liet haar maar met rust, zodat ze kon controleren of alles nog goed op zijn plaats zat. Ik had alles na de schoonmaakbeurt exact terug geplaatst waar het hoorde, nadat ik een paar kapotte onderdelen in de motor had vervangen. Ik liep naar een van de normale auto’s toe die in onze garage toe, en opende de motorkap. Slangen en doppen lagen los in de motor. James had me vanmorgen verteld dat er een nieuwe auto binnen was gebracht, en dat die duidelijk veel aandacht nodig had. En als ik zo naar de motor kreeg, dan snapte ik wel wet hij bedoelde. Ik had medelijden met de motor, vooral omdat zijn eigenaar de motor zo slecht had behandeld. De motor had duidelijk al enkele jaren geen schoonmaakbeurt meer gehad, en dat was hard nodig. Ik trok de rijdende tafel naar me toe, en zette het gereedschap wat er op stond op het niveau eronder. Rustig begon ik de losse dingen uit de motor te halen en legde ze op het tafeltje. Hoe meer losse spullen ik onder de motorkap vandaan haalde, hoe meer medelijden ik kreeg met zowel de motor als de auto. “Hey,” hoorde ik iemand zeggen. Ik was zo weggezonken in mijn gedachten over deze arme auto dat ik Nini niet eens had horen aankomen. Ik draaide me om en keek naar Nini. Ik glimlachte even. “En is hij door de inspectie heen gekomen?” vroeg ik met humor in mijn stem. Ik zag haar glimlach groter worden. “Zeker weten, ik weet waar ik voortaan met mijn raceauto’s kom” zei ze tegen me. Ik glimlachte terug. Als je klanten tevreden krijgt en houdt, dan komen ze terug, dat was wat mijn vader me lang geleden had geleerd. Ze haalde haar portemonnee uit haar broekzak en overhandigde mij het geld. Ik pakte het aan, en borg het geld op in de zak die aan de binnenkant van mijn vestje zat. “veel rijplezier ermee” zei ik tegen haar. Ze grijnsde naar mij. “ik durf er bijna om te wedden dat de mensen vanavond niet weten wat ze zien” zei Nini toen met een grijns. Ik keek haar aan iets vragend aan. Nini keek me aan. “ach, het normale” zei ze met een grijns. Ik wist direct wat ze bedoelde. Iedereen die ook maar iets met dit soort raceauto’s te maken had, wist wat er bedoeld werd met het normale. Ik knikte even. Nini haar ogen gingen een stukje verder open, en het leek net of ze een geniaal idee kreeg. “Jij moet vanavond komen” riep ze opgetogen. “Als je wilt, kun je die broer van je ook wel meenemen” vervolgde ze daarna. Diep van binnen voelde ik een koude hand om mijn hart heen slaan. Ik wist dat dit vroeg of laat zou gebeuren. Maar ze gaf me geen kans om tegen te sputteren. “Het is bij de randweg rond 10 uur” zei ze toen. Ik wist heel goed waar dat lag. Heel snel dacht ik even na. Ik zou kunnen gaan, want James was vanmorgen vroeg vertrokken naar LA, hij moest daar een paar speciale onderdelen ophalen, en zou pas over een paar dagen weer thuis zijn. Nini keek me aan en zag dat ik erover na dacht om te gaan. “Je moet echt gaan, dat zal echt leuk worden. Ik zorg wel dat je er bijkomt. Je zult ons zeker herkennen, vooral omdat jij mijn auto hebt gespoten. We staan meestal aan het einde van de groep” zei ze. Ik keek haar aan, ze meende het echt. Diep vanbinnen verlangde ik weer om terug de straat op te gaan, om te kijken naar het echte racen. “Okey is goed” zei ik voordat ik weer terug zou kunnen krabbelen. Er verscheen een grijns op het gezicht van Nini, eigenlijk wist ik niet of ik hier wel goed aan had gedaan, om ja te zeggen op haar voorstel. Maar nu ik het had gedaan, leek het alsof er een last van mijn schouders af was gegleden, alsof mijn hart zei dat het goed was om er naar toe te gaan. Ik wist dat ik hiermee James zou teleurstellen. Maar toen besloot ik, dat het eens tijd werd dat ik mijn eigen leven ging bepalen. James bepaalde altijd wat ik wel en niet mocht doen, maar nu was hij er niet. En daar zou ik goed gebruik van maken. Eigenlijk was ik van plan geweest om haar uit haar ‘gevangenis’ te halen en weer aan haar te gaan lopen sleutelen. Maar dat plan zette ik nu maar opzij, daar had ik de komende dagen nog genoeg tijd voor. Nini keek me aan. “tot vanavond” zei ze toen tegen me. Ik knikte, en keek naar haar, terwijl ze in haar nu blauwe raceauto stapte en de motor tot leven wekte. Ik keek het tweetal na toen ze de garage verlieten. Een diepe zucht ontsnapte uit mijn mond. Ik draaide me weer om naar de motor, en ging verder met de spullen verwijderen. Hoe langer ik bezig was, hoe meer ik vergat waaraan ik had toegegeven, en hoe meer ik opging in de arme auto. Het dieptepunt was toen ik een dode rat vond in een van de cilinders. Ik rilde even. Dat was waarschijnlijk een van de zoveelste oorzaken dat deze auto niet meer reed. Weer verbaasde ik me er over hoe slecht mensen voor hun auto’s zorgde. Soms kregen we auto’s binnen waar niks aan mankeerde, maar waar eigenaren zo erg aan hun auto’s waren verknocht dat ze wouden dat alles pico bello in orde was, helaas kregen we meestal auto’s zoals dit geval binnen. Opnieuw ontsnapte er een zucht uit mijn mond. Ik had de rat al afgevoerd naar de afvalcontainers die buiten stonden. Ik moest er aandenken aan wat voor rare dingen ik al onder de motorkap had gevonden, van dode dieren tot pakjes drinken. Soms had ik het gevoel dat juist die mensen hun auto’s gebruikte als rijdende afvalbakken, die af en toe om de paar jaar een goeie schoonmaakbeurt nodig hadden. Een rilling trok over mijn rug heen. Ik pakte maar een van de vele schoonmaak doeken die hier hingen en begon de onderdelen één voor één schoon te maken, dit was nou zo’n rot klusje. Want de meeste dingen waren zo vies, dat je niet kon zien of ze nou wel of niet vervangen moesten worden. Ik was af en toe wel eens een uur bezig om een onderdeel schoon te maken, en dan bleek dat het helemaal versleten was, weg uur van je tijd. Gelukkig was dat hierbij niet het geval, en was de aankoek laag niet al te dik, waardoor de onderdelen sneller schoon waren. Er waren maar een paar onderdelen die vervangen moesten worden, en die hadden we gelukkig gewoon in huis. Het duurde daarom ook niet lang voordat ik de motor weer in elkaar had gezet. Een grijns verscheen op mijn gezicht, een nieuw record. Binnen 2 uur een motor uit elkaar halen, schoonmaken, onderdelen vervangen en weer in elkaar zetten, en dan werkte de motor ook weer. Ik rekte me even uit, en reed het tafeltje weg. Ik liep terug naar de auto en maakte de haak los, waardoor de motorkap weer omlaag ging. Ik gaf een klopje op de motorkap, deze auto kon tenminste weer rijden. Mijn ogen gleden naar de klok toe. Ik had nog anderhalf uur voordat ik daar moest zijn. Tijd om maar even het vuil van mijn handen af te schrobben, als dat ooit zou lukken.
Hoofdstuk 3, The night race:
New York, Randweg 10.30 PM.
Had ik hier nou echt goed aan gedaan? Die vraag bleef maar door mijn hoofd heen spoken. Ik wist hoe de wereld van straat racen eruit zag. Ik had vaak genoeg meegekeken als mijn vader de races reed. Dat was zijn liefde en leven geworden, naast mij en James dan. Racen zat in ons bloed. Als vanaf de eerste keer dat ik de raceauto’s had gezien, was ik er verliefd op geworden, en niks anders tot nu toe kon mijn hart zo op hol laten slaan dan het brullen van een motor. Ik hoorde het gebrul van motoren al, en mijn hart begon langzaam sneller te slaan. Een zachte glimlach verscheen op mijn gezicht. Ik keek even naar mezelf in de spiegel. Ik wist hoe de meiden eruit zagen bij straatraces, en ik wist dat ik totaal tussen dat beeld uitviel. Mijn haar zat weer in een knot achtig iets, maar wel zo dat dat niet opviel, en ik alsnog geen last had van de losse haren. Mijn handen waren schoon, dat was een wonder, geen smeer wat nog onder mijn nagels kleefde. Mijn gezicht zat ook niet zoals normaal onder de zwarte strepen. Ik had een stel sneakers aan, en verder normale kleding en een vestje. Niks om duidelijk te maken dat ik een vrouw was. Ik had ook geen make-up op. Ik had zo’n hekel aan van die meiden die lagen make-up opdeden om zo verleidelijker te zijn, maar eigenlijk maakte make-up de meeste mensen alleen maar lelijker. Ik keek weer voor me uit en zag de lichten, en het geluid van brullende motors werd harder. Ik reed rustig het terrein op. Ik had de pick-up van me broer maar genomen, dat was beter dan als ik in zijn raceauto ging, want dan bestond er een risico dat ik uitgedaagd zou worden. En aangezien het al een jaar geleden was dat ik had gereden in een raceauto, leek me dat niet zo slim idee. Ik zag wel hoe andere mensen de pick-up nastaarden, alsof ik een vreemdeling was, die hier totaal niet thuis hoorde. Misschien leek dat wel zo op het eerste gezicht, maar als je me zou kennen, dan zou je weten dat ik hier met hart en ziel thuis hoor. Ik parkeerde de pick-up ergens achteraan, zodat hij niet op zou vallen. Ik stapte uit en borg de sleutel op in mijn zak, nadat ik hem vast had gehaakt aan een van mijn broeklussen. Je wist het maar nooit zeker, vooral niet met zulke lui die hier rond hingen. Ik zag wel hoe mensen naar mij keken toen ik langs de auto’s heen liep. Ik keek naar de motoren die in de auto’s lagen. Over het algemeen waren ze niet slecht, maar ze zouden niet op kunnen tegen de motor die in de auto van Nini lag. Ik had direct gemerkt dat toen ik met de motor van de auto van Nini bezig geweest, dat die een hele sterke motor in haar auto had liggen. Ik liep verder, en dacht aan wat Nini tegen me had gezegd. Ze stonden ergens achteraan volgens haar woorden. Ik liep dus maar op mijn gemak verder, kijkend naar de auto’s. Sommige auto’s waren echt overdreven met hun opdrukken, terwijl anderen juist iets meer zouden kunnen gebruiken. Diep van binnen was ik gefascineerd door alle auto’s en hun motors. Dit waren nou auto’s die het echt verdienden om op de weg te rijden, niet van die suffe auto’s van normale mensen zoals degene die in hun garage stonden. Ik zag de afkeurende blikken van de meiden wel die naar me keken, zo van, jij bent uitschot, ga hier weg. De jongens keurde me geen blik waardig, misschien kwam dat doordat ze niet doorhadden dat ik een meisje was. Ik negeerde hun ook, dus er was niks aan de hand. Ik was al bijna aan het einde van de rij auto’s, toen ik in mijn ooghoeken een rood oog zag wat mij aankijken, vanbinnen moest ik glimlachen. Het was de auto van Nini. Maar ik liep niet direct er naar toe, maar liep rustig verder, terwijl ik ook de rest van de auto’s bekeek, nouja, ik keek meer naar de motors. Ik was nou eenmaal ook opgegroeid als monteur. Ik zag dat er niet veel mensen stonden bij haar auto. Naast de auto van Nini stond een nachtzwarte auto, die een beetje leek op haar. Maar daar stond de motorkap niet van open. Ik zag Nini, die heel anders was gekleed dan vanmiddag. Rustig liep ik verder, en stopte bij haar auto. Ik bekeek de motor. Ik voelde het eerder dan dat ik het hoorde, maar er stopte iemand achter mij. Ik besteedde er verder geen aandacht aan, “Hoor jij hier wel thuis?” vroeg een stem met humor erin. In draaide om en was van plan een grote mond te geven totdat ik zag wie dat tegen me had gezegd. Een jongen met donkerblond haar en groene ogen staarde me aan, ik zag geamuseerde lichtjes in de groene ogen staan. Ik fronste even. Die groene ogen kwamen me bekend voor. Ik had nog steeds niks tegen de jongen gezegd. “Ah, daar ben je” hoorde ik een bekende stem zeggen. Nini kwam tevoorschijn en keek naar ons. Een grijs verscheen op haar gezicht. “Je bent dus gekomen” zei ze met een grijns tegen mij. Ik haalde me schouders op. “ik had toch gezegd dat ik zou komen” zei ik als antwoord, terwijl ze me eigenlijk geen vraag had gesteld. De jongen keek mij fronsend aan, maar ik negeerde hem. “Wie is dit Nini?” Vroeg de jongen aan Nini. Ik keek naar Nini, ik had dezelfde vragende blik in mijn ogen, alleen vroeg ik me af, wie die jongen was die hier zo arrogant stond. Een vrolijke lach was het antwoord op beide vragen. Ik zag hoe Nini een por gaf in de ribben van de jongen. Die daarop Nini begon te kietelen. “Hou op broer” smeekte ze half. De jongen hield na een tijdje op met kietelen en keek naar Nini. “okey, okey Nini” zei hij met zijn handen zich overgevend omhoog toen ze dreigde hem te gaan kietelen. Hij keek weer naar mij. Ik voelde weer de doordringende blik van zijn groene ogen. “Rustig maar broer.” Zei Nini toen tegen de jongen. Ik keek de jongen nu aan, dus. Hij was de broer van Nini, dat was me nu wel duidelijk. Ik zag in mij ooghoeken dat Nini naar mij keek. “ik ken haar van de garage. Zij is degene die mijn auto zo heeft gespoten” zei ze, ik keek even naar haar, en zag toen hoe de jongen voor me mij ongelovig aan stond te staren. “wat?” vroeg ik toen, hij zat me zo aan te staren, het gaf me de kriebels. “Ik had verwacht dat het iemand uit de racewereld zou zijn, en een man die haar auto had gespoten” zei hij eerlijk terwijl hij zijn schouders ophaalde. Ik snoof even minachtend. Waarom deden mannen nou altijd zo neerbuigend over vrouwen. Een glimlach verscheen op zijn gezicht door mijn reactie. “Broer, dit is..” Nini keek me aan, iets lichtelijk vragend. En toen bedacht ik dat ik haar nooit mijn naam had, dus dat zij ook niet wist hoe ik heette. Een grijns verscheen op mijn gezicht. Ik deed mijn mond open om te antwoorden, totdat ik opeens hoorde. “Rose!” de stem kwam me veel te bekend voor. Ik vloekte even zachtjes, wat me een vragende blik opleverde van Nini. Ik schudde even licht mijn hoofd. Het duurde niet lang voordat ik honingblond haar tussen de mensen door zag komen. Hij doemde op uit de mensenmassa en liep op me af. Voordat ik ook maar tegen kon sputteren nam hij me in zijn armen. Hij keek me lachend aan, maar daarna betrok zijn gezicht. “Rose, wat doe je hier?” zei hij toen tegen me. O nee, dit zou gedonder worden. Ik duwde hem van me weg. Ik keek hem woest aan. “Als je ook maar één woord hierover tegen James zeg, dan zal ik je persoonlijk de tong uitsnijden” siste ik hem toe. Ik zag in mijn ooghoeken wel dat Nini even geschokt keek, de arrogante jongen leek geamuseerd. Ik bleef Peter woedend aankijken, ik meende het. “whoo, rustig Rose. Ik zal mijn mond houden tegen je broer” zei hij toen iets gekalmeerd. Ik keek hem aan, elk woord wat ik tegen hem had gezegd. “Dat hoop ik maar voor jou Peter” zei ik tegen hem. Ik zag hoe zijn bruine ogen oplichtte. Ik keek daarna weer naar Nini en de arrogante jongen. Peter keek even naar de jongen. “Aha. Daar is de mysterieuze meneer uit Singapore” hoorde ik Peter zeggen. Nu was ik een beetje verbaasd. Hoe kende Peter Meneer arrogant? Ik had besloten hem maar meneer arrogant te noemen, aangezien ik nog steeds zijn naam niet wist, en hij duidelijk niet van plan was die te gaan vertellen. Ik zag Meneer arrogant knikken. “Hoe is het met Yara?” zei Meneer arrogant. Ik hoefde niet eens na te denken over wie Yara was. Ik wist heel goed wie Yara was. Ik was half met haar opgegroeid, ze werkte vroeger voor mijn vader, maar ging na de dood van mijn vader naar de andere kant van de wereld om daar te gaan werken in haar eigen garage. Ik wist ook dat Peter nu werkte bij Yara. En juist daarom had ik niet verwacht hem hier te zien, niet vanavond. Ik rolde even met mijn ogen naar Nini, een glimlach verscheen op haar gezicht. Peter en Meneer arrogant waren in een gesprek verwikkeld, terwijl Nini me redde door me mee te trekken naar de zwarte auto die naast haar blauwe stond. Aandachtig keek ik ernaar. Het was een snel model, en had geen enkele tekens op de lak zitten. Op het rooster voorop de auto zat een kleine vlam, maar die was bijna niet zichtbaar. Ik liep er een rondje omheen. Als je de lichten uit zou doen dan zou deze auto totaal opgaan in de donkere nacht. Een schim zou het zijn, een geest. Ik liet mijn vingers over de gestroomlijnde motorkap heen glijden. Wat zou ik graag willen zien wat voor een motor dit beestje in huis had. Nini zag de blik in mijn ogen en lachte even zachtjes. “Hij laat niet zo gauw de motor van haar aan andere zien” zei ze toen, als soort van verklaring waarom de motorkap dicht was. Mijn vingers lagen nog op de motorkap. “Dus, mevrouw weet veel van motors” hoorde ik opeens een stem plagend vlak bij mijn oor zeggen. Mijn hart schoot even mijn keel in, toen ik zijn lage stem weer hoorde. Ik keek even over mijn schouder naar hem. “Zo kun je het stellen” zei ik daarop als antwoord. Hij was redelijk dichtbij, en als ik de ruimte had gehad, dan zou ik van hem weg zijn gestapt. Helaas was die ruimte er niet. Hij keek me aan, alsof hij probeerde te begrijpen wat er in mijn hoofd om ging. En weer was er die arrogante glimlach op zijn gezicht. “Sorry, maar ik laat niet graag haar motor zien, vooral niet aan vreemden” zei hij toen tegen mij. Ik haalde mijn schouders op en haalde mijn vingers van de motorkap af. “Ze is wel een mooi stukje handwerk” zei ik als reactie. Ik had wel gezien dat dit een auto was, waar veel aan was gesleuteld, vooral met de hand. En weer zag ik een verbazende blik over zijn gezicht heen glijden. Nini kwam op ons aflopen en tikte Meneer arrogant op zijn schouders. “Iemand heeft je uitgedaagd” zei ze zachtjes tegen hem, maar wel zo dat ik het ook kon horen. Nini maakte iets ruimte vrij, waardoor ik een ontsnappingsroute aangeboden kreeg, en daar maakte ik gebruik van. Ik stapte bij Meneer arrogant vandaan. Hij knikte even, en keek daarna nog even naar mij. Ik keek naar hem, en zag hoe hij instapte in de zwarte auto. Het duurde een paar secondes voordat gebrul opsteeg uit de motor. Nini liep naar mij toe. “Kom mee” zei ze met een glimlach en trok me mee door de mensen massa heen, naar de baan toe. Hier op de randweg kon je perfect rondjes rijden zonder dat je gepakt werd. De twee auto’s namen plaats naast de vrouw die op de weg stond. Ik keek naar de zwarte auto, en zag dat de uitdager de eigenaar was van de groene auto. Ik sloot mijn ogen even en luisterde naar het gebrul van de motoren. De motor van Meneer arrogant klonk veel zwaarder, die had duidelijk meer in zijn mars. Ik opende mijn ogen weer, en voelde mijn hartslag omhoog gaan. Ik keek toe hoe de vrouw haar armen liet zakken en de twee auto’s wegstoven. Ik keek ze na, en mijn vermoedens werden bevestigd, want de zwarte auto trok sneller op, waar alleen een krachtige motor tot in staat was. Het geluid van de brullende motoren deed mijn verlangen opborrelen en liet mijn bloed sneller stromen, zoals het altijd had gedaan.
Hoofdstuk 4, The thought of her:
New York, Master house, 10AM
Rose, die naam bleef maar door zijn hoofd heen dwarrelde, en hoe hard hij het ook probeerde, hij kreeg hem er niet meer uit. Gefrustreerd liep hij door de woonkamer heen en weer. Ergens had hij het gevoel dat hij haar kende, tenminste dat hij haar naam kende. Niet veel mensen in de racewereld heette Rose. Rose, hij liet de naam door zijn gedachten heen rollen, het klonk best goed. Hij kon er totaal niet tegen dat hij haar niet kende. Ze had hem totaal van zijn stuk afgebracht. Hoe ze daar opeens had gestaan, meer gekleed als een jongen dan als een vrouw. En dan vertelde zijn zusje doodleuk dat zij degene was die haar auto had gespoten, en de motor een onderhoudsbeurt had gegeven. Hij had verwacht dat het een man was geweest, die ook duidelijk veel tijd door had gebracht in de racewereld. Hij dacht weer aan die witte draak met rode ogen. Hij wist bijna zeker dat hij die patronen eerder had gezien, maar waarvan , dat wist hij niet. Hij wist wel dat elke spuiter zijn eigen manier had van het maken van tekens, en dat ze daarbij hun merk achterlieten, maar hij had al uren lopen kijken naar de witte draak, maar het merk niet kunnen vinden. Misschien was ze geen ervaren spuiter? Hij schudde zijn hoofd even en verwierp de gedachte, als ze niet ervaren was geweest, dan had ze dit nooit voor elkaar gekregen. Het dreef hem tot het uiterste, het niet weten wie ze was, maar vooral het ook niet weten wat haar relatie was met de racewereld, vooral omdat ze er uitzag als een normaal iemand, maar veel verstand had van racemotoren. Hij had van Peter begrepen dat ze een monteur was, maar meer had Peter ook niet over haar kunnen vertellen. Hij gromde even zacht, normaal was hij nooit ergens zo door geobsedeerd. Waar het door kwam wist hij niet, was het door het feit dat ze redelijk normaal tegen hem reageerde, of dat ze zo veel van motoren afwist. Of was lag het aan het feit dat hij die zwarte ogen niet kon doordringen, en niet kon raden wat er achter die ogen afspeelde in haar hoofd. Ze was zo’n ongewone verschijning, misschien dat juist dat er voor zorgde dat hij maar aan haar bleef denken. Hij bleef door de kamer heen ijsberen, en merkte totaal niet op dat Nini de kamer binnen liep. “Doe eens rustig joh Jack” zei ze tegen hem. Hij schrok op uit zijn gedachten van Rose en keek een beetje verward naar Nini. Hij fronste even zijn wenkbrauwen toen Nini in de lach schoot. “Ze werkt bij Dragons garage” zei ze toen. Hij bleef haar aankijken. “ben ik zo voorspelbaar?” vroeg hij toen aan zijn zusje. Ze schoot in de lach, “soms wel broer, maar je hebt al de hele tijd zo’n warrige blik in je ogen sinds gisternacht” zei Nini tegen hem. Hij zuchtte diep. “Je hebt gelijk” zei hij toen, ook al gaf hij niet toe waar ze gelijk in had, over het feit dat hij zo voorspelbaar was, of over het feit dat hij de hele tijd aan Rose moest denken. Hij viste zijn sleutels uit zijn zak. Nini keek hem vragend aan, “wat ga je doen?” vroeg ze aan hem. “Haar opzoeken natuurlijk” zei hij alsof het de normaalste zaak van de wereld was, en met die woorden liep hij de huiskamer uit.
New York, Dragons garage, 11AM
De deuren van de garage stonden wijdt open. Boven de deur hing een draak, beschermend om de twee worden Dragons garage heen. Ergens deed het hem denken aan de racecoureur die om was gekomen een paar jaar geleden, Dragon. Hij stapte uit zijn zwarte auto, helemaal was hij niet zeker of dit wel het goede was om te doen, maar nu hij hier eenmaal was, kon hij zijn nieuwsgierigheid niet meer bedwingen. Hij moest weten wie ze was. Hij sloot het zwarte portier achter zich en begon op de openstaande deuren af te lopen. Hij liep de garage in, en wist even niet wat hij moest denken. Aan weerskanten van de garage stonden auto’s geparkeerd. Sommige met hun motorkappen en andere niet. Hij zag dat een andere auto stond te drogen in de lak. Hij hoorde muziek die uit de boxen kwam die iets verderop stond. Het was niet van die muziek die in normale garages werd gedraaid, nee dit was meer muziek die je zou vinden bij raceauto’s. Toen hij beter keek, zag hij dat in het achterste gedeelte een paar raceauto’s stonden. Hij liep er op af en keek naar de motoren. Direct kon je er aanzien dat er recentelijk nog aan gesleuteld was, er zaten nieuwe onderdelen in en onderdelen die gepoest waren. Dit waren redelijk zware racemotors, dat zou wel verklaren waarom Rose zoveel van motors afwist, vooral als hij zag wat voor andere motors er hier waren. Een beweging in zijn ooghoeken wekte zijn aandacht. Iets verderop stond een auto met de motorkap wijdt open, maar iemand leunde voorover en was bezig met de motor. Hij kwam dichterbij en herkende de sneakers van die avond daarvoor. Hij liet zijn ogen langs haar lichaam omhoog heen glijden. Hij glimlachte even toen hij een geruite doek uit haar kontzak zag steken. Iedere monteur liep wel met zo’n doek rond, om hun handen aan af te vegen. Hij keek naar de auto waar ze bijstond. Het was een rode auto met een zwarte bliksemschicht erop. Zacht kwam hij dichterbij, en meer van haar lichaam werd zichtbaar. Ze lag half onder de motorkap, maar dat leek haar niet veel te deren. Hij kon direct zien dat ze met veel liefde aan deze auto sleutelde. Vlak achter haar stopte hij. Hij keek naar waar ze mee bezig was. Ze wist duidelijk waar ze mee bezig was, en ergens stelde hem dat gerust, maar maakte hem ook nog meer nieuwsgieriger. “Hey” zei hij. Hij zag direct de spieren van het meisje verstijven, en zich omdraaien, helaas zat de motorkap in de weg. Een zachte bonk klonk, gevolgd door wat gevloek. Uiteindelijk stond ze daar dan, haar zwarte ogen keken hem niet al te vriendelijk aan, maar dat maakte hem niet uit. Ze was hier echt, en ze zag er zo in het echt nog realistischer uit dan als hij aan haar dacht. Hij liet zijn ogen weer over haar lichaam heen glijden. Toen werd zijn aandacht getrokken op iets van zilver dat om haar nek heen hing. Hij kon zichzelf niet tegenhouden en pakte het zilveren kettinkje. “Het is gevaarlijk om te werken met sieraden om” zei hij tegen haar. Hij trok zachtjes de ketting meer naar zich toe, en toen opeens werd er een zilveren cobra zichtbaar. Hij staarde er even naar en liet toen het kettinkje los. Cobra, die woorden spookte door zijn hoofd heen. Opeens wist hij wat haar link was met de racewereld. Alleen de mensen die een cobra om hun nek heen droegen, die waren bevriend met de Cobra, een van de meest gevreesde racers. Hij had al meer dan een jaar niets meer gehoord van Cobra, en opeens ziet hij hier weer een teken van cobra. Hij keek Rose aan, en toen vielen alle puzzelstukjes op hun plek. Dragon, zijn leermeester had ook zo’n cobra om zijn nek heen gedragen. Hij was bij de man geweest toen die zijn laatste adem uitblies. Zijn ogen werden iets groter. Zij was daar ook geweest. Hij herinnerde het zich weer. Terwijl hij daar had gezeten was een meisje, van zijn leeftijd de kamer binnen gerent. Dragon had het meisje in zijn armen genomen, terwijl het meisje huilde. Daarna had hij gezien hoe Dragon de cobra van zijn nek los had gemaakt en die om de nek van het meisje heen had gehangen. Alsof hij daarmee iets overdroeg aan het meisje. Hij bleef Rose aanstaren, zij was dat meisje, de dochter van Dragon. “Het is niet beleefd om naar mensen te staren” die woorden onderbraken zijn gedachten stroom. Hij keek haar weer aan. “jij bent de dochter van Dragon” zei hij toen opeens. Hij zag een even iets van verdriet over het gezicht van Rose heen gaan, maar daarna verdween dat weer. “Dat klopt” met die twee woorden bevestigde ze zijn hele gedachten stroom. Hij bleef naar haar staren, en keek toen weer naar de cobra die om haar nek heen hing. Hij reikte weer naar haar toe en pakte zacht de cobra vast en liet zijn vingers over het patroon van de cobra heen glijden. Er werden hem steeds meer dingen duidelijk, vooral ook waarom ze zoveel van motors wist, en waarom ze zo goed auto’s kon spuiten. “Jij kent de cobra” zei hij, het was meer een vaststelling dan een vraag. Hij liet de cobra weer los en zette een stap achteruit. Hij had al veel races gewonnen in zijn leven, maar op een onduidelijke reden had hij er niet genoeg om op nummer 1 te komen. De laatste tijd werd hij wel nummer 1 genoemd, omdat Cobra niks meer van zich had laten horen, maar diep vanbinnen wist hij dat er maar één manier was om echt nummer 1 te zijn en zich ook zo te voelen. Hij keek Rose aan, en heel even werden zijn gedachten bevroren door de blik van haar zwarte ogen, maar hij vocht zich er al snel weer vrij van. “Dat teken daarom je nek, is een bewijs dat je bij de Cobra hoort” zei hij meer tegen zichzelf dan tegen Rose, maar zij reageerde er niet op. “Dan kun je hierbij aan hem doorgeven dat ik hem uitdaag voor een race” zei hij toen zakelijk. Ze keek hem iets verbaasd aan, maar daarna verdween alle emotie van haar gezicht. “Waar wil je voor racen?” vroeg ze toen. Hij dacht even na. “de identiteit van de cobra, als hij verliest, moet hij zich bekent maken” zei hij tegen Rose. Ze dacht even na. “En als jij verliest, dan laat jij zien wat voor een motor er onder de motorkap van je zwarte beest zit” zei ze. Zijn ogen werden wat groter, dat was een van zijn grootste geheimen. Maar hij besefte heel goed dat hij ook heel wat op het spel zette door de identiteit van de cobra op te eisen als winnaarsprijs. Hij knikte even. Ze stak haar hand naar hem uit, hij keek even naar haar hand, de hand was elegant, maar zat wel onder de smeer strepen. Hij glimlachte even en schudde haar hand. “Deal” zei hij. Een glimlach speelde om de lippen van Rose heen, en bijna was hij weer verloren. Ze liet haar hand los. “Waar en wanneer vind de race plaats Meneer arrogant?” Hoorde hij haar toen vragen. Opnieuw werden zijn ogen groter, “Meneer arrogant?” herhaalde hij haar laatste twee woorden. “Meneer arrogant ja” bevestigde ze. Hij bedacht zich dat zij natuurlijk zijn naam niet wist, maar meneer arrogant, dat klonk best beledigend, hij besefte wel dat ze een stempel arrogant op zijn voorhoofd had gedrukt met die woorden. “Over 2 dagen, op de randweg, om 11 uur” zei hij tegen haar. Diep van binnen kon hij er niet tegen dat ze hem Meneer arrogant had genoemd. “Jack” zei hij toen. Hij zag hoe ze haar ogen iets vernauwde. “Jack?” herhaalde zij nu zijn woorden. “Mijn naam” zei hij toen maar. Er speelde een glimlach om zijn lippen heen, die hem liet vergeten dat hij geïrriteerd was omdat ze hem Meneer arrogant had genoemd. “Tot dan, Jack” zei ze, terwijl hij de garage uitliep. Zijn hart miste een paar slagen toen ze zijn naam uitsprak. Wat had hij in vredesnaam gedaan? Hij kon zichzelf wel voor zijn voorhoofd slaan. Nini zou hem echt wat doen. Hoe had hij het ook kunnen bedenken, Cobra uitdagen. Een van de beste rijders die er was, alleen maar omdat het zien van de ketting met de cobra zijn hart sneller had laten slaan, en dan nog wel de risico’s die er aan verbonden waren, laat staan de prijzen waar ze om reden. Gelukkig had ze niet zijn zwarte beest gevraagd als prijs, maar alleen het zien van haar motor, ook al was dat al een geheim op zich. Hij zuchtte diep, hij had de deal gemaakt, nu maar kijken of Cobra echt op zou dagen, en of hij het voor elkaar zou krijgen om te winnen van de cobra, want na al die tijd, wou hij heel graag weten, wie de straten beheerste alsof het niks was. Zijn hart begon sneller te slaan toen hij aan de race dacht, deze race was erop of eronder.
Laatst aangepast door Leonoor op vr jun 28 2013, 18:16; in totaal 1 keer bewerkt
Leonoor Commandant
Aantal berichten : 812
personal info Leeftijd: 24 years I have been walking on this world Partner: You can't winn my love. My love is my freedom. Don't try to winn my love, you only get a broken heart. Sagitta, my hunterbird, she shows me to be free. Paard: Danger, like the risks we take every day. Together we will go to where the wind us lead
Onderwerp: Re: [story] The black rider. vr jun 28 2013, 18:15
Hoofdstuk 5, Old times my beast:
New York, Dragons garage, 6PM.
Waar had ik in vredesnaam ja op gezegd? Mijn hart klopte nog in mijn keel na zijn bezoek, dat best ontspannen was begonnen, maar af was gelopen in een kille uitdaging. Even dacht ik terug naar het moment dat hij mijn ketting vast had gepakt, en daarna een uitdaging had gegeven aan het adres van Cobra. Ik probeerde mijn ademhaling weer onder controle te krijgen, maar dat lukte niet meer. Adrenaline stroomde door mijn aderen heen en stelde me niet meer in staat om goed na te denken over de beslissing die ik net had gemaakt. Gelukkig was James niet thuis, want dat zou verschrikkelijke problemen veroorzaken. Hij zou pas aan het einde van de week terug zijn, en de race zou de dag voordat hij thuiskwam zijn. Dat zou dus geen problemen opleveren, maar van de rest ben ik niet zo zeker of dat wel zou werken. Nu eerst maar hopen dat ik Cobra kan bereiken, want van Cobra hangt nu af wat er gaat gebeuren. Een diepe zucht ontsnapte uit mijn mond en echode zacht door de garage heen. Mijn blik werd even naar buiten geleidt. Verschillende dingen spookten door mijn hoofd heen, hoe had hij geweten dat de ketting van de cobra betekende dat ik communiceerde met Cobra? Jack, dat was zijn naam geweest. Ik kende die naam, en ik bleef nadenken, verschillende scenes kwamen nu aan bod in mijn hoofd, en toen wist ik het. Jack, The Black Rider, hij was de leerling geweest van mijn vader, Dragon. Even werden mijn ogen iets groter, hij was erbij geweest die avond dat mijn vader overleed, en mij de ketting met de cobra gaf. Opnieuw ontsnapte er een zucht. Blijkbaar deelde ik en Meneer arrogant een verleden. Ik had liever gehad dat niemand uit die wereld mij meer kende, dat ze de dochter van Dragon vergeten waren, maar ik wist dondersgoed dat mensen niet zo snel vergeten werden. Ook Cobra niet, vooral Cobra niet, ook al had Cobra zich al meer dan een jaar niet meer op de weg vertoont. Ik schrok me rond toen ik de telefoon in het kantoortje afhoorde te gaan. Snel liep ik er naar toe en nam op. “Met Rose” zei ik in de hoorn. “Rose, met James. Het spijt me zusje, maar ben pas over een week terug, er zijn wat problemen met de onderdelen” hoorde ik zijn stem. Het was zo fijn om zijn stem weer te horen. “Is goed James, maak je geen zorgen, ik red me hier wel” zei ik half fluisterend in de telefoon. Diep van binnen wist ik niet zeker of ik het wel zou gaan redden, maar dit gaf me wel een kans, een kans waar in al heel lang van had gedroomd, en dit nieuwtje, dat maakte alles opeens een stuk makkelijker, eigenlijk maakte dat nieuwtje de beslissing voor mij. Twijfelend stond ik naar de lege muur te staren. Ik had de race auto van James al weggereden. Zou ik dit echt gaan doen? Zou ik Cobra echt weer de race wereld in laten gaan? Ik wist het niet. Even keek ik over mijn schouder heen naar de rest van de auto’s die in de garage stonden. Ze leken me moed te geven om dit te doen. Ik rechte mijn schouders op en draaide me om. Eerst maar eens maatregelen nemen voordat ik haar uit haar ‘gevangenis’ zou gaan halen. Ik liep ferm op de grote deuren van de garage af, en stopte bij het controle paneel. Ik drukte de sluitknopjes in. En de grote zilveren deuren kwamen in beweging, ze reden naar elkaar toe en stopte met een zachte dreun toen ze tegen elkaar aankomen. Ik drukte op het sleuteltje, en ik hoorde verschillende klikkende geluiden. De deuren zaten nu vergrendeld. Om het zekere voor het onzekere te nemen legde ik de balk in de houders, zodat de deuren echt niet meer open konden. Ik draaide me om, en staarde weer naar de lege muur, ging ik dit echt doen? Alleen maar omdat Meneer arrogant Cobra uit had gedaagd? Ik wist het niet. Maar misschien was dit wel het teken dat mij vertelde dat het tijd werd om haar uit haar schaduwen te halen, en haar weer op de weg te laten rijden. Met elke stap die ik zette in de richting van de muur werd ik zekerder van mijn zaak, ik moest dit doen, niet voor mezelf, maar voor haar. Ik legde mijn vingers tegen de muur aan. Voorzichtig gleden mijn vingers over het oppervlakte van de muur heen, totdat ze vonden wat ze zochten. Onder mijn vingers bevonden zich vijf kleine deuken in de muur, tenminste zo leek het voor ieder ander. Maar voor mijn vingers voelde het anders, en mijn hersenen wisten dat het iets heel anders was dan gewoon vijf deukjes in de muur. Ik zette kracht op mijn vingers en voelde hoe mijn vingers iets weggleden in de muur en de vijf deukjes dieper werden. Ik haalde mijn vingers terug uit de muur en een zacht en onheilspellend geluid bereikte mijn oren. Mijn hart begon sneller te slaan, terwijl zich er een kleine spleet vormde in de muur. Ik zette een stap achteruit, terwijl de muur leek open te splijten. Maar de muur spleet niet open, nee de muur bestond uit twee delen, twee deuren. En die twee deuren kwamen al kreunend van hun plaats, alsof ze daarmee wouden zeggen dat het veel te lang geleden was dat ik ze had open gemaakt. Mijn hartslag ging omhoog terwijl de deuren verder uit elkaar schoven. Een muffige geur kwam mij tegemoet. Het was zeker weten te lang geleden. Een zachte bonk wees mij erop dat de deuren open waren. Ik haalde diep adem en keek in de duisternis van de kamer die erachter lag. Voorzichtig zette ik een paar stappen naar binnen toe en ik stak mijn hand om de hoek, het donker in. Het duurde niet heel lang voordat ik de bekende vorm van een lichtschakelaar met mijn vingers voelde. Maar het voelde wel heel stoffig aan. Met enige aarzeling drukte ik de schakelaar in. Ik kneep mijn ogen dicht, bang voor wat ik te zien zou krijgen, of bang voor het lot wat ze zou ondergaan. Na een paar minuten durfde ik mijn ogen pas weer te openen, de lichtbalken aan het plafond gaven fel licht, en ik kon de stof pluisjes zien dwarrelen door de lucht heen. Als laatste keek ik naar het grote voorwerp in het midden. Een grote zwarte hoes verborg een voorwerp dat in het midden stond, maar de contouren waren toch duidelijk zichtbaar. De zwarte hoes verborg een auto. Ik pakte voorzichtig de hoes vast, mijn vingers gleden over de zachte stof heen. Durfde ik dit? Ik riep mijn gedachten tot de orde. Ik had A gezegd, nou B nog. Het leek wel alsof mijn hart het overnam van mijn verstand, en mijn bewegingen onder controle hield. Ik pakte het stof van de zwarte hoes strakker vast, en met een vloeiende beweging trok ik de hoes van de auto af. Ik vouwde de hoes op, zonder nog naar de auto te kijken. Ik legde de hoek in de hoek van de kamer en draaide me toen langzaam los. Het licht deed haar lak licht oplichten, en de ogen keken me levensecht aan. De adrenaline gierde door mijn lijf heen terwijl ik mijn vingers over haar motorkap heen liet glijden. Mijn vingers herkende elk stroomlijntje, elk patroon dat er in haar zat. Voor even sloot ik mijn ogen, om gewoon even te kunnen genieten van het feit dat ze hier zo voor mij stond, en dat ik haar kon bewonderen zonder dat ik op hoefde te passen dat James langskwam. Toen ik mijn ogen weer opende stond ze er nog steeds hetzelfde bij. Haar lak was wat dof, wat vooral kwam doordat ze zo stoffig was. Het was redelijk duidelijk dat ze een poetsbeurt nodig had. Langzaam liep ik naar het portier toe en opende die. Ik haalde die adem en stapte in de auto. De geuren die in de auto hingen waren zo bekend. Ik sloot het portier en draaide de sleutel die in het contact zat om. Tegelijkertijd met de motor wekte ik mij zelf tot leven. Een grijns verscheen op mijn gezicht en ik legde mijn handen op het zwarte stuur. Ik keek ernaar. In het midden van het stuur bevond zich een Cobra die mij aanstaarde. Zacht drukte ik het gaspedaal in, en de motor brulde. Ik haalde haar van haar vaste stand af, en gaf weer zacht gas. Elegant rolde ze de verborgen kamer uit. Ik zag het licht dat op haar viel, en voorzichtig reed ik haar naar de poetsplaats toe die zich in de garage bevond. Ik stopte haar daar en draaide de sleutel terug. De motor zweeg weer. Heel even bleef ik in de auto zitten. Maar toen kwam ik in beweging. Ik stapte uit de auto en sloot het portier weer achter mij. Terwijl ik naar de motorkap toe liep liet ik mijn vingers over haar zijkant heen glijden. Het metaal voelde zo koud aan onder mijn vingers, koud maar o zo vertrouwd. Ik haalde mijn vingers van het metaal af en pakte de spullen die ik nodig had. Rustig begon ik haar schoon te maken. Met een zachte klik schoot de motorkap los. Ik deed de kap omhoog en zette de haak vast zodat de motorkap ook open bleef staan. Ik keek naar de motor, het hart en ziel van deze auto. Dat was wat haar een beest maakte, en haar tot leven wekte. Voorzichtig begon ik onderdelen los te maken, en ze schoon te maken, zodat de onderdelen weer zilver waren. Dingen die door de tijd heen waren vergaan, verving ik. Zodat ze pico bello in orde zou zijn wanneer haar meester in haar zou rijden. Met passie maakte ik alles van haar motor schoon. De een hield van mooie sieraden en de andere van dure dingen. Maar ik niet. Ik gaf daar niks om. Ik hield van raceauto’s, en van de geluiden van hun brullende motoren wanneer ze op de weg raceten. Ik had mijn liefde voor auto’s zeker weten gekregen van mijn vader. James en ik waren opgegroeid tussen de auto’s, en ze waren ons nooit gaan vervelen. Elke auto kon je zo veel vertellen, vooral deze auto. De motor vertelde je wat voor een leven ze hadden geleidt, of het paradepaardjes waren, of echte monsters. Ik keek naar haar motor. Haar motor was er niet een van een paradepaardje, nee het was er een van een echt monster. Ik legde elk onderdeel dat ik uit haar haalde op de tafel naast mij neer en toen ik klaar was keek ik naar haar. Even rekte ik me uit en keek om me heen. Maar er was niemand anders. De muziek speelde zachtjes op de achtergrond, het ondersteunde alleen maar meer mijn gevoel wat ik had bij deze auto, en bij alle andere gedachten en gevoelens die door mij heen spookte. Mijn ogen waren weer gericht op de motor terwijl ik stukje voor stukje haar motor weer in elkaar zette. Alles leek perfect op elkaar aan te sluiten, en dat was maar goed ook, want zo hoorde het. Als een van de laatste dingen checkte ik de oliepeil, ook dat was nog goed. Ik keek naar haar. De benzine die in haar zou zitten, was al redelijk oud. Gelukkig voor mij had onze poetsplaats ook een brug, en ik was al zo slim geweest om haar daar op te zetten. Ik drukte het bovenste knopje in van het paneel dat naast mij hing en de brug ging langzaam omhoog. Toen ze op de goeie hoogte was liep ik onder de auto door en maakte de dop van de benzine tank los. Voordat er benzine over me heen zou stromen sloot ik de slang aan. Ik keek naar de benzine die door de buis heen stroomde en verdween. Toen de tank leeg was draaide ik de dop er weer op. Nu ze toch op de brug stond, maakte ik direct haar onderkant schoon en haar wielen. Pas toen ik daar mee klaar was, liet ik haar weer zakken. Ik opende haar benzineklepje en stopte de slang erin, zodat er nieuwe benzine in haar tank kon lopen. Pas toen haar tank weer vol was, haalde ik de slang eruit en sloot ik het klepje. Ik borg alle spullen weer op en keek naar haar. Haar ogen keken mij aan, ze was er klaar voor. Het beest was herrezen.
Hoofdstuk 6, The race of secrets:
New York, randweg, 11PM
“ik vind dit nog steeds een slecht idee broer” zei ze bestraffend tegen hem. Hij keek Nini aan en haalde zijn schouders op, hij was hier, en een heleboel andere mensen. Het had niet lang geduurd voordat het bekend was geworden dat hij, the black rider, de Cobra uit had gedaagd, en dat de race over twee dagen plaats zou vinden. Zijn blik gleed langs de mensen heen. Ergens gaf het hem een wrang gevoel, hij wist dat de meeste mensen hier voor de Cobra. Maar hij wist ook dat een heleboel mensen dachten dat hij ging winnen. Hij haalde diep adem. Hij wist de prijzen en hij wist dus dondersgoed wat er op het spel stond. Relaxed leunde hij tegen de motorkap van zijn beest aan, maar diep van binnen was hij niet zo relaxed. Hij keek om zich heen, maar hij zag Rose nergens. Misschien had hij het toch verkeerd benaderd. Een por in zijn ribben die afkomstig was van Nini deed hem opkijken. “blijf er eens bij met je gedachten” zei ze geïrriteerd tegen hem. Hij keek zijn zusje aan. “huh wat?” zei hij. Zijn antwoord leverde hem een harde klap van zijn zus op. Een beetje verbaasd keek hij haar aan. Ze sloeg hem wel eens vaker als hij zo afwezig deed, maar deze keer was het echt hard geweest. Hij wreef even met zijn vingers over de brandende plek op zijn wang. “Wat dat nou serieus nodig?” vroeg hij aan zijn zusje. Nini keek hem aan. “Natuurlijk was dat nodig, jij gek die je bent” Haar woorden zorgden ervoor dat hij haar verbaasd aankeek. Hij zag dat Nini hem bezorgd aankeek. “Als je niet bij de les blijft, dan ga je geheid verliezen” gromde ze naar hem. Een glimlach verscheen op zijn gezicht. “Ik verlies niet, ik verlies nooit” zei hij, en hij meende het. Hij had nog nooit tegen de Cobra gereden, dus hij dacht dat hij het makkelijk zou kunnen winnen. Want rond de Cobra was er het afgelopen jaar niks geweest. Dus de Cobra stond al een jaar stil, terwijl hij zijn terrein steeds meer had uitgebreid. Hij had er volste vertrouwen in dat hij deze race zou winnen. Hij klopte even met zijn hand op de motorkap van zijn zwarte beest. Zijn beest had veel in petto voor de Cobra. Het voordeel was dat alleen hij en Nini wisten wat voor een motor er onder de motorkap lag, en dat gaf hem zo’n groot voordeel op de rest. “Je hebt dus de link gevonden met de Cobra?” hoorde hij een van zijn vrienden vragen. Hij knikte even. “nooit geweten dat ik opeens het teken tegen zou komen van de Cobra, en toen ik dat zag, werd alles opeens veel duidelijker” zei hij simpel. Hij zag wel hoe de mensen naar hem keken. “Wie of wat is de link?” vroegen mensen om hem heen. Maar hij schudde zijn hoofd. Hij zou Rose niet verraden, want hij wist zeker dat als hij deze mensen zou vertellen dat Rose de link was, dat hij dan een heleboel problemen met haar zou krijgen, en zij was nou niet bepaald een katje om zonder handschoenen aan te pakken. Hij had haar dreigement tegen Peter gehoord, die ze duidelijk meende, want Peter was duidelijk van zijn stuk gebracht toen Rose dat tegen hem had gezegd. Hij keek op zijn horloge het was al iets over elven, maar er was geen spoor te zien van de Cobra. Zijn ergste vrees op dit moment was dat hij het fout had gehad, en dat Rose helemaal niet de link tot de Cobra was geweest. Normaal was het zo dat als iemand niet op kwam dagen, dat die dan automatisch de race verloor, maar omdat ze niet zouden racen om auto’s of bezittingen, maar om geheimen, kon hij er niks aan doen, hij kon niet de Cobra klem zetten om te kijken wie het was, want hij wist niet wie de Cobra was. Zijn blik gleed even naar de blauwe auto van Nini die naast hem stond. Zijn ogen volgde het patroon van de witte draak met de rode ogen, die hem nu veel vriendelijker aan leek te staren. Hij kwam overeind en liep op de draak af. Hij stopte vlak voor de draak en zijn ogen gleden over elk kleine stukje van de draak heen, hij had toch tijd genoeg, vooral als het nog lang zou gaan duren voordat de Cobra op zou komen dagen. Hij liet zijn vingers over de patronen van de witte draak heen glijden. “broer, wat ben je aan het doen?” hoorde hij Nini dichtbij vragen, maar hij gebaarde wat vaags met zijn hand, wat leek op, nu even niet. Hij moest en zou het merk vinden dat de ontwerper had achter gelaten in de draak als handtekening. Hij zuchtte toen hij het niet kon vinden en kwam weer overeind, toen hij het opeens zag. Op de staart van de draak zaten verschillende patronen door elkaar heen geweven, maar als je beter keek, omhulden ze een klein roosje. Zijn ogen werden groter, roos, van Rose. Hij had haar merkteken gevonden, het was een klein roosje. Zo toepasselijk, maar zo onopvallend. Hij had een grijns op zijn gezicht toen hij terug liep naar Nini, die hem vragend aankeek. “Waar ben jij nou zo vrolijk over?” vroeg ze aan hem. “Ik heb haar merk gevonden” zei zacht tegen haar. Hij zag hoe de ogen van Nini groter werden. “Waar?” vroeg ze toen. Hij pakte de hand van zijn zusje vast en trok haar mee. Hij legde zijn vinger vlak boven het roosje dat in de staart zat. “Hierzo” zei hij. Nini ging door haar knieën heen en keek ernaar. Ze kwam even later weer overeind en keek hem aan. “Als je het niet had aangewezen, dan had ik het nooit gezien” zei ze een beetje beduusd. Hij knikte even. Het roosje was er zo in verwerkt, dat alleen iemand die zocht naar iets afwijkends het zou kunnen vinden. Hij liep weer terug naar zijn auto en keek op zijn horloge. Weer begon hij te twijfelen aan zichzelf, “Zeg, weet je wel zeker dat de Cobra komt?” hoorde hij een van zijn vrienden vragen. Hij haalde zijn schouders op. “Met de Cobra weet je het nooit zeker” en met dat antwoord moesten zijn vrienden het maar doen. Er was rumoer tussen de mensen, het duurde al zo lang en van de Cobra was niks te bekennen. Er was geen enkel motor geluid, alle auto’s zwegen. Als de Cobra zou komen, dan zouden ze hem al van te voren horen, maar er was niks. Een paar koplampen sprong aan, en zette het achterste gedeelte van de mensen in het licht, de mensen hadden het de hele tijd gedaan met het licht van de lantaarn palen, dus dit licht kwam als een bliksemschicht. Er viel een doodste stilte en hij keek op, Hij wist niet wat hij hier van moest denken, gingen de mensen weg, of was het iets anders? Een luid brullend geluid schoot over de parkeerplaatsen heen, en deden de mensen verder verstillen, iedereen keek met grote ogen om zich heen, om te proberen te begrijpen wat er gebeurde. Opnieuw klonk het geluid, zijn hart begon sneller te slaan, was het echt, droomde hij dit niet? Het gebrul van een motor nam wat af, maar bleef wel. De mensen weken uit elkaar om iets er door te laten. Zijn ogen werden groter toen twee koplampen fel op hun schenen, maar het was niet wit licht, nee het was meer groen licht. Het duurde een paar seconden voordat hij goed kon zien. Zijn mond viel iets open van verbazing, voor hem stond een van de mooiste race wagens die hij ooit had gezien. Het ging even zijn hersenen te boven wat er gebeurde. Zijn blik gleed langs de auto heen. De auto was nachtzwart, zelfs de velgen, dit was een auto die helemaal op kon gaan in de nacht, nog meer dan die van hem. Toen hij naar de motorkap keek, zag hij een spel van kleuren groen. De koplampen waren de twee ogen van de grote cobra die op de motor kap zat. Hij deed zijn mond weer dicht, de ramen waren totaal getint, dus hij kon niet zien wie er achter het stuur zat, maar toen bedacht hij, dat als dat niet het geval zou zijn, dat iedereen dan wist wie de Cobra was. De auto bleef stil staan, terwijl de motor zacht bleef brommen. Hij probeerde te luisteren of hij kon horen wat voor een motor erin zat, maar dat lukte hem niet. Hij kon dit geluid niet thuis brengen, waarschijnlijk zaten er geluidsdempers op de motor, om te voorkomen dat mensen zoals hij konden raden welke motor er in de auto zat. Hij had in zijn eigen auto, één geluidsdemper aangebracht, waardoor het hele geluid was veranderd, en niemand het goed raadde. De motor van de auto brulde opnieuw, alsof de auto het tegen hem had. Hij wist diep van binnen dat dat ook zo was. Hij had de Cobra uitgedaagd, en nu moest hij het ook nog waar maken. Ze stonden op de weg en hij keek even naar de auto die naast hem stond. Daarna keek hij naar Nini die iets verderop stond met haar armen omhoog. “Racers klaar?” Riep Nini boven het geluid uit. Hij knikte even. Even vroeg hij zich af hoe de Cobra zou laten merken dat hij klaar was, toen de motor van de Cobra een luid gebrul liet horen, alsof die daarmee ja zei. De rillingen liepen weer over zijn rug heen. Hij was echt gek geworden om dit te doen, maar nu was er geen weg meer terug. Hij keek naar de weg voor zich, en naar Nini. Hij vouwde zijn vingers wat strakker om het stuur heen, en liet zijn motor een paar keer brullen. Hij zag de armen van Nini naar beneden gaan. Een paar secondes lang heerste er stilte in zijn gedachten, voordat zijn instinct het overnam en hij het gas diep indrukte. Hij hoorde hard gebrul en zag hoe de auto van de Cobra ervandoor schoot, hij hoorde zwaar gebrul. Hij gromde wat en duwde zijn gas dieper in, in een poging om de verloren seconden weer in te halen. Ze reden de weg op, het zou niet lang duren voordat ze de eerste bocht hadden. 1 rondje, dat was de afspraak die hij met Rose had gemaakt, hij had gehoopt dat de Cobra beter was op langere afstanden en het daarom niet zou redden met één rondje, hij zelf was meer van de overwinningen op korte afstanden. Hij gromde toen hij zag dat de Cobra voor hem reed, en toen kwam de laatste en moeilijkste bocht. Hij was de meester van dit parcours, hij had dit al zo vaak gereden. Je moest hier vlak aan de binnenkant rijden, dan kwam het je beter uit. Hij stuurde de auto meer naar de binnenkant toe, toen hij weer naar de Cobra keek. De ogen van de Cobra op de motorkap staarden hem aan, de Cobra reed al driftend door de bocht heen. Hij voelde de moed in zijn schoenen zakken. Niemand had het voor elkaar gekregen om al driftend door die bocht heen te komen. Hij had het een tijdje geleden geprobeerd, en was toen over de kop heen geslagen en had de auto waar hij toen in reed totaal in de prak gereden, gelukkig had hij toen in een auto van een vriend gereden en niet in zijn zwarte beest. Hij gaf meer gas, en zag hoe de Cobra weer perfect recht op de weg kwam, rook steeg op van de banden van de Cobra toen die het gas indrukte om het laatste stuk te rijden. Hij keek naar zijn geheime wapen, de bus lachgas die aanwas gesloten op zijn motor, en die er voor zou zorgen dat hij zou winnen. Hij zag een opening naast de Cobra, en stuurde zijn zwarte beest daarnaar toe. Hij drukte het rode knopje op het stuur in, en hoorde het gas ontsnappen. Hij werd in zijn stoel gedrukt en opnieuw grijnsde hij. Hij had dit tot nu toe nog nooit hoeven te gebruiken, hij won zonder, maar op dit moment wou hij niks anders dan winnen, zelfs als hij het zo moest spelen. Hij haalde de Cobra in en zag in de verte al de finish, hij bleef vooruit gaan met een hoog tempo. Hij keek in zijn zijspiegels, maar zag dat hij niet eens helemaal voorbij de Cobra was. Opeens doorbrak een zware brul zijn triomf gedachten. Hij zag hoe de Cobra langs hem heen racete, toen was de auto hem gepasseerd en de afstand steeds groter tussen hun maakte. Hij keek naar de uitlaat van de Cobra, maar zag geen blauwe vlammetjes, wat betekende dat de Cobra geen gebruik maakte van lachgas, zoals hij had gedaan. Hij zag hoe de Cobra steeds verder bij hem vandaan raakte, en toen hij eindelijk weer langs de mensenmassa heen reed, drong het tot hem door. Hij had verloren. The black rider had verloren van de cobra. Hij zou zijn beste geheim moeten prijsgeven, Hij keek naar de Cobra, de auto maakte een halve draai, en eindigde met zijn voorkant naar hem toe, de groene koplampen keken hem angstaanjagend aan en hij slikte diep. Hij hoorde het brullende geluid van de motor van de Cobra. Hij liet zijn motor even terug brullen, maar het klonk lang niet zo sterk als het geluid van de Cobra. Hij zag de wielen van de Cobra even spinnen, en zag een rookwolk ontstaan, toen schoot de auto ervandoor. De Cobra had duidelijk niet de bedoeling om langer te blijven na de race. Verslagen reed hij terug naar Nini die tegen haar auto aan stond geleund. Hij parkeerde de auto en stapte uit. Iedereen was opgewonden over de wedstrijd, maar Nini keek hem woest aan. “Ik had het je toch gezegd” riep ze woest naar hem toen hij zijn auto stapte. Hij hief zijn handen op, hij wist zelf ook wel dat hij het goed had verpest bij zijn zusje. De adrenaline kick nam langzaam af, er waren nu andere races aan de gang, iedereen was opgejut door de race van hem en de Cobra. Hij zat op de motorkap en dacht na terwijl hij zijn ogen had gesloten. “Dus zo ziet een verslagen Meneer arrogant eruit” de plagende woorden bereikte zijn oren en met een ruk opende hij zijn ogen. Hij keek naar Rose die een paar meter bij hem vandaan stond. Ze stond er relaxed bij, maar zag er nog steeds meer uit als een jongen dan als een vrouw. Hij bromde iets terwijl ze op hem afliep. Ze stopte vlak bij hem, een pluk roodbruin haar was losgeschoten uit haar knot en hing voor haar gezicht. Hij slikte even. Hij had het kunnen verwachten, dat de Cobra zelf niet zou komen, maar dat hij Rose zou sturen, aangezien hij ook de Cobra uit had gedaagd via Rose. Ze liet haar hand even liefkozend over de motorkap van zijn zwarte beest heen glijden en keek hem toen grijnzend aan. “Laat maar zien Meneer Arrogant”
Hoofdstuk 7, A promise, is a promise:
New York, Master house, 3AM.
“Ja, ik heb nagedacht over jullie voorstel” zei hij in de hoorn van de telefoon die hij tegen zijn oor aanduwde. Hij luisterde naar wat de persoon die hij aan de lijn had zei. Heel even keek hij omhoog naar de glazen balustrade waar Nini tegen aanleunde. Hij zag de vragende blik wel in op haar slaperige gezicht. Hij gebaarde wat met zijn hand, zo van ga terug naar bed. Hij liep naar de andere kant van de woonkamer toe en voerde zijn gesprek verder. “Ja, ik weet zeker dat hij er zal zijn, hij aast de hele tijd al op een kans om mij uit te dagen” zei hij in de telefoon. Hij liep door de grote openstaande deuren heen, het terras op. Hij leunde tegen de houten balustrade van de veranda en keek uit over de lichtgevende gebouwen van New York. Zijn gedachten spookten alle kanten op door wat de persoon aan de andere kant van de lijn aan hem vertelde. Maar hij wist dat er geen weg terug moest, als hij dit niet deed, dan liep iedereen die hij kende in gevaar, en dat wou hij zijn zusje niet aandoen. Hij had er alles voor over om Nini te beschermen, ze was niks voor niks zijn zusje, eigenlijk waren ze een tweeling, ze voelden elkaar perfect aan, Nini wist altijd wanneer hij iets doms of gevaarlijks deed, daarom had ze waarschijnlijk ook daar bij de glazen balustrade gestaan en naar hem gekeken. Maar dit was iets wat hij zelf moest doen, iets wat hij verborgen voor haar moest houden, om haar veilig te houden. Want anders zou ze nog meer in gevaar komen. Hij liet zijn vingers even over de houten balustrade heen glijden. Hij had geweten dat dit moest gebeuren, en hij had het zien aankomen. Om de racewereld voor altijd van die persoon af te helpen, moest hij zichzelf als lokaas gebruiken. “Ik regel het, morgen om 2 uur ’s nachts bij de jaguar, daar zal u hem vinden” sprak hij in de hoorn van zijn telefoon. “Fijn zaken met u te doen mister Jack” hoorde hij de persoon terug zeggen, na die woorden hing hij op. Hij keek opnieuw naar de wolkenkrabbers die iets verderop boven de rest van New York uittorende. Nu moest hij alleen nog hem zien te vinden, en er voor zorgen dat hij uitgedaagd werd. Hij grijnsde even, hij wist de perfecte manier om hem uit te dagen. “Op welk plan zit je nu weer te broeden Jack?” hoorde hij een slaperig stem vragen. Hij keek over zijn schouders en zag Nini in de deuropening staan, hij hoopte maar dat ze het einde van het gesprek maar niet mee had gekregen. Hij keek even nukkig, en hij zag een lach over het gezicht van zijn zusje heen glijden, maar toen verdween die weer. Nini liep op hem af. Hij bleef tegen de houten balustrade aanleunen. “Kijk niet zo Jack, je bent niet een nukkig kind, je bent tweeëntwintig” zei ze boos tegen hem. Hij haalde zijn schouders op. “Hou er over op Nini, het is niks waar je je zorgen over hoeft te maken” zei hij tegen haar. Hij zag hoe de ogen van Nini een boze tint kregen. Voordat hij het doorhad en voordat hij haar tegen kon houden kwam haar hand tegen zijn wang aan. Hij gromde even wat toen ze haar hand terug trok. Hij wreef over zijn wang heen en keek zijn zusje aan. “Elke keer dat jij dat zegt, werk je jezelf diep in de problemen” zei ze boos. Hij keek haar aan. Ze had gelijk, de laatste keer dat hij dat had gezegd, was vlak voor de race tegen de Cobra, hij had gezegd dat ze zich geen zorgen hoefde te maken en dat hij wel zou winnen, maar hij had verloren. “Je hebt gelijk, maar deze keer zal het echt niet gebeuren” zei hij tegen haar. Hij zag hoe ze haar schouder ophaalde. “Je hebt nog een belofte in te lossen” zei ze toen opeens tegen hem. Hij fronste even zijn wenkbrauwen, toen dacht hij weer aan de deal die hij met Rose had gemaakt. Hij had haar die avond niet de motor laten zien, omdat andere mensen hem dan ook zouden zien, hij had haar beloofd dat hij nog een keer op zou halen, om haar dan de motor te laten zien. Hij knikte even. “Daar is over een paar genoeg tijd voor” zei hij. “Ga maar weer slapen Nini” zei hij tegen haar. Hij voelde even haar hand op zijn schouder. “Doe alsjeblieft geen domme dingen Jack” zei ze zacht in zijn oor, daarna liep ze terug het huis in, terwijl hij daar achterbleef en naar de wolkenkrabbers van New York keek.
New York, Dragons Garage 12AM.
Hij reed met een soepele boog het terrein van de garage op. De draak staarde hem van boven de deur aan. Hij zag dat de deuren van de garage gesloten waren en fronste even zijn wenkbrauwen. Hij wist dat ze hier was, hij hoorde ook de muziek. Hij haalde de sleutel uit het contact en stapte uit de gifgroene auto waar hij in reed. Hij was nog net niet zo gek geweest om in zijn zwarte beest hier naar toe te rijden, vooral niet omdat hij wist dat hij dan direct achtervolgt zou worden. Hij liep op de deuren af, en rommelde eraan, maar er zat geen beweging in. In zijn ooghoeken zag hij een andere deur. Een glimlach verscheen op zijn gezicht. Hij liep naar de deur toe en voelde aan de klink, deze deur was niet op slot. Voorzichtig opende hij de deur en liep hij naar binnen toe. De lampen binnen in de garage waren aan, en de muziek was nu nog luider. Hij sloot de deur achter zich en liep verder de garage in. De auto’s die hij de vorige keer had gezien stonden er niet meer, er stonden nu andere auto’s, die eruit zagen of ze weer konden rijden. Hij liep verder naar achteren. Hij verwachtte dat Rose daar zou zijn. En gelijk had hij, ze stond daar, nouja ze meer. “Nee, alles is goed met haar, niks aan de hand. Ze rijd weer als een monster” hoorde hij stem. Tegen wie praatte ze? Hij liep verder, en zag dat ze naar iets reikte onder de motorkap. “Ze is bijna weer klaar om de weg op te gaan” Over wie had Rose het toch? Hij kwam dichterbij en stond toen als verstijfd, Hij zag de koplampen, en zag dat die niet wit, maar groen waren. Toen hij beter keek, zag hij een deel van de kop van de Cobra om Rose heen. Hij bleef toekijken, niet in staat om ook maar iets te zeggen of te doen. Hij zag hoe ze overeind kwam, en de motorkap dicht deed. Nu zag hij de hele Cobra. Hij had sinds de race van een week geleden niks meer gehoord van de Cobra, wat hij ook niet verwacht had. En nu? Nu stond de auto van de Cobra daar, en Rose was er mee bezig, alsof het haar niet afschrikte wat deze auto was. Nu begreep hij het gesprek, ze was praatte tegen de Cobra. Hij wou wat zeggen, maar hij wist niet wat. Opeens draaide Rose zich om, alsof ze hem kon voelen. Hij zag hoe haar ogen groten werden. “Sorry, Ik moet gaan, spreek je later nog wel” zei ze. Ze drukte iets uit, en haalde een oortje uit haar oor, blijkbaar had ze handsfree gebeld met de Cobra voordat ze hem had opgemerkt. Hij stond er maar verloren bij. En Rose keek niet al te blij. “Wat kom je doen?” Vroeg ze, lichtelijk aangebrand. Nog steeds had hij het gevoel dat iemand hem hard had geslagen met een knuppel en hij duizelig was. Zij was het, zij was de monteur van de Cobra, nu hij er zo over nadacht, was het best logisch. Ze droeg niks voor niks een ketting met een zilveren cobra om haar nek heen. “Ik..” zijn stem stierf weg. Ze rolde met haar ogen naar hem. “Ik kwam je ophalen, om mijn belofte uit te voeren” zei hij, zijn stem klonk een beetje bedrukt. Hij hoorde haar zuchten. “Als je hierover ook maar één woord tegen iemand anders zegt, dan zal ik er voor zorgen dat je niks meer kunt doen” siste ze naar hem. Zijn ogen werden wat groter, ze meende het. Hij knikte even. Hij zou niks zeggen. “Wacht buiten op me” zei ze toen tegen hem. Hij bleef haar even aanstaren, en draaide zich toen om. Hij liep door dezelfde deur naar buiten toe als waar hij door was gekomen. Hij sloot de deur weer achter zich en wachtte af. Hij hoorde het gebrul van de motor, maar niet vlak daarna verdween het geluid. Hij vroeg zich af waar ze de auto zou laten. Veel tijd om er over na te denken had hij niet, want de deur ging open. Rose stapte naar buiten en sloot de deur achter zich. Ze draaide de deur op slot en stak de sleutel in haar zak. Ze liep naar hem toe. “Blijven we hier nog lang wachten of..” zei ze tegen hem. Hij wist niet wat hem overkwam. Hij drukte het gas dieper in, terwijl ze over de snelweg heen raasde, hoe hard ze ook reden, het leek Rose niks te doen, alsof ze gewend was aan deze snelheid. Hij richtte zijn aandacht weer op de weg, en probeerde aan iets anders te denken, dan aan Rose die naast hem in de auto zat. Ook al deed ze niks of zei ze niks, ze leidde hem een beetje af. Hij sloot zijn gedachten af, en drukte het gas nog wat dieper in, hij zag dat de teller steeds verder omhoog schoot, wat wel te verwachten was, omdat hij steeds het gas verder indrukte om sneller thuis te zijn, haar aanwezigheid maakte hem verward.
New York, Master house, 12.30PM
Hij reed de groene auto de garage in, waarvan net de deur omhoog was gegaan. Hij zag wel hoe ze naar alle auto’s keek die hier stonden geparkeerd. Het waren er zeker een stuk of twintig. Naast de raceauto’s stonden er ook nog twee normale auto’s. Hij parkeerde de groene auto perfect in en haalde de sleutel uit het contact. Hij stapte zelf uit, en zag in zijn ooghoeken dat Rose ook uitstapte. Hij sloot de deur weer en liep tussen de auto’s uit. Hij stopte en wachtte even op Rose, die aan kwam lopen. Hij drukte op het knopje op de sleutel en de groene auto maakte een piepend geluid, wat aangaf dat die op slot zat. Hij ging haar voor langs de rijen met auto’s heen, naar het einde van de garage. Hij opende een deur en ze kwamen in een andere ruimte uit. Hier stonden maar twee auto’s, de blauwe auto van Nini, en zijn zwarte beest. Hij zag in zijn ooghoeken dat er een lichtte glimlach op het gezicht van Rose kwam, wat was er zo grappig? Hij liep naar zijn zwarte beest toe, en opende het portier. Hij drukte op een knopje, en er klonk een klik. De motorkap kwam een klein stukje omhoog. Rose stond rustig te wachten en keek naar hem. Het maakte hem zenuwachtig. Hij liep naar de motorkap toe, en langzaam deed hij de motorkap omhoog en zette de haak eronder, zodat de kap open bleef staan. Hij keek naar de zilveren motor die eronder lag. Hij voelde meer dan dat hij haar zag, dat ze naast hem stond. In zijn ooghoeken keek hij naar haar, ze bekeek nieuwsgierig de motor. Het was een zware racemotor, maar niet een ongewone. Hij hoorde haar zacht lachen en keek naar haar. “Ik had wel verwacht dat er zo’n type in zou liggen” zei ze. Hij keek haar aan, tja, een monteur, die wisten zulke dingen. Hij haalde zijn schouders op. “Jack, Rose!” een stem schalde door de ruimte heen. Tegelijkertijd keken ze om, Nini stond in de deur opening, en keek een beetje angstig. Er was iets goed mis.
Hoofdstuk 8, An dangerous chance:
New York, Master house, 1 PM
Ik voelde mijn hart een paar slagen over slaan toen ik de gezichtsuitdrukking van Nini zag, dit betekende foute boel. Ik was al redelijk opgefokt door de afgelopen gebeurtenissen, eerst Jack die opeens de garage binnen komt lopen terwijl ik met haar bezig ben, dan de rit hier naar toe, waarbij hij geruststellend hard reed, en toen de aanblik van de motor van het zwarte beest. “Wat is er Nini?” vroeg Jack aan Nini. Eén woord was er voor nodig om Jack vooruit te laten sprinten als een jaguar. “Digo”. Ik keek Jack na, en besloot hem toen te volgen, maar op een iets rustiger tempo. Nini stond er nog een beetje verloren bij, ik had geen flauw idee waar Jack naar toe was verdwenen. Ik stopte bij Nini. “Wie is Digo?” vroeg ik zachtjes aan haar, terwijl mijn hart bijna in mijn keel klopte. Nini keek me verward aan, alsof ik een gek was, die niet wist wie Digo was. “Digo is een van de gevreesde racers, niet omdat hij zo goed is, maar omdat hij vals speelt” zei ze zachtjes. Ik fronste mijn wenkbrauwen, dit maakte de actie van Jack nog onduidelijker. Ze gebaarde wat vaags met haar hand en ging me voor, dieper het huis in. Ik keek om me heen, aan de muren hingen schilderijen van raceauto’s, zoals ik had kunnen verwachten. Alles was hier zo ruim, en ergens vroeg ik me af hoe ze het ooit konden betalen om in zo’n huis te wonen, maar ik kon het antwoord zo wel raden, races. Race auto’s waren tegenwoordig bij een goede dealer veel waard, en zoals ik had gemerkt een paar weken terug, kon hij behoorlijk goed racen. Nini liep verder, door twee openstaande glazen deuren een terras op. Ik volgde haar maar, omdat ik anders niet wist wat ik moest doen. Jack stond aan de andere kant van het terras, Nini en ik liepen op hem af. Ik stopte vlak naast hem, en keek in de richting waar hij naar toe keek, voor het hek stonden 2 auto’s, gifgroen, in dezelfde kleur als de auto waarin Jack mij mee had genomen. Het duurde heel even voordat de waarheid tot mij doordrong. Jack had die groene auto van het paar gewonnen dat nu voor de hekken stond. Ik keek naar de jongen die op de motorkap van een van de twee auto’s zat, hij had zwart haar met een rode kuif, waardoor hij net op een haan leek, ik schoot nog net niet in de lach om zijn haar. Dus dat was Digo. Ik hield mijn hoofd iets schuin, de jongen zag er zo niet heel erg bedreigend uit, maar schijn bedriegt, en dat wist ik heel goed. “Wat wil hij?” Vroeg Nini zachtjes aan Jack, ik keek naar Jack, maar zag alleen zijn rug, zijn spieren waren duidelijk gespannen. “Een race, “ zei hij toen zacht. “Nu?” het was eruit voordat ik het tegen kon houden. Jack draaide zich naar mij om, en keek mij aan met zijn groene ogen, die lichtelijk bezorgd en vol woede stonden. Hij knikte even kort. “Waarom?” Vroeg Nini nu, ik wist dat het niet ging waarom ze gingen racen, maar wat de prijzen waren. “Jou” zei hij toen zacht tegen Nini. Ik zag de ogen van Nini vol staan met angst en afschuw. “Mij?” haar stem klonk piepend. Ik keek weer naar Digo, dus daar was die jongen op uit, op Nini. “Wat voor een race?” vroeg ik toen aan Jack. “Twee tegen twee, maar no way dat ik Nini laat rijden” zei hij, zijn stem klonk gefrustreerd. Diep vanbinnen begon er iets aan mij te knagen. Ook al kende ik Jack en Nini nog niet zo heel lang, dit was iets wat ik niet over mijn kant heen kon gaan, het betekende wel, dat ik die angst binnen in mij moest overwinnen. Nini probeerde te protesteren, “Jack, ik kan..” Maar hij onderbrak haar zin. “Nee Nini, het is veel te gevaarlijk, en jij bent overduidelijk van slag” zei hij tegen haar. “Maar jij ook” zei ze, maar haar stem klonk minder protesterend dan eerst. Hij zuchtte even. Ik voelde me een indringer in hun bestaan. “Moet zij perse rijden?” vroeg ik toen aan Jack. Hij keek me aan, “Ik heb naast mezelf nog een rijder nodig, en zij is hier nu de enige” zei hij tegen mij. Zijn stem klonk broos en boos tegelijkertijd. “Kun je niet iemand anders halen?” vroeg ik toen aan hem, maar hij schudde zijn hoofd al voordat ik mijn zin had afgemaakt. “Dat duurt te lang” zei hij. Ik wist niet echt wat ik moest doen. Jack werd afgeleidt door zijn mobiel die afging. Hij liep van ons weg. Ik hoorde alleen nog maar zijn stem die zei: “De race wordt zo gehouden, op Jaguar.” Ik keek naar Nini en zag dat haar ogen lichtelijk angstig stonden. Het was duidelijk dat ze niet bij Digo wou eindigen. Ik keek even naar Jack die druk aan het telefoneren was, en heen en weer liep als een jaguar die opgesloten zat in een kooi en daar uit probeerde te komen. Ik keek weer naar Nini en toen naar de twee jongens die bij de hekken stonden. Dit was mijn kans, maar ik kon er ook mijn ondergang van maken. Jack liep weer op ons af, er was iets van kalmte in zijn ogen. Ik haalde diep adem toen hij bij ons stopte. Beiden keken mij met grote ogen van ongeloof aan toen ik zei: “Waar zijn de sleutels, ik rij de tweede auto wel” De sleutels voelde koud maar soepel aan terwijl ik ze tussen mijn vingers door liet rollen. Jack keek mij nog steeds ongelovig aan, en dat maakte dat ik me ongemakkelijk voelde. “Wat?” vroeg ik aan hem terwijl we de garage inliepen, maar blijkbaar was hij nog steeds zo uit het lood geslagen dat hij niks terug kon zeggen. Ik rolde even met mijn ogen en keek naar de auto’s die er stonden. “Welke?” Vroeg ik toen maar, misschien begrepen zijn hersenen die vraag wel. Hij gebaarde naar een auto die iets verderop stond. Ik bekeek de auto een Dodge charger srt8, de bovenkant was zilver, en de onderkant was oranje, de kleuren werden gescheiden door prikkeldraad. De ramen van de auto waren getint. Ik glimlachte, dat was de perfecte auto. Hij bekeek me even. “Je zou je eigenlijk om moeten kleden, zo kun je niet racen” zei hij tegen mij. Ik keek even naar mijn kleding. Ik had mijn sneakers aan, en mijn werkkleding. Ik rolde even met mijn ogen. “Nini!” ik schrok me rot van zijn stem die zo luid klonk. Nini kwam de garage half inrennen en keek Jack vragend aan. Hij gebaarde naar mij, een lichte blos verscheen op mijn wangen, waarom reageerde ik daar zo op? “Heb jij andere kleding voor haar?” vroeg hij aan Nini. Ik voelde de blik van Nini over mijn lichaam heen glijden. “Vast wel.” Antwoordde ze. Ze pakte mijn hand vast, en ik voelde me lichtelijk verloren toen ik mee werd getrokken door Nini. “Wacht maar buiten Jack, ze komt zo wel in de auto naar buiten toe” riep Nini over haar schouder naar Jack toe. Ik voelde me steeds meer verloren, ze besliste zo makkelijk over wat ik ging doen, terwijl het mijn beslissing was. Ik liep achter haar aan de trappen op, en opeens stonden we in een ruime kamer, het had lichte kleuren en Nini liet eindelijk mijn hand los. Ik wapperde even met mijn hand die half was plat geknepen door Nini. Ze opende twee deuren en verdween naar binnen, ik liep er nieuwsgierig naar toe en zag dat ze in een inloopkast stond, een inloopkast! Ik keek naar haar terwijl zij verschillende dingen uit de rekken trok. Ze liep naar mij terug en duwde de kleding in mijn handen. “Dit zal jou wel passen, je kunt je omkleden in de badkamer” zei ze terwijl ze met haar rechterhand naar een deur aan de andere kant van de kamer gebaarde. Ik liep naar de witte deur toe en trok die open. Snel draaide ik de deur achter mij op slot. Ik keek naar de kleding die Nini aan me had gegeven, dit was zo anders dan dat ik normaal droeg. Snel kleedde ik me om. Mijn werkkleding belandde op de grond terwijl ik de soepele stof van de andere kleding tegen mijn huid aanvoelde schuren, het was veel fijner dan dat ik gewend was. Toen ik alles aanhad keek ik in de spiegel naar mezelf. Ik droeg een zwarte spijkerbroek met daaronder mijn sneakers, ze konden veel van me verwachten, maar no way dat ik mijn sneakers zou verruilen voor iets anders. Ik had een wit hemdje aan dat redelijk strak zat. Het voelde allemaal zo raar en onbekend aan mijn huid. Maar diep van binnen voelde het juist wel bekend. Ik keek naar mijn eigen gezicht. Met wat water haalde ik de zwarte streep die op mijn gezicht zat wel en ik trok het elastiekje uit mijn haar, zodat mijn roodbruine haren naar beneden langs mijn rug heen vielen. Ik haalde een hand door mijn haar heen, het zat zo prima. Ik pakte mijn kleding bij elkaar en haalde de deur van het slot af. Ik liep de kamer weer in. Nini stond me met grote ogen aan te staren, niet in staat om ook maar een woord uit te brengen. “Wat?” vroeg ik, ik voelde me niet heel erg gemakkelijk op de manier waarop ze naar me keek. “Je ziet er zo anders uit” zei ze. Ik had de ketting met de cobra weer in mijn shirtje laten glijden, zodat er alleen een zilver kettinkje om mijn nek zichtbaar was. Ze pakte mijn kleding van mij over en legde die neer op een stoel. Ze pakte mijn hand vast en trok me mee, “Kom, hij staat al te wachten” zei ze tegen me. Ik kreeg het gevoel alsof ik in een achtbaan zat. Snel liep ik achter haar aan de trappen weer af, terug naar de garage. Ik stapte in de auto en sloot het portier. De auto rook naar leer en motorolie, een glimlach verscheen op mijn gezicht, precies de geur die ik zo fijn vond. Ik keek even naar het kleine microfoontje dat op het dashboard zat. Ik draaide de sleutel om in het contact en de motor kwam brullend tot leven en daarmee kwam ook mijn verborgen kant tot leven. Ik drukte het gas licht in, en de motor brulde. Ik schakelde en reed de auto achteruit van zijn plaats. Daarna draaide ik aan het stuur, waardoor de auto goed kwam te staan. Ik schakelde opnieuw en gaf licht gas, waardoor de auto naar voren ging. Ik hoorde wat geruis uit de speakers komen en gaf er een tikje tegen aan, zodat die goed werkte. De garage deur ging omhoog en ik reed de auto naar buiten toe. Ik zag de groene auto al op me wachten, en zag dat Jack naar mij keek, ook al kon hij mij gelukkig niet zien door de getinte ramen heen. Ik verstevigde mijn grip wat op het stuur, dit was het moment. Rustig reed ik op hem af, en stopte naast hem. Er kwam geluid uit de speakers. “Ben je er klaar voor Rose?” Vroeg hij aan mij, ik schoot in de lach en liet de motor van de auto even brullen. Ik hoorde hem nu ook lachen. Ik reed hem voorbij, naar de hekken toe. Ik zag hoe Digo naar de auto keek waar ik in reed, en duidelijk naar mij, weer werd ik gered door de getinte ramen. Ik wist wel dat ik Jack nog steeds geen antwoord had gegeven op zijn vraag. Hij liet zijn auto naast de mijne stoppen en de hekken gingen langzaam open. Digo kwam overeind van zijn auto en liep naar de groene auto toe. Jack draaide zijn raampje iets naar beneden. Ik hoorde twee stemmen uit de speakers komen. “Dus, je durft het eindelijk aan om tegen me te strijden, en jij noemt jezelf the black rider” klonk een onbekende stem spottend. Ik irriteerde me nu al aan de stem. “Hangt ervan af” hoorde ik Jack zeggen. Ik hoorde de motor van de groene auto. “Nog wel in mijn eigen auto, je weet blijkbaar niet wat je doet” klonk die onbekende stem weer. “Het is niet meer jouw auto, maar die van mij, aangezien ik hem van je heb gewonnen” zei de stem van Jack, maar die klonk nu een stuk afstandelijker. Ik hoorde schril gelach, en zag hoe Digo wegliep bij Jack, terug naar zijn auto. Digo stapte in en liet zijn motor even brullen en draaide hem toen om. Ik kon het niet laten en liet mijn motor terug brullen, ik zag de verbazing op het gezicht van Digo toen hij draaide. Ik reed wat naar voren toe. “Ben je hier echt klaar voor Rose? Hij is geen lieverdje” klonk Jack zijn stem, hij klonk gefrustreerd maar ook een beetje bezorgd. Ik grinnikte even. “Dat komt mooi uit, want dat ben ik ook niet” zei ik als antwoord, zonder te zeggen of ik er klaar voor was. “Rose?” zijn stem klonk vragend. Ik liet mijn motor brullen. “Kom maar op”
Hoofdstuk 9, Steal on steal:
Outside New York, Jaguar, 1.15PM
Ik keek naar het meisje dat vlak voor ons stond. Ik liet even mijn motor brullen. Ik hoorde zacht gelach van Jack door de microfoon heen. We stonden met zijn vieren op een lijn. Je zou er een liniaal langs kunnen leggen, en dan zou je zien dat we echt recht stonden. Ik keek naar het parcours dat voor me lag. Jack had me op de weg hierheen verteld hoe het parcours eruit zag, er zaten een paar bochten in, hij had me verteld dat je in de laatste bocht niet kon driften, dat was iets handigs om te weten. Hij had verteld dat die bocht groot was, en het er een was van 180 graden, een leuke uitdaging. Ik wist precies hoeveel PK ik onder de motorkap had liggen, maar van de rest wist ik het niet precies. Soms waren geluidsdempers een van de meest verrotte dingen die er bestonden, want die vervormden het hele geluid van de motors, waardoor ik niet kon raden hoeveel PK de rest onder hun motorkap had liggen. “Racers klaar?” Hoorden ik het meisje schreeuwen. Ik zag Jack knikken naar het meisje, en blijkbaar deden de andere twee dat ook. Helaas, of gelukkig kon zij mij niet zien. Ik liet de motor even brullen, niet fel, om zo niet te laten merken hoeveel er onder de motorkap lag, maar blijkbaar nam het meisje er genoeg mee. Ze knikte even. De spanning begon in mij hoog op te lopen, maar hier was ik voor geboren, dit was waar ik me thuis voelde. Ik zag hoe het meisje haar armen naar beneden deed, mijn gedachten leken even stil te zijn, maar mijn lichaam nam het over en direct drukte ik het gas in, zonder te aarzelen. De motor brulde hard, en ik schoot ervandoor. “wat?!” dat ene woord kwam door het speakers, het was de stem van Jack, en hij klonk best ongelovig. In mijn zijspiegels zag ik dat de anderen een paar seconden later waren. Ik keek weer naar de weg voor mij. De weg voelde goed aan, en totaal niet glibberig. Jaguar, zo hadden ze dit stuk genoemd, en ik kon begrijpen waarom. De weg was snel, en dat maakte deze race zo gemakkelijk. Ik zag de eerste bocht aankomen en schakelde. Ik reed hard, en ik wist dat ik een voorsprong had. No way dat ik Nini in de handen van die engerd zou laten belanden, het enige wat ik moest doen, was wat ik het liefste deed, rijden met hart en ziel. Het voelde goed om weer in een monster te zitten, dat perfect deed wat ik er van vroeg. In plaats van te driften reed ik gewoon de bocht door, ik hoorde banden piepen, en wist dat de rest wel aan het driften was, maar dat maakte mij niet uit. Ik hoorde een zachte lach, maar negeerde het. Ik had de binnenbocht genomen, en daardoor lag ik nog steeds voorop. Zij dachten dat ze beter waren, omdat ze al driftend door de bocht heen waren gegaan, maar dat was zo niet waar. Als ze echt beter zouden zijn, dan zou ik al lang niet meer op kop liggen. De adrenaline schoot door mijn lichaam heen, dit gevoel had ik gemist. Het gaf me het gevoel dat ik eindelijk thuis was. Dit hoorde bij mij, het zat in mijn bloed. Even dacht ik aan de woorden van mijn vader: “Wat mensen ook tegen je zullen zeggen Rose, hoe erg ze je ook zullen minachten. Jij hoort daar thuis, achter het stuur, dat is jou wereld, zoals het ook mijn wereld en die van James is. “ ik glimlachte even, dit was mijn wereld. Mijn vader had weer gelijk gekregen, zoals altijd. “Durf je niet te driften?” De vijf woorden klonken door de speakers heen. Zijn stem klonk wat spottend en ik rolde met mijn ogen. Ik maakte een minachtend geluidje. Zijn lach bereikte mijn oren, het was een vrolijke lach, maar het had een nerveus tintje. Ik drukte het gas wat dieper in, en zag de op het schermpje mijn snelheid verder omhoog gaan, er kwam meer afstand tussen mij en de drie jongens. Ik hoorde nu gegrom, en geen gelach meer. Grom maar Meneer arrogant, je vroeg er zelf om. Waarom dachten jongens nou altijd dat vrouwen niet konden rijden? Hij was zelf ook al zo verbaasd geweest toen Nini hem had verteld dat ik haar auto had gespoten, en ik vergeet die blik op zijn gezicht van vanmorgen ook niet meer. Die blik van ongeloof toen hij de garage was binnen geslopen en mij voor de auto van de Cobra had gezien. Zoveel ongeloof dat ik, als een vrouw zulke dingen kon doen. Tja, met mijn eenentwintigjarige leeftijd, was ik er niet meer verbaasd over dat mannen me met ongeloof aankeken, als ik hun auto’s repareerde of andere klusjes opknapte die met auto’s te maken hadden. Niet mijn broer James, nee Ik. Ik keek weer naar de weg, we waren bijna aan het einde van het eerste rondje. Jack had mij verteld dat de Jaguar uit meerdere niveaus bestond. Bij elk rondje kwam je op een ander niveau terecht. Blijkbaar was het nogal ingewikkeld, maar daar ging het mij niet om. Even keek ik in mijn zijspiegels, ik zag hun koplampen een stukje achter me. Ik kon niet zien wie er voorop reed bij de drie jongens, maar ik vond het wel grappig dat ik als enige zo ver voorop reed en dat ze niet eens bij mij in de buurt kwamen. Ik draaide de weg op, waar het meisje bij stond, die de baan aangaf. Ik voelde direct verschil van ondergrond, deze ondergrond was veel ruwer, ik voelde even de achterbanden slippen, “Rose?!” Jack zijn stem klonk door de speakers heen, ik gromde wat, en trok aan mijn stuur en gaf gas, doordat mijn snelheid omhoog ging, raakten mijn achterwielen uit het slip stuk, en kwam ik weer recht op de baan terecht. Ik hoorde hem opgelucht adem halen. “Rose?” zijn stem klonk nu wat rustiger. “Ja?” antwoordde ik redelijk chagrijnig, hij haalde me uit mijn concentratie. “Hoe deed je dat?” hoorde ik hem vragen. Ik gromde iets en hoorde hem lachen, maar dat lachen verging hem snel, toen hij op het slip stuk aankwam. Ik hoorde hem iets vloeken en keek in mijn zijspiegels. Ik zag hoe de drie auto’s alle drie begonnen te slippen, alleen omdat ze allemaal groen waren, kon ik niet zien in welke Jack zat. “Gas geven” zei ik alleen maar. Ik keek weer naar de weg, ik hoorde een brul uit de speakers komen, niet van Jack, maar van zijn auto. Ik lette niet meer op de rest en reed verder. “Dat is ook een manier” hoorde ik hem toen zeggen. Ik rolde met mijn ogen, maar reageerde er niet op. Blijkbaar was hij door het slip stuk heen gekomen, maar de andere twee ook, anders had ik wel een knal gehoord. Opnieuw reed ik door de bochten heen zonder te driften, maar dit keer gaf Jack er geen commentaar op, of hij had het te moeilijk met de andere twee achter zich te laten, of hij durfde er geen commentaar meer op te geven, aangezien ik nog steeds voorop lag. Eigenlijk was het zo best saai, zonder de rest in de buurt. Ik nam wat gas terug, en mijn snelheid liep terug. Ik reed nog steeds redelijk snel, maar ik zag het drietal nu dichterbij komen. Een glimlach verscheen op mijn gezicht, nu werd het pas leuk. Ieder ander zou in mijn vorige snelheid zijn doorgereden om te winnen, terwijl ik juist gas terug nam, en er meer een wedstrijd van ging maken. Ik had de jongens al even laten zien dat ik een staaltje rijkunst bezat, nu nog wat spanning toevoegen en dan zou het helemaal perfect zijn. “Rose, wat doe je?” Jack zijn stem klonk wat bezorgd. Ik gaf geen antwoord, pas toen ze vlak achter me reden, liet ik mijn motor weer brullen, en trok ik gelijk met hun op. Ik hoefde alleen maar mijn gas dieper in te drukken, en ik zou weer wegschieten, maar dat deed ik niet. Er was maar één ander iemand die ik kon bedenken die dit ook zou doen, en dat was mijn vader. Zijn bijnaam was niks voor niks Dragon. Ze hadden hem zo genoemd omdat hij altijd met iedereen de draak stak, en daarnaast was hij een gevreesd iemand. Dragon, de persoon die je kapot kon maken in de racewereld, of er voor kon zorgen dat je het helemaal maakte. In al die tijd dat mijn vader racete, had hij maar één leerling gehad, en dat was Jack geweest. Tenminste dat is wat iedereen altijd dacht, maar ik wist wel beter. Opnieuw reed ik langs het meisje heen, maar nu met de drie jongens vlak in mijn kielzog, we hadden nog 2 rondjes te gaan, waarin in de laatste de gevaarlijke bocht zat. Maar daar ging ik nu nog even niet aan denken, dat kwam dan wel. Ik drukte het gas wat dieper in, en schoot wat vooruit toen ik de bocht aan zag komen. Want ik wist dat de drie achter mij gingen driften, en daarmee een paar secondes tijd zouden winnen, die ik zou verliezen bij het maken van een bocht. Ergens reed deze auto wel fijn, deze auto leek alleen een vonk te missen die hem dat extra monsterachtige gaf. Ik reed door de binnenbocht heen, en kwam weer vlak voor de andere drie te liggen die de bocht al driftend hadden genomen. Ik keek in mijn zijspiegels en zag de drie groene auto’s, eentje reed een klein stukje voor de anderen, ik keek beter en zag dat het Jack was, het was maar goed ook dat hij iets voor de anderen reed. Ik concentreerde me weer op de weg die voor me lang, en probeerde niet meer aan de gevolgen te denken. Het was maar goed dat James pas overmorgen weer thuis kwam. Als hij thuis was geweest, dan had ik deze kans nooit gehad, en dat zou ik zo jammer hebben gevonden. Toch had ik nog steeds last van mijn geweten, dat steeds tegen me zei dat ik een slecht mens was omdat ik tegen de wil in van James dit was gaan doen. Ik schudde me hoofd, James wou niet dat ik racete, maar mijn leven, dat was racen. En hij kon het niet langer bij me vandaan houden. Papa had tot aan zijn dood van races gehouden, en James ook. Hij kon me iets niet verbieden, waar hij zelf ook zo gek op was. Uit frustratie drukte ik het gas wat dieper in, waardoor ik weer naar voren schoot, bij de andere auto’s vandaan. Racen was een deel van mij, en daar zou James maar mee moeten leren leven, ooit zou ik hem wel vertellen wat ik had gedaan, maar voorlopig nog niet. Ik haalde diep adem. Rustig Rose, eerst deze race maar eens uitrijden sprak ik mezelf vermannend toe. Ik beet op mijn onderlip om de grijns op mijn gezicht in te houden. Eigenlijk was het helemaal niet zo grappig wat ik aan het doen was, het was levensgevaarlijk, en juist daarom hield ik er zoveel van. “Rose, opletten!” zijn stem haalde me uit mijn gedachten. Ik gromde wat toen ik de vierde en laatste ronde opreed. Waarom sprak hij tegen me, alsof hij het tegen een stout kind had. Ik haalde diep adem en wou wat terug zeggen, maar deed dat maar niet en liet de hap adem gaan. Ik drukte het gas dieper in, en stoof bij de drie groene auto’s vandaan. Ik had dit monster nog steeds niet op zijn hardst laten gaan, misschien werd het daar eens tijd voor. Ik bleef het gas ingedrukt houden, en zag hoe mijn snelheidsmeter omhoog schoot. “Rose, wat ga je doen?” hoorde ik hem vragen, maar ik gaf geen antwoord. Ik zag in de verte al de bocht liggen, perfect. Ik zorgde ervoor dat de snelheid van de auto nog verder opliep, en liet daarmee de drie jongens ver achter me. Ik had geen flauw idee wat Jack dacht dat ik ging doen, misschien snelheid opbouwen, om daarna rustig door de bocht heen te gaan? Dat was dus niet wat ik ging doen. Ik kwam met een hoge snelheid steeds dichter op de bocht. Ik hoorde gebrul van motors en zag in mijn zijspiegel hoe de drie groene auto’s de achtervolging in hadden gezet. “Rose, rem af, je gaat te snel, zo vlieg je uit de bocht!” Er klonk iets van paniek in zijn stem, paniek? Hoezo zou hij paniekerig zijn, het was mijn leven waarmee ik speelde, niet die van hem. Nouja, ik speelde ook met die van Nini, als ik van de weg zou vliegen, dan zou Jack verliezen van de twee jongens. Ik keek op mijn snelheidsmeter, ik reed nu de perfecte snelheid, ik zag in de zijspiegels dat de jongens snelheid terug namen, blijkbaar om rustiger door de bocht heen te gaan. Ik schakelde snel en drukte het derde pedaal in die in de auto zat, alleen echte raceauto’s hadden deze. Ik voelde een lichte schok door de auto heengaan, maar hield het pedaal ingedrukt. Ik voelde hoe de achterkant opzij zwiepte. Ik reed al driftend door de bocht heen, zonder van de baan te drukken, toen ik de bocht van 180 graden bijna helemaal had afgelegd liet ik het pedaal weer terug naar boven veren en drukte ik hard het gaspedaal in. De motor slaakte een harde brul en schoot naar voren toe. Ik had heel even de gezichten van Jack en de jongens gezien toen ik de bocht door ging, vol verbazing, maar vooral veel ongeloof. Ik reed langs het meisje heen. En nam gas terug. Ik schakelde en liet de auto een kwart draai maken, en stopte de auto toen. Een grijns stond op mijn gezicht, terwijl ik toekeek hoe de drie groene auto’s over de finish heen reden.
Laatst aangepast door Leonoor op za jun 29 2013, 19:59; in totaal 1 keer bewerkt
Leonoor Commandant
Aantal berichten : 812
personal info Leeftijd: 24 years I have been walking on this world Partner: You can't winn my love. My love is my freedom. Don't try to winn my love, you only get a broken heart. Sagitta, my hunterbird, she shows me to be free. Paard: Danger, like the risks we take every day. Together we will go to where the wind us lead
Onderwerp: Re: [story] The black rider. za jun 29 2013, 19:55
Hoofdstuk 10, Devils tale:
Outside New York, Jaguar, 1.30PM
Hij begreep het nog steeds niet, hoe had ze dat kunnen doen? Niemand had dat ooit voor elkaar gekregen, iedereen die het had geprobeerd was over de kop geslagen, omdat de bocht te scherp was. Hij voelde nu nog de paniek in zijn hart, toen ze er zo hard op af was gereden, hij had haar nog zo gewaarschuwd dat je die bocht niet kon driften. Elke andere bocht op het parcours kon je driften, maar die niet. Elke andere bocht had ze gewoon genomen, alsof ze het speciaal die drift voor deze bocht had bewaard. Hij schudde even zijn hoofd en drukte het gas dieper in. Hij racete over de finishlijn heen, de neus van zijn auto kwam eerder dan die van de twee jongens over de streep heen. Hij had Digo verslagen, maar ze waren alle drie verslagen door Rose. Hij keek naar de oranje zilveren auto die daar op hun stond te wachten. De motor brulde even naar hun, alsof de auto hun uitlachte. Hij kon er totaal niet tegen, hij haatte het om te verliezen. Toch was hij nieuwsgierig, wie was dit meisje echt? Die reed alsof ze de duivel zelf was en niks te vrezen had, de enige die een perfecte drift door die bocht had kunnen maken, zonder over de kop te slaan, of uit de bocht te vliegen. Hij nam gas terug en drukte daarna de rem in. De motor sloeg uit toen hij hem stil zette. Hij bleef even staren naar de auto. Hij opende zijn portier en stapte uit. Hij zag dat de twee andere groene auto’s naast hem parkeerde. Het duurde niet lang voordat Digo en zijn maat uitstapte. Hij leunde rustig tegen de motorkap van zijn groene auto aan en keek naar de twee. Hij ging recht staan toen Digo op hem afliep. “Wat is dit?!” riep Digo woedend uit. Hij zette een paar passen achteruit toen Digo tegen zijn borstkas aanduwde. “Rustig Digo. We hebben eerlijk gewonnen” zei hij tegen de jongen met het zwarte haar en de rode kuif. De ogen van Digo stonden woedend. “Niemand kan in die bocht een drift maken, Niemand!” zei Digo woedend. Hij wist even niks terug te zeggen, want zo had hij er ook overgedacht. Hij dacht nog steeds dat zijn hersenen hem voor de gek hadden gehouden en dat er nooit een drift was geweest. Maar Digo en zijn maat hadden het ook gezien, dus het was echt gebeurt. “Er is dus wel iemand die het kan” zei hij tegen Digo. Digo haalde naar hem uit, maar hij blokkeerde de hand van Digo. Digo rolde met zijn ogen naar hem. “Je hebt vals gespeeld, dat is een automaat” zei hij terwijl hij naar de oranjezilveren auto wees. Hij zuchtte even diep. De oranjezilveren auto was zeker geen robot bestuurde auto. Hij keek even naar de bestuurderskant. “Ik heb niet vals gespeeld, dat is geen automaat” zei hij. Digo keek hem aan. “Dat moet wel” zei Digo, nu iets minder verzekerd van zijn zaak. Ze keken nu met zijn drieën naar de oranjezilveren auto. Digo wou op de auto aflopen, maar zijn maat hield hem tegen. “Digo, niet doen,” zei de jongen tegen de heethoofdige Digo, die trok zich los en wou verder lopen. “Digo, we hebben gewonnen, ga weg” zei hij tegen de jongen, die zich op zijn hakken omdraaide en hem woedend aankeek. “Bewijs het dan, bewijs dat het geen automaat is.” Riep de jongen toen uit. Hij keek even onzeker naar de auto, niet wetend of Rose zichzelf wel kenbaar wou maken. “Zie je, je kunt het niet bewijzen” Digo draaide zich naar hem om met een triomfantelijke grijns. “Waar is je zusje” zei Digo tegen hem. Hij schudde zijn hoofd, hij zou Nini niet aan Digo meegeven, ze hadden gewonnen, dus Digo moest verdwijnen. Een donkere blik kwam op in de ogen van Digo. Opnieuw begon Digo met het uithalen naar hem, totdat een geluid hun onderbrak. Het portier van de oranjezilveren auto ging open. Een sneaker werd zichtbaar en een paar seconden later een tweede. Zijn hart begon in zijn keel te kloppen. Langzaam kwam het gestalte overeind. Tegelijkertijd vielen alle drie hun monden open toen het gestalte achter het portier vandaan kwam, en het portier dichtsloeg. Haar roodbruine haar hing los, een klein plukje hing voor haar ogen. Ze leek in het niks meer op de Rose waarmee hij de afgelopen weken had opgetrokken. Dit was een Rose die hij nog niet kende, maar die hem in lichterlaaie zette. Langzaam kwam ze op hun afgelopen. Haar zwarte ogen gericht op alle drie. Hij zag in zijn ooghoeken de verbazing van Digo en zijn maat. “Een vrouw?” hoorde hij Digo zacht, vol verbazing en ongeloof zeggen. Ze stopte vlak voor hun. Hij zag het zilveren kettinkje om haar nek heen hangen. Zijn ogen gleden over de rest van haar lichaam heen, ze zag er nu uit als een vrouw, niet meer als een man. Als laatste keek hij in haar zwarte ogen die lichtelijk geamuseerd stonden. Pas toen besefte hij dat hij zijn mond nog wijd open zat. Direct klapte hij zijn mond dicht. Hij was nog steeds niet in staat om ook maar één woord te zeggen. Digo had blijkbaar zijn arrogante houding terug gevonden en had ook zijn mond dichtgedaan. Digo liep naar iets naar Rose toe, die bleef rustig staan. “Wie ben jij?” vroeg Digo toen aan Rose. Digo was niet de enige die het antwoord wou weten op die vraag. Een schamper lachje rolde over haar lippen heen, en deed zijn hart opveren. “Wie geeft jou het recht om dat te vragen?” zei zij, zonder dat ze antwoord gaf op zijn vraag. Digo leek uit het veld te zijn geslagen door haar antwoord. Hij herstelde zich. “Ik ben..” ze liet hem niet eens uitspreken. “Digo, ja dat wist ik al” zei ze, er klonk iets van minachting in haar stem. “Je ego is groter dan dat je auto aankan, ik heb medelijden met je auto” zei ze daarna. Zelfs vanaf hier was te zien hoe de ogen van Digo groter werden. “Maar..” Digo probeerde zichzelf eruit te redden, maar dat lukte hem niet. Rose was duidelijk op dreef, en pakte hem hardhandig aan. “Ik snap niet hoe je het aandurft om hem überhaupt uit te dagen, of in je auto te rijden. Je auto verdiend veel beter dan jou” Hij moest even slikken, ze had er duidelijk geen moeite mee om Digo de pan in te hakken, dat zou nog wat voorspellen. “Je drift verschrikkelijk, je speelt vals, en dan durf jij jezelf een goede rijder te noemen.” Zei ze. Ze zette een stap op hem af, en hij deinsde achteruit. Het was duidelijk dat Rose hier de macht had, en niet Digo. “De volgende keer dat je het waagt om Nini voor je te winnen met een race, zal ik je persoonlijk van de weg afrijden” zei ze. Digo was te verschrikt om ook maar iets terug te zeggen tegen Rose. “Jullie hebben verloren, dus donder nu maar op” zei ze tegen hun. Digo leek te knikken nadat hij in haar zwarte ogen had gestaard. Ze liep van Digo af, recht op hem af. Hij keek haar aan, haar zwarte ogen stonden kil. Ze stopte vlak voor hem, en even gleed er een angstgolf door hem heen. “Als jij het ook nog maar één keer waagt om een race om Nini te rijden, dan zorg ik ervoor dat jou zwarte beest nooit meer de garage verlaat” zei ze tegen hem. Zijn keel was te droog om iets te zeggen, ze meende het duidelijk. “Als jij zo je races speelt, dan ben jij de naam The Black rider niet waardig” zei ze tegen hem. Hij voelde even een steek door zijn hart heen gaan toen ze dat zei. Ze kwetste hem met die woorden meer dan dat iemand de afgelopen jaren had gedaan. Maar hij had het gevoel dat zij het recht had om dat te zeggen. Hij kon er niks tegen inbrengen, ook al wou hij dat zo graag. Zijn stem weigerde dienst. Digo keek van hem naar Rose en weer terug. Blijkbaar zat de man nog met een vraag. “Wie ben jij?” hoorde hij de stem van Digo zeggen, maar de stem was niet zo zelfverzekerd als normaal. Rose stond al weer bij de oranjezilveren auto, en keek om naar het drietal toen ze de vraag hoorde. Ze leek even na te denken over de vraag van Digo. Haar stem klonk kil en afstandelijk toen de woorden uit haar mond kwamen. “Ik ben de dochter van The Dragon ” Die zeven woorden leken de drie jongens totaal om ver te slaan. Hij wist het al, maar toch, het was alsnog een schok om haar dat zelf te horen zeggen. Hij zag hoe Rose in de auto stapte en de motor startte. Hij zag de rook die uit de uitlaat kwam en hoorde de motor brullen. Hij keek de oranjezilveren auto na, hij was nog niet in staat om zich te bewegen, de andere twee jongens leken zich ook niet te kunnen bewegen. “Wat een prachtig monster” Zei de maat van Digo. Digo staarde naar de plek waar de oranjezilveren auto eerst had gestaan. “Devil” zei Digo zacht. Ergens vond hij het wel toepasselijk. Rose reed als de duivel. “Devils tale” zei Digo zachtjes. Hij wou bijna knikken, totdat hij zich bedacht dat hij achter Rose aan moest en dat hij moest maken dat hij wegkwam, als hij niet opgepakt wou worden. Hij had immers de organisatie gebeld die hij had ontmoet in het vliegtuig. Hij opende het portier en stapte in. Hij draaide de sleutel om in het contact, en liet de motor brullen. Hij draaide de auto weg van zijn plek en gaf toen hard gas. Het zou een kwestie van minuten zijn, voordat de politie hier was om Digo en zijn maat op te pakken, en dan wou hij niet hier zijn. Hij schoot weg bij Jaguar, en kwam vlak daarna de politie tegen, maar ze lieten hem er rustig doorgaan, omdat hij niet hun aandacht trok. Hij was blij dat hij op normale snelheid reed. Toen hij buiten het zicht van de politie was, drukte hij het gas weer in. Hij hoopte dat Rose terug was gereden naar het Master house.
New York, Master house, 2.30PM
De garage deur ging omhoog en hij reed de groene auto naar binnen toe. Zijn hart klopte nog steeds in zijn keel, maar ook om een andere reden. De garage deur ging achter hem weer naar beneden. Hij reed de groene auto terug naar zijn plek en parkeerde die in het vak. Hij stapte uit en sloot de deur. Hij keek om zich heen, maar zag geen Rose. Hij vloekte even zachtjes en liep verder door de garage heen. Hij zag de oranjezilveren auto staan, tenminste hij zag de achterkant van de auto. Hij liep er naar toe. De auto stond perfect geparkeerd in het vak, en toen zag hij haar. Rose zat tegen de auto aan, en had haar ogen gesloten. Hij bleef even stil staan en keek naar haar. Zag hij daar nou een traan in haar ooghoek? Hij liep naar haar toe en stopte vlak voor haar. Blijkbaar hoorde ze hem nu pas, want met een ruk opende ze haar ogen en kwam ze overeind. Ze leek niet helemaal op haar gemak, dit was niet de Rose die hij net had gezien op Jaguar. Hij zag de traan nu duidelijk. Voorzichtig stak hij zijn hand naar haar uit en veegde de traan weg. Haar ogen werden groter van verbazing. Pas nu drong het tot hem door dat hij haar in een lastige situatie had gebracht. Hij wist dat ze een rustig leven leidde, ver van de racewereld vandaan, en nu had hij er bij de eerste en beste situatie die zich voordeed terug de racewereld ingesleurd. Ze keek hem aan, nu was zij degene die duidelijk niet wist wat ze moest zeggen. “Dankjewel” zei hij tegen haar. Hij was zelf een beetje verbaasd dat hij dat zei. Hij zei nooit dankjewel tegen iemand. Ze knikte even. Ze liep langs hem heen, het huis in, blijkbaar om andere kleding aan te trekken. “Als je klaar bent, zeg maar, dan breng ik je terug” Riep hij haar nog achterna, maar er kwam geen antwoord terug. Hij leunde even tegen de oranjezilveren auto aan en haalde adem. Waarom sloeg zijn hart zo snel? Waarom had hij haar aangeraakt? Hij wist het niet, en zijn hart was duidelijk op hol geslagen en in de war. Waar ging dit naar toe? Ze had net zonder te aarzelen zich aangeboden als tweede rijder, en hun met gemak verslagen. Wie was ze echt?
Hoofdstuk 11, Painted red:
New York, Dragons garage, 11PM
Ik liet me tegen de muur aanzakken, omlaag naar de grond toe. Tranen liepen over mijn gezicht heen terwijl ik mijn ogen sloot. Van binnen voelde ik me verscheurd, waarom overkwamen deze dingen altijd mij? Het was niet eerlijk. Met iedereen ging het goed, met James ging het uitzonderlijk goed. Vrienden van vroeger had ik niet meer. James had me verboden om ze nog te zien, en hoe langer de tijd voorbij ging, hoe minder vaak ze nog langskwamen, aan James vragend of ze mij mochten zien, totdat het op een moment gewoon gestopt was. Eerst had ik het altijd prima gevonden dat James besloot wat het beste was voor ons, ik had me er bij neer gelegd. Maar toen hij de race auto’s ging verkopen, toen kon ik er niet meer tegen. Ik stortte in, het was toen pas tot me doorgedrongen dat papa er echt niet meer was. Voor anderen was hij Dragon, maar voor ons was hij papa. Hij beschermde ons, feller dan wat dan ook. Een herinnering die ik al die tijd had verdrongen kwam opeens boven. “Rose, kom eens hier” een vrolijke stem galmde door de gangen heen. Een klein meisje met twee vlechtjes in rende door de gangen heen, en sleepte een auto aan een touw achter zich aan. “Mama,” riep het meisje vrolijk toen ze naar de vrouw in de deuropening keek. Een schot klonk en het meisje bleef stil staan. “Mama!” De kreet was wanhoping. De vrouw in de deuropening zakte ineen, en bloed kwam op het meisje af. Renende voetstappen klonken en ik keek naar de man die in de deuropening stond. De man draaide zich om en liep weg. “Isabella!” De stem klonk laag en het meisje keek achterom. Een lange man met warrig roodkleurig haar kwam aanrennen. “Papa” riep het meisje uit. Het meisje werd in de armen gesloten van de lange man. “Rustig maar Rose” zei de stem zachtjes terwijl het meisje op werd getild en mee werd genomen door de lange man. Het meisje keek niet meer naar het rode bloed en verborg haar gezicht in het overhemd van haar vader. Ze keek pas weer op toen ze in een auto neer werd gezegd. Het meisje keek de man huilend aan. De man streelde zachtjes haar wang. “Ik ben zo terug” zei hij tegen haar. Het meisje keek naar de weg en wachtte af. Het waren akelige minuten, en toen was haar vader er weer. Hij droeg een jongetje. Hij zette het jongetje neer. “James” zei het meisje zielig. Het jongetje sloeg zijn armen om haar heen en het meisje ging op zijn schoot zitten. De lange man ging ook zitten en sloot het portier. Een brullend geluid omhulde hun, en leken de tranen van het meisje te stoppen. “Later als je groot ben Rose, koop ik voor jou ook zo’n auto” zei de man tegen haar, en deed daarmee een belofte die haar leven zou veranderen. De tranen liepen weer over mijn wangen heen, ik hield mijn ogen gesloten. Een groot gevoel van angst omsloeg mijn hart. Ik had mezelf altijd voor de gek gehouden door te denken dat mama gewoon was overleden, maar nu werd ik weer geforceerd met de waarheid. Mijn moeder, mijn luipaard, was vermoord. Ze noemden mijn moeder altijd luipaard. Het luipaard en de Draak, met hun had ik de eerste paar jaar doorgebracht. Daarna was ze weg. En vanaf dat moment was papa, James en ik. En toen papa omkwam bij de race, toen was het nog James en ik. Maar ik was ouder geworden, ik was opgegroeid, en kon er niet meer tegen dat James me rond commandeerde alsof ik nog zestien was. Ik was bijna tweeëntwintig, en langzaam maar zeker maakte ik me meer los van James, ik gehoorzaamde niet meer zijn bevelen en deed mijn eigen zin. Ik gedroeg me meer als een puber, maar ik had in één klap volwassen moeten worden toen mijn vader overleed en onze familie ons niet op wou nemen, omdat ze volgens hun bastaardbloed bezaten. Ik heb nooit echt begrepen waar ze het over hadden, totdat dat ene moment. Voorzichtig liep het kleine meisje op het gebouw af, nouja, zo heel klein was ze niet meer. James stond naast haar en keek haar aan. “Weet je zeker dat je dit wilt doen?” Vroeg hi j aan haar. Het meisje knikte. Samen stopte ze voor de grote deuren en keken ze naar het slot dat aan de deuren hing. De jongen stak zijn hand in zijn zak en haalde er een verroeste sleutel uit. Hij gaf die aan het meisje. Die de sleutel in het slot stak. Met een zachte klik sprong het slot open. Samen haalden ze de ketting tussen de handsvaten uit. Beiden pakten ze een deur vast en duwde die opzij. Het geluid van de opengaande deuren klonk ratelend en zwaar. Het meisje liep als eerste naar binnen toe, de geuren van motorolie en benzine kwamen hun tegemoet. Zowel de jongen als het meisje stonden stil en keken naar de lampen die aansprongen en langzaam de auto’s in het licht zette. Raceauto’s stonden aan beiden kanten van de garage opgesteld, alle motorkappen waren dicht, terwijl er normaal een paar open stonden, maar nu niet. Er stonden geen motors op de tafels waaraan werd gesleuteld, maar dat leek de kinderen niks uit te maken. “Thuis” zeiden ze tegelijkertijd. Toen had ik het begrepen, wij hadden bastaardbloed, omdat racen in ons bloed zat. Mijn moeder was geen racer geweest, maar wel iemand die veel wist over parcours. Mijn vader, dat was de echte racer van ons gezin geweest. James en ik, wij waren opgegroeid tussen de auto’s, voor ons was het thuis. Voor mij was het thuis omdat het me aan papa deed denken. Na al die jaren was het vermoeiend geworden om elke keer als iemand vroeg hoe het met me ging te glimlachen en te zeggen dat het goed ging. Als iemand zei dat ik zo veel op mijn vader leek, dan was het net of ze mijn hart een stoot gaven. Ik zag James soms wel naar me kijken, met ogen vol verdriet, alsof hij me ergens voor wou beschermen, maar waar tegen? Ik begreep het niet. Het ene moment had ik het gevoel dat ik de hele wereld aankon, maar het volgende moment stond ik op instorten. Ik had al zo lang mijn emoties opgepropt, en vandaag? Vandaag had de dam doorgebroken. Ik had de zeven woorden uitgesproken waarvan ik dacht dat ik ze nooit meer zou zeggen. Maar ik had ze gezegd, terwijl mijn gezicht een masker was geworden. Het was altijd zo makkelijk om een masker op te zetten en iedereen de persoon te laten zien die zij wouden zien. Niemand was geïnteresseerd in de gebroken ik die achter het masker schuilging, nee dat maakte ze helemaal niks uit. Het ging iedereen om de buitenkant. Mijn ogen waren nog steeds gesloten. De muziek speelde zacht op de achtergrond een liedje, maar het maakte mij niks meer uit. Het liefste zou ik nu haar uit haar ‘gevangenis’ halen en de weg op stuiven. Maar ik wist dat ik dat niet kon doen. Het zou te veel aandacht trekken, en daarnaast vertrouwde ik mezelf op dit moment niet goed genoeg. Ik had geen flauw idee of ik de auto wel onder controle zou kunnen houden. Laat staan wat ik moest doen als er iemand kwam om me uit te dagen. Nee, dat was geen optie. De pick-up van James? Ook dit voorstel propte ik maar terug in de lades van mijn hoofd. Als ik daarmee zou gaan rijden, en ik zou een ongeluk krijgen, dan zou ik er grote problemen mee krijgen. Eigenlijk kon ik dus geen kant op, terwijl ik gevangen zat en i hier weg wou. Het water stond me aan de lippen, en een mogelijkheid om te ontsnappen was er gewoon niet. De enige manier om dit te doorstaan, was om te doen wat ik normaal deed. Mezelf vanbuiten bij elkaar rapen. Tegen iedereen zeggen dat het goed gaat en lief naar ze glimlachen, terwijl ik vanbinnen aan diggelen lig, en geen flauw idee heb hoe ik mezelf weer bij elkaar krijg. Op dit moment wou ik niks liever dan dat papa hier was, en me in zijn armen zou nemen, me zou troosten en zou zeggen dat alles goed zou komen, dat ik niet zo aan mezelf moest twijfelen, dat ik thuis hoorde op de baan. Maar dat gebeurde niet. Er was geen James bij wie ik op schoot kon klimmen en mijn gezicht in zijn overhemd kon verbergen. Ik had niemand. Het enige wat ik terug kreeg was een echo, een echo van mijn eigen gesnik, het enige wat er was om me gezelschap te houden was mijn eigen schaduw. De tranen liepen nog steeds over mijn gezicht heen, de dam was gebroken en er was geen houden meer aan. Ik miste de geluiden van brullende motors, ik miste de geur van leer en het gevoel van adrenaline wanneer ik de baan op reed, om de uitdaging af te handelen. James had me zo lang weggehouden van die wereld, dat ik was vergeten hoe thuis ik me daar voelde. Deze middag had mijn leven ondersteboven gezet. De race had me laten inzien wie ik was, en waar mijn wortelen lagen. Hoe moest ik dit ooit aan James vertellen? Ik wist nu al dat hij me een ongelofelijke uitbrander zou geven en me opnieuw zou gaan verbieden te gaan racen. Ik wist dat hij zelf ook niet meer racete, en toch. Hij had zijn race auto wel gehouden. Ik zag hem er wel vol liefde naar staren als ik bezig was met het onderhoudt, maar nooit, echt nooit kwam hij me helpen. Dat was de enige auto waarin hij me liet rijden om hem weg te zetten, meer omdat hij het zelf niet meer durfde. Dat waren de kleine momentjes dat ik even terug kon naar die wereld, maar alleen omdat James het zelf niet durfde. Daarom sleutelde ik het liefst aan zijn auto, om daarmee een beetje dichter bij papa te zijn, en ook om even de wereld vol gruwelen te vergeten, om de onzekerheid die ik elke dag voelde te vergeten. Die zeldzame momenten, waren de momenten waarop ik dacht dat alles weer goed was, dat papa in zijn kantoor zat te werken, en dat James bezig was met een van de raceauto’s van papa. Maar die wereld was er niet meer. Er liepen nog steeds tranen over mijn gezicht heen, ik kon ze niet tegenhouden, en eigenlijk wou ik ze ook niet meer tegenhouden. Het deed pijn, maar aan de andere kant luchtte het ook op. Ik was niet zo harteloos geworden als dat ik soms dacht. Ik voelde dingen, en had ook emoties. Ik hoorde de voetstappen wel, maar ik dacht dat ik ze hallucineerde, dat ze weer een verbeelding van mijn eigen hersenen waren. Misschien hoorde ik wel de voetstappen omdat ik ze zo graag wou horen. Ik hield mijn ogen gesloten. Ik wou niet dat als ik mijn ogen opende, dat er niemand was, en dat ik weer alleen zou zijn. De auto’s boden me nu geen troost. Ze maakte geen geluid en zwegen. Alleen het geluid van brullende motors zou me misschien kunnen helpen. Opeens voelde ik een warm paar armen om me heen, en voordat ik het wist zat ik bij iemand op schoot. Ik was bijna bang om mijn ogen open te doen, bang dat als ik mijn ogen open zou doen, dat die warmte zou verdwijnen, dat er niemand zou zijn. Een warme hand wreef geruststellend over mijn rug heen, zoals papa vroeger altijd had gedaan, de persoon die mij vasthield zei niks, maar dat maakte niet uit. Nog steeds hield ik mijn ogen gesloten. Om te proberen zo lang mogelijk vast te houden aan deze warmte. Iets in mij zei dat ik mijn ogen open moest doen, en de realiteit het hoofd moest bieden. Ik opende mijn ogen, even kon ik niks zien door het licht in de garage, maar zag ik contouren van de persoon die me vasthield. Eerst dacht ik even dat het James was, maar dat kon niet. James zat nog in LA. En zou pas morgen weer thuis komen. Dit was de langste periode dat hij me ooit alleen had gelaten sinds papa er niet meer was, en ergens maakte dat me bang. Wou James van me af? Maar veel tijd om er over na te denken, want een paar groene ogen keek me bezorgd aan. Groen. Het leek net of mijn hersenen even stil vielen. Groen. Jack. Wat deed hij hier? Mijn tranen waren stil gevallen. Hij glimlachte even naar mij, ik voelde een zachte vinger die de tranen van mijn wangen afveegde. Waarom was hij hier? Die vraag leek mijn gedachten te beheersen. Hij bleef geruststellend over mijn rug heen strelen, en weer deed dat me aan papa denken, de tranen liepen weer over mijn wangen heen zonder dat ik ze tegen kon houden. Ik had niet meer de energie om er tegen te vechten. Ik voelde zijn greep om mij heen verstevigen en werd zacht tegen zijn borstkas aangedrukt. Ik verborg mijn gezicht tegen zijn shirt aan, en bleef zacht huilen. Waarom ik huilde wist ik al lang niet meer, wat ik wel wist, was dat van alle personen op de wereld uitgerekend hij hier was en me troostte. Hij zei niks, maar het was voor mij meer dan genoeg dat hij er was, woorden zouden alles kunnen verstoren en juist erger maken. Ik sloot mijn ogen weer. Ik had de energie niet meer om er tegen te vechten, ik gaf op.
Hoofdstuk 12, When morning comes:
New York, Dragons garage, 7PM
Een beweging maakte hem wakker. Slaperig keek hij om zich heen, maar hij besefte niet direct waar hij was, of waarom hij tegen een muur aan zat, nog beter, waarom zat hij op de grond? Vragen, maar de antwoorden leken nog zo onduidelijk. Opnieuw bewoog er iets, hij keek naar beneden en zijn ogen werden iets groter. Hij keek naar het slapende gezicht van Rose. Toen pas besefte hij dat zij de reden was dat hij wakker was geworden. Hij fronste even zijn wenkbrauwen, waarom lag zij tegen hem aan? Toen pas merkte hij dat zijn armen om haar heen lagen en haar tegen hem aangedrukt hielden. Hij had haar blijkbaar niet veel keus gegeven. Hij bleef naar haar gezicht kijken en langzaam begon het tot hem door te dringen waar hij was. Hij was in Dragons garage. Hij keek naar de auto’s die hem aanstaarden, maar het gaf hem welkom gevoel, dit was haar wereld. Hij keek weer naar haar en hield zijn armen om haar heen, zelfs nu hij wakker was, had hij niet de neiging om haar los te laten. Hij voelde haar koudere lichaam tegen de zijne aan. En juist omdat ze zo koud aanvoelde wou hij haar eigenlijk nog dichter tegen zich aantrekken, om haar weer op te warmen. Zijn hersenen leken nog steeds een stap over te slaan. Hij wist waar hij was, en hij wist dat hij Rose niet los wou laten, maar hij wist niet meer waarom hij hier was. Herinneringen van gisteren en gedachten slopen zijn hoofd weer binnen. Hij sloot zijn ogen weer en bleef rustig zitten met haar in zijn armen. De betonnen muur voelde best koud aan, maar hij wou haar niet wakker maken door zich te verplaatsen, dus bleef hij gewoon zo zitten. De herinnering van gisteravond sloop zijn hoofd binnen. Rose was al lang thuis. Hij leunde tegen de houten balustrade van het terras aan, het was niet zo heel lang geleden dat Rose hier had gestaan en had gevraagd waar de sleutels waren, dat zij wel wou gaan rijden. Met die woorden had ze opnieuw hem in de war gemaakt. Kon ze dan rijden? Hij wist wel dat ze de dochter van Dragon was, dus ze zou wel wat kunnen. Maar hij had nooit iets van haar gehoord op de baan, of op de straten, alsof ze voor de racewereld niet bestond. Toch had hij haar de sleutels gegeven. En rijden kon ze, als een duivel. Hij had haar die duivelsbocht zien nemen als driftend, terwijl niemand dat daarvoor had gedaan, of was gelukt. Toen hij de garage in was gereden en haar op had gezocht, had ze daar gezeten tegen de auto aan, hij had de traan gezien, en geweten dat er iets goed mis was geweest. Toch had hij haar terug naar huis gebracht, ze was uitgestapt zonder iets te zeggen. En nu hij hier stond, viel hem opnieuw binnen dat ze had gehuild, het knaagde aan hem, hij had niet gevraagd hoe het met haar ging, of waarom ze had gehuild. Voor het eerst in zijn leven voelde hij zich een slecht mens. Dit gevoel kende hij niet, maar hij besloot dat hij er wat aan ging doen. Hij was naar beneden gelopen, was in een van de auto’s gestapt, en was ervandoor gereden, zonder iets te zeggen tegen Nini. Maar zoals altijd vertrouwde hij erop dat Nini zich geen zorgen zou maken, hij kwam altijd terug. Nini leek altijd te weten wat hij deed, of wat hij ging doen. Hij was het erf op gereden, en had de auto uitgezet. De grote deuren hadden al op slot gezeten, maar die zijdeur zat net zoals de vorige keer niet op slot. Hij was naar binnen toe gelopen en had zachte muziek gehoord. Het duurde niet lang voordat hij iets anders hoorde, het leek gesnik. Toen had hij haar gezien, ze had tegen de muur aangezeten, en had gehuild. Iets in hem was gebroken, hij kreeg een groot schuldgevoel en was op haar afgelopen. Het enige wat hem op dat moment een goed idee leek, was om haar te troosten. Hij was naast haar gaan zitten en had haar in zijn armen genomen en op zijn schoot gezet. Het duurde niet lang voordat Rose haar ogen had geopend, en hij was getroffen door de blik van pijn die in haar zwarte ogen stond. Er was ook iets van ongeloof gezien geweest in haar ogen, ongeloof dat hij er was. Bij hem zelf was het ook nog niet helemaal doorgedrongen dat hij hier was. Hij had gehoord hoe ze langzaam in was opgehouden met snikken, en hoe het licht leek te doven. Nu begreep hij weer waarom hij hier was, en wat Rose op zijn schoot deed. Hij keek weer naar haar gezicht, en zag nu een traan in haar ooghoek. Voorzichtig veegde hij de traan weg, in de hoop haar niet wakker te maken. Ze zag er best lief uit als ze sliep, het was alleen zo jammer dat ze duidelijk niet ontspannen was. Iets leek haar dwars te zitten, zelfs in haar slaap. Hij keek naar de auto’s om zich heen, en bestudeerde hun. Hij keek naar normale auto’s, maar zijn aandacht werd meer getrokken naar de raceauto’s die hier stonden. Het waren er een stuk of vier. Dit waren geen raceauto’s die hij kende, besefte hij nu pas. Ze droegen allemaal hetzelfde merk, een draak op het rooster, maar hadden allemaal een andere opdruk. Van vlammen tot totale figuren erop. Hij onderdrukte de neiging om Rose van zijn schoot af te zetten en te gaan kijken. Eén van de auto’s die er stond, die kende hij wel. Het was een witte raceauto met een grote zwarte draak erop, de draak kronkelde op de motorkap, en de koplampen waren de rode ogen van de draak. Toen hij beter keek, zag hij op de kop van de draak een roosje zitten, met vlak daaronder een bliksemschicht. Het waren de raceauto’s van Dragon. Opnieuw keek hij naar Rose, waarom hadden ze de raceauto’s van hun vader gehouden? Dat was iets wat hij niet begreep, maar toen weer wel. Het was waarschijnlijk het enige dat hun deed denken aan hun vader. Hij keek opnieuw naar de witte raceauto met de draak, hij wist niet waarom, maar het deed hem denken aan de Cobra, aan de manier waarop de draak op de auto zat, met de koplampen als ogen. Een duister idee kwam bij hem op. Wat als de Cobra de leerling was geweest van Dragon? Dat zou verklaren waarom hun dieren op dezelfde manier op de motorkap zat. Maar dat kon toch niet? Voor zo ver hij wist, was hij de enige geweest die les had gekregen van Dragon en hij was vereerd geweest. Hij zuchtte even. Misschien was Rose wel de enige die antwoord zou kunnen geven op die vraag.
New York, Dragons garage, 8AM
Een beweging op zijn schoot deed hem weer naar Rose kijken. Hij voelde haar spieren licht bewegen tegen zijn armen aan. Het leek erop dat ze wakker zou worden. Eigenlijk vond hij dat best jammer, ze lag er zo lief, en hij wou haar niet los laten, nu niet in elk geval. Maar ze zou hem nu wel antwoord kunnen geven op de vraag die hem het afgelopen uur had dwarsgezeten. Hij keek naar haar ogen die langzaam open gingen. Twee zwarte ogen keken hem slaperig aan, hij zag er iets van verbazing in, hij liet haar iets losser, zodat ze zich kon bewegen. Ergens verwachtte hij, dat ze zich direct los zou maken uit zijn omarming en overeind zou komen, maar duidelijk snapte Rose nog niet echt wat er was gebeurt, of waarom hij hier was. “Wat doe je hier?” De vraag kwam niet echt onverwachts, en toch, hij doorbrak de vredige stilte die hier hing. Hij wou wat zeggen, maar kon het niet. Hij wist het antwoord op de vraag niet, dus haalde hij zijn schouders maar op. Hij liet haar los, en Rose kwam langzaam overeind. Toen ze van zijn schoot afwas, kwam hij ook overeind en rekte zich even uit. Het was niet heel comfortabel op de grond zitten, maar het feit dat zij er was geweest, dat had een heleboel goed gemaakt. Als hij de kans zou krijgen, zou hij het zo weer doen, dat wist hij zeker. Zijn blik gleed weer naar de witte raceauto met de draak erop, nu Rose niet meer op zijn schoot zat, kon hij ernaar toe, en dat was ook wat hij deed. Hij stopte vlak voor de witte raceauto. Even voelde hij de ogen van Rose in zijn rug prikken, maar toen hij opzij keek, zag hij dat ze naast hem stond. Dit was het moment om de vraag te stellen waar hij zo graag antwoord op wou, maar naar wat er gisteren was gebeurt, had hij geen flauw idee of hij eigenlijk wel het recht had om zulke dingen aan haar te vragen. Toch besloot hij de stoute schoenen aan te trekken. “Jou vader, had hij naast mij nog een leerling?” Vroeg hij toen zachtjes aan Rose. Hij zag hoe het paar zwarte ogen hem aankeken, er was niks meer te zien van de emoties die hij gisteren in haar ogen had gezien. Het leek alsof er een masker voor haar gezicht was geschoven dat niks doorliet en iedereen afstootte. “Nee” zei ze. Daarna keek ze van hem weg. Alsof ze iets verzweeg. “Rose?” vroeg hij, hij wou het weten. Hij bleef naar haar kijken. “Voor de racewereld was jij zijn leerling, maar je bent nooit echt zijn leerling geweest, anders had je geweten dat dit bestond” zei ze. Ze gebaarde naar de garage. Toen ze het zei, wist hij direct dat ze gelijk had. Hij had niet geweten dat deze garage had bestaan, laat staan dat Dragon een garage had gehad. “Wie was zijn echte leerling?” Vroeg hij toen, hij moest het weten. Ze had tot nu toe alleen maar bevestigd wat hij de afgelopen paar jaren had gedacht. Blijkbaar had ze moeite om de volgende woorden uit te spreken. “Hij had er drie” zei ze toen zachtjes. Zijn ogen werden groter. “Wie?” zijn stem was niet meer dan een fluistering geweest. “James, ik, Cobra” zei ze toen zachtjes. Hij kon niks meer zeggen en staarde naar haar. Nu begreep hij waarom Dragon een cobra had gedragen, en waarom Rose een cobra droeg. Dragon had Cobra opgeleid, en Rose, Rose was opgegroeid met Cobra. Toch kwam het als een klap in zijn gezicht om het zo te horen. Hij staarde weer naar de zwarte draak op de witte motorkap. Dragon had heel de racewereld voorgelogen, en was er nog mee weggekomen ook. Dragon had de meest gevaarlijkste en succesvolle racer opgeleid, en al die tijd, had hij van niks geweten. Tot zijn verbazing voelde hij zich niet bedrogen, nee hij had er eerder vrede mee dat het was gebeurt. Zonder Dragon en Cobra was de racewereld heel anders geweest, en hij wist niet of hij die racewereld wel mee wou maken. “Je kunt beter gaan” de woorden trokken hem uit de sleur van gedachten. Verbaasd keek hij naar Rose. Hoe kon ze toch met zo weinig woorden zijn hart op hol doen slaan? En hem in de war brengen? Hij wist het niet. “Hoezo?” vroeg hij. Hij wou eigenlijk niet weggaan. Rose wierp even een blik op de klok. “James komt zo thuis” zei ze toen zacht, er klonk iets van lichte paniek doorheen. “Ben je bang voor je broer?” De woorden kwamen uit zijn mond voordat hij ze tegen kon houden. Hij zag een blik van verontwaardiging over haar gezicht heen gaan. “Nee, maar als hij er achter komt dat jij hier bent geweest en wat ik uit heb gespookt, dan doet hij hun weg.” Zei ze zacht. Ze keek met een blik vol liefde naar de witte raceauto met de zwarte draak voor zich en liet haar vingers zacht over de motorkap heen glijden. James zou dus de auto’s weg doen als zij weer in contact kwam met de racewereld, dat was best hard. “Waarom?” vroeg hij toen, hij moest het weten. Hij wou haar begrijpen. “Sinds mijn vader dood ging op de baan, heeft hij mij verboden ooit nog te rijden, hij wil mij niet ook verliezen aan races” zei ze zachtjes. Hij knikte even, dat kon hij begrijpen. Hij zou als het om Nini ging hetzelfde gedaan hebben als James had gedaan, maar toch. Hij zag hoe kapot Rose er aan ging dat ze niet mocht racen. Rose keek hem weer aan. “Alsjeblieft Jack, ga nu, voordat hij komt” Hij knikte even en liep naar de deur toe. Hij ging erdoor heen en sloot de deur achter zich. Wat hij had ontdekt had hem geschokt en verbaasd. Hij startte de motor en reed weg, terwijl hij Rose daar achterliet, en iets in hem leek te breken.
Hoofdstuk 13, When earth turns:
New York, Dragons garage, 6PM
“Rose?” ik hoorde de stem van James en een glimlach verscheen op mijn gezicht. Ik was alle ellende van gisteren vergeten, nouja ik probeerde het te vergeten. Als ik het niet zou vergeten, dan zou het aan mij blijven knagen en me vanbinnen opeten. En daar kon ik niet meer tegen. Ik zou er alles voor doen om mijn masker intact te houden, zelfs als dat betekende dat ik mijn hart weer dicht moest slaan, en alles op moest sluiten in mezelf, zoals ik de laatste tijd wel vaker deed om er voor te zorgen dat ik niet uitviel tegen iemand of mensen aan het huilen maakte. Ik had een rare aanleg voor mensen aan het huilen maken. Ik probeerde het weer uit mijn hoofd te zetten. “Achter James” riep ik vanonder de motorkap vandaan. Ik draaide de laatste slang weer wat aan en was klaar met de motor van de auto. Nu maar hopen dat hij het ook echt deed, anders had ik nog steeds een probleem. Gelukkig was het geen auto die met spoed gemaakt moest worden, maar toch. Ik kon er niet tegen als dingen niet werkten nadat ik eraan had gesleuteld. Het gaf me zo’n gevoel van onmacht, en het gevoel dat ik alsnog niks goed kon doen. Ik hoorde voetstappen, maar lette er niet echt op, ik was druk bezig met het nalopen van de slangen die ik had aangesloten, of ik zeker weten alles goed had aangesloten. Want ik had vandaag geen zin in een ontploffende auto, en nog meer spanning. Gisteren was meer dan genoeg spanning voor de komende weken. Ik voelde twee warmen armen om mijn middel heen, en gil kwam uit mijn mond toen hij me naar achteren toe trok. Ik zag hem gespeeld afkeurend naar mij kijken. “Miss Rose, heeft niemand u ooit geleerd dat je mensen fatsoenlijk gedag moet zeggen?” zei hij tegen mij. Ik schoot in de lach en omhelsde mijn broer. “Ook fijn dat jij weer thuis bent broer.” Zei ik tegen hem, en ik meende het. Ik liet hem los en bekeek hem. “zozo, meneer is bruin geworden zeg” zei ik terwijl ik naar zijn huidkleur keek, LA had hem zeker veel goed gedaan. “Ja, dat klopt miss, dagen in de zon liggen en ijsjes eten” zei hij plagend tegen mij. Elk ander zou nu jaloers zijn, maar eigenlijk was ik dat niet. Ik gunde hem dat. Ik trok een pruillipje en zei met een zielige ondertoon: “Ik me uit de naad werken om de kost te verdienen en jij geeft het leuk uit” Ik meende niet wat ik zei, en dat wist James heel goed. Hij stak zijn handen in de lucht om zich over te geven. “Genade miss Rose” bracht hij al lachend uit wat een grijns op mijn gezicht toverde. Dit gaf me een unieke kans om hem eens terug te pakken. Ik deed snel een stap naar voren en begon hem te kietelen. Ik zag hoe zijn ogen groot werden van verbazing voordat hij hard begon te lachen. “Genade” riep James steeds opnieuw, maar ik hield niet op met kietelen. Ik dreef hem achteruit tegen de muur aan, toen pas hield ik op met mijn broer te kietelen en keek hem lachend aan. Het leven leek op dit moment zo normaal te zijn. “Rose, waar ligt de schuurmachine?” de stem van James brak door de muziek heen. “Bij de spuitplaat” riep ik terug naar hem. Tenminste ik dacht dat ik hem daar had gelaten, maar zeker weten deed ik niet. Ik had de schuurmachine gebruikt bij een van de raceauto’s, en toen neer gezet naast de plaat die we gebruikten om kleurvoorbeelden op te zetten. “Gevonden Rose” riep me broer naar me toe. Ik glimlachte even. Mijn voeten lagen lui op het bureau en ik zat op de grote bureau stoel, half verzonken in mijn boek. Een boek over een fantasie wereld. Ook al deed ik jongens werk en hield ik van auto’s, ik was zeker weten een meisje, een jongen zou zich nooit zo kunnen verliezen in een boek. Dat dacht ik tenminste. James hield niet van boeken, tijdverspilling, zei hij dan altijd. Maar zo dacht ik er niet over. Het was zo heerlijk onrealistisch dat het je kon fascineren, je eigen beeld ervan kon maken, en niemand kon zeggen dat het fout was, omdat er geen details waren. Voor een moment sloot ik mijn ogen, en droomde ik weg in de wereld waarvan ik wou dat hij bestond. Waar ik gewoon kon racen, en mijn broer achter mij stond en me er mee hielp. Het leek zo echt. Ik kon zelfs de motors van de auto’s horen brullen. Ik vergat de wereld waar ik nu inleefde en droomde heerlijk weg met raceauto’s in mijn droom die rond croste. “Heerlijk aan het dromen?” de woorden vlak bij me oor trokken me acuut uit mijn droom, ik schrok van de stem en viel van de stoel af. Ik kwam redelijk hard op de grond neer. Mijn voeten gleden van het bureau af. Ik kende die stem, maar ik had toch gezegd dat hij weg moest gaan? Ik keek over me schouder en zag een stel benen achter me staan. Ik keek verder omhoog en zag twee groene ogen die me lachend aankeken. Ik gromde iets en kwam snel overeind. De vloer zat namelijk niet zo comfortabel. Toen ik weer overeind stond klopte ik mijn kleding af. “Ja, totdat jij kwam.” gromde ik boos naar hem. Ik was niet alleen geïrriteerd door het feit dat hij me uit mijn droom had getrokken, maar boos omdat hij terug was gekomen, en dat terwijl James er was. “Ben je gek geworden ofzo!” siste ik tussen mijn tanden door, zodat James het niet kon horen. Jack haalde zijn schouders op. Hij pakte mijn hand vast. Wat! Ik probeerde me los te trekken, maar dat hielp niet. Meneer arrogant was weer eens terug in de startblokken. Hij trok me mee de garage in. En toen stond ze daar opeens, zijn zwarte beest. Alleen was de lak beschadigt. Ik fronste even mijn wenkbrauwen en liep er naar toe. Jack liet mijn hand los, zodat ik naar haar kon kijken. Ik liet mijn vingers voorzichtig langs de schaafplekken heen glijden. “Wat heb je gedaan?” vroeg ik aan hem. Ik was verbaasd dat hij zo onvoorzichtig om was gegaan met zijn zwarte beest. Voordat Jack kon antwoorden doorbrak de stem van James ons. “Rose, wie is daar?” Ik slikte even en riep terug: “Een klant” Op dit moment zou ik Jack wel wat aan willen doen, omdat hij hier was, maar ook omdat hij zo onvoorzichtig was met zijn zwarte beest. Ik hoorde voetstappen en zag James verschijnen. “Rose” zei James alleen maar, maar de manier waarop hij het zei, liet de rillingen over mijn rug heen lopen. Hij liep op me af en keek naar het zwarte beest. Ik zag wel even de bewondering door de ogen van James heen gaan, hij zag hetzelfde als ik had gezien de eerste keer. Een topraceauto, die veel aankon. Toen zag hij de ‘verwondingen’ van de auto. Pas als laatste keek hij naar Jack. Ik slikte even. Ik hoopte zo erg dat James ja zou zeggen, en dat ik wat aan haar mocht doen, maar met James kon je het nooit zeker weten. “Wat moet er met haar gebeuren?” Vroeg hij toen aan Jack. Jack keek even naar mij, maar ik keek direct naar de auto. Ik ging me hier niet mee bemoeien. “Ze heeft een opknapbeurt nodig, en ik wil er graag wat op laten spuiten” zei hij toen zakelijk, ik kon het horen aan die melodieuze toon die uit zijn stem was verdwenen. In mijn ooghoeken zag ik James knikken, zou hij het dan toch aannemen? “Wat wil je er op laten spuiten?” Vroeg James toen aan Jack. Ik wachtte gespannen af. Jack leek even na te denken, maar zeker weten deed ik niet. Misschien deed hij expres of hij erover nadacht om ons in spanning te laten wachten. “Aan de zijkanten iets van grijze vlammetjes die er schuin overheen gaan, en op de motorkap iets spookachtigs” zei hij. Mijn ogen werden even iets groter. Ik keek op en keek Jack aan, meende hij dat nou echt? James keek ook een beetje verrast. “Okey, Rose, kun jij dat voor elkaar krijgen” vroeg hij aan mij. Ik knikte even, dat kon ik wel, dat moest gewoon. “Wanneer kan ik haar weer ophalen?” vroeg Jack toen aan ons beiden. Ik dacht even na, en begon met een rondje om de auto heen. Op de punten waar de auto schade op had gelopen stopte ik even en liet mijn vingers eroverheen glijden. Sommige schade punten waren nogal diep, dat zou veel werk kosten, en die kapotgereden achter lamp al helemaal. Woede borrelde in mij op, hoe had hij haar zo slecht kunnen behandelen en haar zo laten beschadigen. Ik snapte het niet. Vanmorgen toen hij wegreed was er nog niks aan de hand, anders had hij mij wel verteld dat er iets met zijn zwarte beest was. Meneer arrogant had dus nadat hij hier weg was gegaan, op klaar lichte dag een race gereden. Het was een wonder dat hij hier stond, en niet in de gevangenis was beland. Ik liep verder en liet mijn vingers even over haar dak heen glijden dat perfect gestroomlijnd was. Ik voelde hoe twee paar ogen naar me keken en afwachtte op mijn antwoord. Maar ik was nog wat te woedend om iets uit te brengen. Ik liep langs de voorkant heen, waarbij de twee jongens aan de kant moesten gaan, om mij erdoor te laten. Ik keek verbolgen naar het rooster dat voorop zat en lichtelijk verbogen was. Wat had hij in vredesnaam met haar gedaan? Ik stond stil en luisterde niet eens naar de twee die allemaal dingen aan mij vroegen. Alsof ze niet eens bestonden in mijn gedachten. Alles draaide nu in mijn gedachten om de auto die hier voor mij stond. Mijn handen jeukten om haar onder handen te nemen en haar weer er weer uit te laten zien. Gelukkig had James totaal niet door wie Jack was, want anders zou hij me niet eens naar de auto laten kijken. “Rose” de stem klonk vlak bij me oor en ik voelde een warme hand op mijn schouder, er ging een kleine trilling door mijn rug heen. Ik werd uit mijn gedachten getrokken en keek over mijn schouder naar James en Jack. Ik keek een beetje verdwaasd, en dat konden ze duidelijk zien. “Neem het me zusje niet kwalijk, ze is nogal verzot op raceauto’s” zei James tegen Jack. Ik kon het niet laten om met mijn ogen te rollen. James moest eens weten dat Jack me al kende. “O, echt?” hoorde ik Jack vragen, Als er ergens een voorwerp dichtbij had gelegen, dat had ik dat zeker weten naar zijn hoofd toegegooid, maar helaas er was niks in de beurt. Tenminste er was niks in de buurt dat niet zo veel schade op zou leveren aan Jack. James lachte even als ene broer met kiespijn toen hij mijn blik zag. “Hoelang Rose?” Vroeg James toen aan mij. Ik dacht even na. “drie dagen” zei ik, het kon best sneller, ze kon morgen al weer de garage uitrollen, maar ik zou zo geen nachtwerk van deze auto maken. De auto had dat misschien wel verdiend, maar Jack niet. En zo lang zonder zijn auto, zou hem misschien ook eens goed doen. Ik keek Jack uitdagend aan en zag zijn ogen iets groter worden. Kom maar op. Hij diepte zijn sleutels op uit zijn zag en gaf ze aan mij. Ik voelde dat er een grijns op mijn gezicht verscheen toen ik de sleutels aanpakte. James keek mij even waarschuwend aan. Ik haalde grijnzend mijn schouders op. Ik wist dat hij niet in raceauto’s wou rijden, omdat dat hem aan vroeger deed herinneren, dus dit was mijn kans om in het zwarte beest te rijden. Ik liep naar het portier toe en stapte in. Ik trok het portier dicht en deed even niks. Het rook naar Jack, leer en motorolie. Ik keek even naar de bus lachgas die half achter me lag en stopte de sleutel in het contact. Ik draaide hem op en de motor kwam brullend tot leven. Mijn grijns werd groter. Ik drukte even licht het gas in, en de motor brulde. Ik kon door de voorruit heen zien dat Jack stond te lachen, maar toch wel bezorgd naar zijn auto keek. James grijnsde even, maar keek bezorgd naar mij. Ik drukt het gas wat dieper in, en de auto reed naar voren, waardoor de twee jongens opzij moesten springen. Ik reed de auto naar de spuit plaats toe. Wraak was toch zo zoet.
Hoofdstuk 14, Paint, oil and flames:
New York, Dragons garage, 6PM
Met een zachte klik sloot ik de motorkap, het was toch zo leuk en verbazingwekkend geweest om aan het zwarte monster te werken. Ik keek naar het wazige gezicht dat mij aanstaarde, het was een doodskop geworden, maar heel donker en mistig, waardoor de doodskop bijna niet te zien was. En juist dat maakte de auto nog spookachtiger. De doodskop had zijn mond open waar de mist uitkwam. Ik pakte een van de oranje doekjes van de rijdende tafel die naast mij stond en haalde het doekje over de motorkap heen. Ik kon de gestroomlijnde randen van de auto aanvoelen, ze voelden zo vertrouwd, maar ook gevaarlijk. Deze auto was gebouwd op snelheid, en elk patroon dat je erop zette, kon dat beeld ondersteunen of juist afbreken. Daarom was het ook zo belangrijk om je patronen voorzichtig en goed aan te brengen. Ik zette een paar stappen achteruit en keek naar het resultaat, het zwarte beest stond er elegant en gevaarlijk bij. Een grijns verscheen even op mijn gezicht. Dit was hoe ik raceauto’s wou zien, klaar voor de strijd en zeer gevaarlijk. Alleen de aanblik alleen al van deze auto deed mijn hart opspringen en sneller slaan. Maar ik wist dat ik die gevoelens moest onderdrukken, anders zou het voor mij en James slecht af kunnen lopen. Er schoot me opeens te binnen dat ik de lachgas slang nog niet had vast gesloten. Als ik die niet opnieuw aansloot, dan zou Jack nog in grote problemen komen als hij die functie probeerde te gebruiken. Ik vloekte even. Dat betekende dat ik het zwarte beest opnieuw omhoog moest doen, terwijl ze net helemaal schoon was. Maar ik had geen andere keus. Snel liep ik naar het controle paneel toe. Ik drukte op een paar knopjes en hoorde geklik. De klemmen sprongen vast. Het gesis van het systeem doorbrak mijn muziek, maar ik stoorde er me niet aan. Ik liet het gele knopje los toen het zwarte beest op de goeie hoogte was. Rustig liep ik terug naar haar en liep ik onder de brug door. Ik vloekte even toen ik nergens de donkerblauwe slang zat. Paniek sloeg even terug, waar was die verdomde slang? Ik zag wel het aansluitstuk, maar zelf was de slang weg. Een kille hand leek zich om mijn hart te sluiten. O wee als dit fout ging, want dan zou het goed fout gaan. Ik draaide me om, en rende naar het kantoor toe. Ik opende de deur en begon de lades open te trekken. Waar was die stomme zaklamp gebleven? Ik wist het niet meer. Hoe langer het duurde, hoe meer de paniek toe nam. Wat zou Jack wel niet doen als ik hem zou moeten vertellen dat ik niet meer wist waar de lachgas slang was. Dan had ik het goed verpest. De secondes leken minuten te duren. “Shit” gromde ik toen ik de zaklamp echt niet kon vinden. Ik negeerde de roepende stem van James, waar was die zaklamp? Half met wanhoop vervuld trok ik de laatste nog dichte lade van het bureau op. De kilte om mijn hart verdween direct toen ik de zaklamp zag. Daar was hij dus gebleven. Het kon mij even niks uitmaken dat het hele bureau nu overhoop lag, ik had die zaklamp nodig. Toen ik terug in de ruimte met de brug was, zag ik dat de brug naar beneden was. Jack stond naast James en de twee jongens waren duidelijk over iets aan het overleggen. Ik liep langs hun heen zonder ook maar een woord tegen hun te zeggen. Ik negeerde Jack die mijn naam zij evenals James die hetzelfde deed. Ik moest die slang nog vast zetten, hoe konden ze zo dom zijn om de brug naar beneden te halen als ik bezig was met de auto die erop stond? Dit was nou de reden waarom ik het liefst auto’s niet alleen liet als ik ermee bezig was, om zulke ongelukken te voorkomen. Gelukkig was ik had ik in een vlaag de sleutel uit het contact gehaald en die meegenomen. Anders was de auto al lang uit de garage verdwenen. Ik drukte weer op het gele knopje en de auto ging weer omhoog. In mijn ooghoeken zag ik hun vragende blik wel, maar net zoals eerst reageerde ik er niet op. Ze hadden een grens overschreden waar ik zeer aan gehecht was, dus nu zou ik ze dood negeren. Ik hield de zaklamp in mijn vingers geklemd en liet het gele knopje pas los toen de auto weer in de goeie positie was gebracht. Ik zette een stap naar voren, waardoor de hand van James in het niks graaide. Ze waren misschien jongens, maar dat betekende niet dat zij zulke dingen zomaar konden wagen. Ik liep weer onder de auto door en stopte bij het voorste stuk. Ik keek naar het aansluitstuk maar er zat nog steeds geen donkerblauwe slang aan vast. Ik had me dus echt niet vergist. Ik klikte de zaklamp aan en bescheen het onderstel van het zwarte beest. Ik liep een paar keer heen en weer, de paniek leek weer de overhand te nemen. Ik had de twee jongens geen uitleg gegeven, en ik wist dat ze naar me stonden te staren. Wat als ik Jack nu direct uit moest leggen dat ik de slang niet kon vinden? Het maakte dat ik even niet meer goed na kon denken. Ophouden Rose. Ik pakte mijn gedachten weer bij elkaar, en focuste elk deel op het zoeken van de blauwe slang. Ik scheen opnieuw met de zaklamp langs de draden heen, en even in een flits leek ik de donkerblauwe slang te zien. Ik deed een stap naar voren, zodat ik onder de slangen stond en scheen opnieuw. Nu zag ik de donkerblauwe slang duidelijk zitten. Ik stak voorzichtig mijn hand tussen de buizen door en moest op me tenen gaan staan zodat mijn vingers bij de slang konden. Heel even leek mijn evenwicht verdwenen te zijn, waardoor ik de slang los moest laten en een stap naar voren moest doen om niet te vallen. Ik gromde iets en negeerde de twee jongens die bezorgd dingen aan me vroegen. Soms was het zo fijn om muziek in te hebben, dan kon ik me op zulke momenten beter concentreren omdat ik hun stemmen niet kon horen. Ik keek weer naar de slang en besloot dat ik er met een hand niet bij kon. Zonder de zaklamp kon ik nooit zien waar de slang zat. Maar ik weigerde om een van de jongens om hulp te vragen. Ik keek even van de zaklamp naar de slang, het was maar een klein zaklampje. Ik zette mijn tanden in de achterkant en ging weer op mijn tenen staan. Met twee handen kreeg ik de slang bijna direct te pakken. Voorzichtig trok ik de slang meer naar mij toe, zodat de opening zichtbaar werd. Ik ging weer op platte voeten staan en haalde de zaklamp uit mijn mond en stopte hem in een van mijn zakken. Met mijn andere hand hield ik de donkerblauwe slang vast. In mijn ooghoeken zag ik dat de jongens opgehouden waren met praten en naar de slang liepen te staren, waarschijnlijk waren ze zich aan het afvragen wat er was gebeurt als die slang los was blijven zitten. Met een zacht piepend geluid zette de donkerblauwe slang zich vast in het aansluit stuk. Ik draaide de ijzeren ring aan en keek even of alles wel goed vast zat. Alles zat nu goed en veilig vast. Ik liep onder de brug vandaan en drukte het rode knopje in. De auto kwam weer omlaag. Nog steeds negeerde ik de twee jongens. Ik draaide daarna de schijf goed, zodat de auto zich goed omdraaide naar de jongens toe, zodat ze hem konden bekijken. Ik liet het rode knopje los en de auto stond weer veilig aan de grond, dit keer met zijn neus naar de twee jongens toe. Toen ik me naar hun omdraaide zag ik hun monden die lichtelijk open hingen. “Hoe kunnen jullie het in je hoofd halen” Barstte ik uit voordat hun ook maar een woord tegen me konden zeggen. Ik had mijn oortjes uitgedaan en die bungelde rond mijn nek. Uit mijn vlecht waren plukjes haar ontsnapt, ik zag er waarschijnlijk uit als een onverzorgd iemand, maar dat boeide me opdat moment niks. Het maakte me ook niks uit dat Jack een van de machthebbende mensen was in de Racewereld. Want ik had Cobra. En James, tja James moest eens leren van de dingen die ik tegen hem zei. “Ik heb het nou al zo vaak gezegd, als ik ergens mee bezig ben, blijf er dan met je poten vanaf” zei ik nog steeds boos. Ik zag nog steeds de verbazing en ongeloof op hun gezichten staan, maar het maakte me niks uit. Het was hun schuld dat ik nu zo boos was, dus dan zouden ze er zelf ook maar mee om moeten gaan. De sleutels van het zwarte beest zaten nog steeds in mijn broekzak, en daar zouden ze voorlopig ook nog blijven zitten. Ergens vond ik dat Jack het niet eens verdiend had om de sleutels van het zwarte beest terug te krijgen, niet als hij de auto en mij zonder respect behandelde. Ik was meestal snel klaar met zulke mensen, en dat zou ik hun even duidelijk laten merken. Mijn zwarte ogen keken hun kil aan, ik duldde geen tegenspraak meer, het was nog nooit eerder gebeurt dat ik zo uit mijn slof was gesloten met een klant erbij, en dat wist James. James wist dus wel dat ik echt heel boos op de twee jongens was. “Rose” begon hij, maar toen ik hem aankeek, zweeg hij direct. Ik moest er niet aandenken wat er zou kunnen gebeuren als ik niet op tijd was geweest, en Jack weg was gereden met een losse slang, dat kon voor zoveel problemen zorgen. Het was misschien wel de beste manier geweest om hun wat te leren, maar om een ongeluk op mijn geweten te hebben, tja dat had ik liever niet. Beiden jongens zwegen, duidelijk omdat ze niet wisten wat ze tegen me moesten zeggen, misschien was zwijgen maar het beste voor hun, aangezien ik bij het minste kon ontploffen. Jack keek me aan, maar ik negeerde zijn vragende blik, hij kon de pot op. Op dit moment had ik een haat aan de wereld moment. Als het op mij en raceauto’s aankwam, dan kon ik heel prikkeling worden als mensen de auto’s mee wouden nemen als ik er nog meer bezig was. De rust leek te zijn terug gekeerd in de garage, ik voelde hoe de woede in mij langzaam afnam. Ik moest gewoon niet aan ongelukken met raceauto’s denken, dan moest ik aan papa denken, wat mij dan weer verdrietig maakte. Ik haalde even diep adem en blies de adem uit. De felheid van de woede in mijn ogen nam af, dat kon ik zien aan de houding van James en Jack, het leek of de twee jongens weer wat moed kregen toen ze zagen dat ik kalmeerde. Daar konden ze zo veel problemen mee krijgen. Ik stond nog steeds op scherp, en ik haatte het als mensen mij onderschatte, alleen maar omdat ik een meisje was. Niet dat James mij onderschatte, nee, hij had al heel vaak een uitbarsting van mij meegemaakt, en wist dat hij het dan goed had verpruts. “Als die slang niet vast had gezeten, dan hadden er grote ongelukken kunnen gebeuren” gromde ik. Ik zag de twee jongens gedwee knikten. Ik rolde even met mijn ogen om hun uitdrukkingen, soms waren ze toch zo ergerlijk. Ze hadden nog steeds niks gezegd. “De volgende keer dat jullie me dit flikken, zien jullie je raceauto’s niet meer terug, want dan verdienen jullie ze niet meer” zei ik en ik meende het. Ze verdiende het nu al nauwelijks om in hun monsters te rijden, tenminste dat was mijn mening. Ik keek de twee nog even aan, op een of andere manier werd ik alsnog geërgerd door hun uitdrukkingen. Ik had mijn ene hand in mijn zak gestoken en voelde de sleutel van het zwarte beest. Ik liep op de twee af. En duwde de sleutel ruw in de handen van Jack en liep weg zonder om te kijken, ze waren mijn aandacht niet meer waard.
Leonoor Commandant
Aantal berichten : 812
personal info Leeftijd: 24 years I have been walking on this world Partner: You can't winn my love. My love is my freedom. Don't try to winn my love, you only get a broken heart. Sagitta, my hunterbird, she shows me to be free. Paard: Danger, like the risks we take every day. Together we will go to where the wind us lead
Onderwerp: Re: [story] The black rider. do jul 04 2013, 16:18
Hoofdstuk 15, TV Time:
New York, Master house, 11PM
Nog steeds snapte ik niet waarom ik uiteindelijk op zijn uitnodiging in ben gegaan. Hij had blijkbaar goed begrepen dat hij het maar goed moest maken nadat ik eergisteren zo tegen hem en mijn broer was uitgevallen over hoe zij hun auto’s behandelde, en omdat ze toen het zwarte beest al naar beneden hadden gehaald, terwijl ik nog een slang vast had moeten zetten. Ik zat op een van de witte banken in de woonkamer en keek naar het tv scherm, er was een film over raceauto’s te zien. Nini zat naast me en was een vrolijk een verhaal aan het vertellen, maar om eerlijk te zijn vond ik de film interessanter. Jack was naar de keuken gevlucht om maar wat drankjes te halen. Ergens had ik het gevoel dat hier ergens een butler rondliep, netjes in pak en die klaar stond voor alles wat de heer en vrouw des huizes wouden. Ik had al begrepen van Nini dat hun ouders in Europa zaten. Het zou wel verklaren waarom Jack en Nini zich in de racewereld bevonden, en er zoveel auto’s in de garage stonden zonder dat er een ouder was, die hun tot verantwoording riep. Ik had James die dat deed, alleen was ik niet een losgeslagen tiener, volgens de wet was ik een volwassen. James was wel echt heel aardig, maar soms kon hij echt doorslaan, vooral over het feit dat ik van hem niet mocht auto rijden. Ik schrok op uit mijn gedachten toen ik opeens een por in mijn zij voelde. “Huh, wat?” vroeg ik half afwezig. Het leverde me een lach op van Nini. “Jack vroeg wat je wou drinken” zei ze tegen me. Ik keek op, en zag Jack die aan de andere kant van de kamer me vragend aankeek. “Cassis” zei ik, zonder er te veel over na te denken. Het liefst zou ik wel wat van alcohol willen hebben, maar in deze gemoedsstand leek me dat niet echt een slim idee om te doen. Wie weet wat ik dan allemaal tegen hun zou zeggen. Mijn gedachten dwaalden weer af, en ik staarde weer afwezig naar het tv scherm. Mijn gedachten gingen alle kanten op, over de dingen die de afgelopen paar maanden waren gebeurd, James die zo veel weg was, ik die weer in een raceauto had gereden en de jongens had verslagen, de auto’s van de tweeling die ik had gespoten. Soms gaf het leven je alles, en soms pakte het je alles af. Het leven had mij al een keer alles afgepakt, was dit dan eindelijk de tijd dat het me alles gaf? Ik wist het niet, maar dit voelde fijn dit gevoel, ook al wist ik niet helemaal was het betekende. Daarnaast zat het me nog dwars dat ik nog steeds geen raceauto kon rijden, niet openlijk in ieder geval. Onbewust slaakte ik een zucht. “Rose?” De stem van Nini klonk vlak bij me en ik keek naar haar. In haar groene zag ik mijn eigen zwarte ogen weerspiegeld, mijn ogen stonden dof, alsof ze hun wil hadden verloren. Ze hadden niet hun wil verloren, maar ze waren hun drijfkracht verloren. Het feit dat het eindelijk tot me was doorgedrongen dat ik nooit meer zou kunnen racen. Ik schudde even mijn ogen. Ik wou het er niet over hebben. Mijn blik richtte zich weer op het beeld scherm, waar de auto’s over het scherm heen racete. Ik zou er veel voor over hebben om weer te kunnen racen. Ik legde mijn hoofd neer op een van de kussens die tegen de armleuning aanstond, het beeld draaide een beetje, maar ik kon het alsnog duidelijk volgen. Iets blokkeerde mijn zicht op de tv, toen ik wat verder omhoog keek, zag ik groene ogen die me lichtelijk bezorgd aankeken. Het waren de groene ogen van Jack. “Rose, gaat alles wel goed?” vroeg hij aan mij. Ik knikte even, maar het was niet overtuigend. Opeens kreeg ik de neiging om te huilen, misschien was het omdat iemand anders dan James zich zorgen over mij maakte, of het kwam door het geluid van motors. Ik wist het niet. Maar toch, ik hield het in. Ik wou niet zwak lijken, vooral niet tegen over deze twee mensen. Jack keek me aan, maar ik wende mijn blik af. Hij zou het niet kunnen begrijpen. “Je cassis staat op tafel” zei hij toen zacht tegen mij en verdween uit het beeld, zodat ik weer verder kon kijken. Maar het was niet hetzelfde, hij had dat fragiele evenwicht verstoord. Ik reikte naar voren en pakte het glas van de tafel af. Ik nam er een slok van, het was koud, erg koud. Ik werd erdoor opgeschrikt uit mijn verdrietige stemming. Ik keek naar het glas, er zaten ijsklontjes in. Ik grinnikte even zachtjes en toen ik opkeek zag ik dat Jack en Nini me aan zaten te kijken. Ik haalde al grijnzend mijn schouders op en nam nog een slok van het glas. Soms was ik zo veranderlijk als een blad, de enige kant was verdrietig, en de andere kant was de sterke kant die iedereen kende, die ik op moest houden om mezelf te beschermen. Ik dronk mijn glas leeg, het zorgde ervoor dat ik weer goed wakker was. Ik zat weer rechtop en rekte me even uit, de hele tijd in een houding op de bank zitten, tja dat was ook niet alles. Ik richtte mijn aandacht weer op de film die bijna afgelopen was. Het einde, dat was nou enige wat niet leuk was aan een film. Je kon hem dan verder fantaseren met je eigen fantasie, of hem een ander einde geven als je dat leuker vond. Sommige eindes waren niet leuk, en dan verpeste het je hele film. Ik trommelde met mijn vingers op de leuning van de bank. Ik zag hoe de film eindigde, weer rozen en maneschijn, het gebruikelijke. Maar het echte leven, dat was totaal niet zoals deze film. De racewereld was in het echt veel harder en gevaarlijker. Maar dat konden de producenten van die films niet weten. Mensen waren soms zo niet reëel, alsof ze de waarheid niet wouden weten, gewoon hun ogen sluiten voor de rest van de wereld en opgaan in hun fantasie wereld. Ik keek naar de aftiteling, en toen kwam het besef bij me op dat ik me eigenlijk verveelde. Normaal was ik gefascineerd door zulke films, maar van deze film had ik de helft niet eens meegekregen omdat mijn gedachten alle kanten op gingen. Ik keek even naar Nini en Jack en zag dat ze naar mij zaten te staren. Opeens gaf dat me een heel ongemakkelijk gevoel, waarom keken ze naar mij? Gebrul van een motor onderbrak mijn gedachten stroom, en blijkbaar ook die van Nini en Jack. “Jack?” zei Nini. Jack knikte en kwam overeind. Ik keek hem na terwijl hij de kamer uitliep en verdween door een van de deuren. Nieuwsgierig keek ik naar Nini, maar die haalde haar schouders op, zij wist het dus ook niet. Ik keek weer naar het tv scherm en dronk de rest van mijn Cassis op. De aftiteling was gestopt en er was nu een andere film te zien. Ik kreeg er niet veel van mee, het had iets te maken met een politie agent, maar juist op het moment dat het een beetje leuk begon te worden, bij het intro dan, kwam Jack de kamer ingelopen. Hij werd gevolgd door een knappe jongen met bruin haar. De jongen had een gebruinde huid, wat goed stond bij zijn blauwe ogen die eerst naar Nini keken, en toen naar mij. Ik zag een glimlach op zijn gezicht verschijnen. Ik besefte dat ik nog lui tegen de kussens aanlag, met een leeg glas in mijn hand. Ik zette het glas weg en kwam wat overeind. “Hey Nini” zei de jongen tegen Nini, ik keek even naar Nini, dus ze kende deze jongen? Nu werd ik benieuwd. Toen ik weer naar de jongens keek, zag ik dat het gezicht van Jack niet al te blij stond, terwijl de jongen met de blauwe ogen naar mij staarde. “Ga je me nog voorstellen aan die mooie dame, of niet Jack” zei de jongen lichtelijk terecht wijzend tegen Jack. Ik hoorde iets in de trant van gegrom en grinnikte even zachtjes. Ik zag dat Jack mij aankeek en schudde heel even licht mijn hoofd. Ik zou mezelf wel introduceren. Loom kwam ik overeind en liep ik naar de jongen toe. De ogen van de jongen werden groter toen ik dichterbij kwam. Ik zag er normaal uit, dus in me werkkleding en me haar vast. Ik stopte toen ik vlakbij was en keek hem aan met mijn zwarte ogen. “Wie ben jij?” vroeg ik toen, ik kon de nieuwsgierigheid in mijn stem niet verbergen. “Kevin, van LA” zei hij tegen mij. Ik knikte even en bekeek hem, hij zag er niet slecht uit, ik zag hoe hij naar mij keek, maar het deed me niet veel. Ik keek even naar Jack, “waar staat de Cassis?” vroeg ik toen aan hem, om mezelf weg te krijgen uit deze kamer. “Koelkast, derde rek” zei hij tegen mij. Ik knikte even en liep langs hem heen de keuken in. Mijn hart klopte in mijn keel. Kevin, als hij uit LA kwam, dan kende hij waarschijnlijk mijn broer wel, dit zou problemen geven. Ik had mijn broer wel verteld dat ik naar Jack toe ging, maar daar was hij het niet al te erg mee eens geweest. Ik trok de koelkast open, en ik zag de cassis staan. Ik pakte de fles en trok de kastjes open, totdat ik een glas had gevonden. Natuurlijk sloot ik toen weer de kastdeurtjes, anders zou ik er nog tegen aanlopen ook. Nu nog de ijsklontjes. “Kun je het vinden?” een geamuseerde stem klonk door de keuken heen. Ik had geleerd van de keer met de motorkap, en kwam eerst met mijn hoofd uit het stuk vandaan, voordat ik mijn hoofd omdraaide. Jack leunde tegen de muur naast de deur. “Hmm, niet echt” zei ik. Hij lachte even zachtjes. “Dacht ik al, wat zoek je?” vroeg hij. Ergens was ik beledigt door zijn eerste woorden, maar ik negeerde het. Eerst ijsklontjes, dan pas de rest. “IJsklontjes” zei ik toen dus maar. Ik zag een grijns op zijn gezicht komen te staan. Ik bleef stug staan waar ik stond en zag hoe hij in beweging kwam. Weer met de gratie en elegantie van een jaguar. Ik zag hoe hij naar een apart stuk van de koelkast toeliep, en het glas van het aanrecht oppakte. Hij duwde het in een opening, en ik zag hoe er ijsklontjes in kwamen. Ik kwam dichterbij en keek ernaar. Dat was nog eens een geniale oplossing. Hij lachte even naar mij, en mijn hart leek even te smelten, nee dat kon niet. Ik trok de muren weer op. Toch moest ik het toegeven, die lach van hem was hartverwarmend. Hij pakte mijn glas onder de ijsmachine vandaan en liep ermee terug naar de plaats waar de fles cassis stond. Ik zag een verdwaald ijsklontje uit de ijsmachine vallen en een idee kwam in mij op. Het was stout, en ik kon het niet laten. Ik pakte het ijsklontje van het plateau af, het voelde koud aan. Jack was geconcentreerd bezig met de cassis in mijn glas te schenken. Ik sloop op hem af, ging ik dit echt doen? Ik kon moeilijk het ijsklontje nu in mijn hand houden totdat het helemaal gesmolten was. Ik stond vlak achter hem, hij had totaal niks door. Het was nu of nooit. Wraak was koud in dit geval. Ik zette nog een stap naar hem toe, en pakte het boordje van zijn shirt vast, ik liet het ijsklontje in zijn shirt glijden, en zette snel een stap naar achter. Ik hoorde zijn verschrikte kreet toen hij het ijsklontje voelde, het klonk in mijn oren als een overgave. Ik had deze ronde gewonnen. Ik leunde tegen het aanrecht aan, een grijns stond op mijn gezicht. Jack draaide zich naar mij om, op zijn gezicht stond een verbaasde uitdrukking, hij graaide met zijn handen naar zijn rug om het ijsklontje uit zijn shirt te krijgen, maar dat mislukte meerdere malen. De grijns op mijn gezicht werd grotere. Uiteindelijk lukte het hem om het ijsklontje uit zijn shirt te krijgen. Hij liep op mij af, nu zal je het krijgen. Voordat ik ook maar tegen kon spartelen, pakte hij me op en nam me mee naar de koelkast. In allerlei wegen probeerde ik los te komen uit zijn greep, maar zijn arm lag stevig om mijn middel heen. Hij reikte met zijn andere hand onder de ijsmachine, en er vielen een paar ijsklontjes in zijn hand. Mijn ogen werden groter. “Nee, Jack, niet doen” riep ik al smekend. Ik zag hoe de grijns op zijn gezicht groter werd. Ik trok harder om me los te krijgen, maar dat werkte niet. Voordat ik los kwam had hij al de ijsklontjes in mijn shirt laten glijden. De ijsklontjes trokken koude sporen over mijn rug heen en ik slaakte een gil. Het was echt zo koud. Gelukkig kreeg ik ze sneller uit mijn shirt dan hij. Hij had me losgelaten en keek me met een vermakelijke grijns aan. Ik keek naar hem. “Dit betekend ijsklontjesoorlog” zei ik serieus, en hij schoot in de lach. “Kom maar op miss”
Hoofdstuk 16, Checkmate:
New York, Master house, 11.30PM.
Mijn ademhaling was snel, plukken haar waren losgeraakt en zwierven voor mijn ogen. Maar dat maakte mij niet uit. Mijn zwarte ogen waren gefixeerd op de Jack die tegenover mij stond. Allebei hadden we een hand vol met ijsklontjes vast. Overal in de keuken lagen ijsklontjes, soms al gesmolten, soms in stukjes gebroken. Ik gooide een paar ijsklontjes naar hem toe, maar hij ontweek ze net op tijd. Ik gromde even zacht toen ik zag dat hij ze ontweek, en dook weg achter het aanrecht toen hij een ijsklontje op mij afvuurde. Ik hoorde het ijsklontje hard tegen de muur achter mij aankomen en het ijsklontje versplinterde tot duizenden stukjes. Ik kwam achter mijn schuilplaats vandaan en rende half naar de ijsmachine toe, terwijl ik hem bekogelde met de ijsklontjes die ik nog had. Snel pakte ik nieuwe uit het apparaat, maar die leek kuren te hebben en gaf geen ijsklontjes. Ik duwde opnieuw op het knopje, maar het werkte niet. Ik voelde dat ik werd geraakt door meerdere ijsklontjes. De ijsmachine maakte ratelende geluidjes, en toen had ik weer ijsklontjes. Ik vuurde ze terug, terwijl ik bij de machine bleef staan. En weer hield de machine ermee op. Opnieuw waren mijn ijsklontjes op. “Stom ding” gromde ik tegen de ijsmachine, ik gaf er een kleine tik tegen aan, maar de machine reageerde niet. “Niet slim om de machine te beledigen” fluisterde er opeens een stem in mijn oor, ik schrok me rot, hoe kon hij zo snel bewegen. Ik draaide me om, terwijl hij ijsklontjes in mijn shirt liet glijden. Ze gleden nu niet alleen over mijn rug heen. Mijn ogen werden groot, terwijl ik zacht een geschrokken gil gaf, ze waren nog kouder dan eerst. Ik voelde de eerste ijsklontjes al over mijn buik heen glijden. Ik zag hoe zijn grijns groter werd. En toen hoorde ik weer gerammel. Er vielen weer ijsklontjes op mijn hand neer, en ik maakte een halve draai met mijn hand. Zodat ze nu in zijn shirt gleden. Ik zag hoe de ijsklontjes in zijn shirt verdwenen, helaas voor hem had hij naar mij toe gestaan, waardoor ze over zijn borstkas heen gleden. Ik zag dat zijn ogen groter werden van de kou en van verbazing. Zijn shirt was nu voor een groot deel doorweekt, ik zette een paar passen bij hem vandaan, met ijsklontjes in mijn hand. “Koud” zei hij al bibberend. Hij trok zijn shirt uit, waarbij de ijsklontjes op de grond vielen. “Nawh, dat is vals spelen” zei ik licht grijnzend. Even bleef ik stil staan en keek ik naar zijn bovenlichaam. Zijn huid was licht gebruind, en de spieren waren duidelijk zichtbaar. Op zijn linker bovenarm zat een tatoeage, maar wat het was, dat kon ik niet zien. Hij zag er dus niet verkeerd uit. Ik vuurde weer wat ijsklontjes op hem af, maar hij bleef ze ontwijken. Hij dreef me in een hoek, waardoor ik niet meer bij de ijsklontjes automaat kon. Op een begeven moment waren mijn ijsklontjes op, ik vloekte en keek om me heen. Er was verder niks, Jack liep op me af, en ik bedacht mogelijkheden om te ontsnappen. Ik keek naar de vloer en zag dat verschillende plekken heel nat waren door de ijsklontjes. De beste manier van verdediging was nu de aanval. Ik rende op hem af, maar week op het laatste moment uit, mijn voeten gleden over het water heen, waardoor ik onder zijn armen door kwam. Ik stopte en draaide me om, ik zag hoe hij zich omdraaide, maar zijn snelheid was te laag, waardoor hij uitgleed, de grond hier was gelukkig best zacht, niet van die harde tegels, maar meer terugverende tegels. Dit was mijn kans. Ik liep naar hem toe, en voordat hij zich kon herstellen en overeind kon komen. Plofte ik op zijn middel neer. Ik pakte de ijsklontjes van hem af. En hield ze dreigend boven zijn borstkas, de druppels vielen op zijn blote huid neer. Ik zag de verbazing in zijn groene ogen, en eigenlijk was ik zelf ook verbaasd dat ik dit zomaar had gedurfd. Ik grijnsde even. “Schaakmat” zei ik. “Jack!” de stem van Nini schalde schel door de keuken heen. Ik keek op en zag Nini verbaasd in de deuropening staan, naast haar stond Kevin. Beiden keken ons verbaasd en gechoqueerd aan. Ik lachte even, dit moest er vast als buitenstaander heel gek uitzien. We lagen op de grond, nouja Jack lag en ik zat op zijn buik. Ik hield dreigend ijsklontjes vast, en overal door de keuken heen lagen ijsklontjes heen. Ik kwam overeind, de ijsklontjes die ik in mijn hand had gehad, die waren al gesmolten. Nini keek Jack bestraffend aan, en keek naar mij. Ik weet niet hoe lang het geleden is, dat ik zo veel lol heb gemaakt. Ik schiet in de lach als ik het gezicht van Nini zie, ze kijkt veel te serieus. Blijkbaar ziet Nini uiteindelijk ook de humor van de situatie in. “Wat waren jullie ooit aan het doen? We hoorden gegil en geroep uit de keuken komen, en schaakmat” zei ze, ze was wel heel erg nieuwsgierig. Ik keek even naar Jack, die op hetzelfde moment naar mij keek. We schoten opnieuw in de lach. Jack was degene die het woord nam. “We waren een ijsklontjes gevecht aan het voeren” zei hij, zijn gezicht stond serieus, waardoor ik nog harder moest lachen. Nini en Kevin lachte mee, nu ze uiteindelijk wisten wat Jack en ik uit hadden gespookt. “En wie heeft er gewonnen?” Vroeg Nini toen ze bij was gekomen van het lachen. “Volgens mij was dat wel duidelijk” bracht ik half lachend uit. Jack lachte een beetje als een boer met kiespijn. “Zij was degene die schaakmat zei” zei hij toen. Hij wuifde met zijn hand naar mij. Kevin keek naar mij. “Wie begon er?” vroeg hij toen, even had ik het idee dat ik echt straf zou krijgen, omdat ik stout was geweest. “Ik” zei ik toen maar. Nini en Kevin keken me verbaasd aan, ze hadden waarschijnlijk verwacht dat Jack zou zijn begonnen. Ik keek naar de grond, ik voelde me echt alsof ik iets heel stouts had gedaan. Na een paar seconden keek ik weer op, en zag dat Kevin naar me stond te kijken. “Hoe heet je eigenlijk?” vroeg hij toen aan mij. Ik was even verbaasd. Bijna wou ik mijn naam zeggen, maar toen besloot ik, dat ik dat misschien maar beter niet kon zeggen, vooral niet als het bleek dat hij James kende. Jack kwam net op tijd met zijn redding. “IJskoningin” zei hij tegen Kevin. De jongen leek duidelijk genoeg te nemen met dat antwoord. Nini keek misprijzend naar Jack. “Trek droge kleding aan Jack, anders vat je kou” zei ze tegen haar broer. Jack verliet al mopperend de keuken, om wat droogs aan te trekken. Ik voelde me nog steeds bekeken en wou dat de grond open zou splitsen en mij mee zou nemen, ver weg van hier. Helaas deed de aarde nooit wat ik er van vroeg, dan zouden dingen zo veel makkelijker gaan als dat wel gebeurde. Nini keek toen naar mij. Mijn kleding was ook redelijk nat geworden van de actie met de ijsklontjes. Ze pakte mijn hand vast, en trok mij mee. Ik kon er niks tegenin brengen. “Weet je het zeker Nini?” vroeg ik aarzelend. Ik keek naar het stel hakken dat ze in haar handen vast had. Ze knikte zelfverzekerd. “Ze zullen je perfect staan.” Zei ze tegen mij, misschien was dat wel zo, maar de vraag was, of ik er nog op kon lopen. Ze had me al helemaal getransformeerd, van de werk Rose naar de gevaarlijke Rose. Mijn roodbruine haar hing los op mijn rug. Ik droeg een zwarte broek en een rood hemdje. Ik keek haar aan met mijn zwarte ogen. Die hakken vond ik toch echt geen goed idee, maar volgens Nini zou dat alles afmaken. Ze knikte opnieuw, alsof ze mij aanmoedigde. Ik pakte de hakken aan en ging op de rand van het bed zitten. Ik zette de hakken naast mij neer en keek nog een keer naar Nini. Toen trok ik mijn sneakers uit. Ik was zo verknocht aan mijn sneakers dat het me echt pijn deed om ze uit te doen. Daarna trok ik mijn sokken uit. Even keek ik twijfelend naar de zwarte hoge hakken, maar trok ze toen aan. Ze zaten perfect. Ik kwam overeind en liep er zo op weg. Ik had wel vaker op hakken gelopen, en ook op naaldhakken, dus ik wist er wel hoe ik er mee overweg moest. Nini stond me aan te gapen. “Je mag ze hebben, ik heb ze nooit gepast, maar ze passen jou perfect” zei ze. Ze pakte mijn arm vast, en nam me mee. Ze duwde me neer op een stoel en begon wat make-up aan te brengen. Wel heel licht, zodat het bijna niet opviel. Na een tijdje mocht ik pas weer overeind komen. Ik werd door Nini meegesleurd naar de spiegel. Verbazing, dat was er wat er op mijn gezicht was te lezen toen ik mijn spiegelbeeld zag. “ben ik dit echt?” vroeg ik toen zacht aan Nini. Ik zag in mijn ooghoeken alleen een dat Nini knikte. Ook haar ogen stonden vol verbazing. Misschien kwam het dan uiteindelijk wel allemaal goed. Ik draaide even een rondje, en liep een stukje. De hakken voelden vertrouwd aan mijn voeten. “Heb je vaker op hakken gelopen?” Vroeg Nini toen aan mij. Ik knikte even. Ze moest eens weten hoe vaak ik wel niet op hakken heb gelopen, en hoeveel ik er thuis heb staan, maar ik durf ze nooit aan te trekken, vooral ook omdat niemand ze ziet, en er niemand is die het zou willen zien, het doet me namelijk altijd te veel denken aan de racewereld waar de vrouwen altijd hakken van met zulke dingen vast hebben. Samen liepen we de trap af, ik keek al naar de woonkamer. Jack en Kevin zaten naast elkaar op de bank, blijkbaar te kijken naar een film. Nini had zich ook omgekleed, gingen we ergens naar toe ofzo? Ik zou het niet weten, Maarja, ik was waarschijnlijk niet voor niets zo opgedoft door Nini, of ze hield ervan om haar broer van zijn stuk af te zien. De traptrede waar ik op stond kraakte even. De jongens hieven direct hun hoofd op en zaten me aan te kijken. Ik voelde me er niet gemakkelijk bij, maar ik liep stug verder. Ik plofte op de lege bank neer en keek naar het tv scherm zonder ook maar een woord tegen de twee jongens te zeggen. Nini kwam al grijnzend naast me zitten en knipoogde even naar mij. In mijn ooghoeken zag ik de twee jongens wel naar mij kijken. Ik wou niet eens weten wat er op dit moment omging in hun gedachten, misschien kon ik het wel raden, en dat was dus iets wat ik niet wou. Een telefoon verstoorde de rust van verbazing die was neergedaald op de jongens. Ik luisterde naar de ringtone, het was niet die van mij. Ik zag dat Nini niks deed, en dat Kevin naar zijn mobiel keek, maar die gaf geen geluid. Het was dus die van Jack. Jack kwam overeind en nam de telefoon aan, terwijl hij naar buiten toeliep, dat betekende meestal geen goeie boel, dat had ik nu ondertussen wel geleerd. Ik probeerde het van me af te zetten, en weer naar de film te kijken, maar dat was makkelijker gezegd dan gedaan. Mijn gedachten gingen even terug naar het ijsklontjes gevecht, en een lichtte blos verscheen op mijn wangen. Dit was dus zo niet goed. Ik voelde een ijzige noordenwind langs mijn lichaam heen strijken. Nog meer problemen? Vanaf dit punt kon ik niet horen wat hij zei in zijn mobiel. Ik vond dat zo jammer, ik zou het graag geweten hebben, maar tijd leert alles. Het duurde niet lang voordat hij de kamer weer in kwam lopen, maar heel blij keek hij niet. De woorden die hij uitsprak, liet hij mijn hart een beetje bevriezen. “Pak jullie spullen, we moeten een race rijden”
Hoofdstuk 17, ice cold battles:
Outside New York, Green hills, 1AM.
Ik zat naast Jack in de auto, terwijl hij dieper het gas indrukte. Jack wou blijkbaar snel op de plaats van bestemming aankomen, en dat kon ik totaal begrijpen. Ik zat naast hem in het zwarte beest. Jack had gezegd dat we met zo minmogelijk auto’s er naar toe moesten. Nini was bij Kevin in de auto gegaan, het liefst had ik de oranjezilveren auto de garage uitgereden en daarin gereden, maar dat mocht niet van Jack. Hij had de andere deur van het zwarte beest opengedaan en gebaart naar mij dat ik in moest stappen, dus dat had ik toen maar gedaan. Ik keek weer naar de lantaarnpalen die voorbij racete, de lichtjes vormden één streep door de snelheid waarmee we reden over de weg heen. Waar we naar toe gingen, dat wist ik niet. Heel even keek ik naar Jack, hij zag er gestrest uit, zijn spieren stonden gespannen, alsof hij overal klaar voor was. Ik had de neiging om wat tegen hem te zeggen, maar zweeg toen toch maar. Het was waarschijnlijk beter als ik gewoon maar niks zei. Ik keek weer door de voorruit heen, en wachtte rustig af. Na een tijdje voelde ik hoe de auto minder vaart kregen. Waren we dan bijna in de buurt? Ik had geen besef van tijd meer, en voor het eerst die dag, verveelde ik me niet. Waarom was ik hier? Ik had voor de rest niks te maken met Jack en Nini en die vage Kevin. Maar Jack was er blijkbaar van overtuigd geweest dat hij me mee moest nemen. Waarom? Alleen Jack zou het antwoord kunnen weten. Ik wou er gewoon niet meer over na denken, en dat deed ik ook niet meer toen Jack in zacht tempo een bocht maakte en we op een groot groen terrein aankwamen. Er waren wat heuvels in het donker te zien, maar het licht, dat viel het meeste op. Overal stonden race auto’s klaar. Ik wist dat Jack uitgedaagd was voor een race, maar zoveel mensen had ik niet verwachten. Hij stopte op een plek die open was. Ik hoorde dat hij de motor van het zwarte beest liet brullen. Ergens uit het publiek vandaan, kwam er een brul terug. Ik keek even opzij en zag dat Kevin zijn auto naast ons parkeerde. Het was een rode auto met zwarte strepen. Niet snel gestroomlijnd, maar toch niet een die je moest onderschatten. Ik hoorde dat Jack de motor uitdeed en zag hem uitstappen. Ik zag aan de andere kant van mij dat Kevin uitstapte, maar zag dat Nini bleef zitten. Ik keek haar even aan, en zij grijnsde. Jack liep naar mijn kant toe en opende mijn deur, ik zag dat Kevin hetzelfde deed bij Nini. Ik zette mijn voeten op de grond en kwam toen overeind. Blijkbaar kwamen Nini en ik tegelijkertijd overeind, want iedereen keek naar ons twee. “Hmm, er zit dus nog wel een beschaafde meneer achter jou” zei ik zacht tegen Jack, zodat hij het alleen kon horen. Ik zag dat er een glimlach doorbrak op zijn gezicht, waardoor de spanning even verdween. Ik deed het portier dicht en liep naar hem toe. Hij leunde tegen de motorkap van het zwarte beest aan. Kevin en Nini liepen ook naar ons toe. Ik bleef op iets afstand van Jack staan, ik wist niet waarom, maar dat voelde fijner aan. Mijn evenwicht op deze hakken was perfect, maar toch, ik had een hekel aan hakken. We stonden daar nog niet eens zo heel lang, toen het publiek uit elkaar ging. Een gifgroene auto kwam tevoorschijn. Ik herkende de auto direct, Digo. Ik keek Jack waarschuwend aan, hij keek mij aan en knikte even. Hij wist dondersgoed wat ik zou doen als hij het waagde om weer de uitdaging aan te nemen om zijn zusje Nini. De vorige keer had hij bijna verloren van het tweetal. Ik keek weer naar de auto en zag hoe Digo uitstapte. Aan de andere kant stapte er de maat van Digo uit. Digo liep met grote stappen op Jack af, maar die bleef er relaxt onder. Alsof het Jack niks uitmaakte dat Digo op hem af kwam lopen. Ik bleef in de schaduwen van Kevin en Nini staan, ik had geen zin om nu de aandacht op mezelf te vestigen. Digo stopte vlak voor Jack en keek naar hem. “Ik daag je uit voor een race” zei Digo zonder verdere aankondigen. Jack keek Digo aan. “Om welke prijs?” Vroeg hij toen. Digo keek even naar Nini, maar trok toen iets bleek weg, blijkbaar dacht hij aan mijn woorden, en ik was ze van plan waar te maken, als ze echt zo dom zouden zijn. “Auto’s. Als ik win, krijg ik jou zwarte beest, als jij wint krijg jij mijn groene bliksem” zei Digo tegen Jack. Jack moest er even over na denken. Ik wist dat hij kapot zou zijn als hij zijn zwarte beest zou verliezen, maar op dit moment was dit de enige moment om het probleem Digo op te lossen. “Is goed” zei Jack toen. Iedereen had zijn adem ingehouden toen Digo de prijzen had uitgesproken. Jack racete blijkbaar niet vaak met zijn zwarte monster als inzet. Digo knikte even en liep toen weg, terug naar zijn groene auto. Ik keek naar Jack, ik had heel erg de neiging om hem te slaan. Hij was het op dit moment echt niet waard om in het zwarte beest te rijden, vooral niet omdat hij het zwarte beest zo makkelijk op het spel zette bij een race. Hij zag mijn gezicht en glimlachte even. “Ik weet wat ik doe” zei hij, maar ik geloofde hem duidelijk niet. Hij kwam loom overeind en draaide zich om naar het zwarte beest. Zijn vingers gleden even langs de doodskop heen, alsof hij iets zocht. “Goed verstopt” zei hij uiteindelijk, hij wees naar de open gesperde bek van de doodskop, daar in het midden van tollende mist, daar was een heel klein roosje. Ik wist dat het daar zat, omdat ik het er zelf had opgespoten. Een grijns verscheen op mijn gezicht terwijl ik ernaar keek. “Kwestie van oefenen” zei ik daarop. Hij keek mij aan, en ik keek naar hem. Er klonk luid gebrul. “Er word op je gewacht, meneer Arrogant” zei ik tegen hem, want ik had zijn houding wel zien veranderen. Ik liep van hem weg, naar de balustrade die er was, zodat je goed naar de auto’s op de weg kon kijken. Ondertussen was ik erachter gekomen hoe het hier heette, green hills. Dat was zeker toepasselijk, vooral door de heuvels die er zichtbaar waren, en blijkbaar waren ze nog heel groen ook, anders hadden ze deze plek nooit zo genoemd. Ik leunde met mijn armen op de balustrade en leunde iets voorover. Ik keek naar de twee auto’s die iets beneden mij naast elkaar stonden. Ze lieten de motors brullen, maar ik was er niet van onder de indruk, ik had wel machtigere geluiden gehoord van monsters. Ik keek naar meisje dat in het midden stond en haar armen liet zakken. De twee auto’s schoten er na een paar secondes vandoor. Digo reed op kop, en ik rolde even met mijn ogen. Was Jack nou echt zo slecht? Of was hij een truc aan het uitvoeren? Ik schudde even met mijn hoofd. “Sukkel” zei ik meer tegen mezelf dan tegen iemand anders. Ik voelde de aanwezigheid van iemand en keek even opzij. Kevin was naast me gaan staan, en naast Kevin stond Nini. “Wie is er een sukkel?” vroeg Nini nieuwsgierig. Ik keek weer naar de baan. “Jack” zei ik. Ik zag hoe Jack net te laat het gas indrukte, waardoor hij bijna uit de bocht schoot. “Eerder het gas indrukken” mompelde ik zacht. Toen ik weer opkeek zag ik dat Kevin me aanstaarde. “Hoe weet je dat?” vroeg hij, verbazing klonk door zijn stem heen. Ik negeerde zijn vraag en keek weer naar de twee auto’s die verder racete. Het duurde enkele seconden voordat Jack Digo had ingehaald, en snel vooruit ging. Eén rondje, dat was wat de jongens af hadden gesproken, maar ik vroeg me af of Jack genoeg tijd zou hebben om het zwarte monster verder op gang te laten komen. Jack liep steeds verder uit, maar toen zag ik dat Digo snel de afstand overbrugde die er zat tussen hem en Jack. “Nog even wachten” zei ik zacht, als hij nu het lachgas in zou schakelen, zou hij net te kort komen. Het leek alsof Jack me kon horen, want hij wachtte nog even en drukte toen pas het knopje in. Digo was op dat moment Jack bijna gepasseerd, maar doordat Jack het lachgas gebruikte, schoot het zwarte beest weg bij de groene bliksem. Het zwarte beest schoot als eerste langs het meisje heen. Jack had dus gewonnen, maar het had niet veel gescheeld of het was Digo geweest. Ik bleef tegen de balustrade aanleunen, terwijl Kevin en Nini naar beneden toe liepen om Jack te feliciteren. Ik bleef toekijken, ze stonden toch vlak onder me, en ik kon precies horen wat ze zeiden. Jack stond naast zijn auto en Nini vloog hem om zijn nek heen. Digo kwam uit zijn auto en liep naar Jack toe. Digo gooide de autosleutels van de groene bliksem naar Jack toe en riep: “Denk maar niet dat dit het einde is Jack!” Ik zag hoe Jack in de lach schoot en de sleutels terug gooide naar Digo. Wat ging die gek nu weer doen? “Dit is inderdaad niet het einde, maar zonder auto zal je niet ver komen!” zei Jack tegen Digo. Digo staarde Jack aan, alsof hij net een raar beest had gezien, ik kon zelfs hier Digo horen grommen en zag ik hem weglopen. Het duurde niet lang voordat ik het gebrul van de motor van de groene bliksem weer hoorde. De auto scheurde weg. Ik wist dat Digo nu bij Jack in de schuld stond. En niemand wou iemand anders iets verplicht zijn, dan was je niet goed bezig als je dat voor elkaar had gekregen. “Kwam je me niet even feliciteren?” zijn stem fluisterde in mijn oor en loom opende ik mijn ogen. Ik voelde zijn warme adem in mijn nek. Ik keek over mijn schouder naar hem. “Nawh” zei ik alleen maar en keek toen weer naar de racebaan. Een aantal racers reden over de baan heen, maar er werd niet serieus gestreden, er werd niet gekeken wie het meeste onder de motorkap had. “Eigenlijk had je de overwinning helemaal niet verdiend” Zei ik tegen hem. Hij kwam naast mij staan. “En waarom dan niet?” vroeg hij, duidelijk nieuwsgierig. “Je aarzelt er niet eens over om de uitdaging aan te nemen, en daarmee het risico te nemen dat je het zwarte beest verliest. En dan rij je ook nog als een malloot op de baan, en neem je onnodige risico’s. Als de auto niet zo’n fijngevoelig systeem had gehad, dan had jij van de weg afgelegen, en had je haar in de prak gereden. “ zei ik, zonder naar hem te kijken. Ik hoorde dat hij naar adem hapte terwijl ik dat zei. Hij wou iets terug zeggen, maar besloot blijkbaar om dat maar niet te doen, verstandige keuze. Ik zou me aan mijn belofte houden als hij nog zoiets zou flikken. “Okey, ik snap wat je bedoelt.” zei hij toen maar zacht. Ik keek even opzij, hij was uit zijn doen doordat ik hem zo op zijn plaats had gezet. Het gebeurde altijd automatisch, ik kon er niks tegen doen. Ik zei meestal als ik het er niet mee eens was. Ik keek weer naar de baan en zuchtte even. “Je bent een grote sukkel” zei ik toen tegen hem. “Wat?” in zijn stem klonk ongeloof. “Je ging met een te lage snelheid die bocht door, en je reed te laat weg bij de start, beginnersfouten” zei ik simpel. Ik had mijn ogen weer gesloten en negeerde zijn starende ogen, ik kon ze voelen. Ik hoorde voetstappen, ook al kende ik ze nog niet zo lang, het waren zeker weten die van Kevin. “Dus mevrouw weet veel over raceauto’s, lijkt het” zei hij tegen mij. “Zo kun je het zien” antwoordde ik daarop. Ik deed mijn ogen niet open. “Je weet wat van auto’s, maar kun je er ook in rijden?” vroeg hij toen. Ik haalde mijn schouders op, wat hij waarschijnlijk op zou kunnen vatten als redelijk. Ik opende mijn ogen en zag dat de twee jongens naar mij keken, ik zag een lach op het gezicht van Kevin. “Ik daag je uit tot een race”
Hoofdstuk 18, Never challenge me:
Outside New York, Green hills, 2AM
Ik keek Kevin verbijsterd aan, had hij mij nou net uitgedaagd voor een race? Mijn wereld was even bevroren terwijl mijn gedachten langs alle gevolgen heen liep. Toen besloten mijn hersenen dat de gevolgen niet op wogen tegen mijn verlangen om weer te racen. Kevin boot me de gelegenheid, het enige wat ik hoefde te doen was Ja zeggen. Maar dat was niet zo makkelijk als dat het lijkt, want ik besefte me dat ik geen auto had om mee te racen. “Ben je gek geworden Kevin?!” sprak Jack verontwaardigt uit, Jack vond het blijkbaar niet echt leuk dat Kevin mij uitdaagde. Ik keek even naar Jack, ik kon zelf ook wel beslissen. Heel erg zeker van dat feit was ik eigenlijk niet. Mijn hersenen waren in een soort van racedroom beland, en wouden die alleen maar waar maken. Ik keek weer naar Kevin, onbewust beet ik op mijn onderlip. “Ik zou het graag aannemen, maar dat kan ik niet” zei ik toen tegen hem. Kevin grimaste even. “Alleen omdat mister perfect zegt dat dat niet mag?!” zei hij spottend. Ik keek verontwaardigt, ik kon veel hebben, maar dit pikte ik niet. Ik had me aan niemand gebonden, en ik moest niet denken aan het idee dat ik naar Jack zou moeten luisteren. Ik schudde mijn hoofd. “Dat is helemaal niet zo” zei ik fel. Niet boos worden Rose, rustig. Ik haalde diep adem en probeerde weer te ontspannen. Ik keek Kevin aan, mijn zwarte ogen stonden nog steeds boos, maar ik zou niet meer tegen hem schreeuwen, tenminste een poging doen, omdat niet te doen. “En waarom dan niet?” Vroeg Kevin toen, nieuwsgierig geworden omdat ik zo uit mijn vel was gebarsten. Ik rolde even met mijn ogen, dat was toch wel duidelijk. “Ik heb geen auto om in te racen” zei ik toen. Maar voordat Kevin daarop kon antwoorden hoorde ik Jack zijn stem die zei: “Je mag het zwarte beest wel lenen om te racen” Ik draaide me direct naar hem om en keek hem verbaasd aan. Meende hij dat nou echt? Ik kon het gewoon niet geloven. Ik zag dat hij knikte, alsof hij daarmee mijn vragende blik in mijn ogen beantwoorde. Ik keek weer naar Kevin en zag een grijns doorbreken op het gezicht van Kevin. “Waarom racen we?” vroeg ik toen maar, ik wou weten welk addertje er onder het gras zat. “Als ik win, dan ga je met mij mee op een date, als jij wint.. “ hij maakte zijn zin niet af, en gebaarde dat ik dat maar moest doen. Ik dacht even na. En stapte toen naar hem toe, ik fluisterde iets in zijn oor, de rest hoefde het niet te weten. Ik deed een stap achteruit en keek naar hem. Hij was wat bleek geworden door hetgene wat ik had geëist als ik zou winnen. Hij knikte even. Toen pas besefte ik me dat als ik zou verliezen, ik met hem op een date moest. Onbewust rilde ik even, maar Kevin zag dat niet meer, want die was al weggelopen. Jack keek mij aan, “Ga je dit serieus doen?” vroeg hij toen zachtjes. Ik knikte even. Ik had geen keus. “Hij is een goeie racer Rose, en geen verliezer. Je kunt van hem verliezen” zei hij zachtjes. Een lichtte grijns brak door op mijn gezicht. “Verliezen? Dat woord ken ik niet. Ik heb nog nooit iemand zijn achterlampen gezien” zei ik, het laatste meende ik serieus. Ik verloor niet, ik had nog nooit verloren, dus dat zou ik deze keer ook niet doen. Alleen nu moest ik het zwarte beest nog onder controle zien te krijgen. Er brak een glimlach op het gezicht van Jack door. Hij haalde de sleutels uit zijn zak en pakte mijn hand vast. Wat?! Hij legde de sleutels zacht in mijn hand en vouwde mijn vingers erom heen. “Succes” zei hij, daarna liet hij mijn hand los, en liep naar Nini toe, die tegen Kevin aan het schreeuwen was. Totaal verbijsterd bleef ik achter. Wat deed die jongen toch met mij. Ik stak de sleutel in het stopcontact en draaide hem om. De motor kwam brullend tot leven. Ik reed het zwarte beest naar het begin van het parcours toe en zette hem daar voor de lijn stil. Ik zag hoe Kevin met zijn auto naast mij stopte. Ik was van plan te winnen. Ik zou niet verliezen, al helemaal niet omdat ik weigerde met hem op een date te gaan. Hij zag er niet verkeerd uit, maar zijn handelingen waren wel verkeerd. Zo vraag je dus nooit een meisje mee uit. Ik keek naar Nini die de baan opliep, ze had blijkbaar besloten dat zij degene zou zijn die ons het startteken zou gaan geven. “Racers klaar?” hoorde ik haar roepen. Ik knikte even, ik was er klaar voor. Ik lette niet eens op wat Kevin deed, en liet de motor even brullen. Ik wist hoeveel ze onder de motorkap had, en dat zou ik gaan gebruiken ook. Mijn ademhaling werd rustiger, terwijl de adrenaline door mijn bloed heen gonsde. Ik zag haar armen naar beneden gaan. Zonder te aarzelen drukte ik het gas in. Het zwarte beest ging met een hoog tempo naar voren toe, dit was de ware kracht van het zwarte beest. Ik drukte het gas verder in, en ze schoot ervandoor. Even keek ik in mijn zijspiegels en zag dat Kevin een heel eind achter mij reed. Sommige dingen waren toch zo voorspelbaar en Kevin, die was totaal voorspelbaar. Ik reed met hoge snelheid de eerste bocht in, ik trok me niks aan van alle remsporen die hier zichtbaar waren. Ik leefde om te rijden, dus dat zou ik doen ook. Jack had me verteld dat er gevaarlijk bochten in het parcours waren, en dat je dan van de weg afgereden kon worden. Maar ik was niet van plan om me door Kevin van de weg af te laten rijden. Ik drukte het gas dieper in, en keek op de snelheidsmeter, hard genoeg voor nu. Ik reed de eerste bocht door, zonder een drift te maken. Soms moest je de beste trucjes voor het laatste bewaren. Ik hoorde wat achter mij de piepende geluiden van banden die een drift maakte. Zo heel ver achter mij was hij dus niet. Geen haar op mijn hoofd dacht erover na om van hem te verliezen. Maar lang dacht ik daar niet bij na, toen ik de volgende bocht zag komen. Ik draaide aan het stuur en de auto reed soepel en snel door de bocht heen, het ging zo makkelijk omdat de bochten niet zo scherp waren. Opnieuw keek ik in mijn zijspiegels, Kevin was weer wat achter geraakt. Normaal zou ik dan ook inhouden, om het spannender te maken, maar dit keer niet. Dit keer was het geen spelletje, dit keer was het meer menens. Het was een van de laatste bochten, Kevin lag ver achter mij. De bocht lag aan het einde van een rechtte weg, en was iets scherper dan de anderen, zodat je wel gedwongen werd te driften. Niet dat ik daar veel zin in had, maar hier was het nodig, of je moest zo sloom rijden dat je de bocht stapvoets kon nemen, dan vloog je niet uit de bocht. Ergernis kwam bij mij naar boven. Ik kwam snel dichterbij, en verplaatste mijn voeten even, zonder het gaspedaal los te laten. Toen de bocht in zicht kwam, leek het net alsof er iemand wegrende. Ik zag een schittering op de weg, wat was dit? Ik had er een vreemd voorgevoel over. Hoe dichterbij ik kwam, hoe slechter dat gevoel werd, dit was foute boel. Maar stoppen? Daar dacht ik niet aan, dat kon ook niet eens, dan zou ik alles verliezen en met Kevin op een date moeten. Dat was iets wat ik vooral wou voorkomen. De meeste mensen zouden op dit moment afremmen, om de bocht te nemen, maar daar dacht ik niet over na. Ik drukte het gas dieper in, en de motor brulde vrolijk en de auto schoot naar voren. Ik reed over het schitterende stuk heen, en hoorde krakend geluid. Ik dacht er niet over na, en reed verder, terwijl ik het derde pedaal in de auto indrukte. En de auto een snelle drift maakte. Ik liet het gas iets losser, en drukte het toen weer vol in. Het zwarte beest schoot weer naar voren toe. Ik keek niet eens meer achterom, ik wou het niet, en ergens durfde ik het ook niet. Wat als ik het zwarte beest had beschadigd? Dan zou Jack me wat aandoen. Ik wist wat auto’s voor hun rijders betekenden. Dat had ik ook gevoeld. Ik drukte het gas weer in, en voelde even hoe de achterbanden even slipten. Door meer gas te geven, kreeg ik weer de controle terug, maar dit stuk leek eerder van ijs dan van asfalt te zijn. Maar toen de schittering van de baan verdween, vonden de banden weer weerstand. Een schok van opluchting ging door me heen. Wat was dit voor iets raar? En wat waren de bedoelingen geweest van deze stunt? Het had niet aan het zwarte beest gelegen, dat wist ik zeker. Het was iets anders geweest, maar wat? En wie had dat gedaan? Ik schudde even mijn hoofd. Bij de les blijven Rose, ik moest het er heelhuids vanaf brengen, en het zwarte beest ook. De laatste bocht, dat waren de enige drie woorden die door mijn hoofd heen schoten, ik moest er door heen komen, dat moest gewoon. De rest kom ne niet schelen. Door die laatste bocht heen komen, en het laatste stukje afleggen, en dan was dit voorbij. Ik drukte het derde pedaal in, en voelde hoe het zwarte beest uit zijn evenwicht werd gehaald. De auto maakte een perfecte drift door de bocht heen. Op het juiste moment liet ik het pedaal weer omhoog veren en drukte het gas dieper in. Het zwarte beest slaakte een harde brul en schoot vooruit, ik kon in de verte al Nini zien staan. Ik ging het halen, en hopelijk was het zwarte beest er ook zonder kleerscheuren vanaf gekomen. Maar dat kon ik pas zien zodra ik over de finish heen was. Ik keek in mijn zijspiegels en zag dat Kevin de bocht nog niet eens door was. Reed die gozer dan zo slecht? Ik keek weer naar voren, en drukte het gas nog wat dieper in, ik wou het zekere voor het onzekere nemen, en er voor zorgen dat ik met zeker weten als eerste over die finish heen kwam. Ik had geen zin in een date met Kevin en hopelijk maakte ik hem dat nu duidelijk, door met zo’n grote afstand voorsprong te winnen. Luid gebrul doorbrak mijn gedachten, dit was niet van het zwarte beest, nee, dit was afkomstig van de auto van Kevin. Ik keek opnieuw in de zijspiegels, en zag hoe hij al driftend door de bocht heen vloog, en razendsnel op mij afreed. Als ik niks zou doen, dan zou ik nog verliezen ook. En dat was ik zeker weten niet van plan. Geen haar op mijn hoofd dacht erover na om de bus lachgas te gebruiken die achter mij lach. Als ik dit wou winnen, dan zou ik het winnen op puur eigen kracht. Kevin had blijkbaar wel het lachgas gebruikt, anders zou die nu niet zo snel op me afkoersen. Ik keek weer naar de weg. Snel schakelde ik, en de motor brulde weer. Ik drukte nu het gas diep in, en zag hoe de snelheidsmeter omhoog vloog. Het zwarte beest vloog naar voren. Mijn snelheid liep van honderdvijftig op naar honderdtachtig kilometer per uur. In mijn ooghoeken zag ik, hoe Kevin weer begon terug te zakken. Ik racete langs Nini heen, en toen pas liet ik het gas los. Ik drukte voor het eerst de rem in, en het gebrul van het zwarte beest werd minder. Mijn snelheid daalde snel. Ik draaide scherp aan het stuur en drukte het derde pedaal in. De auto kwam weer uit evenwicht en maakte een halve draai. Zodat het zwarte beest met zijn voorkant naar finish toestond, waar Kevin nu pas kwam aanrijden. Ik drukte het gaspedaal even in, maar schakelde, zodat de auto stil bleef staan. De motor brulde hard. Het zwarte beest was een zwart monster geworden, een spookauto, waarvan men niet wist of hij er nou wel of niet was. Een geest.
Hoofdstuk 19, fire and ice:
Outside New York, Green hills, 2.30 AM
Hij keek naar de zwarte auto die over het parcours heen raasde. Zijn zwarte beest, en die werd bestuurd door Rose. Hij zag hoe ze een van de laatste bochten doorging, maar zonder te driften. Waarom ze niet drifte, dat wist hij niet, maar toen herinnerde hij zich, dat toen ze op jaguar hadden gereden, dat ze toen ook niet had gedrift. Hij tuurde naar de baan, en zag iemand weg rennen bij de baan vandaan. Hij fronste even. Wat had dit te betekenen. Hij zag hoe het zwarte beest de bocht in schoot, waar net die persoon vandaan kwam rennen. Heel even leek het alsof de wielen van de auto weggleden, maar Rose maakte er een perfecte drift van, wel eens waar op een heel hoog tempo, maar ergens leek het expres dat ze zo hard reed. Toen de auto sporen trok over de baan, leek de baan in brand te vliegen, hij zag de glinstering op de weg. Iemand had daar benzine neergelegd, dat zodra Rose zou gaan driften, de wielen in de brand zouden vliegen. Had Rose het gezien? Had ze daarom zo hard gereden? Het vuur jaagde achter de auto aan, maar het zwarte beest was te snel om te worden gepakt door de vlammen. Hij zag hoe de auto af en toe een beetje weg slipte, door het gladde ondervlak. Op dat moment maakte het hem niks uit of er iets met het zwarte beest zou gebeuren, hij was meer bezorgd over de veiligheid van Rose. Dit was tegen de raceregels, en dat besefte de andere omstanders ook. Winnen, dat deed je op eigen kracht, niet door vals spelen, vals spelen op deze manier, dat werd hier niet getolereerd. Zijn ogen waren gefixeerd op het zwarte beest, heel even keek hij naar de auto van Kevin, maar die lag redelijk achter, maar bij hem ontvlamde de bocht niet. Dit was dus duidelijk vals spel. Hij keek weer naar het zwarte monster. Ze gingen met een perfecte drift door de laatste bocht heen, hij kon zelfs hier de kracht van de motor voelen, toen ze hem liet brullen. Toen hij weer naar de auto van Kevin keek, zag hij dat die snel dichterbij kwam. Duidelijk lachgas. Wat zou Rose nu doen? Het lachgas gebruiken of niet? Heel even verzwakte het geluid van het zwarte beest, en hij zag hoe ze langzamer ging rijden. Wat was ze aan het doen? Oorverdovend gebrul doorbrak zijn gedachten. Het zwarte beest schoot naar voren, hij zag geen vlammen uit de uitlaat komen, hij had het zwarte beest nog nooit zo hard zien rijden zonder lachgas. Het zwarte beest, nee dat was geen goeie benaming op dit moment. Dit was het zwarte monster, dat tot leven was gewekt door Rose. Hij keek naar Nini, die bij de finish stond. De auto van Kevin zakte weer af, duidelijk niet opgewassen tegen het zwarte monster dat daar op het parcours reed. Het zwarte monster racete langs Nini heen. Het gebrul van het zwarte monster nam af, hij keek er weer naar, en zag toen, hoe de auto een drift inzette, maar het afmaakte met een halve draai. De auto stond recht tegenover de finish. Het duistere gebrul steeg weer op vanuit het zwarte monster. Rose had overduidelijk gewonnen, overal om hun heen klonk luid applaus, het had niks uitgemaakt dat er was vals gespeeld, want zelfs met dat, had Rose overduidelijk gewonnen. Hij wurmde zich tussen de mensen uit, en liep naar het zwarte monster toe. Zijn auto leek net een spook, het ene moment er wel, het andere moment verdwenen in de schaduwen van de nacht. Hij liep op haar af, het portier ging open, en Rose stapte uit, er ging een golf van verbazing door het publiek heen, ergens was hij er al wel aan gewend dat mensen zo reageerde als Rose een race had gereden, en nog met gemak won ook. Ze was duidelijk de dochter van dragon, nu hij beter naar haar keek, kon hij de gelijkenissen zien, niet alleen qua uiterlijk, maar ook qua rijstijl. Hij herinnerde zich dat Dragon ook altijd zo eindigde als hij de race had gewonnen, wat dus altijd was. Het gebrul van het zwarte monster, had hem moeten denken aan de brul van de zwarte draak, dat joeg mensen altijd angst aan. Hij stopte bij Rose. “Gaat het?” Vroeg hij direct. Rose draaide zich naar hem om en keek hem aan. “Ja hoor” zei ze. Ze klonk een beetje verbaasd. Nini kwam aangerend, en vloog Rose om de hals heen. Hij keek met een lichte glimlach naar het tafereel. Nini schudde Rose half door elkaar heen. “Goddank, je bent nog heel” zei Nini opgelucht. Rose keek hem even verbaasd aan, alsof ze niet begreep waarom iedereen zo bezorgd was. Had ze dan er niks van meegekregen? Hij schudde even zijn hoofd, hij zou het zo wel zeggen, zodra Nini Rose los zou laten. Een lichte blos verscheen op het gezicht van Nini, en ze liet Rose los. “Die ene bocht, die zo glibberig was?” vroeg hij toen aan haar. Hij zag hoe ze knikte, dat had ze dus wel meegekregen. “Toen je die drift maakte, ontstond er vuur, er is benzine daar op de baan gelegd” zei hij. Hij zag hoe de ogen van Rose groter werden, blijkbaar besefte ze nu pas waar ze door heen had gereden. “Maar je reed zo snel, dat het vuur geen vat kon krijgen op de auto of op de banden” zei hij daarna, om haar een beetje gerust te stellen. De auto van Kevin werd omgeven door mensen, sommige zeiden dat het een goede race was, anderen vielen hem lastig met het feit dat hij vals had gespeeld. Maar dat alles maakte niet uit. Rose leunde tegen de motorkap van het zwarte monster aan. Hij liep snel even een rondje om het zwarte monster heen om te kijken of er niks beschadigd was. Hij bleef even staan bij de achterkant. Hij dacht even na, totdat een stem zijn gedachten doorbrak. “Je hoeft je geen zorgen te maken over haar, ik heb heel voorzichtig gereden” de woorden klonken plagend in zijn oor. Hij draaide zich om en keek naar Rose die hem aankeek met een grijns op haar gezicht. Een plukje roodbruin haar was losgeschoten uit haar staart die ze in had gedaan om te racen, het plukje dwaalde voor haar ogen. Voordat hij doorhad wat hij deed, stak hij zijn hand naar haar uit en veegde het plukje uit haar gezicht en haakte het achter haar oren. “Dat weet ik” zei hij met een glimlach. Hij liet zijn hand weer zakken, hij had de lichte blos gezien die op haar wangen was verschenen. Vanbinnen was hij onthutst, hoe kon zij zoveel bij hem teweeg brengen, alleen al door daar te staan en naar hem te grijnzen? Kevin maakte zich los uit de groep mensen en liep op hun af. Rose liep naar de voorkant van het zwarte monster toe en wachtte rustig op Kevin. Hij ging naast het zwarte monster staan en keek naar de twee. Hij was nou toch wel heel erg nieuwsgierig wat Rose had gekozen als winnaarsprijs. Kevin stopte voor Rose. De jongen zag redelijk bleek. Hij keek naar Rose, de blik in haar ogen stond kil, de Rose die net naar hem was gegrijnsd, waarmee hij een ijsklontjes gevecht had gehouden, die was verdwenen, dit was de Rose die achter het stuur zat, die van zijn zwarte beest, een zwart monster had gemaakt. “Racen doe je op een eerlijke manier, niet door vals te spelen” zei ze. Haar stem was zacht, maar duidelijk te verstaan. Mensen om hun heen zwegen, die wouden ook duidelijk weten wat Rose te zeggen had. Die blik in haar ogen, die liet rillingen over zijn rug heen glijden, Kevin zei niks, duidelijk beschaamd over wat hij had gedaan. Rose zei verder niks meer, maar de kilte straalde van haar af. IJskoningin, zo had hij haar genoemd, toen Kevin naar de naam van Rose had gevraagd. Het was zomaar in hem opgekomen, maar hoe Rose er nu bij stond, was dat wel heel toepasselijk. Ze was een echte ijskoningin. Kevin voelde zich duidelijk niet op zijn gemak, dat was te zien aan de manier waarop de jongen de blik van Rose ontweek. De stilte was om te snijden. Rose keek de jongen doordringend aan. En Kevin trok nog wat bleker weg, maar kwam toen wel in beweging. De jongen haalde wat uit zijn broekzak, het waren de sleutels van een auto. Zijn ogen werden groter van verbazing. Hadden ze gereden om een auto? Een date tegenover een auto? Of Rose was ongelofelijk dom, of ze was ongelofelijk slim, dat ze de race op die manier had gespeeld. Hij geloofde eerder in het laatste dan in de eerste. Een date zat Rose dus heel hoog. Even schoot er een idee door zijn hoofd heen, maar direct propte hij dat weer weg. Hij moest niet op die manier over Rose denken. Kevin gaf de sleutels aan Rose, die ernaar keek en ze in haar hand woog, om te kijken wat ze waard waren. Ze sloot haar hand en stak de sleutels in haar hand. Ze knikte even. Kevin leek wat opgelucht en liep toen terug naar zijn eigen auto, het waren dus niet de sleutels geweest van de auto van Kevin, maar van welke dan wel. Rose keek even naar de omstanders, die daardoor afdropen. De kilte was redelijk duidelijk. Toen de mensen hun eindelijk met rust lieten, liep hij naar Rose toe. Nini was naar haar vriendinnen toegegaan. Hij ging naast haar staan en leunde tegen de motorkap van zijn zwarte monster aan. De nieuwsgierigheid stak weer de kop op. “Waar zijn de sleutels van?” Vroeg hij toen voordat de woorden kon stoppen. Rose keek opzij naar hem, de kilheid was weer uit haar ogen verdwenen, de ijskoningin was verdwenen, en daar was zijn Rose weer. Direct riep hij zijn gedachten een halt toe, zijn Rose, ze was helemaal niet van hem. Hoewel, nee, daar moest hij zich niet gaan wagen. Hij hoorde hoe ze zuchtte. “Van een auto” antwoorde ze. Zijn mond zakte iets open van verbazing. Ach, hij had antwoord gekregen, niet het antwoord dat hij zou, maar wel het antwoord op de vraag. Hij zag een geamuseerde lach op het gezicht van Rose verschijnen toen ze naar hem keek. Hij wou wat zeggen, maar de woorden kwamen niet meer over zijn lippen heen, even werd hij gevangen door de magie van haar lach. “De sleutels zijn van een auto die vroeger aan Dragon toebehoorde” sprak ze toen zachter. Direct werd de magie doorbroken en klopte de realiteit weer aan. Dat was het dus, daarom had ze geen spelletjes gespeeld. Ze had geweten dat Kevin in het bezit was geweest van een van de auto’s van Dragon, en die had ze terug gewild. Ergens was het niet meer dan eerlijk. De auto’s van Dragon, die hoorden in de familie te blijven, daar in hun glorie te staan, niet om misbruikt te worden door onervaren racers, die alleen zo’n auto hebben om te showen. “Welke?” dat was het enige woord dat hij uit kon brengen toen hij zijn stem terug had gevonden. Even leek Rose te aarzelen. “De witte draak” zei ze toen zachtjes. Zijn ogen werden groter. Hij had niet geweten dat ze de witte draak hadden verkocht. De zwarte draak had hij nog in hun garage gezien, maar nu het zo zei. Hij had toen ook al de witte draak gemist. Dragon reed altijd in 2 vaste auto’s, de witte en de zwarte draak. Soms noemde hij die al grappend Yin en Yang. Een herinnering kwam boven drijven. Het was laat in de middag geweest. Die dag was hij naar Dragon toegegaan voor zijn training, niet wetend dat het de laatste keer zou zijn dat hij les zou krijgen van Dragen. Hij was naar het parcours toegelopen waar Dragon hem altijd trainde. Zijn auto stond iets verderop. Het gebrul van een motor was hem al tegemoet gekomen. Toen hij naar de baan toe was gegaan, had hij de witte draak rond zien racen over het parcours heen, met perfecte driften erin. Hij had gedacht dat het Dragon was geweest, maar de man was opeens naast hem verschenen. “Mooi staatje rijkunst hé?” had Dragon aan hen gevraagd. Hij was stomverbaasd geweest, toen hij Dragon had zien staan. De man had al zijn koptelefoon aan staan, de man was duidelijk bezig met het trainen van iemand. Hij had gedwee geknikt. Het was inderdaad een staaltje rijkunst wat er op de baan werd vertoond. “Zet hem maar aan de kant darling” had de man in de microfoon gezegd. Hij had het toen zo’n rare naam gevonden, wie heet er nou darling? Vooral als jongen zijnde kon dat niet. De witte draak had gebruld naar hem, als antwoord. En niet lang daarna was de auto gestopt en naar hun toegereden. Er was een tenger meisje uitgestapt met roodbruin haar, maar met duistere zwarte ogen. Het meisje was Dragon om de nek gevlogen. “Hij rijd fantastisch” had ze uitgeroepen met een glimlach. Toen had hij niet meer geweten wie ze was, maar nu wist hij wel beter. Zij had eerder in de witte draak gereden, en nu had ze voor de witte draak gereden, om hem terug te krijgen. Ze glimlachte weer naar hem. “Je moet niet zoveel nadenken, dat geeft je rimpels” zei ze toen. Hij schoot in de lach. Het ene moment was ze zo kil, en het volgende moment maakte ze hem aan het lachen. Zijn hart begon sneller te slaan, ze was zo dichtbij. Zij was naast de auto’s het enige wat hem zo’n energie stoot gaf. Hij besloot om niet meer na te denken, zoals Rose had gezegd. Hij boog meer naar haar toe, en legde zijn hand op haar middel. Hij zag hoe haar ogen iets groter werden. Zacht trok hij haar naar zich toe, en zijn lippen vonden de hare.
Leonoor Commandant
Aantal berichten : 812
personal info Leeftijd: 24 years I have been walking on this world Partner: You can't winn my love. My love is my freedom. Don't try to winn my love, you only get a broken heart. Sagitta, my hunterbird, she shows me to be free. Paard: Danger, like the risks we take every day. Together we will go to where the wind us lead
Onderwerp: Re: [story] The black rider. vr jul 19 2013, 18:54
Hoofdstuk 20, Swimpool party:
New York, Swimming pool by master house, 10 PM
Lui dobberde hij op zijn rug door het water heen. Om hem heen sprongen mensen in het water, maar daar trok hij zich niks van aan. Nini had het duidelijk leuk gevonden om weer eens een van haar wilde party’s te geven. Helaas kon hij er vanavond niet aan ontsnappen. Er stonden geen straat races op het programma, en om doelloos rond te gaan rijden, dat kon hem alleen maar in problemen brengen. Het laatste waar hij nu op zat te wachten waren nog meer problemen. Een plens water in zijn gezicht maakte hem wakker uit zijn dachten. Heel even verdween hij onder water en kreeg hij een slok water binnen. Proestend kwam hij weer overeind en keek woedend om zich heen, maar er was niemand die naar hem omkijken. Even had hij de neiging om heel hard de naam van Nini te roepen en te zeggen dat ze de mensen weg moest sturen. Maar hij had zijn zusje nog nergens gezien, en met die actie zou hij ook de aandacht van de andere mensen op zijn hals halen, en daar had hij even geen zin in. Hij keek om zich heen, het enige wat hij zag waren lichaamsdelen van mensen en hier en daar een hoofd. Het irriteerde hem mateloos dat hij niet eens normaal in zijn eigen zwembad kon zwemmen. In zijn ooghoeken zag hij Nini lopen. Dit was zijn kans. Snel zwom hij naar de rand toe, waarbij hij zich door de mensen heen moest worstelen. Niemand leek het iets te deren als ze getrapt werden. Hij klom uit het zwembad en bleef heel even staan. De plek waar hij net had gelegen in het water was al weer ingenomen door andere mensen. Het zwembad was niet meer blauw, maar eerder zwart van de mensen. Hij schudde zich even uit, waarbij het water alle kanten op vloog. De meiden die van de laatste zonnestralen lagen te genieten op de badstoelen kregen daarbij druppels water op zich en keken verontwaardigd naar hem, maar zodra ze hem in beeld zagen, begonnen ze te kwijlen en waren die boze en verontwaardigde blikken verdwenen. Vroeger zouden die blikken hem wat gedaan hebben, maar nu niet meer. Hij zou er pas voor kunnen vallen als hij zo’n blik van één bepaald meisje toegewezen zou krijgen. Zijn gedachten gingen weer met hem op de loop. Hij liep maar weer verder, in de richting waar hij Nini op had zien gaan. Hij liet een spoor van natte voeten achter op de stenen en even later op het pakket, maar dat maakte toch niks meer uit. Nini zou het wel zelf schoon moeten maken, of laten maken. Dat zou hij dit keer niet voor haar opknappen. Bijna kreeg hij de klapdeur van de keuken in zijn gezicht doordat hij een moment niet oplette. Nog op tijd kon hij opzij springen, hij moest echt beter opletten, anders zou hij nog eens een ongeluk veroorzaken. Zijn ogen vielen op Nini die op het aanrecht zat. Nini was bezig om een aardbei op te eten. Ze stonden met een groep meisjes in de keuken. Hij gromde even iets, waarbij Nini direct naar hem omkeek. Zijn groene ogen stonden niet al te aardig, het water drupte nog lichtjes van zijn lichaam af. Een pluk van zijn donkerblonde haar hing voor zijn ogen. Water drupte uit de puntjes van zijn haren. Nini sprong direct van het aanrecht af, blijkbaar was zij als enige in staat te bewegen. De andere meisjes stonden aan de grond genageld en staarden hem met open monden aan. Nini schoot in de lach toen ze haar vriendinnen weer zag. “Staren is onbeleefd” zei Nini toen tegen de meiden, die direct op commando hun monden dichtklapten en Nini aankeken. De meiden maakte daarna dat ze zich uit de voeten maakte. Nini bleef staan en graaide een nieuwe aardbei uit de bak die op het aanrecht stond. Ze nam er een hap uit. Het ergerde hem zo erg, dat ze niet eens oplette wat haar gasten deden. “Nini, waarom heb je in vredesnaam zoveel mensen uitgenodigd?!” riep hij uit toen de meiden uit de keuken waren. Hij hield niet van zoveel mensen op elkaar, vooral niet als mensen steeds met je wouden praten, terwijl jij gewoon niks wou doen. Nini keek hem een beetje verontschuldigd aan, maar ruïneerde dat effect door daarna haar schouders weer op te halen. Hij zei niks, maar keek hij wat bozer aan, hij wou antwoorden, en zij was degene die hem antwoorden kon geven en dat zou ze gaan doen ook. Nini keek even van hem weg, en aarzelde even. Wat was de reden van dit feestje? Nini gaf meestal zonder uitleg feestjes, maar zodra ze de uitleg dan wel gaf, was het meestal wel duidelijk. Dit was Nini haar manier om dingen te uiten als ze ergens blij over was, helaas voor haar vond hij dit niet zo’n geslaagde manier om het te vieren. “Nini” zei hij, hij wou antwoorden, en wel meteen. En als ze die niet zou geven, dan zou hij haar feestje verpesten, door iedereen naar huis toe te sturen, en Nini wist zeker wel dat hij dat zou gaan doen. Zijn zusje wiebelde wat met haar tenen en was duidelijk niet op haar gemak. Hij wou zijn mond openen om wat te zeggen, maar op dat moment ging de deurbel. Zijn ogen werden groter van verbazing, had ze nou nog meer mensen uitgenodigd? Nini zag dit duidelijk als een vluchtweg. Voordat hij haar tegen kon houden, was ze langs hem heen geglipt, de keuken uit, naar de hal toe. Hij liep maar achter haar aan, anders zou hij haar straks weer kwijt zijn, wanneer hij haar tot haar verantwoording probeerde te roepen. Nini was gered bij de bel, maar niet voor lang, want hij zou zich zeker niet inhouden als zij het niet uitlegde. Nini rende door de gang heen, maar hij liep rustig achter haar aan. Nini opende de witte voordeur en gaf even een kort vreugde gilletje. Wie was dit nou weer? Geduldig wachtte hij af terwijl hij tegen de muur aanleunde. Zijn rug was toch al droog, en het pleisterwerk op de muren kon er toch wel tegen. Zijn donkerblauwe zwembroek hing losjes op zijn heupen. Zijn ogen werden gedeeltelijk bedekt door zijn haar wat ervoor was geschoven. Nini deed een stap achteruit, zodat de persoon die voor de deur stond ook naar binnen kon. Het enige wat hij vanaf deze positie kon zien waren twee sneakers. Sneakers, ergens in zijn hoofd begon een belletje te rinkelen, maar hij was niet zeker van zijn zaak. Zijn ogen werden groter toen de persoon achter de deur zichtbaar werd. Rose. Waarom was zij hier? Dat was de enige vraag die door zijn gedachten heen schoot, voor de rest was hij bevroren. Goed nadenken, dat kon hij niet meer. Zijn hersenen waren acuut bevroren toen hij Rose zag. Hij had haar voor het laatst twee weken geleden gezien, na die kus, toen was ze verdwenen. Hij had haar wel op willen zoeken, maar de tijd was er toen niet geweest, en nu stond ze hier weer opeens, en deed ze hem bevriezen, schakelde zijn logische kant uit. “Jack!” direct schoot hij op uit bevries modes. Hij keek zijn zusje een beetje afwezig aan. “Wattuh?” vroeg hij, hij kon duidelijk aan haar gezicht zien dat ze iets tegen hem had gezegd. Nini schudde even afkeurend haar hoofd en voordat hij het wist kreeg hij een klap op zijn kop. “Ik zei dat Rose voor een paar weken bij ons verblijft. Aangezien James in het buitenland zit” zei Nini. Zijn hersenen leken weer te gaan bevriezen. Rose, een paar weken hier? In hun huis? Was dat wel zo’n goed idee? Maar voordat zijn logische kant daar over een besluit kon nemen knikte hij al. De grijns op Nini haar gezicht werd groter, dit was een van de weinige momenten waarbij Nini hem terecht wees, in plaats van andersom. Hij rolde even met zijn ogen en keek toen naar Rose, Rose keek niet naar hem, maar keek naar de schilderijen van raceauto’s die aan de muur hingen. Hij keek weer naar Nini. Toen kwam hij in beweging, blijkbaar was dat het enige waar zijn lichaam toe in staat was. Spreken, dat kon hij op dat moment niet. Hij liep terug naar buiten toe, de meeste mensen waren alweer uit het zwembad gegaan, waardoor het eindelijk weer blauw zag. Hij pakte een van de banden die op de rand lagen en duwde die het water in. Hij dook het water in, en voelde het verkoelende water, dat had hij wel nodig. Hij kwam weer bovenwater en zwom naar de band toe. Zonder moeite kwam hij op de band en ging hij liggen. Half in het water, half uit het water. Met een zucht sloot hij zijn ogen weer. Hoe moest hij hier nou weer mee omgaan? De afgelopen twee weken, die waren niet al te prettig geweest, vaak had hij aan Rose gedacht, maar had haar niet opgezocht. Waarom? Hij wist het zelf ook niet. Ergens had hij er spijt van dat hij dat niet had gedaan. Want met deze gevoelens kon hij ook niet omgaan, hij kende ze niet, en dat frustreerde hem. Het enige wat hij eigenlijk wou was Rose omhelzen en haar nooit meer loslaten. Maar of hij dat kon maken? Misschien had zij het feit dat hij haar niet was komen opzoeken aangenomen als dat hij haar niet wou. Het tegendeel was waar. Waarom was dit toch zo frustrerend? De laatste zonnestralen vielen op het bad, het water had nog steeds een aangename temperatuur, en dat zorgde ervoor dat er nog veel mensen in het water lagen. Tot nu toe had hij nog niemand aangevaren, en dat moest voorlopig ook nog maar even zo blijven. Hij had geen zin om weer onder water terecht te komen, want ook al had het water nog een lekkere temperatuur, hij zou dan weer helemaal nat worden. Net nu zijn zwembroek weer wat droger was geworden. Opeens besefte hij zich dat hij nog steeds geen antwoord had gehad van Nini. Die had zichzelf maar weer eens gered door iemand anders te gebruiken, zoals gewoonlijk. Nini werd er wel steeds handiger in om het voor elkaar te kregen dat andere mensen haar uit de penarie hielpen. Hij zou haar nu op kunnen zoeken, en het antwoord eisen. Maar hij vermoedde dat Rose bij haar zou zijn. En eigenlijk wou hij de confrontatie met Rose nog even uit de weg gaan, vooral omdat hij zelf nog aan het feit moest wennen dat ze de komende weken in een huis zouden samen leven, en omdat hij niet wist hoe zij over hem dacht. Ze had hem toen weg kunnen duwen, maar dat had ze niet gedaan. Met een woord zou hij dit alles kunnen omschrijven, frustrerend. “Boe!” zei opeens iemand in zijn oor, niet eens zo heel erg hard, maar hard genoeg om hem te laten schrikken. Door zijn reactie viel hij van de band af, en belandde hij onder water. Hij kreeg een hap water binnen doordat hij in een reflex naar adem had gehapt, helaas had hij zich al onder water bevonden. Hij worstelde zich weer naar boven. Heel even kon hij niks zien en hoestte het water uit wat hij binnen had gekregen. Wie was dat, wie had het gedurfd om hem van de band af te duwen? Nini, dat was het eerste wat door zijn gedachten heen schoot. Hij hoorde gelach, maar het klonk niet zoals het gelach van Nini, hij kende het gelach wel. Hij opende zijn ogen en keek naar de persoon die hem zo had laten schrikken. Er was nergens iemand te bekennen, tenminste niet iemand die dichtbij genoeg was geweest om boe in zijn oor te fluisteren. Toen hij naar de band keek werden zijn ogen iets groter. Er zat iemand op de plek waar hij net had gezeten, haar roodbruine haar was niet te missen. Een paar zwarte ogen keek hem al lachend aan. Rose.
Hoofdstuk 21, Revenge is so good:
New York, Swimming pool by master house, 11PM
Al lachend keek ik op hem neer, het was ook veel te makkelijk dit. Hij leek wel een angsthaas, je hoefde alleen maar boe te zeggen, en hij lag al omver, in dit geval in het water dan. Het zwembad zag niet zo heel zwart meer van de mensen. Sinds lange tijd stond er weer een gemeende glimlach op mijn gezicht. Zijn groene ogen staarde mij nog steeds stomverbaasd aan. Een deel van mij voelde zich ongemakkelijk en wou wegvluchten bij hem vandaan. Een ander deel zou hem zo graag een sarcastische opmerking naar het hoofd toegooien. Maar ik besloot geen van beiden te doen. Jack leek zich niet te herstellen, maar bleef mij aanstaren. Ik kon het niet meer laten. “Staren is onbeleefd” zei ik, terwijl ik weer wat overeind ging zitten. Ik probeerde me stem in de toom te houden, maar ik kon niet voorkomen dat er een lachende toon door heen zat. Het was best grappig om hem zo te zien, bevroren? Dat was misschien het beste woord waarmee ik hem nu zou kunnen omschrijven. Na mijn woorden bracht hij nog steeds niks uit, en bleef naar me staren. Wat was er nou weer met hem aan de hand? Ik rolde even met mijn ogen en kon het toen niet meer laten. Ik haalde mijn hand door het water heen, en gooide een plens water in zijn gezicht. “Whoa” kwam er nu uit hem voort. Hij sprong wat achteruit, maar zette een misstap, waardoor hij weer onder water verdween. Ik barste in lachen uit, dat was al de tweede keer in vijf minuten tijd, en beiden door mijn toedoen. Rustig bleef ik op de band zitten, dit zou me waarschijnlijk wel zuur betaald worden gezet door hem. Maarja, wraak was toch zo goed. Heel lang duurde het niet voordat Jack weer boven water kwam, dit keer veel sneller dan de vorige keer opende hij zijn ogen weer. Hij keek me aan, zijn groene ogen leken te vlammen, net zoals als hij aan het racen was. Mijn benen bungelde over de rand van de band heen. Heel even keek ik hem aan, maar toen dook hij weer onder water. Waarom? Geen idee. Maar ergens in mijn hoofd vormde zich het idee dat hij iets ging uitvoeren. Ik keek om me heen, maar geen Jack, waar zou dit op uitlopen? Opeens voelde ik twee koude handen die zich om mijn enkels heen sloten. Ik gaf een hoge gil, en voordat ik mijn gil af kon maken, werd ik van de band afgetrokken, het water in. Ik ging kopje onder, gelukkig had ik nog een hap adem kunnen halen voordat ik in het water in was verdwenen. De twee handen hadden mijn enkels los gelaten en in dat ene moment van hoop probeerde ik omhoog te komen. Maar de twee koude handen pakten me bij mijn middel vast en trokken me weer naar beneden. Het water was best koud, maar dat drong nu pas tot me door. Ik opende mijn ogen, om te kijken wie de verantwoordelijke was, ook al wist ik allang wie het was. Twee groene ogen keken me aan. Jack. Mijn adem begon langzaam op te raken, en daarmee begon mijn worsteling om uit zijn handen te komen weer. Maar niets leek te werken. Hij hield me onder water. Ik moest adem halen. Even hield ik op met worstelen en keek naar zijn groene ogen. Misschien moest ik het maar op een andere manier proberen. Ik legde mijn handen op die van hem en mijn vingers gleden over de rug van zijn handen heen. Ik zag hoe zijn groene ogen iets groter werden. Heel even voelde ik zijn handen ontspannen, dit was mijn kans. Ik trok zijn handen los van mijn middel en was vrij. Snel zwom ik omhoog en kwam boven water. Ik liet mijn adem gaan en ademde toen weer diep in, het duurde even voordat mijn ademhaling weer normaal werd. Waar was Jack? Hij was niet naast mij boven gekomen, zoals ik had gedacht. Aan de andere kant wou ik niet weten waar hij was, want dat zou alleen maar meer onderwater duw acties worden, waarbij ik me los moest vechten om adem te halen. Mijn zenuwachtige gedachten verdwenen toen hij niet in de buurt leek te zijn. Heel even sloot ik mijn ogen, grote fout. Ik voelde een koud lichaam achter me, nouja koud. Het was kouder dan ik, maar zeker weten warmer dan het water. Ik probeerde nog weg te zwemmen, maar het was al te laat. Met een ruk werd ik onder water getrokken, de blauwe wereld van het water in. Dit keer was ik er beter op voorbereid geweest, waardoor ik meer adem had kunnen halen. Weer probeerde ik me los te worstelen, maar ook deze keer leek dat niet te helpen. Hij was wel heel sterk, maar dat was ook te verwachten. Ik werd tegen een koude borstkas aangedrukt, ik voelde de pezen van zijn borstkas langs mijn rug heen glijden. Rillingen gleden over mijn rug heen, niet van afschuw, maar van verbazing, over hoe zacht zijn borstkas eigenlijk was. Een klein deel van mij wou zich gewoon overgeven, en zich tegen hem aandrukken, maar een groter deel van mij wou zich los maken van hem. Hij wou wraak? Dat zou hij krijgen ook. Ik sloot mijn ogen even. Hij was hier degene die twee weken lang niks van zich had laten horen. Niks na die ene kus. Had het dan niks voor hem betekend? Ik wou er niet over nadenken. Ik had zijn reactie wel gezien toen ik de gang in was gestapt, hij was als bevroren geweest, maar in de goede of in de slechte manier? Dat kon ik nog steeds niet zeggen. Ik opende mijn ogen weer. Opnieuw was mijn adem bijna op. Hoe moest ik in vredesnaam uit zijn armen komen. Ik probeerde mezelf om te draaien, en na wat wrikken lukte het ook. Misschien zou ik nu los kunnen komen. Ik zag twee groene ogen die me vermakelijk aankeken. Wat voor een spelletje speelde hij? Hard trapte ik op zijn tenen, ik zag hoe hij luchtbellen uitblies van verbazing. Ik probeerde mezelf los te krijgen van hem, maar dit keer had hij mij door. Hij trok mij daardoor dichter tegen zich aan in plaats van dat hij me losliet. Ik gromde wat en beet uit onmacht op mijn onderlip. Waarom liet hij mij niet los? Ik legde mijn handen tegen zijn borstkas aan, en probeerde hem weg te duwen, niet dat dat wel lukte. Ik kwam er alleen maar achter dat hij echt zo gespierd was als dat hij leek. Die groene ogen, die bleven mij aanstaren. Ergens was ik onthuts, die groene ogen, die leken dwars door me heen te kijken, die leken te weten waar ik aan dacht. Niemand mocht de waarheid weten. De waarheid bracht alleen maar ellende. Ik sloot mijn ogen, ik wou die ogen niet zien, ik wou niet dat ze de muur omver gooide en alles over mij te weten kwamen. Dat zou ik niet aankunnen. Dan zou ik nog meer gebroken zijn dan dat ik nu al was. Opnieuw probeerde ik me van hem los te maken. Ik opende mijn ogen weer. Mijn zwarte ogen stonden nu niet meer zo lief. Hij moest me loslaten, anders zou hij een groot probleem hebben. Ik probeerde onder water opnieuw naar hem uit te halen, maar niks werkte. Hij was duidelijk niet van plan me los te laten. Toen zette hij zich af, en kwamen we boven water. Tegelijkertijd hapten we naar adem. Ik hoestte even, doordat ik wat water had binnen gekregen. Meneer Arrogant was weer op het toneel verschenen. Eerlijk gezegd had ik liever Jack dan meneer Arrogant. “Laat me los” siste ik. Ik kneep mijn ogen iets dicht. Ik was zo boos, dat ik er niet eens bij stil stond dat zijn armen om mij heen lagen en dat ik tegen hem aanstond. Tot twee keer toe had hij me nu onder water geduwd, waarbij ik beiden keren bijna in ademnood kwam. Ik zag hoe een grote grijns op zijn gezicht verscheen. “Niemand heeft gezet dat wraak zoet was” zei hij als antwoord. Even was ik met stomheid geslagen. Meneer Arrogant was dus wel slim, ook al leek dat vaak niet zo. Ik gromde wat, alleen maar omdat ik niet wist wat ik terug moest zeggen. “Nu staan we quitte” zei hij met een grijns. Er gleed een glimlach over mijn gezicht heen, wie zei dat we hier mee klaar waren? Ik prikte hem in zijn zij, en hij maakte een hoog geluidje. Ik schoot in de lach en bleef hem prikken. Hij liet mijn middel los en probeerde mijn handen te pakken, maar dat liet ik niet gebeuren. Nu had ik mijn wraak. Alleen was mijn wraak veel wreder dan die van hem. De zon was al onder gegaan, maar de sfeerlichten rondom het zwembad waren aangegaan, waardoor het nog redelijk licht was. Er was genoeg licht om elkaar te kunnen zien. De meeste mensen waren al uit het water gegaan, blijkbaar vonden zij het water te koud. Maar voor mij was het de perfecte temperatuur. Ergens vond ik het vooruit zicht om elke ochtend hier wakker te worden en een ochtend duik te kunnen nemen zeer geruststellend. Maar aan de andere kant, kon ik het zo lang uithouden met Jack in één huis? Ik wist het niet. Maar ik was Nini wel dankbaar voor het aanbod. Beter hier een paar weken doorbrengen en af en toe meneer Arrogant een toontje lager te laten zingen, dan in me eentje een paar weken door te brengen in de garage. Daar was niks aan. James had zelf gezegd dat ik maar eens een vakantie moest nemen, en dat deed ik dus ook. Misschien niet op de manier waarop hij dat had bedoeld, en al helemaal niet bij de mensen waarmee hij wou dat ik omging. Maar het was vakantie, vakantie op mijn manier. De grijns op mijn gezicht werd groter terwijl ik door bleef gaan met Jack in zijn zij prikken. Hij bleef van die hoge geluidjes maken, ergens klonk het wel schattig, schattig, wat? Waar gingen mijn gedachten nu weer met me naar toe? Heel even hield ik op. Jack dacht blijkbaar dat ik ermee ophield en ontspande wat. Nu was hij degene die de fout begin. Ik dacht weer helder na en zette me af. Ik zwom langs hem heen, en stopte achter hem. Ik begon hem weer in zijn zij te prikken. Hij was steeds net niet snel genoeg. Steeds opnieuw bleef ik hem prikken. Sommige meiden keken naar ons, in mijn ooghoeken zag ik de jaloerse blikken die naar ons toe werden geworpen. Maar ik trok me er niks van aan. Dit was hoe ik met Jack omging. En veel meer zou dat niet worden. En als zij dat ook wouden, dan moesten ze zich maar losmaken van de bar en ook in het zwembad komen om ook mee te gaan doen. Niet dat ze dat zouden gaan doen. Dit waren van die o zie mij nou meisjes, die al boos werden als er ook maar één druppeltje water op hun perfecte huid kwam. Laat staan dat ze vrijwillig het water in zouden gaan springen. Dus ik vond het hun eigen schuld, zij hadden dan ook geen recht van spreken, om zo te doen of die blikken te werpen. Ik voelde hoe hij een van mijn twee handen te pakken kreeg en ik schoot in de lach, meer door de blikken van de meiden dan de actie van Jack. Ik keek hem aan, en zag dat zijn groene ogen verbaasd maar geamuseerd stonden. Blijkbaar vond hij dit net zo’n leuk spelletje als ik. Alleen was dit mijn wraak op hem. Ik prikte hem weer in zijn zij, alleen dit keer probeerde hij te voorkomen dat hij een geluidje maakte. Ik schoot in de lach toen ik zijn gezicht zag, het stond gespannen, en paste totaal niet bij de blik die in zijn groene ogen lach. Ik vergat hem opnieuw te prikken waardoor hij mijn handen vast pakte. Voordat ik het doorhad trok hij mij naar zich toe. Voor de tweede keer die dag stond ik tegen hem aan. Ik hield uit verbazing op met lachen en keek hem aan. Wat was hij nu weer van plan? Zijn handen lagen weer rond mij middel, maar dit keer deed ik niks om los te komen. Mijn gedachten stonden stil, alles leek stil te staan toen hij me kuste.
Hoofdstuk 22, At night time high in the sky:
Above the ocean, Airplane, 10PM
Zijn vingers gleden over de bekleding van de stof van de beige stoelen heen. De hele dag was hij al afgeleid. Hoe moest hij in vredesnaam dit nou weer oplossen? Zijn blik gleed even naar de twee meiden die iets verder op zaten. Nini en Rose weren druk bezig met een kaartspelletje. Het liefste zou hij naar hun toe zijn gelopen en mee hebben gedaan aan het spelletje. Maar dat kon nu niet. Hij had andere verplichtingen. Een diepe zucht doorbrak de stilte waar hij in zat. Opnieuw staarde hij naar het scherm voor zich. Hij haalde zijn hand van de stoel af en liet zijn vingers over het scherm heen glijden. Hij verschoof een aantal items en drukte toen op verzenden. Na een tijdje sloot hij het scherm af en keek hij naar buiten. Hij liet zijn hoofd leunen op zijn hand en staarde naar de wolkenvelden. Je kon er zoveel in zien, zolang je maar genoeg fantasie had. Bijna had hij de neiging om de twee meiden te roepen en hun de auto die hij in de wolken zag aan te wijzen, maar dat deed hij toch maar niet. Even liet hij zijn ogen rollen en sloot zijn ogen. Hij moest zich houden aan de afspraak die hij had gemaakt, maar hij was een rijder tekort gekomen, daarom moest Nini mee. En tja, om Rose nou alleen achter te laten, daar waren ze beiden direct over eens geweest dat dat niet ging gebeuren. En daarom was Rose ook mee. Ook al vroeg hij zich af of dat wel een goed idee was. Hij wou beiden meiden eigenlijk buiten het vizier houden, zodat als het fout ging, zij er niet bij betrokken zouden worden. Maar de realiteit was anders. Als hij wou dat ze veilig waren, dan moest hij ze zelf bewaken, en af en toe ook meenemen naar zulke klussen om hun veiligheid te waarborgen. Geërgerd liet hij zijn hand door zijn haar heen glijden, wat was er toch mis met hem? De laatste tijd wou hij niet dat Nini iets overkwam, terwijl hij heel goed wist dat zijn tweeëntwintigjarige wederhelft prima voor zichzelf kon zorgen. Maar toch. Hij wou Nini niet kwijt, en Rose ook niet. Soms moest je mensen midden in het schietveld zetten, om te zorgen dat je ze kon beschermen ook al was dat eigenlijk het laatste wat je zou willen. Een trillend geluid doorbrak zijn gedachten stroom. Waar had hij dat mobieltje toch gelaten. Hij doorzocht een aantal zakken, maar kon het ding niet vinden. Toen hij weer op het tafeltje keek, zag hij daar de telefoon liggen. Hij gromde even. Wie waagde het om op dit moment zijn rust te verstoren? Hij pakte het mobieltje op en keek naar de naam die op de display stond. Steven. Even verscheen er een glimlach op zijn gezicht en nam hij op. “Wat is er Steven?” vroeg hij nadat hij had opgenomen. Hij murmelde een paar keer instemmend, dit zag er niet goed uit. Het duurde niet lang voordat het gesprek af was gelopen. De gedachtes tolden door zijn hoofd heen, hoe moest hij hier nou weer mee omgaan?
Above the ocean, Airplane, 2AM
“Boe” zei een zachte stem in zijn oor. Direct veerde hij weer overeind en keek slaperig om zich heen. Het was donker in de cabine. Hij keek opzij en zag heel even niks, maar toen zijn ogen aan het weinige licht wende zag hij een paar roodbruine lokken. Hij grinnikte even. “Schrik” zei hij toen. Hij hoorde zacht gelach terug komen. Het duurde niet lang voordat Rose helemaal zichtbaar werd. Het meisje ging naast hem zitten op de lege stoel. Hij keek naar haar. Pas toen viel het hem op dat het buiten donker was. Verdwaas keek hij even naar de raampjes en toen naar zijn horloge. 2 uur al? Hij herinnerde zich alleen dat hij voor even zijn ogen had gesloten. Maar blijkbaar was dat even uitgelopen tot vier uur slaap. Hij had het duidelijk nodig gehad, anders was hij na een halfuurtje wel weer wakker geworden. “Slaapkop” zei Rose met een grijns tegen hem. Hij grinnikte even. In dit geval moest hij haar wel gelijk geven. Hij was inderdaad een slaapkop. “Hmm, dat zou best kunnen kloppen. Waarom slaapt madame nog niet?” vroeg hij toen. Hij zag hoe ze met haar ogen rolde, wat weer een lachbui bij hem losmaakte. Maar voordat hij goed en wel begonnen was, leverde het hem een por tussen zijn ribben op, waardoor het gelach overging in een hoge piep. “Je zusje slaapt al” siste ze hem zacht toe. Nu snapte hij waarom ze de hele tijd zo zacht had gepraat, en waarom hij een por in zijn ribben had gekregen. Maar dat was nog steeds geen antwoord op de vraag waarom Rose niet sliep. Hij hield zijn hoofd iets schuin en een pluk donkerblond haar schoof voor zijn linkeroog. Hij bleef haar vragend aankijken. Als hij eenmaal iets wou weten, dan zou hij net zolang doorgaan totdat hij het zou weten. En op dit moment wou hij weten waarom Rose nog niet sliep. Hij zag hoe het meisje haar schouders ophaalde. Normaal nam hij geen genoeg met dit als antwoord. Maar iets in die beweging zei hem dat hij niet verder moest vragen. Hij ging verzitten en drukte een knopje in, waarbij er een voetstuk omhoog kwam, waar hij toen zijn benen lui oplegde. Hij keek weer naar Rose en zag dat haar zwarte ogen lichtelijk geamuseerd stonden. Maar toch, er lag iets van eenzaamheid in die ogen. Die eenzaamheid, die kende hij maar al te goed. Hij dacht aan wat zijn vader altijd had gezegd: “Soms jongen is het beste om op je instincten af te gaan, dan op je kennis. Kennis zit er meestal naast, terwijl je instinct ervoor is om je te laten overleven” Die twee zinnen, die hadden al vele malen zijn leven gered. Hij klapte de leuning aan de linkerkant omhoog en voordat Rose kon tegensputteren trok hij haar naar zich toe. Die blik van eenzaamheid, die had hem getroffen, hij wou die doen vervagen. Mensen moesten niet ongelukkig zijn, maar gelukkig. Hij hield haar zacht tegen zich aan, en drukte daarmee al haar protesten de kop in. Heel even liet hij met een hand haar los en pakte daarmee het deken uit het zijvak. Als ze dan toch gingen proberen om hun nachtrust in te halen, dan ook maar op de luxe manier. Hij trok het deken over hun twee heen en legde toen weer zijn arm om haar middel heen. Zachtjes trok hij haar dichter naar zich toe. Ze protesteerde niet meer en legde haar hoofd tegen zijn borstkas aan. Hij keek op haar neer, en zag dat haar ogen gesloten waren. Op dat moment had ze niets meer weg van de ijskoningin, op dat moment zag ze er zelfs lichtelijk kwetsbaar uit. Opnieuw voelde hij de drang om haar te beschermen. Hij ontspande zich, en realiseerde zich toen. Dat hij eigenlijk haar de hele tijd al zo vast had willen houden. Hij legde zijn hoofd tegen het kussen van de stoel aan en sloot zijn ogen.
UK, Heathrow airport, 5AM
“Jack!” de stem trok hem direct ver weg uit zijn dromen. Met een ruk opende hij zijn ogen, wat was er nu weer aan de hand. Hij keek naar Nini die vlak bij stond. In een reflex trok hij Rose dichter tegen zich aan, misschien om haar te beschermen, of omdat hij haar niet los wou laten. Hij keek zijn zusje aan. Waarom moest ze zo hard zijn naam schreeuwen? Ze kon hem toch ook gewoon wakker maken? Maarja, het was wel Nini. Hij gaapte even, maar was te lui om in actie te komen. Hij keek zijn zusje met een vragende blik aan. “We gaan bijna landen” zei ze toen wat zachter toen ze zag dat Rose nog aan het slapen was. Hij knikte even. Zijn blik gleed weer naar Rose die nog steeds tegen hem aanlag. Hij wou haar niet wakker maken, dan zou ze die schattige uitdrukking weer kwijtraken. En dan zou ze zich ook van hem losmaken. Iets wat hij al helemaal niet wou. Hij wou haar vasthouden en niet meer loslaten. Ze was zo heerlijk warm. “Jack” de stem van Nini klonk waarschuwend. Hij keek zijn zusje aan. Hij wist wel waar Nini op doelde maar dan alsnog. Hij knikte opnieuw. Hij wist wel dat hij het niet moest doen. Altijd als je mensen te dichtbij liet, vernietigde ze je. Maar bij Rose had hij niet dat gevoel, misschien kwam het doordat hij diezelfde blik in haar ogen had gezien, die blik die hij ook in de spiegel zag als hij naar zichzelf keek. Mensen vielen voor de buitenkant, maar de binnenkant, daar was waar het echt op ging. “Hoe lang nog?” Vroeg hij toen maar zacht aan Nini. Elke seconde dat hij Rose langer vast kon houden, was voor hem een klein geschenk. Ooit als Nini iemand zou vinden waar zij zich zo bij zou voelen, dan zou ze begrijpen wat hij nu voelde. “Nog 5 minuten, en dan gaan we de landing op Heathrow airport inzetten” zei Nini. Er was dus duidelijk haast bij dat hij Rose wakker maakte. Als hij haar nou nog wat langer zou laten slapen, dan zou ze bij de landing naast hem moeten blijven, en daar was hij eigenlijk op uit. Hij voelde beweging op zijn schoot en keek naar Rose, het meisje had zich iets gedraaid, waardoor er een pluk roodbruin haar voor haar ogen was geschoven. Langzaam stak hij zijn vingers naar het plukje uit en klemde het weer achter haar oor. Hij hoorde voetstappen die zich verwijderde, Nini was terug gelopen naar haar eigen plek. Zachtjes liet hij zijn vingers even over de wang van Rose heen glijden, haar huid voelde zo gaaf en zacht aan. Opeens ging hij wat rechter overeind zitten, wat was hij in vredesnaam aan het doen? Hoe kon hij zichzelf ooit toestaan om zo ver te gaan, om zoveel voor dit meisje over te hebben? Hij schudde driftig zijn hoofd, om te proberen of hij zo de gedachtes uit zijn hoofd kon krijgen, maar dat lukte niet. Ze hadden zich erin vast gebeten en wouden niet meer loslaten. Dit kon nog voor grote problemen zorgen als dit zo door bleef gaan. Langzaam liet Rose los. Het deken gleed van hun af. Rose lag half op de stoel naast hem, en half op hem. Het zag er best comfortabel uit. Nu nog de vraag, hoe zou hij haar wakker maken? “Rose” zei hij zachtjes. Het meisje murmelde iets, maar sliep toen echt weer verder. Die sliep duidelijk erg diep. Hij liet zijn vingers weer over haar wang heen glijden en tikte toen zachtjes tegen haar wang aan. “Rose” zei hij opnieuw, weer geen reactie van het meisje. Hij hoorde naar regelmatige ademhaling. Het was ook een onmenselijk tijdstip om wakker te worden. En naar wat hij wist, had ze maar drie uur geslapen. Opnieuw tikte hij tegen haar wang aan. Rose draaide iets van hem weg, alsof ze hem daarmee af wou weren. Maar dit keer ging haar dat niet lukken. Hij keek even naar Nini, maar die keek stug uit het raam, blijkbaar ging die zich er dit keer niet mee bemoeien. Hij keek weer naar Rose. Hij boog zich over haar heen en drukte toen zacht een kusje op haar wang. Hij ging weer overeind zitten, en zag hoe de zwarte ogen zich slaperig opende. Hij glimlachte even. Rose was nu duidelijk wakker. Hij liet haar los, zodat ze als ze wou weer normaal kon gaan zitten. Maar het meisje had duidelijk al uitgevogeld dat ze zo best goed lag. Niet dat hij het erg vond, maar bij de landing kon ze toch maar beter wel een riem omhebben. Rose ging langzaam rechtzitten en keek een beetje beduusd. Haar ogen gleden naar het lampje die aanstond, wat aangaf dat je je riem om moest doen. Hij zag hoe ze haar riem omdeed en hem toen pas slaperig aankeek. Hij lachte even zachtjes en voelde hoe het vliegtuig zijn daling verder inzette. Het duurde niet heel lang voordat de wielen van het vliegtuig de grond raakte en er een trilling door het vliegtuig heen ging. Ze waren geland. “Welkom op Heathrow airport”
Hoofdstuk 23, Do you know me:
UK, Hotel in Londen, 6PM
Slaperig opende ik mijn ogen. Het was nog niet helemaal tot mij doorgedrongen hoe laat het was. Het laatste wat ik me kan herinneren was dat Jack me wakker maakte om me te vertellen dat we op Heathrow airport waren geland. Ik weet nog dat ik uit was gestapt en dat we in een busje waren vervoerd, maar vanaf dat moment kan ik me niks meer herinneren, ik had last van knallende koppijn, en het getik van de klok die hier vlakbij was, maakte het er ook niet beter op. Het liefst wou ik de dekens weer over me heen trekken en nog een paar uur slapen, maar iemand had ontdekt dat ik een wakker was. Voetstappen liepen op het bed af, en voordat ik het wist, werden de dekens verder van me afgetrokken. Ik gromde even in een reflex en wou het deken terug trekken maar helaas voor mij was het deken al uit mijn bereik. Ik hoorde diep maar zacht gelach en opende toen pas mijn ogen. Ik moest een paar keer met mijn ogen knipperen voordat ik wat kon zien in het licht, om dan tot de ontdekking te komen dat het licht helemaal niet zo fel was. Ik draaide me om en tilde me kussen op. Waarna ik het kussen over mijn hoofd heen legde, om zo weer het donker te creëren zodat ik weer in slaap kon vallen. Maar de persoon die ook al mijn deken af had gepakt, gunde mij blijkbaar mijn nachtrust niet. Want voordat ik het wist pakte twee handen mijn kussen af. Daar was ik niet zo van gediend. Ik draaide me snel om en wou overeind gaan zitten, maar mijn lichaam vond dat niet zo leuk, de kamer leek voor mijn ogen te dollen en ik kon niet meer goed zien waar wat zat. Een hand pakte me bij mijn schouders vast, zodat ik stil bleef zitten. Langzaam gingen de voorwerpen weer op de goeie plek in mijn beeld staan. Het duurde even voordat ik doorhad waar ik was. In was in een hotelkamer, dat was duidelijk te zien aan de handdoek die om de nek van de persoon hing die voor mij stond. Ik zag twee groene ogen die mij aanstaarde. Jack. Waarom was die gozer nou overal waar ik was? Even was ik niet in staat iets te zeggen, gewoon omdat ik overdonderd was. Het matras voelde heerlijk zacht aan. Ik keek om me heen, en zag iets verderop Nini liggen. Nini lag languit op het andere bed dat in de kamer stond. “Wat?” vroeg ik toen. Ik keek niet eens naar Jack. Nini kwam in beweging. Ik was duidelijk de enige geweest die nog had geslapen. Nu wat minder chagrijnig keek ik Jack aan. Zijn groene ogen keken me geamuseerd aan. Even sloeg mijn hart een paar slagen over toen ik hem bekeek. Hij had een handdoek van het hotel over zijn blote schouders heen hangen. Ik had uitzicht op een six pack. Een zwarte joggingsbroek hing losjes op zijn heupen. Hij kreeg het voor elkaar om er zelfs in een joggingsbroek sexy uit te zien. “Slaapkop” dat was het enige wat hij tegen mij zei. Met dat ene woord haalde hij mij uit mijn droom en liet me hard vallen in de realiteit. Ik gromde iets naar hem. Langzaam ging ik wat rechter zitten. Opnieuw keek ik om me heen, toen pas drong het tot me door dat ik op een tweepersoons bed lag, terwijl Nini een eenpersoons bed had gehad. Ik zag zo snel ook niet een bank. Het was duidelijk dat de andere kant van het bed ook beslapen was. Had hij naast me geslapen? Een blos werd zichtbaar op mijn wangen zonder dat ik er iets tegen kon doen. Hij bleef voor me staan, dus ik kon ook niet gemakkelijk overeind komen. Uiteindelijk lukte het me toch om overeind te komen. Helaas was nu het geval dat ik zeer dicht bij hem stond. Ik had nog dezelfde kleding aan als gisteravond. Maar iemand had me duidelijk in bed gelegd. “Ga aan de kant” zei ik tegen hem, maar hij reageerde niet. Ik gromde even. Hij ging ook niet aan de kant. Ik duwde tegen zijn blote borstkas aan, dat was de enige manier hoe ik hem uit de weg kon krijgen. Hij gaf toe en ging aan de kant. Snel liep ik langs hem heen. Het enige wat ik nu heel graag wou was een douche, een koude douche. Ik liep de badkamer in, en zorgde ervoor dat ik de deur op slot draaide. Thuis liet ik de badkamerdeur altijd open staan, vooral omdat ik de enige thuis was. Maar ik had geen zin dat Meneer Arrogant zomaar de badkamer in zou lopen terwijl ik onder de douche stond. Het duurde niet lang voordat de koude stralen mijn huid raakte. Dit was zoveel beter. Ik ontspande en genoot van de koude douche. Dit was nou eens goed wakker worden. Vele mensen hadden mij al voor gek verklaard omdat ik koud douchte, maar zo was ik gewoon. James douchte ook altijd koud, het zat gewoon in de familie. “Rose?” de stem van Nini klonk door de badkamerdeur heen, en haalde mij uit mijn gedachten. “Ja?” riep ik maar terug, ook al wou ik eigenlijk niet antwoorden. “Zullen we zo gaan shoppen?” vroeg Nini. Ik schoot in de lach, dit was wel typisch iets voor Nini. Ik draaide de kraan uit en schudde me even uit, voordat ik een handdoek om mezelf heen sloeg. “Is goed” riep ik terug. Mijn lange haren hingen in strengen langs mijn gezicht. Ik keek om me heen, en kwam toen tot de besef dat mijn kleren nog in de kamer lagen. Het laatste wat ik wou was om zo de kamer in te lopen, maar ik kon ook niet aan Nini vragen of ze mijn kleding wou pakken. Ik liep maar naar de deur toe en haalde die van het slot af. Langzaam liep ik de badkamer uit, ze waren niet in de slaapkamer, wat een geluk. Ik zag mijn koffer al staan, nouja koffer? Het was meer een weekend tas. Ik liep erop af. Geen Jack of Nini te bekennen. Ik liep naar me koffer toe en keek even naar buiten. “Charmant zeg” zijn stem deed me omdraaien. Ik hield mijn handdoek goed vast en keek woest naar hem. “Donder op” zei ik tegen hem. Dit was niet waar ik op zat te wachten. Die grijns die ik zo goed kende verscheen weer op zijn gezicht. In plaats van dat hij wegging, kwam hij dichterbij. Ik zette een stap achteruit, bij hem vandaan. Het duurde niet lang voordat ik met mijn rug tegen de muur aanstond. Dit ging dus echt niet de goeie kant op. “Jack” zei ik zacht, mijn stem klonk lichtelijk hees. Hij bleef even stil staan en keek me aan. Ik wou gewoon dat hij wegging, zodat ik me om kon kleden.
UK, somewhere in Londen, 7PM
Ik liep naast Nini door de straten heen. Jack liep aan de andere kant van de weg. Ik vond het prima. Door de situatie van een half uur geleden voelde ik me niet al te erg meer op mijn gemak. Het was toch anders. Nini bleef stil staan bij een winkel met boeken, als het ook niet eens zo was. Ik keek naar de boeken die in de vitrine stonden, het waren best leuke boeken. "hey ik ken die gast." Hoorde ik vlakbij iemand zeggen. Nini en ik draaide ons tegelijkertijd om, iets verderop stond een groep meisjes. Waar hadden ze het over? Toch, het had onze aandacht getrokken. "hij is die gast uit NY, die straatracer, The black rider" zei een van de meisjes. Het verbaasde me, dat ze zelfs hier van Jack hadden gehoord. Niet dat ik me er mee zou gaan bemoeien. Toch begon ik me af te vragen dat als Jack hier al bekend was, zou de Cobra dat dan ook zijn? Ik draaide me weer naar de boekwinkel toe, en mijn oog viel op een boek, het was meer een tijdschrift. Voorop stond de witte draak. Ik hield mijn adem in. Hoe kwam de witte draak hier in een tijdschrift? Nini voelde dat er iets mis was en draaide zich naar mij om. Ze keek me vragend aan, het enige wat ik kon doen was naar het tijdschrift wijzen. Zonder verder nog na te denken liep ik de winkel in, ik moest dat tijdschrift hebben. Heel duur was het tijdschrift niet, maar het was wel de laatste die ze hadden. De winkelier had mij verteld dat hij vandaag alleen al 50 exemplaren ervan had verkocht. Iets in mij knaagde. Want dit, kon slecht niet betekenen. Ik liep weer naar Nini toe die buiten stond. Het tijdschrift zat in een plastic zakje dat ik dicht tegen me aanhield. "Dat kan niet, wat zou die hier doen?" dat was het eerste wat ik hoorde toen ik een stap buiten de winkel zette. "Ja hij kan die racer niet zijn,; Zo'n goeie zou hier nooit komen. “ Die groep meisjes stond er nog steeds, en die waren duidelijk nog steeds naar Jack aan het staren. Even vlamde er een steek jaloezie op, maar die verdween al snel weer. Jack was niet van mij. Ik zag hoe Jack zich omdraaide en naar mij en Nini keek. De meisjes iets verderop werden stil. "Het is hem" even had ik de neiging om in de lach te schieten, het was ook om te lachen. Jack stak de straat over en liep naar ons toe. Hij ging bij ons staan. In mijn ooghoeken zag ik hoe de meiden bijna begonnen te kwijlen. "en al iets gevonden?" vroeg Jack aan ons, maar zowel Nini als ik waren niet in staat om iets uit te brengen, bang dat we dan in lachen uit zouden barsten. Een van de meisjes liep naar voren, maar struikelde over haar hakken, expres of niet? Dat kon ik niet zeggen. Jack ging natuurlijk weer de gentleman uithangen en ving haar op. "Oh sorry" zei het meisje, en eigenlijk wou ik met mijn ogen gaan rollen. Ja vast. Een vrolijke lach kwam bij Jack vandaan, maar zelfs vanaf hier kon ik zien dat zijn ogen niet meelachten. Jack gaf het meisje een knipoog wat toen rood aanliep. "Maak je geen zorgen. Maar wees voorzichtiger de volgende keer" zei hij tegen haar. Hij klonk meer als een bezorgde vader, dan als een hot guy. “Hey, ben jij niet The black rider?” vroeg het meisje toen. Ik zag hoe zijn spieren zich aanspande, en zag hem naar mij en Nini kijken, maar dit keer ging ik hem niet redden. Jack knikte toen maar. "Waaw je rijd echt goed." Zei het meisje. Ik kon de verbazing op Jack zijn gezicht zien. Hij was zich er echt niet van bewust dat de mensen hem hier ook kende. "En al iets gevonden?” vroeg Jack aan ons. Nini schudde haar hoofd, maar ik knikte. "Is dat zijn vriendin?" hoorde ik de meiden zeggen. Ik keek Nini even aan en tegelijkertijd schoten we in de lach. Jack keek ons een beetje verontwaardigt aan. . "Neen het is mijn zusje." Zei hij tegen de meiden, daarmee doelde hij op Nini, maar over mij zei hij niks. Goh, dat maakte ook weer iets duidelijk. . "Dus je bent nog vrij." Zei een van de meiden. Ik grinnikte even zachtjes. Jack werd onderworpen aan een kruisverhoor, door wild vreemde mensen. "Het is te zien interesse." Zei Jack. Wat was hij wreed zeg. "Mogen we je gsm nummer hebben dan." Vroeg een van de meisjes. Brutaal, dat was wat ik dacht. Jack leek even na te denken. "sure." Zei hij, maar hij wou duidelijk nog wat zeggen, maar wist niet hoe hij het moest verwoorden. Redding kwam vanuit een andere hoek. Een jongen met zwart haar dat in pieken stond kwam aanlopen en sloeg Jack op de schouders. Jack leek werkelijk blij om de jongen te zien. “Steven” begroette hij de jongen. Ik keek naar hem. De jongen die de naam Steven droeg, zag er niet verkeerd uit. Ik geloof dat we deze meisjes u nummer wel kunnen geven mister jack." Zei Steven, die blijkbaar het spelletje meespeelde. De meisjes keken hoopvol, maar dat veranderde toen Steven naar mij keek. "Ik geloof dat we hier niks meer kunnen doen. Helaas moeten we nu ook gaan." Het laatste was vooral aan de meisjes gericht. Steven draaide zich om, netzoals Jack en wouden weg lopen. Een jongetjes pakte opeens de mouw van Jack vast, en hield hem tegen. Zo wel Steven als Jack draaide zich om. Het jongetje was jonger dan het meiden groepje, maar ergens wel aan het groepje meiden gelinkt, want een van de meiden had een stap naar voren gezet om het jongetje terug te trekken. Het jongetje keek Jack smekend aan, en een glimlach verscheen op het gezicht van Jack. Hij haalde een papiertje uit zijn zak en gaf het aan het jongetje, wat een grote grijns op het gezicht van het jongetje liet verschijnen. Het jongetje was duidelijk een fan. "Nu niet kwijt raken hoor." Zei hij zacht tegen het jongetje. Ik was verbijsterd, hoe kon hij het ene moment zich als een arrogante zak gedragen, en het volgende moment als een engel in nood? In een flits zag ik een nummer op het papiertje staan, en een tekening van een raceauto, van het zwarte monster. Jack kwam overeind en keek naar de groep meiden "Wel dan hoor ik later wel van jullie." Zei hij, hij lachte even en draaide zich weer om. Hij keek mij en Nini aan, en ik draaide mijn hoofd weg om te voorkomen dat ik in lachen uit barste. Snel vertrokken we met zijn vieren, voordat Nini en ik echt de slappe lach kregen.
Hoofdstuk 24, Driving is surviving:
UK, outside Londen, 4AM
Zacht drukte hij opnieuw het gaspedaal in. De motor brulde even licht. Hij moest nog wel wennen aan deze auto. Dit was niet zijn zwarte monster, dit was eerder een kameel. Hij gromde wat, een zacht lachje zorgde ervoor dat hij verstoort opkeek. Hij keek opzij en keek naar Rose die naast hem zat. Het meisje zat lui wat achterover geleund. Haar voeten lagen op het dashboard, normaal gesproken zou hij er wat van hebben gezegd, maar aangezien dit niet zijn auto was, kon het er wel mee door. Hij richtte zijn aandacht weer op de weg. Even rolde hij met zijn ogen toen hij iets verderop een ingang zag. Hij keek in zijn zijspiegels en zag de andere auto’s die achter hem aanreden, ze lieten een kleine stofwolk achter, gelukkig reden ze zo snel dat ze niet direct werden opgemerkt. Dit zou echt een van de laatste keren zijn dat hij dit zou doen, zijn gedachten leken over elkaar te struikelen. Op dit moment was helder denken geen optie. Zodra ze terug waren in New York, zou hij dat meisje opbellen, en haar de informatie geven die ze wou. Dan was hij tenminste al van zijn tweede probleem af, het eerste probleem was al opgelost door die mensen. En als hij van het tweede probleem af zou zijn, dan zouden dingen een stuk makkelijker worden, vooral omdat hij dan de ruimte kreeg om te ademen. Het zou hem de tijd geven om zich te richten op de racewereld in New York, hij moest en zou er achter komen wie de Cobra was, dat moest gewoon. En natuurlijk wou hij Rose beter leren kennen. Een lach trok hem opnieuw uit zijn gedachten en verstoord keek hij opzij. “Wat is er nou zo grappig?” vroeg hij geïrriteerd aan Rose die naast hem zat. Het leverde hem alleen nog een lach op. Hij gromde licht en keek haar even aan. Een paar zwarte ogen keek hem geamuseerd aan. Hij gaf het op, tegen die blik in haar ogen kon hij niet op. Hij lette weer op de weg en zag de ingang steeds dichterbij komen. “Je kijkt zo grappig als je ergens over nadenkt” zei ze toen. Verdwaasd keek hij haar aan, wat had ze nou gezegd? Zo gek keek hij nou toch ook weer niet? Ze schoot weer in de lach, en toen besefte hij zich opeens dat hij aan het rijden was. Zijn ogen richtte zich weer op weg. Het liefste zou hij de auto stilzetten, haar diep in haar stoel drukken en van haar eisen dat ze zou vertellen wat er dan zo grappig aan haar was, en als ze dat niet zou doen, dan zou hij haar de kieteldood geven. Het idee was zo verleidelijk, maar toch, hij kon er niet aan toe geven. Dat zou de missie in gevaar brengen en ook hun eigen levens en dat was iets wat hij zich niet kon veroorloven. Hij drukte het gas iets verder in, en de auto brulde even licht. Ze scheurden de ingang in, het was een soort van poort waar ze onderdoor reden, achter de poort lag geen zand, maar een verharde weg, dit reed vele malen sneller en fijner. De kameel schoot vooruit, nu bleek het minder een kameel te zijn, maar nog steeds was de auto slomer dan zijn zwarte monster. Hij liet de auto door een bocht heen driften, hij snapte niet waarom hij voor dit klusje helemaal naar London had moeten komen. Ze reden met gemak over de smalle wegen van de bergen die hier lagen heen. Hun snelheid lag duidelijk hoger dan die van het weinige verkeer dat er wel was op de wegen. Hij ontweek een van de slome normale auto’s en keek even naar de tomtom. Het apparaat was ingesteld op de route die ze moesten rijden. Even liet hij zijn hand door zijn haar heen glijden, wat weer een lach opleverde van Rose. Hij keek even in zijn ooghoeken naar haar, maar ze was duidelijk niet van plan om hem te vertellen waarom ze zo moest lachen. Hij hield het bijna niet uit, zo zonder antwoorden van haar. Maar hij moest zich toch echt concentreren. “Hou alsjeblieft op met lachen” zei hij half kermend, wat er alleen maar voor zorgde dat ze nog meer ging lachen. Zijn groene ogen bleven gericht op de weg, opnieuw reden ze door een scherpe bocht heen, even vergat hij de situatie met Rose, maar toen haar gelach weer hoorbaar werd, teisterde het idee hem weer. In een wanhopige poging stak hij zijn hand naar haar uit en legde die over haar mond heen, even was het stil, en kon hij zich concentreren, toen trok hij met een geschokte korte kreun zijn hand weg. Hij keek haar verbijsterd aan, “Dat heb je toch niet echt gedaan?” riep hij ontzet uit. Het leverde hem een grijns op. “O echt wel” zei ze. Hij bleef verbijsterd naar haar kijken, opeens boog ze naar hem toe en trok aan het stuur, hij liet het toe, hij bleef verbijsterd naar haar kijken. Ze hing nog steeds half over hem heen, hij kon het gewoon niet meer laten. Hij liet het stuur helemaal aan haar over, en gaf nog steeds gas. Zijn armen sloten zich om haar middel heen, ze waren bijna de bergen en de smalle weggetjes voorbij. Eigenlijk wou hij haar op zijn schoot trekken, maar op dit moment was dat te gevaarlijk. Toen het navigatiesysteem aangaf dat ze door de laatste bocht heen waren gereden in de bergen trok hij haar dichter tegen zich aan. Hij hoorde hoe ze giechelde, ze zat nog steeds half op haar eigen stoel, en lag half in zijn armen. Hij streek met zijn hand het haar uit haar nek en blies even in haar nek. Wat een grinnik van Rose ontlokte. Hij kon er niks aan doen, ze rook zo heerlijk. Zacht drukte hij zijn lippen in haar nek.
“Jack!” de stem van Nini klonk door de speakers heen. Hij liet de nek van Rose met rust en drukte het knopje bij de radio in. “Jaw?” zei hij. Hij hoorde even gelach van Nini aan de andere kant, ook al snapte hij niet wat er zo leuk was. “Alles goed met je?” vroeg ze aan hem. Hij dacht even na, alles was perfect, “Uhuh, hoezo dat?” vroeg hij toen aan Nini, hij was wel nieuwsgierig naar wat ze zou gaan antwoorden of nog meer vragen. Zijn vingers gleden zacht over de middel van Rose heen. “Hmm, wel omdat de auto net een beetje slingerde” kwam er als antwoord uit de speakers vandaan. Hij grinnikte even. Maar gaf geen antwoord, laat staan dat Nini iets had gevraagd. “Dus wat is daar de reden van broer?” klonk er toen door de speakers heen, hij rolde even met zijn ogen. “Euhmmm” hij zei er maar niks op terug. Hij keek even naar Rose, maar de zwarte ogen van het meisje waren gericht op de weg, iets waarin hij had gefaald. “Jack, hou je handjes eens thuis en concentreer je op de weg!” de stem van Nini schalde door de speakers heen. Rose keek even over haar schouder naar hem toe, hij keek haar beteuterd aan, maar hij wist eigenlijk wel beter. Hij moest zich niet zo af laten leiden terwijl hij aan het rijden was. Hij liet met grote tegenzin haar middel los en pakte het stuur van haar over. Ze ging weer op haar stoel zitten en keek naar hem. Ze glimlachte naar hem en hij glimlachte terug. Gelukkig hoefde ze niet meer door bochten heen te rijden, en was het alleen nog maar een rechte weg. Hij probeerde de roodbruine schoonheid naast zich te vergeten, maar dat lukte niet echt. Opeens voelde hij een paar zachte lippen in zijn hals. Hij probeerde ze te negeren, maar dat lukte niet echt. Hij gromde iets. Hij wist dat de woorden van Nini een onuitgesproken uitdaging hadden gemaakt, en Rose ging daar nu op in, helaas was hij er nu het slachtoffer van, niet dat het al te erg was om van deze marteling het slachtoffer te zijn. Er trok even een rilling door hem heen toen haar lippen zich verder omhoog verplaatste. “Rose” zei hij zacht kermend, hij moest zijn hoofd bij het rijden houden, of er zouden nog grote ongelukken gebeuren ook. Uit de speakers klonk gelach, hij was vergeten dat hij de microfoon nog aan had laten staan. Niet dat daar op dit moment nog iets aan te doen was. Ze drukte heel even zacht een kus op zijn lippen, direct keek hij haar uit, in plaats van naar de weg kijken. Hij zag hoe haar zwarte ogen hem lachend en uitdagend aankeken. Opeens was ze weg, en zat ze weer recht op haar stoel, met haar voeten op het dashboard, zoals ze eerst had gezeten. Alsof er niks was gebeurd. Hij kreunde even laag, het enige voordeel nu was, dat hij zich kon concentreren op de weg. Hij keek even op het navigatiesysteem, ze moesten nog maar enkele kilometers, het gevaarlijkste stuk moest nog komen, maar hij was er klaar voor. Nu er niks was dat hem af kon lijden, kon hij niet falen. Hij zou haar later nog wel aan een kieteldood onderwerpen, als ze veilig waren, en als de auto stil stond. Ze reden door een lage waterplas heen en het water spatte op. Rose bleef op haar plek zitten, zonder verder nog iets uit te halen. Ergens vond hij het wel erg jammer, maar aan de andere kant was het wel beter. Ze reden door een dorpje heen, hij had in de zijspiegels wel gezien dat de rest hem was gevolgd, nog steeds reden ze de goede kant op. Het laatste waar ze nu naar toe moesten, was het kasteel. In de verte hoorde hij het geluid van politieauto’s, ze moesten snel zijn, voordat de politie hun op zou pakken, want dan waren ze er geweest. Hij moest bij de geheime gang komen. Snel keek hij om zich heen. Rose zei helemaal niks, blijkbaar wist ze dat ze hem op dit moment met rust moest laten. Hij had zijn hele vermogen nodig om na te denken over wat hij ging doen. Hij drukte het gas nog dieper in, nu niet meer lettend om de bewoners en andere auto’s. De kameel schoot naar voren toe, en andere mensen in hun auto’s gingen voor hun opzij. Ze waren vlakbij de tunnel. Op het laatste moment liet hij de kameel een scherpe bocht maken, de auto gehoorzaamde, wat minder soepel dan zijn zwarte monster, maar dat was te verwachten. In zijn ooghoeken keek hij even naar Rose, maar die bleef rustig zitten en deed niks, het meisje keek naar het kasteel wat in de verte lag. Hij drukte het gas weer diep in, iets verderop schoven de muren uit elkaar, één voor één stormden de auto’s de tunnel in, voordat de politie nog maar in de buurt was, waren zij allemaal al verdwenen in de tunnels. De tunnels die naar het kasteel leidde dat iets verderop stond. Ze reden door de tunnels heen, gelukkig klonken de geluiden van de auto’s niet al te hard door, de politiewagens zouden hun hier niet kunnen volgen, maar de vraag was, hoe ze hier weer uit kwamen. Hij stuurde de auto door een scherpe bocht heen en keek even in zijn zijspiegels, hoewel het donker om hun heen was, zag hij de koplampen van de auto’s achter zich, hij kon ze niet allemaal tellen, dus hij wist niet of ze er nog allemaal waren, maar ergens ging hij ervanuit dat het wel het geval was. Hij richtte zijn aandacht weer op de weg, nu was hij serieus, dit zou een gevaarlijke ontmoeting worden, en hopelijk ook de laatste. Hij zag hoe iets verderop de gang ophield, maar hij raakte niet in paniek, want de muur opende zich, binnen enkele seconden bevonden ze zich weer in het licht, ze reden op een zandweg, een grote open binnenplaats op. Hij drukte de rem in en maakte een drift, de auto stopte perfect gedraaid met zijn neus naar voren toe. De anderen stopte naast hem. Hij knikte even naar Rose. Hij wachtte totdat iedereen er stond. Hij had de man waarbij ze moesten zijn al gezien. Tegelijkertijd opende iedereen zijn deuren, hij stapte als eerste uit, de rest van de rijders volgde. Rose bleef nog even zitten, zoals hij aan haar had gevraagd. Hij deed het portier dicht en liep wat naar voren toe. Hij leunde tegen zijn motorkap aan, de andere rijders bleven naast hun auto’s staan. Hij deed dit enkel om te overleven en dat wisten de anderen dondersgoed. De man liep op hem af. “Jullie zijn net op tijd” zei de man tegen hem. Hij knikte even. “Het geld” zei hij toen. De man lachte even. “Eerst het spul” zei die toen gevaarlijk. Hij gromde even iets, hij hield er niet van als mensen zo deden, soms besloten zulke mensen namelijk nadat ze het waar hadden, dat ze hun rijders een kogel door hun hoofd heen zouden jagen. Hij keek de man aan en knikte toen even. Hij keek even naar de anderen en knikte. Toen keek hij weer naar de man, hij kwam iets overeind. Hij liep naar de achterklep toe, de andere rijders deden hetzelfde, er kwamen meer andere mensen bij staan, blijkbaar van plan om het spul te pakken zodra de kleppen open waren. De achterkleppen gingen tegelijk open, erin lagen afgesloten koffers. De mannen pakten ze eruit en liepen ermee weg. De man keek naar de koffer. “Hoe weet ik zeker dat deze koffers bevatten wat ik heb besteld?” vroeg de man. Hij grijnsde even. “Dan moet je ze open maken” zei hij simpel. De man keek hem verdwaasd aan, “maar ik heb de sleutel niet, geef hem” zei de man toen gebiedend, opnieuw grijnsde hij. “Sorry, maar ik heb de sleutel ook niet” zei hij toen. Hij zag hoe het gezicht van de man rood aanliep. De man begon tegen hem te schreeuwen. Opeens was iedereen stil. De bijrijdersdeur van zijn kameel ging open. Een paar zwarte witte hakken kwamen neer op de grond. Langzaam stond er een meisje met roodbruin haar op. Hij keek naar haar, zelfs nu ze zich in zo’n gevaarlijke situatie bevonden, zag ze er nog steeds zo sexy uit. Hij wist niet wat er met zijn hersenen aan de hand was, maar het was wel duidelijk dat zijn hart aan haar toebehoorde. Ze liep langzaam op hun af, het neerkomen van haar hakken was het enige geluid dat er te horen was. De wind speelde zachtjes met haar haren. Hij liet zijn blik even over haar heen glijden, ze droeg een zwarte broek en een wit topje, in zijn ooghoeken zag hij dat de man die net was begonnen met schreeuwen ook naar het meisje aan het kijken was, en haar taxerend opnam. Rose stopte naast hem en keek toen naar de man. Hij leunde tegen de auto aan, afwachtend wat er nu zou gebeuren. Rose boog zich even naar hem toe en fluisterde in zijn oor: “Staren is niet beleefd meneer arrogant” hij keek haar verbijsterd aan, deze kant van Rose kende hij nog niet zo goed, maar die wou hij zeker weten ook leren kennen. Het meisje richtte toen haar aandacht op de man en liep naar hem toe. “Eerst het geld, dan krijgt u de sleutel” zei ze toen. De man keek haar verbijsterd aan. “Maar hij stemde toe dat ik eerst het spul kreeg voordat jullie het geld kregen” zei de man. Er verscheen een lichte maar gevaarlijke glimlach op het gezicht van Rose. “Je hebt het spul toch? Je vroeg niet direct om de sleutel” Diep vanbinnen moest hij lachen, ze speelde het perfect. De man leek door te hebben dat zijn eigen woorden zich tegen hem hadden gekeerd. De man zuchtte en gaf toe. Er kwamen mannen aanlopen met tassen met daarin het geld. Het werd over de auto’s verdeeld, de rest van de rijders stapte weer in de auto’s, en reden door de nog open deuren weg van het kasteel. De man keek hun verbijsterd aan. Het was duidelijk dat de man hier niet op had gerekend. Hij liep terug naar de auto en stapte in. Rose haalde iets uit haar zak en gooide het de man toe. “Hier is je sleutel” daarin stapte zij ook in, en trapte hij het gas in. Ze reden weg, ook dit hadden ze overleefd.
Leonoor Commandant
Aantal berichten : 812
personal info Leeftijd: 24 years I have been walking on this world Partner: You can't winn my love. My love is my freedom. Don't try to winn my love, you only get a broken heart. Sagitta, my hunterbird, she shows me to be free. Paard: Danger, like the risks we take every day. Together we will go to where the wind us lead
Onderwerp: Re: [story] The black rider. ma nov 11 2013, 01:10
Hoofdstuk 25, When feathers fall:
UK, Hotel in Londen, 9PM
Het was een vermoeiende dag geweest. Eerst de situatie van vannacht. De gedachte alleen al deed me moeilijker ademhalen. Het was een gewaagde uitdaging geweest, en gelukkig was het voor iedereen goed afgelopen. Nadat we weer in waren gestapt, hadden we gemaakt dat we wegkwamen bij het kasteel, voordat de man zich had kunnen bedenken, en hun alsnog om het leven had laten brengen. Het was gevaarlijk geweest, en toen ik in de auto had gezeten naar het kasteel toe, had de adrenaline door mijn bloed heen gestroomd, misschien was dat geweest waarom ik zoveel had gedurfd en waarom ik Jack zo had kunnen plagen. Nu ik eraan terug dacht, kroop er een blos omhoog. Ik had een kant van mij laten zien, een kant die ik ver had weggestopt. Diezelfde kant had het bij de man van het kasteel over genomen. Mijn kille kant, wie ik eigenlijk was. Niet deze schijnvertoning van een verlegen meisje dat niks durfde nee. Maar het was al zo lang geleden dat ik even de schijnvertoning had kunnen laten vallen en gewoon mezelf had kunnen zijn. Raceauto’s zorgde ervoor dat ik me zelf minder goed kon verstoppen in mijn schijnvertoning, maar het was nodig. Het was nodig om te overleven. Ik sloot mijn ogen even. Het gebrul van de motor dat door het raam heen kwam deed me op dit moment niks. Toen we terug waren gekomen van het ritje, was iedereen uit elkaar gegaan. Zo snel als ze waren verschenen waren ze ook weer verdwenen. Zij waren terug gereden naar het hotel, zonder nog een woord tegen Jack te zegen was ik uitgestapt. Misschien was het hard, maar ik moest leren om te gaan met het feit dan mijn eigen ik steeds meer naar boven kwam drijven. Het zou waarschijnlijk niet lang meer duren voordat mijn schijnvertoning zou vallen, en dan waren de rapen gaar. Het was de eerste keer al zo moeilijk geweest om mezelf te verstoppen, een tweede keer zou zeker weten niet lukken.
Het was me gelukt om nog een paar uur te slapen, toen ik weer wakker werd, lag Nini ook uitgeteld op haar bed, maar Jack was nergens te bekennen, ergens was ik daar blij om. Ik had het gevoel dat ik hem een snoepje voor had gehouden en die op het laatste moment had weggetrokken. Maar of hij dat ook zo zag? Dat wist ik niet. Het was toen een kwestie geweest van een douche nemen. Toen ik de badkamer uit was gelopen, lag Nini niet meer in haar bed, ze stond slaperig bij het raam en keek naar buiten. “Morge” zei ik, wat me toen een lach op leverde. “Het is al avond Rose” had ze gezegd. Schaapachtig had ik toen naar de klok gekeken, het was inderdaad avond. Nini was daarna verdwenen in de badkamer, ik pakte snel wat kleding en verwisselde de handdoek voor kleding. Mijn maag rommelde even, ergens had ik wel zin in wat eten. Voorzichtig liep ik naar het balkon toe, ik had geen flauw idee of er nog iemand anders was in de kamer en ik wou geen geluid maken. Ik schoof de gordijnen opzij en opende de deur. Ik stapte het balkon op. Een frisse wind blies tegen me aan, maar het voelde wel prettig. Een koele wind tegen mijn warme huid aan. Ik liep naar de reling van het balkon toe en legde mijn handen erop. Ik sloot mijn ogen, heerlijk om zo af te kunnen koelen. Opeens voelde ik twee armen om mijn middel heen. De angst sloeg me even om het hart en uit reactie stompte ik naar achteren toe. Een kreun klonk achter me vandaan en de armen om mijn middel heen lagen gingen wat losser. Ik keek over me schouder heen, en zag hoe een paar groene ogen me pijnlijk aankeken. Verschrikt sloeg ik mijn hand over mijn mond heen en keek hem met grote ogen aan. “Sorry” stammelde ik uit. Niet echt zeker of hij het me wel zou vergeven. De pijn in de groene ogen maakte plaatst voor geamuseerdheid. “Je hebt wel veel kracht zeg” zei Jack tegen me. Een blos verscheen op me gezicht. “Sorry” zei ik maar opnieuw, om hem te laten merken dat het me echt speet, en ik meende het ook nog. Hij glimlachte even. Het leek net alsof hij glimlachte omdat hij gelijk had gekregen. Dat beviel me niet echt. “Maarja, dan had jij niet zomaar achter me op moeten duiken, dus eigenlijk is het je eigen schuld” zei ik toen. Ik zag hoe hij me verbijsterd aankeek, duidelijk in de war van het feit dat ik steeds hem voor aap zette. Nu stond er een grijns op mijn gezicht. Ik voelde hoe zijn armen me steviger vast pakte en me dichter naar zich toe trokken, “hmm, alsnog, je hebt me pijn gedaan” zei hij. Ik lachte even. “Hoe is het mogelijk om een bonk spieren pijn te doen?” vroeg ik met een grijns. Ik zag hoe de blik in zijn ogen zielig werd. “Nu heb je me gekwetst” zei hij. Ik schoot in de lach, soms was ik zo genadeloos. Ik klopte met mijn hand op zijn handen die nog om mijn middel lagen. “Wen er maar aan meneer arrogant” zei ik, toen maakte ik zijn handen los en stapte van hem weg. Voordat hij iets kon doen was ik alweer binnen. Nini liep net de badkamer uit en keek naar mij en daarna naar Jack die achter me aanliep. “Zussie, ze is niet lief voor me” zei hij, het duurde een fractie van een seconde voordat Nini en ik in lachen uitbarstte. De tranen liepen over de wangen van Nini heen, zo hard moest ze lachen. Jack stond erbij met een zielige puppyblik in zijn ogen. We kwamen niet meer uit onze woorden, zo hard moesten we lachen. Nini probeerde wel een paar keer wat te zeggen maar ze kwam niet verder dan het eerste woord. Er liepen tranen over mijn wangen heen van het lachen. Ik kon er niks tegen doen, en de manier waarop Jack keek, hielp er ook niet echt op. Hij leek echt gekwetst, maar ik zag erdoor heen, meneer arrogant kon nog acteren ook. Hij keek van mij naar Nini en weer terug, en gromde uiteindelijk geërgerd, hij liep de kamer uit. Heel even hield ik op met lachen, en Nini ook, toen keken we elkaar weer aan, en direct barste we weer in lachen uit. Het was dat ik op een moment gewoon niet meer kon lachen dat het geluid verstilde. Ik ging op het bed zitten en keek naar Nini. De brunette probeerde op adem te komen. “Die blik” giechelde ze toen. Ik grijnsde even. Soms was het best goed om eens mijn andere kant te laten zien, de echte ik, omdat daarmee ik andere mensen eens weerstand gaf, die normaal hun zin kregen. Mijn maag gaf het signaal af dat het wou eten. Nini keek me aan. “Heb je trek?” Vroeg ze. Ik knikte even. Ze leek na te denken, “Roomservice” riep ze toen met een grijns. Ook op mijn gezicht verscheen een grijns, er was niks beter dan roomservice. Lang duurde het niet voordat er op de deur werd geklopt. Ik liep naar de andere kamer toe, maar Jack was me voor. De jongen liet de man van de roomservice binnen komen. Ik leunde tegen de deurpost aan en keek naar het karretje, het zag er veel belovend uit. De man verdween weer, en Jack tilde nieuwsgierig een paar deksels op. “Hé niet doen, dan wordt het koud” zei ik met een grijns. Hij keek direct over zijn schouder heen naar me, alsof hij niet had verwacht dat ik hier zou zijn. Hij grinnikte even. “Nini!” riep hij toen. De brunette liep langs me heen naar het karretje toe, nouja lopen? Nini rende eerder, ze duwde haar broer opzij en begon voedsel op een bord te leggen. Ik lachte even, maar niet zo hard omdat het dan zeer begon te doen. Ik bleef tegen de deurpost aangeleund staan en zag hoe de brunette met een bord vol met eten weer wegliep van het karretje. Ik had eigenlijk gedacht dat ze het hele karretje mee zou nemen, en dat Jack en ik niks te eten zouden krijgen. Maar Nini was vandaag in een deel bui en niet in een hebberige bui. Het duurde even voordat ik in beweging kwam, Jack had ondertussen ook al zijn bord vol gepropt met eten, en was bezig het op te eten. Soms vroeg ik me echt af waar Nini en Jack al het eten lieten, het leken wel bodemloze putten als het om eten ging. Ik pakte het laatste bord, en keek wat er op het karretje stond. Stukken pizza en pannenkoeken, iets wat leek op vlees, mijn maag leek zich bijna om te draaien toen ik de geur van het vlees rook. Ik zette het bord weer neer en liep de kamer uit. Ik zag daardoor niet dat Jack en Nini naar me stonden te kijken. De geur leek me te achtervolgen, en mijn maag bleef opstandig doen. Ik liep naar het raam toe dat open stond. De wind blies hard in mijn gezicht, waardoor ik de geur van het vlees vergat. Mijn maag kwam weer tot rust. Voor even sloot ik mijn ogen, terwijl de wind zacht met mijn haar speelde. Ik probeerde de aanblik van het vlees te vergeten, maar toch. Zelfs alleen het zien en het ruiken ervan, had mijn maag al overstuur laten gaan, en had me duizelig gemaakt. Waarschijnlijk had ik de laatste dagen te weinig eten binnen gekregen, of te weinig water, want normaal reageerde ik er niet zo op. Mijn ledematen voelden zwaar en sloom aan, ik kon er niks tegen doen. Ik bleef bij het raam staan, met mijn ogen gesloten. “Rose?” de stem klonk zacht, maar het was genoeg om me uit mijn trance te halen. Ik wou me ogen wel open doen, maar ik kon het niet. Mijn lichaam voelde te zwak aan. Toen ik geen antwoord gaf, hoorde ik voetstappen dichterbij komen, mijn handen trilden zachtjes, dat kon ik voelen. Maar omdat ze de vensterbank vasthielden, was het moeilijk te zien. De voetstappen stopte, ik kon de warmte achter me voelen, maar ik deed niks. Ik zei niks, de tijd leek even stil te staan. “Rose” zei de stem opnieuw. Mijn naam klonk uit zijn mond zo lief, maar ook zo breekbaar. Toch kon ik iets van bezorgdheid horen in zijn stem. Ik wou ze geen zorgen laten maken, ze moesten over zichzelf zorgen maken, niet over mij. Langzaam opende ik mijn ogen. Ik dwong mijn handen om op te houden met trillen, maar zo makkelijk was het niet. Vandaag en gisteren had zijn tol geëist, en in mijn geval was het nogal een hoge tol. Zowel geestelijk als lichamelijk. Twee warme armen werden om me heen geslagen. Heel even spanden mijn spieren aan, maar toen ontspande ik weer. Zacht leunde ik iets naar achteren, tegen zijn borstkas aan. Ik sloot mijn ogen weer, ik wou de blik die in zijn ogen stond niet zien. Ik hoefde geen medelijden, geen medeleven. Ik had genoeg van mensen die deden alsof ik een popje van porselein was, en bij ene enkel iets kon breken. Ik was verre van dat. Ik was niet zoals zij dachten een schaap in wolf kleren, nee dat was ik niet. Als de tijd goed zou zijn, dan zal ik hun dat allemaal laten zien. De armen hielden me stevig vast en drukte me zachtjes tegen de warme borstkas achter me aan. Ik voelde zijn warme adem in mijn nek, maar ik deed niks. Voor een moment wou ik dat ik de tijd stil kon zetten. Stil kon zetten op dit moment, maar helaas kon dat niet. “Rose” fluisterde de stem in mijn oor. Ik morde wat, maar opende wel mijn ogen. Ik draaide mijn hoofd iets opzij, zodat ik hem aan kon kijken. Zijn groene ogen keken me aan, wat ik erin zag, kon ik niet begrijpen. Hij glimlachte naar me en ik glimlachte terug. Waar Nini naar toe was gegaan wist ik niet, waarschijnlijk was ze bezig om de rest van het eten soldaat te maken. Ik keek weer uit het raam en bleef dicht tegen Jack aanstaan. Het was buiten al donker, voor zo ver het donker kon worden in Londen dan. Ik ontspande meer en mijn duizeligheid verdween. De wind blies zachtjes in mijn gezicht en ik sloot mijn ogen weer. Zijn armen zorgde ervoor dat ik het niet koud kreeg. Een plukje haar kietelde mijn neus, maar ik veegde het niet weg, bang dat ik dan het contact zou verbreken. Ik bleef zijn warme adem in mijn nek voelen, het deed mijn nekhaartjes overeind staan. “Rose kijk” fluisterde hij zachtjes. Langzaam opende ik mijn ogen en keek naar buiten. Een wit veertje dwarrelde voor het raam langs, het leek langzamer te gaan toen ik er naar keek. Het was een sneeuwwit veertje, ik keek het na, totdat het uit het gezicht van het raam was. “When feathers fall, the birds fly” zei een zachte stem in mijn oor. Ik moest glimlachen. Jack toch, onder die harde buitenlaag van een coole kikker zat eigenlijk een softie, die ergens wel een hopeloze romanticus kan zijn. Samen bleven we daar staan, terwijl de wind zacht langs ons heen streelde.
Hoofdstuk 26, You are an addiction:
UK, Hotel in Londen, 2AM
Voor de zoveelste keer die nacht draaide ik me om in het veel te grote bed, maar de slaap wou deze nacht maar niet komen. Ik opende mijn zwarte ogen en keek naar het donkere plafond, kleine lichtjes danste over het plafond heen, zoals de sterren die zich in het universum bevonden. Alleen waren deze sterren op het plafond en waren ze aan het dansen. Een zucht ontsnapte uit mijn mond, slaap krijgen deze nacht zou niks worden op deze manier. Langzaam ging ik overeind zitten en keek opzij, Nini had weer beslag gelegd op het eenpersoons bed. Een zacht geluid ging door de kamer heen, het duurde even voordat ik door had dat ze zacht lag te snurken. Ik moest mijn hand voor me mond slaan om te voorkomen dat ik zou gaan lachen, het was zeer grappig om de brunette te horen snurken, die was duidelijk ver heen. Het was wel te verwachten dat die diep zou slapen, vooral na wat er die avond was gebeurd. De brunette had zich op de roomservice van die avond gestort, bord na bord ging naar binnen, zowel bij haar als bij Jack. Toen het hun eenmaal duidelijk was geworden dat ik niks zou gaan eten, toen hadden de twee maar besloten dat ze dan nog wel een groot toetje konden bestellen. Ik vroeg me echt af waar ze het lieten, het leken wel twee afvalverwerkers, zoveel eten als dat er daar naar binnen ging, zonder dat ze er last van leken te hebben. Ook de toetjes gingen bij hun naar binnen alsof het niks was, Nini had alleen nog niet genoeg gehad, en tot mijn verbazing hadden ze toen nog pannenkoeken besteld. Toen dat eten werd gebracht, vielen ze weer aan alsof ze uitgehongerd waren. Op dat moment was ik weer half misselijk geworden, nooit geweten dat je misselijk kon worden als je andere mensen zag eten. Nouja, eten, het was meer schranzen. Die twee waren net twee eindeloze putten, maar er was niks aan te doen. Ergens had ik toen wel een voorgevoel gehad dat het niet al te slim was om ze nog zoveel te laten opeten, maar ik had ze niet tegengehouden. Als ze zoveel zouden eten, dan zouden ze zelf ook maar de gevolgen moeten dragen, en dat hadden ze moeten ondervinden ook.
Het had niet lang geduurd voordat Nini zich op de bank had laten storten, al piepend dat ze zulke erge buikpijn had. Jack leek er eerst niet zoveel last van te hebben, maar toen ik hem in zijn zij prikte, begon hij ook te piepen dat het zo’n zeer deed. Ze hadden als twee zwervers op de banken gelegen, al kermend om veel te volle magen, ik daarin tegen lachte me half dood om die twee. Het was zo’n grappig gezicht om hun zo op die banken te zien liggen, met om hun heen resten van wat ooit eten was geweest. Al snel had ik me op de derde bank moeten laten zakken voordat ik om zou gaan vallen van het lachen. Natuurlijk kreeg ik opmerkingen naar me hoofd toe geslingerd omdat ik ze aan het uitlachen waren, en dat ik niet zo gemeen moest doen. Maar ze wisten allebei dondersgoed dat het hun eigen schuld was geweest dat ze er nu zo bijlagen en dat hadden ze uiteindelijk ook toegegeven, vooral omdat als ze het niet toegaven, ik ze zou dwingen om op de banken te slapen en niet in de kamer ernaast met de bedden. En dat was iets wat ze beiden niet wouden, want waarom op een oncomfortabele bank slapen, als je ook in een bed kon slapen met een heerlijk zacht verend matras? Het was zo makkelijk geweest om hun te laten toegeven dat ze te veel hadden gegeten. Toen ik bij was gekomen van het lachen had ik ze net zo lang geplaagd totdat ze het uit hadden geroepen. Niet lang daarna waren we met zijn allen ons teruggetrokken in de slaapkamers, proberend om nog een paar uur slaap te winnen, maar voor mij was dat niet weggelegd.
Een zachte zucht echode zacht door de kamer heen, maar Nini leek niks te merken, die sliep zo vast als een rots. Even keek ik naast me, maar Jack was er niet. Even fronste ik mijn wenkbrauwen, ik was er toch zeker van geweest dat toen ik me bed in ging dat Jack naast me lag. Ik schudde even mijn hoofd en kwam verder overeind. Mijn blik gleed door de kamer heen, maar Jack was nergens te bekennen. Zacht liep ik in de richting van de deuren, proberend Nini niet wakker te maken, ook al wist ik wel dat door de grote hoeveelheid eten die ze naar binnen had gewerkt, ze de volgende paar uur niet wakker zou worden. Toch kon je dingen maar voor de zekerheid wel doen als je niet zeker wist of het echt zo was. Met een zacht krakend geluidje opende ik de deur, de deur voor de zoveelste keer vandaag vervloekend omdat die geluid maakte. Want als Jack binnen in de kamer was, dan had hij me nu wel gehoord, behalve als hij lag te slapen. Voet voor voet liep ik de kamer in en liet de deur achter me in het slot vallen. Het duurde niet lang voordat ik Jack had gevonden. De jongen lag uitgeteld op de bank. Waarom lag hij op de bank en niet in het bed? Ik liep langzaam op hem af, niet wetend of hij nou wel of niet sliep. Hoe dichterbij ik kwam, hoe groter ik het gevoel kreeg dat er iets mis was. “Jack?” mijn stem klonk zacht, maar het was luid genoeg om er voor te zorgen dat Jack zijn ogen open schoten. Hij richtte zijn hoofd naar mij toe en glimlachte even. “Rose” zei hij zachtjes. Ik kwam dichterbij terwijl hij lui op de bank bleef liggen. “Waarom lig je op de bank?” vroeg ik zachtjes. Hij moest even grijnzen. “Omdat jij me uit het bed had gegooid” zei hij toen. Mijn ogen werden wat groter. Had ik hem serieus uit het bed gegooid? Ergens verbaasde het me niet, ik was niet al te rustig geweest in mijn slaap en dat wist ik zelf ook. Ik staarde even naar de grond. Mijn voeten waren lichtelijk verdwenen in het grote tapijt. “Sorry” zei ik zachtjes. Ik hief mijn hoofd op toen hij begon te lachen. Ik keek hem vragend aan, maar hij bleef maar lachen, totdat hij zich herinnerde dat Nini nog lag te slapen. Ergens voelde ik me gekwetst, ik had mijn excuses aangeboden en hij lachte me gewoon uit. Ik wou me omdraaien en de kamer uitlopen, maar voordat ik ook maar een stap had gezet voelde ik hoe zijn hand zich om mijn pols heen sloot. Voordat ik de tijd had om te reageren trok hij me naar zich toe. Door zijn actie verloor ik mijn gewicht. Met een zachte plof belandde ik op zijn middel, ik hoorde hem even kreunen. “Had je maar niet zo veel moeten eten” zei ik met een grijns op mijn gezicht, ik keek hem aan. Misschien was ik wat minder gemeen geweest als hij net niet me had uitgelachen.
Ik boog even voorover en drukte heel zachtjes mijn lippen op die van hem, bijna direct voelde ik hoe hij zijn armen om mijn middel heen sloegen. Zijn vingers gleden over mijn rug heen, terwijl hij me zacht naar beneden drukte, dichter tegen hem aan. Even had ik de neiging om hem zijn gang te laten gaan, maar ik was ergens nog steeds gekwetst. Ik verzette me zacht tegen de druk op mijn rug en liet zijn lippen los. Een paar roodbruine plukken gleden achter mijn oren vandaan en kietelde in zijn gezicht. Er verscheen een lichte grijns op mijn gezicht toen ik in zijn ogen keek. Zijn groene ogen stonden zo liefhebbend, een emotie waarvan ik dacht dat hij die niet bezat. Ik beet even zacht op mijn onderlip, waarom was het zo moeilijk om hem te weerstaan? Niet dat ik het antwoord niet wist. Even liet ik mijn vingers langs zijn wang heen glijden terwijl hij mij met diezelfde blik aan bleef staren. “Rose” zei hij zachtjes, ik zei niks. Mijn vingers bleven tegen zijn wang aanliggen. Het duurde niet lang voordat ik mijn hand van zijn wang afhaalde. Een vraag die ik al lang aan hem had willen vragen kwam opeens omhoog. “Jack, hoe is het voor jou om te racen?” de vraag verliet mijn lippen voordat ik er nog een keer goed over kon nadenken. De druk op mijn rug werd minder en verdween uiteindelijk. Zijn groene ogen keken me lichtelijk verbaasd aan. Ik glimlachte even terug naar hem, nu ik de vraag had gesteld, wou ik het antwoord weten ook, en aan de blik van zijn gezicht te zien, zou hij me het antwoord nog gaan geven ook. Ik kon het niet laten en liet mijn vingers weer over zijn wang heen glijden. Misschien was het om mezelf gerust te stellen dat ik niet te ver was gegaan, of om Jack aan te moedigen het antwoord op mijn vraag te geven. Er verscheen een glimlach op zijn gezicht en hij sloot zijn ogen.
“Ik krijg er al een kik van als ik sta te wachten vlak voordat de race begint, het geluid van motors laat mijn bloed sneller stromen. Het geeft zo’n intens vredig gevoel als je je handen over het stuur laat glijden en je hartslag versnelt. Het wordt allemaal erger als je wacht op het start signaal. Het moment dat het start signaal afgaat, lijkt alles in slow motion te gaan. Mijn hartslag versnelt en ik druk het gaspedaal in uit natuurlijke reactie. Vanaf dat moment zie je niks of niemand meer buiten de baan. Je ogen zijn gericht op de baan, en het enige waar je nog aan kunt denken is winnen. Het enige wat je op dat moment wilt, is winnen. Je vergeet de gevaren die het racen met zich mee kunnen brengen. Je vergeet wie je vriend is en wie je vijand, zolang je maar als eerste eindigt is alles prima. Zodra ik een race rijdt, vergeet ik waarvoor ik rij, ik wil gewoon winnen. Het moment dat ik over de finish lijn heen rij, lijkt alles stil te staan en kan ik alleen maar denken aan het feit dat ik heb gewonnen. Alles wat het racen bij me teweeg brengt, dan lijkt het net alsof ik heel iemand anders ben. Dat zijn de redenen dat ik er zo van houden om te racen, omdat het me werkelijk wat doet. “ het bleef even stil in de kamer toen hij uitgesproken was. Ik zat nog steeds op mijn middel en keek naar hem. Het duurde niet lang voordat hij zijn ogen opende en me aankeek. Een lichtte glimlach verscheen op mijn gezicht. Hij bleef me aankijken, alsof hij wou dat ik er iets van ging zeggen, maar dat deed ik niet. De glimlach bleef op mijn gezicht staan. Hij had precies beschreven wat ik ook voelde als ik achter het stuur kroop en een race ging rijden. Mijn vingers gleden weer even zacht over zijn wang heen. Nu verscheen er ook op zijn gezicht een glimlach. “Dus, was mijn uitleg goed?” Vroeg hij toe. Ik grinnikte even. “Dat zou je kunnen zeggen” zei ik toen. Zijn gezicht betrok even, totdat hij doorhad dat ik hem aan het plagen was. Een van mijn nieuwe hobby’s de laatste tijd, Jack plagen. “Jij klein plaagbeest” zei hij zacht terwijl hij me naar zich toetrok. Ik kon niks anders doen dan hem zijn gang laten gaan. “En dat zegt de grootste pestkop die er bestaat” zei ik tegen hem. Een grijns verscheen op mijn gezicht, hij was soms zo makkelijk de kast op te jagen. Ik boog me iets verder naar hem toe en drukte een kus op zijn lippen, om te voorkomen dat hij zich beledigt zou voelen of dat zijn zelfvertrouwen zou zijn aangetast. Ook al vroeg ik me af of dat wel mogelijk was, aangezien zijn zelfvertrouwen zo groot was, dat het soms te groot was om in een kamer te proppen. Hij kietelde me even zachtjes en ik begon zacht te giechelen. Hij wist hoe slecht ik hier tegen kon, maar toch bleef hij doorgaan. Ik hapte even naar adem toen hij even ophield met kietelen, opnieuw zag ik diezelfde blik in zijn groene ogen. Aan de ene kant vond ik het heerlijk om die blik in zijn ogen te zien, maar aan de andere kant jaagde het me doodsangsten aan. Hij verdiende de waarheid te weten, maar ik kon het niet aan hem die te vertellen, nog niet in ieder geval. Hij verdiende de waarheid die ik al jaren verborgen hield. Hij dacht misschien dat hij me kende, maar hij kende alleen deze kant van mij. Een van de vele kanten. Hij kuste me zachtjes en ik verbande mijn gedachten naar de uithoeken van mijn gedachten. Voor dit moment wou ik het even gewoon vergeten, ik zou het hem wel vertellen, ooit. Voor even liet hij mijn lippen met rust en keek me aan. Een blos verscheen op mijn wangen toen hij in mijn oor fluisterde: “Ik ben verslaafd aan jou.”
Leonoor Commandant
Aantal berichten : 812
personal info Leeftijd: 24 years I have been walking on this world Partner: You can't winn my love. My love is my freedom. Don't try to winn my love, you only get a broken heart. Sagitta, my hunterbird, she shows me to be free. Paard: Danger, like the risks we take every day. Together we will go to where the wind us lead
Onderwerp: Re: [story] The black rider. ma jun 23 2014, 13:57
Hoofdstuk 27, The truth isn’t always what you think:
UK, Hotel in Londen, 3 PM
Mijn vingers gleden zacht over de papieren in mijn handen heen. De stilte heerste op de kamer, maar het deed me niet veel. Zowel Nini als Jack waren weg. Jack was samen met Steven op pad gegaan, waarnaar toe? Ik had geen flauw idee en voor het eerst had ook niet de behoefte om het te weten. Ik had nu belangrijkere dingen te doen dan te weten waar Jack of Nini uithing. Nini was erop uit getrokken met een jongen die ze had ontmoet in de stad gisterenavond toen ze uit was gegaan. We waren nu al een paar dagen in London, het deed iedereen goed om een tijdje weg te zijn van thuis. Toch miste ik thuis, niet om het feit dat het thuis was, nee, ik miste thuis om het feit dat daar de raceauto’s waren, de auto’s waar ik zoveel om gaf en waar ik nu gescheiden van was. Ik wist dat ik ze weer snel terug zou zien, maar toch gaf het me niet echt een geruststellende gedachte. Opnieuw keek ik naar het tijdschrift dat in mijn handen lag. De witte draak stond afgebeeld op de voorkant. Het was het tijdschrift dat ik op de eerste dag hier in London had gekocht. Ik vroeg me nog steeds af waarom de witte draak erop stond, vooral zover van huis. Ik slikte even, was ik er klaar voor om te lezen wat er over in stond? Om de reden te lezen waarom de witte draak op dit tijdschrift stond? Waarschijnlijk niet, maar ik moest wel. De foto leek niet al te lang geleden zijn genomen, misschien een paar maanden terug. Ik wist dat de foto niet van kort geleden kon zijn, want sinds dat ik de race had gewonnen van Kevin stond de witte draak weer in de garage van mij en mijn broer, waar de auto thuis hoorde. Ik wist dat James de auto nog niet had gezien, anders zou hij mij ondervraagd hebben over hoe de auto die we hadden verkocht opeens weer in onze garage stond. Ergens had ik het vermoede dat zodra James de garage in zou lopen dat hij de auto zou zien. De laatste paar jaren was ik alle gegevens langsgegaan om te kijken waar de verkochte auto’s waren gebleven. Ik wist dat een aantal van de auto’s in een privé verzameling stonden, maar dat waren reserve auto’s, niet de belangrijke auto’s van mijn vader. Ik vroeg me na al die jaren nog steeds af wat James had gedacht toen hij de witte draak had verkocht. De witte draak hoorde bij de zwarte draak, en beiden hoorden bij hun, niet bij andere mensen. Ik had hem gesmeekt om de auto niet te verkopen, maar dat was toen niet gelukt. Jaren lang had ik niks van de auto vernomen totdat ik een jaar terug opeens informatie over de locatie had gevonden. Toen ik de race van Kevin aannam, had ik geweten dat hij de witte draak in zijn bezit had gehad, anders had ik nooit tegen hem geracete. En nu? Nu stond de auto veilig in hun garage, weggeborgen voor andere mensen. Wat James ook zou gaan zeggen, ze zouden die auto nooit opnieuw wegdoen, te veel herinneringen die eraan zaten.
Langzaam opende ik het tijdschrift en bladerde ik naar de pagina’s die waren aangegeven die over de witte draak heen gingen. De eerste pagina was gevuld met een close up van de witte draak, een lichtte glimlach verscheen op mijn gezicht, het was een mooie foto dat moest ik toegeven, het zorgde ervoor dat de witte draak goed uitkwam op de zwarte auto. Ik herinnerde me nog het moment dat ik samen met mijnvader en James de draken op de auto’s hadden geplakt en de draken toen bij hadden gespoten. Hij was degene die me had geleerd om de draken zo te spuiten en daar was ik hem dankbaar voor geweest. Door de jaren heen was ik de draken blijven bij spuiten zodat die in goede conditie bleven, maar omdat de witte draak niet meer in mijn bezit was geweest, had ik het daarbij niet kunnen doen. De witte draak zag er daarom wat ouder uit dan de zwarte draak, tenminste op de foto dan. Toen ik de witte draak de garage had ingereden, had ik direct de auto bijgespoten zodat die er weer netjes bij stond, precies zoals mijn vader dat had gewild. Iets zei me dat er een moment zou komen dat ik de auto’s nodig hadden, en dan konden die maar beter goed in staat zijn, dan dat ze bijna uit elkaar vielen. De glimlach verdween van mijngezicht toen ze de titel van het artikel zag. Dragon rides. Iets aan die titel zorgde ervoor dat er rillingen over mijn rug heen liepen. Dit kon nooit zoveel goeds betekenen, het was jaren geleden dat er een artikel was geweest over de auto’s van mijn vader, laat staan over mijn vader zelf. En juist nu ik de witte draak terug had gewonnen kwamen er zulke artikelen opduiken. Ik wist dat mijn broer en ik totaal geen aandacht konden gebruiken. Want van zulke dingen kwam meestal geen goeie aandacht, en ik wou niet dat mijn broer nog meer in de problemen kwam, of dat hij moest racen. Ik had alle vertrouwen in James, maar hij was al een tijdje van de baan af en ik wou hem niet op deze manier terug krijgen op de baan, dat zou dan gebeuren met de verkeerde redenen. Je moest alleen rijden als je er plezier in had. Wij leefden om te rijden, niet om te winnen. Daar lag het probleem bij de meeste rijders. Die mensen reden voor het geld, om de machtigste te zijn, die mensen konden er niet tegen als ze verloren, alleen maar om het feit dat ze dan veel geld verloren. Ik had daar geen moeite mee, het geld dat we met racen hadden gewonnen was een leuke bijkomstigheid, maar niet de reden waarom we raceten. In de afgelopen maanden had ik veel nieuwe rijders leren kennen, maar ook daar was duidelijk te zien dat die mensen raceten om geld, Nini en Jack daarin tegen. Ik kon het zien in hun ogen zodra ze achter het stuur van een raceauto zaten, ik kon het zien aan de manier hoe ze met hun auto’s omgingen. Ze hadden dan wel vele auto’s in hun garage staan, ze stonden er allemaal netjes en onderhouden bij, geen enkele auto stond stof te vangen. Waren er maar meer mensen zoals die twee, dan zou de racewereld er een stuk beter uitzien.
Met een zucht legde ik het tijdschrift weg, ik had het artikel gelezen en de rest van het magazine, veel nieuws had er niet ingestaan, en was ook niet zo interessant geweest, het was maar goed dat er niks in stond over mij of James, er werd geen woord gezegd over het nageslacht van the Dragon, alsof we helemaal niet bestonden, maar op dit moment vond ik het prima. Hoe langer James en ik uit het spotlicht bleven, hoe beter. Waarschijnlijk zou er wel een tijd komen dat we uit de schaduwen moeten komen om erge dingen te voorkomen, maar voor nu leefden we prima in de schaduwen. Of we voor altijd in de schaduwen wouden leven, wel dat was de vraag. Elke dag dat ik niks deed en alleen kon toekijken werd het verlangen in mij groter. Het verlangen om weer de racebaan op te gaan en mensen te laten zien hoe het was om echt te racen, maar voor nu kon het niet. Ik kon James niet teleurstellen, maar ik wist niet hoeveel ik nog kon hebben voordat ik zou breken. Racen was een deel van mijn leven, zonder racen was mijn leven zo saai, zo normaal. De waarheid was hard, maar ik wist dat ik het een van deze dagen aan James zou gaan vertellen. Ik kon niet achter zijn rug om blijven racen zoals ik de afgelopen paar maanden had gedaan met Nini en Jack, het voelde goed om terug op de baan te zijn, maar het schuldgevoel dat erbij kwam dat ik James voorloog was groter dan dat goede gevoel en ik wou niet opnieuw worden verscheurd door zulke gevoelens. Ik loog al genoeg tegen de mensen in mijn leven, soms wou ik gewoon dat ik de waarheid kon spreken, om alle geheimen los te laten. Maar ik wist dat dat niet kon. Ik bewaarde geheimen die mee het graf in moesten, geheimen die mensen meer kwaad dan goed zouden doen. Geheimen die mij toe waren vertrouwd met laatste levensadem. Ik schudde mijn hoofd, ik mocht hun niet teleurstellen. Er waren nog zoveel beloften die nagekomen moesten worden, nog zoveel dingen die ik moest doen. Maar voordat ik dat kon doen zou ik de waarheid moeten vertellen of iets wat op de waarheid leek. Ik zou James zo ver moeten krijgen dat hij mij weer zou laten racen. Want zonder racen zou ik die afspraken nooit na kunnen komen. Maar hoe ik dat op ging lossen of hoe ik James zo ver zou krijgen om mij weer de baan op te laten, ik had geen flauw idee hoe ik dat aan moest pakken.
Met een plof liet ik me achterover op het grote bed vallen, mijn ogen sloten zich toen ik eenmaal op het bed lag. Zelfs al was het in de middag, ik had het gevoel alsof het midden in de nacht was en ik heel veel slaap nodig had. Toch dwong ik mezelf er toe om na te denken, na te denken over wat ik moest gaan doen. Voor even dwaalden mijn gedachten af naar Jack, misschien konden hij en Nini me helpen. Maar bijna direct verwierp ik dat idee weer, ik was wijs en oud genoeg om mijn eigen problemen te verhelpen, daarnaast zou James nooit naar iemand anders luisteren. Waarom was mijn leven nou zo moeilijk? Nooit was er ergens een makkelijke oplossing voor en eigenlijk maakte me dat gek. Ik kon mensen niet de waarheid vertellen omdat ik dan beloftes zou breken, en ik kon niet terug de baan op, omdat ik James had beloofd niet meer te gaan racen. Een gefrustreerde kreun ontsnapte mijn lippen. Soms zou ik willen dat mijn vader geen racer was geweest en ik deze wereld nooit had gekend. Maar als dat zo was, dan had ik nooit mijn liefde voor racen ontdekt, en had ik een heleboel mensen misgelopen, dan was ik nooit Nini en Jack tegen gekomen. Hoe langer ik er elke keer over na dacht, hoe meer ik erachter kwam dat als mijn vader geen racer was geweest, mijn leven er heel anders uit had gezien, en ik niet wist of ik dat eigenlijk wel wou. Een onbezorgd leven zou fijn zijn, maar ik hield van de risico’s, van het gevaar waarin me elke bevond, van de adrenaline stoot die door me heen ging zodra ik hard door de bochten heen reed. Gevoelens die maar weinigen begrepen, alleen zij die begrepen hoe het is om een racer, een rijder te zijn.
UK, Hotel in Londen, 10 PM
Met een ruk opende ik mijn ogen, er was bijna geen licht meer in de kamer, behalve het nachtlampje dat aanstond. Ik herinnerde me niet dat ik die aan had gezet toen ik op bed lag, ik herinnerde me niet eens dat ik in slaap was gevallen. Hoeveel uren waren wel niet voorbij gegaan? Mijn maag rommelde hard en ik kreunde even. Ik keek om me heen, kijkend of ik een klok kon vinden, maar nergens was een klok. Een zachte grom ontsnapte mijn lippen, waarom kon ik geen klok vinden? Ik wou gewoon weten hoe laat het was, waarschijnlijk was het al laat in de avond omdat het buiten al donker was, en mijn maag als een bezetene aan het rommelen was. Langzaam kwam ik verder overeind en gooide ik mijn benen over de rand van het bed heen, mijn voeten raakten zacht het tapijt onder mijn voeten aan. Het duurde even voordat ik de kracht bij elkaar had gehaald om overeind te komen. Voor een moment stond ik wankel op mijn benen voordat ik weer goeie controle over mijn spieren kreeg. Voordat ik ook maar een stap kon zetten ging de deur van de kamer open. Jack stak zijn hoofd om de hoek heen, ik zag een grijns verschijnen op zijn gezicht toen hij zag dat ik wakker was. “Eindelijk wakker slaapkop?” vroeg hij plagend. Ik gromde iets en gooide het kussen van het bed naar hem toe, helaas was hij te snel en ontweek hij het kussen. Ik liep op de deur af. “Hoe laat is het?” vroeg ik toen ik de kamer inliep, ik bleef even stilstaan toen ik de verzameling mensen zag in de hotelkamer, sommige kende is, maar het merendeel kende ik niet. “ergens rond 10 uur” hoorde ik de bekende stem van Nini zeggen. Damm ik had echt lang geslapen. Ik gromde iets en zag toen een doos met pizza staan. Het zag er naar uit dat de jongens nog niet aan die doos waren toegekomen. Ik kwam snel in actie en griste de doos van de tafel af voordat één van de andere hem kon pakken en liet mezelf in de lege stoel zakken. Ik opende de doos en keek naar de heerlijk dampende pizza en pakte een stuk, ik zette mijn tanden in het stuk en keek pas op toen ik zacht gelach hoorde. De jongens zaten me met grote ogen aan te staren, Jack keek me aan met een zielig gezicht en Nini, wel Nini was de bron van het gelach. “wat?” vroeg ik toen maar toen ze me zo aan bleven te staren. Nini was niet in staat antwoord te geven. Het duurde even voordat iemand antwoord gaf. “Je komt hier binnenlopen in een kamer alsof je ons allemaal beheerst, dan jat je de laatste pizza doos en ga je in de stoel zitten waar Jack in zat” het was Steven die het antwoord gaf. Ik at vrolijk verder van de pizza en keek toen Jack aan. “hmm, pech voor hem en jullie” zei ik alleen maar en at verder van de pizza, die pizza was echt heerlijk en de blikken van de jongens maakten het meer dan waard dat ik op Jack zijn plek was gaan zitten. Soms zou het leven meer van zulke momenten moeten bezitten, en nu ik zo’n moment meemaakte, zou ik er gebruik van maken, en goed ook.