Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.
Spring is gekomen in GJ,de dagen worden weer langer en blad groeit opnieuw aan de bomen. Een nieuw seizoen met vele mogelijkheden en een hele hoop nieuwe mensen. Mvg Het team
personal info Leeftijd: 17 years Partner: *blush* Uhm... *cough* I mean, I don't need one! Paard: Used to have one, but then I lost it...
Onderwerp: A walk in the wo- Eh, who are you? [Naära] do aug 01 2013, 03:46
Tevreden slenterde Kzazrier in de richting van het bos. Hij was een riddersleerling, eindelijk. Daarom, en doordat het heel zonnig was, was hij in een abnormaal goede bui. Normaal gesproken zou hij in de schaduwen proberen te blijven, maar vandaag was anders. Daarom was hij van plan een soort éénpersoons picknick te hebben in het bos. Hij had een nieuw soort brood van de bakker gekocht. Het was een brood met een dun suiker laagje. Verder had hij nog een normaal broodje mee genomen, voor als hij nog honger had. Hij zou het geld dat hij had uitgegeven wel terug moeten verdienen, maar dat was het zeker wel waard. En dus liep hij het bos in, zachtjes een deuntje neuriënd terwijl hij een plekje zocht om te gaan eten. Wat gras kietelde zijn voeten door een paar gaten in zijn schoenen. Die moest hij nog eens een keer maken. Eigenlijk had hij nieuwe nodig, maar daar had hij het geld gewoon niet voor. Maar dat kon hem niet zo veel schelen, zo lang hij maar genoeg geld had voor zijn uitrusting was alles best. Na een tijdje doelloos rondgeslenterd te hebben, herinnerde hij zich ineens een open plek in het bos. Het zou een hele goede plek zijn om te gaan picknicken, of gewoon om te gaan liggen en niets te doen. Hij knikte instemmend naar zijn onderbewustzijn en liep in de richting van de open plek. Na een heel eind gelopen te hebben, kwam hij er eindelijk aan. Het was ook ergens midden in het bos. De open plek had één grote boom in het midden. Daar ging Kzazrier vroeger altijd in zitten, maar vandaag niet. Vandaag ging hij de boom als rugleuning gebruiken. Hij ging zitten, pakte zijn suikerbrood en nam een grote hap. Zoals hij had verwacht, was het heel erg lekker. Niet lang daarna had hij het broodje alweer op. Hij besloot het andere, gewone brood te bewaren voor later. In de schaduw was het nog best frisjes... Iets te koud voor hem. Geïrriteerd trapte hij de boom een keer. Waarom had het zo veel bladeren... Hij zuchtte en zette een paar stappen uit de schaduw. Koppig ging hij nog wat verder lopen, verder weg van de gemene boom met veel te veel bladeren. Toen hij vond dat hij ver genoeg was, ging hij liggen met zijn rug tegen de grond. Zijn ruzie met de boom totaal vergetend, liet hij een gelukkige zucht ontsnappen. Waarom kon het leven niet altijd zo zijn. Geen verantwoordelijkheden, geen armoede, geen struikrovers, geen bomen met te veel bladeren, alleen maar een open plek en de zon. Dat was alles wat hij wilde om gelukkig te zijn. Best vreemd hoe dat werkt, als je arm bent, geniet je meer van dit soort kleine dingetjes. Er was maar één nadeel van zo liggen, de zon scheen in zijn ogen. Hij strekte zijn arm en gebruikte zijn hand om wat schaduw te maken. Toen zijn armen stijf begonnen te worden, rolde hij maar om zodat hij nu naar allemaal bloemen keek. Hij voelde hij de warmte van de zon z'n lichaam binnendrong. Hij kon het niet helpen om even z'n ogen dicht te doen, denkend dat hij in slaap zou kunnen vallen. Maar daar heb je het al, nu kwamen zijn gedachten. Gedachten dat struikrovers hier gebruik van konden maken en konden stelen en hem misschien wel vermoorden terwijl hij sliep. En om het nog erger te maken, hoorde hij nog iemand ook. Huh? Dat was toch niet in z'n gedachten? Kon dat, geluiden in gedachten? Hm... Maar dat was niet belangrijk nu... Belangrijker was om te ontdekken of wie dat ook was een gevaar vormde voor het koninkrijk. Toen hij zich afvroeg hoe hij ging ontdekken hoe de vreemdeling eruit zag, kwam hij tot de conclusie dat hij zijn ogen open moest doen, die hij al die tijd gesloten had. Toen hij ze open deed, zag hij niet wat hij verwachtte (een grote, gespierde man met een baard en een dolk in zijn hand), maar een meisje. Tijd om een eerste indruk te bepalen. Zijn hormonen zeiden meteen 'geef toe, ze is best mooi' en omdat dat deel regeerde met ijzeren vuist, had zijn gezonde verstand niet veel te zeggen. 'Maar... Je moet niet alleen kijken of iemand mooi is, je moet ook...' probeerde het nog te zeggen. 'Waar kunnen we nog meer naar kijken? Lichamen zijn kunstwerken, en kunstwerken zijn mooi of lelijk. En dit kunstwerk is mooi!' onderbraken de hormonen het gezonde verstand. Maar wie komt er nu bij? Het is Kzazrier's loner instinct. 'Je moet niemand vertrouwen dan jezelf' zei het. 'Dan kan dan wel kloppen, maar dat verandert niets aan het feit dat mooie meisjes meestal te vertrouwen zijn, vooral als ze deze soort schoonheid hebben' zeiden de hormonen. 'Eh, jongens... Staren is niet beleeft...' zei het aardige en nette deel van hem. En met dat was elk deel van hem meteen stil. Toen bedacht Kzazrier zich dat dat deel het tegen hem had en hij nog steeds aan het staren was, dus keek hij snel weg. Wacht eens, hoor ik niet uit te vinden of ze geen gevaar is? Misschien is ze stiekem een struikrover, je weet maar nooit. Met dat haalde hij zichzelf over om tenminste rechtop te gaan zitten en wat tegen haar te gaan zeggen. "Hey, ik wist niet dat er andere mensen waren die van deze plek afweten." zei hij, hopend dat hij het goede had gezegd. "Mijn naam is Kzazrier, maar je kunt me ook wel Kzaz noemen. Wat is jouw naam?" vroeg hij haar, nog steeds in zijn abnormaal blije bui. Wat was er toch mis met hem? Normaal gesproken zou hij alleen als het echt nodig was degene zijn die een gesprek begint. De laatste keer dat hij dat deed was... Niet eens zo lang geleden. Hij ging zich toen aanmelden als riddersleerling. Toen hij daaraan dacht, hoopte hij dat Usui hem vandaag even niet nodig had. Het zou onmogelijk voor hem zijn om z'n leerling terug te vinden. Kzazrier was zo in gedachten verzonken, dat hij het antwoord niet had gehoord, als het er al was. "Sorry, als je wat zei, ik hoorde het niet... Ik was even in gedachten." verontschuldigde hij zichzelf, zichzelf vanbinnen meteen vervloekend om een antwoord op een vraag die hij zelf had gesteld niet gehoord te hebben. Maar goed, niets aan te doen. Ineens werd hij wat nieuwsgieriger in dit meisje. Zijn licht blauwe ogen keken recht in die van haar, wachtend op haar antwoord.
[Hoop dat je hier wat mee kunt =P Oh, en denk eraan, Kzazrier is niet altijd zoals hij nu doet. Nope, eigenlijk is het een loner die zo weinig mogelijk met mensen te maken wilt hebben. Hij is gewoon heeeeel happy vandaag. Sorry voor het deels besturen van je karakter :c anders was het onmogelijk te doen wat ik wilde doen, you see?]
Naära
Aantal berichten : 14
personal info Leeftijd: 16 years. Partner: Well let's see i don't have one yet. But i'm sure it wont take long. *Cute Smile* Paard: My prince will have one i hope
Onderwerp: Re: A walk in the wo- Eh, who are you? [Naära] do aug 01 2013, 13:29
”Het licht viel door de gaten van de gebarsten muren. Het stof dat de kerk leek op te stapelen. Leek het beeld alleen nog maar erger te maken. Tranen Liepen over haar wang, en namen al het vuil dat er op haar gezicht zat mee. Haar blik was wazig terwijl ze in het puin van haar oude kerk stond. De oorlog die nu al zo lang duurde was over geslagen op haar rustig dorpje. In één nacht had het de helft van de stad verwoest. Mensen levens waren verloren gegaan. Ze zakte langzaam door haar knieën terwijl ze rond keek. Nu was het rustig en stil. Maar ze kon nog altijd het geschreeuw horen die, die nacht door de lucht was gevlogen. Zelfs het heiligste gebouw van haar dorp had geen stand kunnen houden. Haar handen gleden naar haar gezicht en zachtjes begon ze te snikken. Dit was haar thuis geweest. Deze kerk, de priesters en de andere wezen. Die waren nu allemaal al lang gevlucht. De stad was verlaten. Het laatste dat ze kon herinneren was een zwarte ruiter die haar een klap had gegeven. Daarna was alles zwart geworden. Waarschijnlijk waren de mensen vertrokken. Opzoek naar een veilige plek. Ze hadden haar achter gelaten. Niet wetend of zo dood of levend was. Ze veegde haar tranen weg en keek naar de grond. Haar kleren waren gescheurd en het leek alsof ze in een hel beland was. Hoe moest het verder? Haar blauwe ogen sloten zich langzaam. Het was alsof ze bevroren was in de tijd en wachte op die ene persoon die haar er uit kon halen. Haar ogen vlogen open toen ze een vertrouwde hand op haar schouder voelde. Langzaam draaide ze haar hoofd en daar was hij. Hij was haar niet vergeten, hij was hier nu…” ”Naära!” Ze schrok op van haar werk en met dat vielen er een paar vuile inktvlekken op het papier. ‘Geweldig’ Het meisje gromde wat. Haar grootouders wisten toch dat ze aan het werk was. Hier kreeg ze toch echt nooit wat rust. Vloekend schoof ze haar stoel naar achteren. Nu mocht ze dat blad helemaal opnieuw beginnen te schrijven. Ze liep naar de deur van haar kamer en deed hem zonder echt op te letten open. ”Wat!” het klonk boos. Ook al bedoelde ze het niet zo hard. Meteen veranderde ze haar toon. ”Ik bedoel wat scheelt er oma?” Deze keer was haar stem rustiger. Oké ze was boos omdat haar werk nu eigenlijk wel verpest was en dat ze nu een heel blad opnieuw mocht schrijven. Maar ze wilde geen ruzie met haar grootmoeder en zeker niet met haar grootvader. Zij waren de enige familie die ze nog over had. Dus ze had veel respect voor die mensen. Wat moest ze zonder hun doen? Zie liep de trap af en keek vragend naar haar grootmoeder. Gelukkig lachte die vriendelijk naar haar. ”Het spijt me, heb ik je werk verstoord?” Een zucht kwam uit haar mond. Ze haalde haar schouders op. Zo erg was het nu ook weer niet. Haar grootmoeder lachte weer. ”Ik denk dat het beter is, als je vandaag het huis uit gaat.””Wat!” Haar stem was hoog en vol ongeloof. Was haar grootmoeder helemaal gek geworden. Maar de vrouw wuifde haar reactie weg. ”Je grootvader heeft vrienden uitgenodigd en je weet hoe dat gaat lieve schat.” Naära schudde haar hoofd. ”Maar u weet toch ook dat ik mijn werk moet doen!” Wel eigenlijk was ze daarnet niet echt bezig geweest met haar werk. Dat was een privé werk geweest. Haar echte werk had ze nog lang niet af. Nu ze er over na dacht had ze eigenlijk ook nog geen verhaal klaar. ”Precies daarom, buiten kun je verhalen oppikken!” Haar grootmoeder lachte nog eens en verdween in de keuken. Nogmaals zuchte ze. “Geweldig” dacht ze. Maar ergens had haar grootmoeder weg gelijk. Ze had nog drie dagen om een verhaal in te leveren. Ze mocht dus eigenlijk wel wat nieuws te horen krijgen. Half geërgerd op dit onverwachte nieuws liep ze terug naar haar kamer. Met een plof liet ze zich vallen op haar bed. Neen ze had helemaal deen zin om naar buiten te gaan. Geërgerd stond ze weer op en liep naar de kast toe. Wel als ze dan toch geen keuze had, kon ze zich beter snel klaarmaken. Ze trok de deuren van haar kast open. Daar zaten allemaal verschillende jurken in. Tja haar grootmoeder kocht veel jurken voor haar. Sommigen had ze zelfs nog nooit gedragen. Naära keek de kast in. Welke jurk zou ze vandaag aantrekken? Daar had ze hem al. Het was een licht blauwe jurk. Zo licht dat het bijna wist leek. Met korte armen met een golvende kant dat meer naar licht paars op ging. Ook aan de opening van de nek was er een licht golvende kant. Die ook eerder licht paars was. Met deze jurk waren haar schouders bloot en kon je haar ketting goed zien. Ze trok de jurk aan. De rok van de jurk kwam maar tot aan haar knieën. Dat was gemakkelijker om mee te lopen. Ze haalde een hemels blauwe lint uit een lade en bond die om haar middel. Zo dat er twee linten losjes gingen. Ze keek in de oude spiegel. Ja dit was een goede jurk. Ze lachte maar die verdween toen ze haar, haar zag. Het stond alle kanten uit. Ze was vroeg opgestaan en had helemaal vergeten haar, haar te borstelen. Snel nam ze de borstel en al snel was haar, haar weer glad en zijde zacht. Zoals gewoonlijk nam ze haar rode lint en bond haar, haar naar achteren. Nu was ze er helemaal klaar voor. Schrijven zou ze niet doen. Dus haar schrijf spullen liet ze achter en weer liep ze haar kamer uit. Ze zei goedendag tegen haar grootouders en liep het huis uit. De zon streelde haar gezicht, het eerste moment dat ze buiten kwam. Ze zuchte, liefst wilde ze terug naar binnen om verder te schrijven. Maar daar zou ze de kans toch niet voor hebben. Dus langzaam begon ze te lopen en soms vroeg ze aan een paar mensen om nieuwtjes. Ze hoorde dat er een paar nieuwe ridders waren en ook dat er weer nieuwe leerlingen waren. Het grootste nieuws was: dat er een nieuwe raad zou komen. Dat kreeg ze te horen van een wachter die toevallig bij de brug stond. Ze dankte hem vriendelijk en liep door naar het woud. Daar zou ze wat rust kunnen krijgen. Rustig na denken over de woorden die ze zou kunnen gebruiken. Ze kende daarvoor ook de perfecte plek. Een mooie open plek ergens midden in het bos. Dat had ze op een dag gevonden, toen ze heel erg pissig was geworden op een gast die ze kende. Maar dat voorval verdween snel uit haar gedachten. Ze lachte, maar toch kwam er weer een zucht uit haar mond. De laatste tijd was ze snel op haar teentjes getrapt. Maar ook niemand liet haar met rust. Ze moesten haar altijd wel eens lastig vallen. Gewoon omdat ze wisten dat ze schrijfster was. Dus iedereen wilde haar nieuwtjes vertellen. In de hoop dat ze dat dan ging verwerken. Zelfs tijdens haar vrije dagen. Veel vrienden had ze dus ook niet. Want de mensen kwamen alleen naar haar toe met nieuws. Niet gewoon om een goedendag te zeggen. Of om eens over iets anders te praten. Dat maakte haar zo pissig. Soms was ze daarom ook wel heel erg hard tegen de mensen. Maar wanneer dat gebeurde kreeg ze vaak ook een vreselijk gevoel omdat ze het vaak niet zo hard meende. Maar meestal trok ze het haar al niet meer aan. De wandeling alleen al naar de open plek koelde haar weer wat af en ze luisterde met plezier naar de vogeltjes die er waren. Een lach verscheen op haar gezicht en deze keer bleef ze ook staan. Ook toen ze de open plek op kwam en tot haar verwondering een jongen zag liggen. ‘fijn dus toch niet lekker alleen.’ Dacht ze terwijl ze zag dat zijn ogen open gingen. had prachtige blauwe ogen. Ze wilde wel wat zeggen maar wist niet wat. Vooral omdat de jongen bevroren leek te zijn en maar bleef staren. Waardoor ze zich langzaam ongemakkelijk voelde. Net toen ze wat wilde gaan zeggen. Ging de jongen (misschien een jaar ouder dan zij.) recht op zitten en opende zijn mond. Ergens was ze bang dat ook hij zou beginnen met. “Ik weet een goed nieuwtje. Maar ze was verrast toen dat niet de woorden waren die de jongen uitsprak. "Hey, ik wist niet dat er andere mensen waren die van deze plek afweten." Ze lachte vriendelijk naar hem. ‘Ik ook niet’ dacht ze. Maar ze kreeg de tijd niet om de zin uit te spreken. Want de volgende woorden van de jongen kwamen al. "Mijn naam is Kzazrier, maar je kunt me ook wel Kzaz noemen. Wat is jouw naam?" dat was ook een naam die je niet te vaak te horen kreeg. ”Naära… ik had jou ook niet echt verwacht…” Sprak ze zacht maar vriendelijk uit. Toen ze bedacht hoe dat klonk voegde ze er snel aan toe. ”Niet dat het niet fijn is je te ontmoeten.” Ze bloosde even. Maar die verdween toen ze zijn lege blik zag. Ze wachte, hij was duidelijk in gedachten. "Sorry, als je wat zei, ik hoorde het niet... Ik was even in gedachten." Ze keek hem even schaapachtig aan. Terwijl haar ogen de zijne kruiste. Deze keer wist ze zeker dat hij luisterde. ”Mijn naam is Naära.” Zei ze zo vriendelijk als ze kon. Terwijl ze hem weer een glimlach schonk. Man ze lachte veel te veel vandaag. ”Het is fijn je te ontmoeten…” Zei ze daarna zacht. Het was meer murmelen dat ze deed. Ze keek de plek rond. Het leek er op dat Kzazrier. ‘Speciale naam’ Hier een picknick had gehad. ”Euh… Kzazrier vind je het heel erg als ik er bij kom?” Vroeg ze op beleefde toon. Naära had er geen probleem mee om weg te gaan. Tenminste als de jongen dat wilde. Dan zocht ze wel een ander plekje op. ‘Kzazrier is ook geen naam die je elke dag tegen komt..’ dacht ze terwijl ze wachte op een antwoord van de jongen. Het was een prachtige dag en in de zon was het heerlijk. Misschien kon dit nog interessanter worden dan gedacht.
[Ik kon er wat mee, nu hoop ik dat je wat met de mijne kunt XD Naära heeft dus een goede dag uitgekozen om hem te ontmoeten ^^ en don't worry i don't care het is een goede post dat je gemaakt heb en als je Naära er niet invermeld had, was het misschien niet zo leuk geweest ]
Kzazrier
Aantal berichten : 16
personal info Leeftijd: 17 years Partner: *blush* Uhm... *cough* I mean, I don't need one! Paard: Used to have one, but then I lost it...
Onderwerp: Re: A walk in the wo- Eh, who are you? [Naära] do aug 01 2013, 16:52
"Mijn naam is Naära." zei het meisje die blijkbaar Naära heette. 'Geweldig, zij heeft een normale naam en jij hebt zo'n ingewikkelde naam als Kzazrier' zei het dramatische deel van hem. Niet dat hij zich ooit van aan trok. Daarna zei Naära iets, net wat te zacht voor hem om te horen. Net toen hij wilde vragen het te herhalen, twijfelde hij. Dat had hij al eens gevraagd, waarschijnlijk zou ze hem irritant vinden als hij het nog eens vroeg. Maar wat als het een vraag was? Hij wilde net vragen om het te herhalen, toen zij wat zei. "Euh... Kzazrier vind je het heel erg als ik er bij kom?" vroeg ze. In een flits kwam de grappige kant naar boven in hem. "Vind ik het erg? Natuurlijk vind ik het erg! Verschrikkelijk, waarom vraag je me om toestemming iets te doen wat zoiezo zou mogen? Ik weet zeker dat ieder persoon met ook maar een beetje verstand ja zou zeggen tegen iemand zo... Laat maar, het mag." zei Kzazrier. Bijna had hij iets gezegd wat hij zichzelf nog zo had verboden om te doen. 'Waarom doe je zo vreemd?' vroeg het loner gedeelte in hem. Na die vraag was hij ook verward. Hij dacht terug aan de laatste keer dat hij zo deed. Dat was met haar... Nee, niet aan denken! Nooit meer zou hij die fout maken. Vanwege die gedachten liet hij het loner gedeelte winnen. Vrienden, voor hem waren het mensen die je in de rug zullen steken zodra je ze je kostbare vertrouwen geeft. Welkom terug, Kzazrier... verwelkomde hij zichzelf. Naära, hij kende die naam ergens van. Was het een smid? Nee, dat was Zasha. De bakker dan? Ook niet... "Jij bent toch schrijver?" vroeg hij, trots dat hij het zich kon herinneren. "Lijkt mij best lastig... Hm, dat kan ook komen omdat ik niet kan schrijven. Tenminste, ik zou het wel kunnen, ik hou er gewoon niet echt van..." zei hij, niet begrijpend waarom hij dit zei. "Daarom ben ik net een riddersleerling geworden..." zei hij, even aan zijn verborgen mes voelend voor het geval ze toch niet te vertrouwen was. Waarschijnlijk zou hij het niet nodig hebben, maar je weet maar nooit. Toen pakte hij zijn dolk, niet het verborgen mes, en een lapje en begon de dolk te poetsen. Er zat wat aarde op. Hij kon zich de woorden van één van de ridders nog letterlijk herinneren. Zie je uitrusting als een deel van jou, zorg ervoor dat ze goede kwaliteit hebben en zo blijven. Daarom is het nodig om ze te poetsen en te slijpen. Oftewel, allemaal redenen je tijd te verdoen met een levenloos object poetsen. Hij vloekte zachtjes toen hij in z'n vinger sneed. Hij keek naar het sneetje in z'n vinger en hoe er langzaam wat donker rood bloed uit kwam. Toen deed hij de vinger in zijn mond en zoog het naar metaal smakende bloed op, hopend het schoon te maken met speeksel. Daarna deed hij de dolk weer in de schede. Hij begon weer honger te krijgen, dus pakt hij het brood dat hij bewaard had. Toen keek hij naar Naära. Hij vroeg zich af of zij ook honger had. Zonder er echt over na te denken, brak hij het brood door midden en gaf Naära de grotere helft van het brood. "Hier, ik krijg altijd honger van... Alles eigenlijk, maar ook van een wandeling in het bos. Nu ik erover na denk, je krijgt honger van leven, maar niet van eten, of wel?" zei hij, het filosofische deel in hem wakker wordend. Diep in gedachten ging hij weer liggen, het deel negerend dat bleef zeggen 'wat als ze toch een struikrover is? dan ben je er geweest'. Hij dacht terug aan de kleine, gelukkige momentjes die hij had gehad. Van die momenten waar een normaal persoon niet zo blij zou zijn. Die keer dat hij een broodje met vlees erop kreeg van een man, een keer toen hij een zilverstuk kreeg van een een wachter. Daar kwamen de slechte herinneringen weer... Daar is de keer dat hij uit letterlijk uit een huis getrapt werd terwijl het heel hard regende. En daar, die keer dat hij helemaal alleen was, zonder geld, zonder vrienden, zonder toekomst. Hij zuchtte en dwong de herinneringen terug waar ze vandaan kwamen. Toen herinnerde hij zich het broodje die hij nog steeds vast hield. Hij at het broodje op en rolde weer om, zodat hij op z'n rug lag. "Woon jij ook in het dorp dicht bij dit bos?" vroeg hij haar, zijn hoofd draaiend zodat hij naar haar keek. Rustig wachtte hij af op een antwoord.
[Okidoki, fijn dat je er wat aan had. Ik had inspiratie vandaag, gelukkig ^^ fijn dat het ook in het echt zo warm is, dat maakt dit wat realistischer]
Naära
Aantal berichten : 14
personal info Leeftijd: 16 years. Partner: Well let's see i don't have one yet. But i'm sure it wont take long. *Cute Smile* Paard: My prince will have one i hope
Onderwerp: Re: A walk in the wo- Eh, who are you? [Naära] do aug 01 2013, 18:26
Ze wachte rustig een antwoord af. Terwijl ze meer begon te genieten van het buiten zijn. Meestal ging ze alleen naar buiten om nieuws op te halen. De meeste uren zat ze in haar kamer. Schrijven, schrijven en schrijven. Dat was wat ze het meeste deed. Misschien wel vreemd, maar daardoor kon ze de wereld ontsnappen. De wereld die ze altijd al had willen ontsnappen. Niet dat haar grootouders niet goed waren. Die mensen waren gewoon wat raar. Nu ze er zo over na dacht. Misschien was ze soms zelf wel raar. Zoals haar oma altijd zij. “Ik ben een goed persoon. Tot je me pissig maakt” het was wel een goede zin om te onthouden. Want het klopte ook voor haar. Meestal was ze vriendelijk. Of dat probeerde ze toch te zijn. (Vaak mislukte dat dus totaal.) Maar tja ze werd snel pissig en dar moesten de mensen maar mee leren leven. Iedereen had toch wel eens een slechte dag? Okay zij had veel slechte dagen. Misschien moest ze toch wat meer genieten van het leven en wat minder over oud papier hangen. Ze keek nog eens naar Kzaz. Hij leek wel een vriendelijke jongen. Net toen dat in haar gedachten schoot kwam zijn antwoord er aan. Vind ik het erg? Natuurlijk vind ik het erg! Verschrikkelijk, Haar ogen werden groter. ‘Nou ja zeg!’ Dacht ze. Ze wilde al allerlei dingen naar zijn hoofd toe werpen. waarom vraag je me om toestemming iets te doen wat sowieso zou mogen? Ik weet zeker dat ieder persoon met ook maar een beetje verstand ja zou zeggen tegen iemand zo... Nu moest ze een beetje blozen. ‘zo wat?’ ” Laat maar, het mag." Ze lachte vriendelijk terwijl ze wat dichter naar hem toe liep. Maar toch op een beleefde afstand bleef. Daarna liet ze zich op haar knieën vallen. Zo iets had ze niet verwacht. Ze lachte en wende haar blik af. Haar blik bleef staan op iets in de verte. Waar ze eigenlijk helemaal geen interesse voor had. Terwijl ze haar gedachten liet lopen. Misschien was er wel niemand normaal meer. Kzaz zag er vriendelijk uit. Maar zijn reactie was vreemd gewezen. Toch moest ze er ergens mee lachen. Het was grappig geweest en het was zeker niet dat ze zo iets elke dag tegen kwam. Haar glimlach bleef op haar lippen gangen. Terwijl haar blik op een vogeltje viel, die net op de tak van een boom kwam zitten. Een roodborstje. Prachtige kleine beestjes. Die prachtig konden zingen. Ze hield van vogels. Soms wenste ze dat ze net zo kon vliegen als die beestjes. Naar verre landen. Waar van alles kon gebeuren. Misschien zou ze ooit wel eens vertrekken. Iets ontdekken, dat ze niet voor mogelijk voor had gehouden. Maar voor nu zou ze bij haar ontdekking hier blijven en die ontdekking was nu net Kzazrier. Ze keek hem van uit haar ooghoeken aan. Hij leek wel weer in gedachten verzonken te zijn. Niet dat, dat erg was. Zij deed het zo vaak. "Jij bent toch schrijver?" Ze draaide haar hoofd terug en zijn richting en knikte. Ze probeerde niet verveeld te lijken. Want ergens verwachte ze dat hij nu ook nieuwtjes ging vertellen. Daar had ze haar buik van vol. Maar toen dacht ze aan zijn rare reactie. Met hem zou je het waarschijnlijk nooit weten en ze kreeg ook nog gelijk. "Lijkt mij best lastig... Hm, dat kan ook komen omdat ik niet kan schrijven. Tenminste, ik zou het wel kunnen, ik hou er gewoon niet echt van..." Ze lachte. Niet veel mensen leken van schrijven te houden. "Daarom ben ik net een ridderleerling geworden..." Ze keek hem onderzoekend aan. Daarna keek ze hem recht in de ogen. Ze lachte en haar ogen stonden even vriendelijk en de woorden die ze ging zeggen. Meende ze ook. ”Wel gefeliciteerd!” Zei ze opgewekt. Daarna richtte ze haar blik weer ergens anders op. Het roodborstje zat er nog altijd. Alsof het beestje hun in de gaten hield. Ze zuchte even. Ridders ze had er al zo veel ontmoet. De meesten waren allemaal het zelfde. Ze schreef alleen over ridders die anders waren. Echte ridders in haar ogen. Zoals Heer Myron de witte wolf. In haar ogen was hij een held en ook nog knap. Maar dat was alleen maar een voordeel. Ze hoopte hem ooit in het echt te ontmoeten. Ook heer Usui de gouden feniks. De jongste ridder die er was, tot nu toe. In haar ogen was die ook een echte held. Of De baron genaamd de bruine beer. Dat waren pas echte ridders. Mensen waar ze naar op kon kijken. ‘En ze zijn alle twee hot!’ Dacht ze nog. Toen keek ze terug naar Kzaz. Ze lachte. ”Dan hoop ik ook dat je een goede meester krijgt. Geen ridder zoals de rest. Maar één dat echt uitblinkt.” Sprak ze opgewekt. Ze zag hoe Kzaz een dolk aan het schoon maken was. Bijna onzichtbaar schudde ze haar hoofd. Moest ze zich ergens zorgen over beginnen te maken. Vanuit haar oog hoeken zag ze dat hij in zijn vinger had gesneden en zijn vinger in zijn mond stak. Hmm dat kon ze misschien wel gebruiken in haar boek. ‘Lekker veel bloed’ Zo lang het in haar verhalen bleef vond ze het goed. Ze dwaalde weer helemaal af van haar gedachten en schrok ook op. Toen Kzazrier haar wat brood aanbood. Twijfelend nam ze het aan. "Hier, ik krijg altijd honger van... Alles eigenlijk, maar ook van een wandeling in het bos. Nu ik erover na denk, je krijgt honger van leven, maar niet van eten, of wel?" Ze keek naar hem. Nu begon ze echt luid op te lachen. Maar het was wel een beleefde lag. Niet één waarvan iemand zou denken. ‘ze is me aan het uitlachen.’ Toen ze haar adem weer had. Schudde ze haar hoofd. ”Neen... Ik ken ook niemand die honger krijgt van eten.” Haar ogen glansden weer. Hoe lang geleden was het dat ze zo had gelachen? Veel te lang naar haar zeggen. De jongen draaide zijn hoofd terug naar haar. Ze lachte eens vriendelijk en nam een hap van het brood. Het smaakte heerlijk. Wel ze had nog niets gegeten die dag. Dus wat eten was welkom. "Woon jij ook in het dorp dicht bij dit bos?" Ze knikte, nog steeds kauwend op het stuk brood in haar mond. Ze slikte eerst voor ze begon te praten. Niet dat er iets mis was om met een volle mond te praten. Thuis deed ze het zo vaak. ”Ja ik woon bij mijn grootouders.” Ze nam nog een klein hapje van het brood. Daarna ze had het stukje al ingeslikt. sprak ze verder. ”Maar vandaag ben ik het huis uitgezet!” Ze lachte (weer). Snel at ze de rest van het brood op. Ook al zei iets in haar. Dat het best onbeleefd was om iemand anders zijn eten te eten. Maar hij had het haar wel zelf aangeboden. ”Dus vertel eens. Wie heb je als je meester… Of weet je dat nog niet. Vroeg ze terwijl ze gemakkelijker ging zitten. Daarna keek ze hem recht aan en wachte op een antwoord. Haar blik gleed nog één keer naar het vogeltje die net weg vloog. Maar daarna was ze één en al oor voor Kzaz. Ergens had ze wel een beetje het gevoel dat hij haar niet echt vertrouwde. Maar ze trok zich er niet veel van aan. Ze was een schrijfster en dus stelde ze vaak veel vragen. Ook al vond ze dat het lastigste aan de job. Sommige mensen konden zo’n domme dingen vertellen. Maar dit was echt interessant. Dus hoopte ze dat hij een antwoord ging geven. Haar gedachten even ver weg schuiven
[Je hebt helemaal gelijk en hier is het ook echt heel erg warm. Straks smelt ik nog! XD]
Kzazrier
Aantal berichten : 16
personal info Leeftijd: 17 years Partner: *blush* Uhm... *cough* I mean, I don't need one! Paard: Used to have one, but then I lost it...
Onderwerp: Re: A walk in the wo- Eh, who are you? [Naära] do aug 01 2013, 20:45
"Dus vertels eens. Wie heb je als meester... Of weet je dat nog niet." vroeg Naära. "Usui, daar heeft Zasha deels voor gezorgd... Ken je Zasha? Hij is de smid in het dorp." antwoordde hij. "Ik ga z'n record breken, volgend jaar ben ik ridder, mark my words." vervolgde hij terwijl hij nog een poging deed om z'n dolk schoon te maken. Deze keer lukte het om de dolk schoon te krijgen zonder dat hij zichzelf sneed. Opgelucht deed hij de dolk weer terug weer hij hoorde. Ineens kreeg hij een idee. Hij pakte een stukje rogge dat hier en daar tussen de grassprieten uitgroeide en deed het in zijn mond, net zoals cowboys deden in wat boeken die hij had gelezen die hij kreeg als kind. Toen herinnerde hij zich iets. Hij ging weer recht op zitten, het stukje rogge nog steeds in z'n mond hebbend, en pakte een dolk uit zijn zak. Hij had belooft dit te poetsen, de dolk zat vol met opgedroogde modder. Dit zou een rot klus worden... Hij zuchtte en begon het ergste eraf te krabben voor hij het ging poetsen. "Zasha werd laatst beroofd. Usui redde hem toen. Dat is hoe ze elkaar kennen. Heer Usui... Nee, dat past helemaal niet bij hem... Waarom moeten we eigenlijk 'Heer' zeggen? Wat als het een vrouwelijke ridder is? Hm... Wat moet ik dan zeggen..." zei hij terwijl hij het modder van de dolk af poetste. Hij begon ongeduldig te worden en poetste nog harder, zichzelf meerdere keren snijdend. "Au... Waarom zijn dolken zo scherp. Oh, laat maar..." mompelde hij. Waarom zei hij dat? Nou ja, hij had het nou al gezegd en daar is niets aan te doen. Na het laatste modder van de dolk gepoetst te hebben, poetste hij nog een klein beetje om zijn bloed eraf te halen. Daarna deed hij hem weer in een schede en in zijn zak. Nu was iemand hem vijf kopermunten schuldig. Hij keek naar de zon. Het was alweer middag. Blijkbaar was het waar dat de tijd sneller gaat als je het leuk hebt. Hij keek naar Naära vanuit een ooghoek. Ze leek op iemand waarvan hij ooit eens wilde stelen. Hij had het toen toch niet gedaan. Hij vond het niet kunnen om van mensen die jonger waren dan hij te stelen. Bovendien was hij toen acht, hij was niet goed in zakkenrollen, maar hij had nog wel een beetje eer. Hij bekeek haar nog eens goed. Na een tijdje kijken kwam hij tot de conclusie dat ze best mooi was en dat haar ogen het moeilijk maakten haar echt goed te bekijken. Uiteindelijk gaf hij op en liet zijn licht blauwe ogen in de hare staren. En weer herinnerde hij die keer van drie jaar geleden... Meteen drong hij de herinnering terug naar waar hij het al die tijd verborgen hield. De plek waar hij de herinneringen deed die hij wilde vergeten. Toen herinnerde hij zich wat zij gezegd had. "Wacht, werd je uit huis gezet? Waren je grootouders bezig?" vroeg hij toen het eindelijk tot hem doordrong. Hij was het niet gewend dat er mensen zijn die voor je zorgen, dus duurde het langer tot hij het begreep. "Als dat vaker gebeurt, mag je me wel opzoeken. Vaak ben ik Zasha aan het helpen, hier of met Usui aan het oefenen." zei hij. "Ik slaap in de schuur van Zasha. Hij laat me daar wonen zolang ik hem help met zijn werk. Nu heb ik daar wat minder tijd voor, maar gelukkig begrijpt hij dat." hij dacht weer terug aan die keer dat hij gek werd van de deur. Er zat geen slot op en het waaide heel hard. De deur ging steeds open en weer dicht en weer open... Uiteindelijk heeft hij er een soort slot op gezet, die Zasha later ging verbeteren in een slot die van buiten en van binnen van het slot kan worden gehaald. Hij had toen twee reserve sleutels gemaakt en heeft hem er twee gegeven. Zodat ze er allebei in konden. "Zasha's werkplaats en huis is heel dichtbij het plein. Hij heeft ook zo'n bordje hangen om te laten zien dat je bij hem dingen kunt kopen." vertelde hij. Hij had nog steeds dat stukje rogge in zijn mond... Hij was er aan gewend geraakt, dit was niet eens zo irritant als hij had verwacht. Hij draaide zijn hoofd zo dat hij weer naar Naära keek. "Fijn dat er nog steeds dit soort momenten zijn..." mompelde hij, eigenlijk meer tegen zichzelf. Hij sloot zijn ogen en genoot van de warmte van de zon, tot hij Naära's stem weer hoorde.
[Ik hoop dat je wat kunt verzinnen, m'n inspiratie raakte een beetje op =P oh, en je kunt al eerder iets zeggen, ik bedoelde met die laatste zin meer dat Kzaz weer uit zijn gedachten wordt geroepen doordat je iets zegt, als je me nog volgt... Oh, en niet smelten! Met wie moet ik dan RPen T_T]
Naära
Aantal berichten : 14
personal info Leeftijd: 16 years. Partner: Well let's see i don't have one yet. But i'm sure it wont take long. *Cute Smile* Paard: My prince will have one i hope
Onderwerp: Re: A walk in the wo- Eh, who are you? [Naära] vr aug 02 2013, 12:05
Haar lach zou vandaag niet meer verdwijnen. Het was gezellig hier. Voor al omdat er tenminste één iemand was die niet de hele tijd alles en nog wat vertelde. Ja het zou een lekker warme dag worden vandaag. Misschien zou het ook wel iets te warm kunnen worden. Nu ze er over na dacht was dat eigenlijk helemaal niet zo erg. Ze zou nog kunnen gaan zwemmen ook. Lekker in het koele water van een riviertje of van een meer. Er waren hier in het bos toch wel een paar meren? Ze wist er wel een paar liggen en het koele water zou in dit weer fijn aanvoelen. Waarschijnlijk was het ook wel al wat opgewarmd door de zon. Ze keek eens rond. Ja hier iemand had ze niet verwacht. Vele mensen waren bang voor het woud. Bang dat er een rover tevoorschijn zou springen. Tot nu toe had zij het geluk gehad om er nog geen te ontmoeten. Maar er waren mensen die haar verhalen hadden verteld over hoe ze werden beroofd. Dan kwam er altijd wel iemand hun te hulp. Maar vaak geloofde ze die verhaaltjes niet. De meesten spraken er te rustig over. Alsof het helemaal niets was. Zij zelf zou Daar niet zo gemakkelijk over kunnen praten. Waarschijnlijk zou ze toe slaan, tenminste dat dacht ze. Maar ze zou het nooit zeker weten tenzij het zou gebeuren. Maar ze hoopte toch dat het nooit zou gebeuren. Toch niet wanneer ze alleen was. Dat zou pas erg zijn. Wat zou zij kunnen doen? Behalve schreeuwen schoppen en proberen te rennen? Soms wenste ze dat ze een karkater was uit haar eigen verhaal. Sterk, moedig. Iemand waarmee je niet zo houw kon sollen. Soms was ze inderdaad zo iemand. Maar er kwam bijna nooit zo een gelegenheid voor. Iets wat voor haar part ook zo mocht blijven. Usui, daar heeft Zasha deels voor gezorgd... Ken je Zasha? Hij is de smid in het dorp." Haar ogen werden wat groot. Hij had Heer Usui als zijn leerraar? De spetter van het dorp. De held die ze altijd zag in haar dromen ’s nachts? Dat was zeker een goede leerraar. Ergens werd ze jaloers op Kzaz. Hij had heer Usui? Ze kon het nog steeds niet geloven. Maar toen dacht ze aan de woorden dat de jongen had gezegd. Zasha? Wel ze had al van die naam gehoord, dat was zeker. Maar kennen neen. Ze kende geen Zasha, toch niet persoonlijk. Ik ga z'n record breken, volgend jaar ben ik ridder, mark my words." Ze lachte. ”Daar hou ik je aan!” Zei ze half lachend. Weer was Kzaz bezig met een dolk te poetsen. Misschien had hij iets met poetsen. Maar hoe hij teweer ging, zou hij zichzelf snel snijden. Ze schudde bijna onzichtbaar haar hoofd. Terwijl ze hem nog eens goed bekeek. Hij was best knap en het leek er op dat hij redelijk gespierd was. Alleen zag hij er ook een beetje mager uit. "Zasha werd laatst beroofd. Usui redde hem toen. Dat is hoe ze elkaar kennen. Heer Usui... Nee, dat past helemaal niet bij hem... Waarom moeten we eigenlijk 'Heer' zeggen? Wat als het een vrouwelijke ridder is? Hm... Wat moet ik dan zeggen..." ”Mevrouw..” Gaf ze als antwoord. Maar hij leek niet veel aandacht te besteden aan haar. De volgende zin was meer een gemompel. Ze had hem eigenlijk ook niet helemaal verstaan. Ze keek naar zijn handen. ja hoor hij had zich een paar keer gesneden. Nu kon ze zich zelf wel voor de kop slaan. Waarom had ze geen tas mee gebracht? Daar zat wat verband in. Kzazrier zou het nu wel kunnen gebruiken. Maar ze had het niet bij en er was eigenlijk niets anders… Ze keek eens vluchtig rond. Was er echt niets waarmee ze Kzaz een plezier kon doen. Of toch zodat zijn handen er wat beter uitzagen. Zijn blauwe ogen keken recht in de hare. Ze zou er in kunnen verdrinken. Tenminste als ze haar blik niet zo snel terug had weg getrokken. Er verscheen een lichte blos op haar wangen. Naära zocht naar woorden om tenminste iets te zeggen. Maar het leek er op dat haar geest geen woorden wilde geven. Een lichte zucht kwam uit haar mond. Hoe moeilijk was het om een gesprek levendig te houden? Okay het was duidelijk genoeg. Hier was ze niet de beste in en dat besefte ze zelf ook. Dus was ze heel blij met de volgende woorden van de jongen. Waarmee ze weer moest lachen. Ja haar grootouders hadden haar het huis uitgezet. Maar dat was maar voor een dagje. Niet voor eeuwig en altijd… dat hoopte ze toch. Naära zou niet terug kunnen keren tot dat de vrienden van haar grootvader weg waren. "Als dat vaker gebeurt, mag je me wel opzoeken. Vaak ben ik Zasha aan het helpen, hier of met Usui aan het oefenen." Ze lachte, dat was eigenlijk het vriendelijkste wat iemand tegen haar had gezegd in een hele lange tijd. "Ik slaap in de schuur van Zasha. Hij laat me daar wonen zolang ik hem help met zijn werk. Nu heb ik daar wat minder tijd voor, maar gelukkig begrijpt hij dat." Bedoelde hij dat hij geen huis had? Ze sloeg haar ogen neer, terwijl haar blik getrokken werd naar het blauwe lint om haar middel. Daarna keek ze weer naar Kzaz en zijn handen. Ze lachte ja dat zou wel kunnen werken. Tenminste het was beter dan niets. Ze luisterde nog half naar de woorden die hij zei. Het plein ja dat kende ze wel. Daar was er inderdaad ook een smid. Bedoelde hij dat hij daar leefde? Weer kreeg ze een steek van medelijden. Zij zelf had niet veel. Ze had haar ouders niet. Maar ze had tenminste haar grootouders nog. Maar hij. Bedoelde hij dat hij geen familie meer had? Dat moest verschrikkelijk zijn. "Fijn dat er nog steeds dit soort momenten zijn..." Hoorde ze hem zeggen, terwijl ze het lint van haar middel los maakte. Ze keek hem aan. ”Hier…” Zei ze vriendelijk terwijl ze het lint voor hem uithield. Ze lachte, en haar ogen blonken in de zon. Ze wachte tot hij het lint zou aannemen. ”Wat bedoel je met: ‘fijn dat er nog steeds dit soort momenten zijn?” Vroeg ze zacht. Niet helemaal begrijpend wat hij daarmee bedoelde. Het klonk wel als iets goeds. Maar meer iets goeds dat kwam na iets slechts en dat was wat haar dwars zat. Ze wachte rustig af met een glimlach.
[Sorry als je er niet mee kan doen.... En ik zal niet smelten Lekker veel ijsjes eten!]
Kzazrier
Aantal berichten : 16
personal info Leeftijd: 17 years Partner: *blush* Uhm... *cough* I mean, I don't need one! Paard: Used to have one, but then I lost it...
Onderwerp: Re: A walk in the wo- Eh, who are you? [Naära] vr aug 02 2013, 15:31
"Hier..." zei Naära terwijl ze hem een lint uithield. Eerst was Kzazrier een beetje verbaasd. Wat moest hij met een lint? Ineens kreeg hij een idee. Hij nam het lint aan en pakte zijn dolk. Er zat een gat aan het eind van zijn handvat dat hij kon gebruiken om een touw aan vast te maken, of een lint. "Wat bedoel je met: 'fijn dat er nog steeds dit soort momenten zijn?" vroeg het meisje zacht. "Wat er ook gebeurt, de zon zal nog steeds schijnen. Het weer kan nog steeds goed zijn. Het weer trekt zich nergens wat van aan. Het kan gaan regenen op een bruiloft en de zon kan gaan schijnen op een begrafenis..." mompelde hij net hard genoeg voor Naära om te horen. Maar het tegenovergestelde kan ook... Hij schudde de gedachten uit zijn hoofd en maakte het lint vast aan zijn dolk. Als het goed was, deden ninja's dit ook. Hij spuugde het stukje rogge uit, het begon een beetje vies te smaken. "Kan jij een handstand? Ik moet dat doen van Zasha. Hij zei dat het een goede oefening was..." zei hij, terwijl hij opstond en zich klaar maakte om een handstand te maken. Toen herinnerde hij zich dat Zasha toen duidelijk zijn lach in aan het houden was. Die leugenaar... Hij wilde weer gaan zitten, maar struikelde en maakte als een reflex een koprol. Dat was geen handstand... Sinds wanneer was hij zo'n kluns? Hij deed weer een koprol, deze keer naar achteren, en ging weer liggen waar hij eerder lag. Hij kon het niet helpen dan realiseren dat hij nu iets dichterbij Naära lag. Hoe kwam het toch dat hij zich bij haar op zijn gemak voelde... Misschien door haar paarse haar? Het hielp in ieder geval mee dat ze geen groene ogen had... Groene ogen en blond haar, de enige persoon die dat had en aardig was, was Usui. Maar dat was anders, dat was geen meisje. "Zasha, ik pak je nog wel terug..." mompelde hij grijnzend. Hij keek naar zijn handen. Misschien was het handig geweest als hij wat voorzichtiger was... Nou ja, daar kon hij nu niets meer aan doen. Het bloeden was al een tijdje gestopt. Hij keek weer naar Naära en dacht na over een bijnaam. "Nana! Perfect!" zei hij na een tijdje denken. "Hierbij hernoem ik u tot Nana." zei hij met een plechtige stem. "Trouwens, waarom gaf je me dat lint en veranderde me in een ninja?" vroeg hij met een serieuze stem, ook al was het laatste een grap. Hij keek in haar ogen en wachtte op haar antwoord.
[Had een beetje weinig inspi :c maar geen zorgen, ik kon er wel wat mee ^^]
Naära
Aantal berichten : 14
personal info Leeftijd: 16 years. Partner: Well let's see i don't have one yet. But i'm sure it wont take long. *Cute Smile* Paard: My prince will have one i hope
Onderwerp: Re: A walk in the wo- Eh, who are you? [Naära] vr aug 02 2013, 18:23
Het antwoord dat ze van hem kreeg was totaal niet wat ze verwacht had. Neen het klonk eenzaam en ergens leek het triest te zijn. toch luisterde ze naar zijn woorden. Alsof ze hem niet kon beledigen. "Wat er ook gebeurt, de zon zal nog steeds schijnen. Het weer kan nog steeds goed zijn. Het weer trekt zich nergens wat van aan. Het kan gaan regenen op een bruiloft en de zon kan gaan schijnen op een begrafenis..." Ze keek hem onderzoekend aan. Neen hij was niet iemand zoals de rest. Dat was nou het leukste. Ondertussen had ze ook door dat hij haar lint niet gebruikte zoals ze verwacht had. Neen hij maakte het vast aan de dolk. Ergens wilde ze er iets op gaan zeggen. Maar ze slikte de woorden in. Wel hij gebruikte het voor iets en dat was toch meer dan ze verwacht had. Misschien was ze nu wel een lint kwijt. Maar daar trok ze zich niet van aan. Er kwam een zacht windje waaien en zegenoot van de koele bries in haar haren. Even sloot ze haar ogen. Als ze nu zou gaan liggen, dan kon ze zo inslaap vallen. Maar ja ze bedacht zich gelukkig net op tijd dat ze hier niet alleen was. Gaan slapen was niet echt een optie. Nou ja het was ook veel leuker om wakker te zijn. Veel slapen deed ze eigenlijk ook niet. Vaak werd ze wakker opdat ze een idee had en dan begon ze meestal te schrijven. Okay ze was nog geen echte schrijven. Neen ze was een leerling. Maar dat leek geen verschil te maken voor de mensen in het dorp. Plus had wel werk. Nou ja, ze moest werken maken van haar leerraar. Die haar soms dan wel wat geld gaf. Veel was het nooit. Maar altijd wel genoeg voor haar. Het zou niet veel verschil maken als hij haar helemaal niets gaf. Want haar grootouders betaalden voor haar. Haar blik gleed naar de blauwe hemel. Er leek geen wolkje in de lucht te zijn en er vloog net een zwerm eenden voorbij. Weer in die V vorm, dat deden eenden en andere vogels altijd. Vroeger had ze gedacht dat de vogels ook konden schrijven. Maar toen had iemand haar het uitgelegd en was die droom vervaagd. Ook al vond ze het nog steeds leuk om er aan terug te denken. "Kan jij een handstand? Ik moet dat doen van Zasha. Hij zei dat het een goede oefening was..." ze richtte haar ogen weer op Kzaz. Even bekeek ze hem alsof hij gek was geworden. Ondertussen was Kzazrier opgestaan. Duidelijk van plan op een handenstand te gaan doen. ”Wel vroeger heb ik dat nog gedaan…” Antwoordde ze. ”Ik veronderstel dat ik dat nu ook nog kan…” Het leek er op dat Kzaz zich bedacht en terug wilde gaan zitten. Maar ze zag hoe hij een koprol maakte. Ze lachte, hard op. Maar dat stopte snel tot het alleen nog in haar ogen te zien was. De jongen deed weer een koprol achteruit en ging terug liggen waar hij daarnet lag. Alleen en dat besefte ze heel goed, was hij nu wat dichter bij haar. Ze lachte naar hem. ”Een koprol kan ik ook wel.” zei ze vriendelijk. Niet dat ze dat hier van plan was te doen. Zeker niet met het kleed dat ze nu aan had. Ze keek weer even de andere kant op. Geen idee waarom ze dat eigenlijk deed. Misschien zocht ze gewoon naar het roodborstje dat ze daarnet nog had gezien. Nou eigenlijk was dat wel al een tijdje geleden geweest. Nu ze er zo aan dacht was ze blij dat Kzazrier hier was. Alleen was maar alleen toch? Ja en dan had ze hier ook maar gezeten. Nu had ze tenminste iemand waarmee ze het gezellig had. Ook al deed hij wel een klein beetje raar. Maar dat paste wel bij hem. Hij was eigenlijk best wel leuk. Ze bloosde een beetje door haar gedachten en ze was blij dat ze de andere kant opkeek. Zodat hij haar blos niet kon zien. Ze ademde rustig een paar keer in en uit. Langzaam aan voelde ze hoe haar kaken weer afkoelden. "Nana! Perfect!" Ze schrok letterlijk op van het onverwachte geluid. Ze keek de jongen vragend aan? Nana? "Hierbij hernoem ik u tot Nana." haar eerste gedachte was om hem te gaan uitschelden. Maar toen drongen zijn woorden echt door haar door. Ze lachte zacht. Nana dat klonk nog niet zo slecht. Nana dat was eigenlijk wel een mooie bijnaam als ze er nu echt hard begon over na te denken. Ze keek hem recht aan in de zijn blauwe ogen. Hij was de eerste die haar een echte bijnaam gaf. "Trouwens, waarom gaf je me dat lint en veranderde me in een ninja?" Nu kon ze haar lach niet inhouden. Het was een vrolijke lach. Het was zeker dat hij veel fantasie had. Deze keer duurde het wat langer dan de vorige keer. langzaam kon ze zelfs geen adem halen. Terwijl ze haar ademhaling terug probeerde te krijgen. Keek ze verontschuldigend naar Kzaz. Ze wilde hem niet beledigen. Neen ze vond het juist leuk. Misschien was dit ook wel weer iets dat ze in haar boek kon gebruiken. Ze lachte zacht en was eigenlijk half vergeten wat hij had gevraagd. Ze bleef kijken in zijn ogen en het duurde wel even voor dat ze het weer wist. ”Ik heb je dat lint gegeven voor je handen.” Zei ze rustig. Tja dat was de bedoeling geweest. Hij had zich zelf in een ninja veranderd. Ze lachte. ”Maar als jij er ninja mee wilt spelen is dat ook goed.” Ze lachte en liet zich dan uiteindelijk toch op haar rug vallen. Ze voelde het zachte gras kietelen. De lucht was zo blauw. Het leek alsof je er in zou kunnen gaan zwemmen… Zwemmen ergens had ze zin om te gaan zwemmen. ”Zwem je graag?” vroeg ze terwijl ze haar gezicht naar Kzaz draaide. Ze lachte. ”Ik ken een goede plek om te zwemmen.” Voegde ze er zonder over na te denken aan toe. Ja hier dicht bij was er toch een meer, Ze wist het niet zeker. Ze wist alleen zeker dat er ergens in dit bos een meer was. Niet ver hier vandaan. ‘dat klonk als een zin van een verhaal die ze net had gelezen.’ Ze zocht de ogen van Kzazrier lachte en richtte haar blik weer naar de lucht. Het was toch zo een mooie dag vandaag.
[Gelukkig ^^]
Kzazrier
Aantal berichten : 16
personal info Leeftijd: 17 years Partner: *blush* Uhm... *cough* I mean, I don't need one! Paard: Used to have one, but then I lost it...
Onderwerp: Re: A walk in the wo- Eh, who are you? [Naära] vr aug 02 2013, 19:55
"Ik heb je dat lint gegeven voor je handen. Maar als jij er ninja mee wilt spelen is dat ook goed." zei ze. "Ninja spelen? Pf, ik ben een ninja nu. Let maar op..." zei hij en hij was van plan iets te doen wat hij al heel lang aan het oefenen was. Hij rende naar de boom, gebruikte het als een soort afzetje en deed een achteruit-salto. Gelukkig, het lukte... Nu de landing. Dit was het moeilijkste stuk... Met veel moeite, dat hij verborg, lukte het hem om op beide benen neer te komen. "Oh, en ik hou wel van zwemmen. Bedoel je dat meertje hier vlakbij? Ik was al van plan daar ooit eens heen te gaan... Weet jij hoe je daar naartoe moet gaan?" vroeg hij haar. Kom op, denk Kzazrier, je bent er ooit eens geweest... "Was het niet die kant op?" vroeg hij en hij wees naar de plek waar waarschijnlijk het meer was. Hij begon het echt warm te krijgen, bijna heet. Het deed hem denken aan de koude winters. De winters waarin hij bijna dood ging vanwege ondervoeding... Ook al was het zo warm, toch rilde hij even toen hij daaraan terug dacht. Hij probeerde de herinnering terug te duwen, maar het lukte niet. Hij herinnerde zich een dag...
Kzazrier, vijftien jaar oud, opende zijn ogen. Het was tijd om weer wat geld bij elkaar te sprokkelen... Hij zuchtte, eerst moest hij hier nog ongezien uit zien te komen. Geluidloos sloop hij uit de kelder. Helaas, deze mensen hadden een hond. De hond blafte en rende naar Kzazrier toe, klaar om de indringer te bijten. Kzazrier had door wat de hond wilde doen en sloeg de hond weg. Hij rende uit het huis en bleef weg rennen, denkend dat de mensen hem zouden volgen. Hij gunde zichzelf een pauze, wat hij beter niet had kunnen doen. "Knul, kom eens even met ons mee." zei een stadswachter. Geschrokken deinsde hij achteruit. Dit is een doodlopende steeg, als ik m'n nieuwe truc uitvoer heb ik een kans... Nee, misschien kan ik me hieruit bluffen. Nee, daarvoor is het al te laat, misschien kan ik hem heel hard in zijn gezicht slaan en dan weg rennen... Kzazrier's gedachten gingen razendsnel, proberend een oplossing te vinden. Toen zag hij een opening, de wachter kwam dichterbij, maar creëerde daarmee wel een hele grote opening. Hij greep zijn kans een stoof ervandoor. Snel ging hij naar één van zijn velen verstop-plekken. Opgelucht kwam Kzazrier tot adem. Na een tijdje wachten, besloot hij dat het nu wel veilig zou zijn. Hij liep naar buiten en zag dat het sneeuwde. Het was ijskoud, vooral met de kapotte kleren die hij droeg. Hij moest opschieten, wilde hij nog iets verdienen. Hij checkte even hoeveel hij had. Een zilverstuk en drie kopermunten. Niet zoveel dus. Hij besloot om naar het plein te gaan, daar was vandaag toch een markt? Daar aangekomen, zag hij dat hij goed had gegokt. Hij zag zelfs iemand met hele dure kleren, die moest wel veel geld hebben. Snel liep hij naar hem toe en rolde zijn zakken. Hij merkte er niets van. Gouw liep hij naar zijn volgende doelwit, er was nog een zakkenroller. Met een beetje geluk kon hij wat van hem stelen... Hij liep ernaartoe en rolde de zakkenroller's zakken. Even snel als hij gekomen was, was hij ook weer weg. Hij keek naar zijn buit. Een goudstuk, zeven zilverstukken en negen kopermunten. Niet slecht. Hij liep naar de bakker en kocht een brood. Toen liep hij naar de slager om een stuk vlees te kopen. Vandaag zou hij een feestmaal hebben. Het brood kostte een zilverstuk en twee kopermunten, en het stuk vlees kostte drie zilverstukken en acht koperstukken, niet echt goedkoop. Maar hij had veel geld vandaag. Hm... Zal ik handschoenen of nieuwe schoenen kopen... Handschoenen zijn duurder met dit weer, en met dit geld kan ik hele goede kopen. Dus besloot hij om handschoenen te kopen. Na een tijdje vond hij een kleding winkel. Hij liep naar binnen, zocht een paar handschoenen uit en betaalde. Een goudstuk, twee zilverstukken en een kopermunt. Best duur. Dan zal de kwaliteit ook wel goed zijn. Tevreden met zijn aankopen verliet hij de winkel en liep wat rond. Ineens merkte hij dat hij gevolgd werd. Hij wist precies wat hij moest doen. Hij rende een steegje in en verstopte zich achter wat dozen. Hier ergens zou het moeten zijn... Ah, daar. Hij opende een leuk en ging het riool in. Het was nog kouder hier en het stonk verschrikkelijk. Maar hij was blij dat ze het hadden. Anders zouden de straten veel viezer zijn, en zou hij geen ontsnappings-weg hebben. Helaas was hij niet de enige die deze plekken kende, blijkbaar kenden zijn achtervolgers dit ook. "Niet rennen, je kunt ons niet ontsnappen." zei één van hun. Hij zuchtte geërgerd. Het moest dan maar... Hij draaide zich om en zag een groepje mannen, allemaal met wapens. Kzazrier mocht dan wel sterk zijn, hij was niet gek. "...Nope." mompelde hij en hij rende weer weg. Hij was buiten adem, maar hij was ze wel kwijt geraakt. Eindelijk... Hij was zo blij, dat hij niet opmerkte dat er weer anderen waren die hem volgden. Hield dit dan nooit op? Hij rende naar een steegje en wachtte hun op. Hij had overal pijn en zijn kleren waren kapotter dan ze al waren, maar hij had nog wel zijn handschoenen, sterker nog, die waren onbeschadigd. Hij had ze alleen wel all zijn geld moeten geven... Hij zuchtte en zocht een huis op, zonder hond, waar hij zou kunnen slapen.
Dat was hoe hij vroeger leefde... En dan was dat nog een dag waarin hij iets te eten had, die waren zeldzaam. Meestal moest hij afval eten om te overleven. Hij staarde naar de grond, weer terug naar zijn normale zelf. Hij liep naar de boom toe en ging weer zitten terwijl hij voor zich uit staarde, langzaam kwamen meer dagen naar boven...
[Ik hoop dat je hier iets mee kunt...]
Naära
Aantal berichten : 14
personal info Leeftijd: 16 years. Partner: Well let's see i don't have one yet. But i'm sure it wont take long. *Cute Smile* Paard: My prince will have one i hope
Onderwerp: Re: A walk in the wo- Eh, who are you? [Naära] za aug 03 2013, 12:40
Bewonderend keek ze hoe Kzazrier een achterwaartse salto deed. Hij lande recht op zijn voeten en ze lachte. Ja hij zou misschien wel een goede ninja kunnen zijn. Maar hier in dit land leefden der geen ninja ‘s. Dus zou hij het maar moeten doen met wat hij kon worden en dat was een ridder. Ze lachte. Waarschijnlijk zou hij wel een goede ridder worden. Hoe kon het ook anders? Met Heer Usui als zijn mentor… dat kon alleen maar goed gaan. Ze keek hem nog eens schuin aan. Hij was misschien wel wat mager. Maar voor de rest leek het er toch op dat het een gezonde jongen was. Ergens deed hij haar denken aan één van haar broers. Nou eigenlijk was hij meer het tegenover gestelde van één van haar broers. Die was groot, lomp dik en lelijk. Toch de laatste keer dat ze hem had gezien. Hij woonde geheel ergens anders en het was toch al een paar jaar geleden dat ze hem gezien had. In het begin was ze blij geweest dat ze van hem af was. Ja hij was altijd zo een pestkop geweest. Vaak had ze hem daarom letterlijk veracht! Maar na een tijdje was har woede gaan liggen en nu vroeg ze zich toch af en toe eens af hoe het met hem ging. Misschien was hij wel verandert… Of misschien toch niet. Als ze er over na begon te denken zou ze zweren dat hij nooit zou veranderen. Maar hij bleef haar grootte broer. Daar kon zelf zij niets aan doen. Maar zolang ze wist dat hij veilig en ook wel gelukkig was. trok ze zich er niet veel van aan. Waarom zou ze ook. Hij trok zich ook niets van haar aan. In al die jaren had hij nog niets van zich laten horen. Wat een lomperik. Misschien was hij wel ergens in de grond ingezakt omdat hij zo vet was. Ze zag het beeld al voor zich. Dat zou hem misschien wel goed doen. "Oh, en ik hou wel van zwemmen. Bedoel je dat meertje hier vlakbij? Ik was al van plan daar ooit eens heen te gaan... Weet jij hoe je daar naartoe moet gaan?" Ze knikte. Dus hij kende dat meertje ook. Dat was gemakkelijk. "Was het niet die kant op?" Ze volgde met haar ogen de kant waar hij naar wees. Zeker wist ze het niet. Dat had ze ook in haar gedachten. Ze konden gaan kijken als het daar niet was konden ze altijd terug komen en een andere kant op gaan. Ze lachte klaar om op te staan. veronderstellend dat Kzazrier mee zou lopen. Dus rustig stond ze op en liep in de richting die hij had aangegeven… Ze stopte net voor ze de struiken in zou gaan lopen. Kzaz liep niet achter haar. Ze draaide zich om en keek hem vragend aan. Maar hij stond daar als bevroren. ”Hu Kzazrier?” Vroeg ze. Maar ze kreeg helemaal geen anwtoord terug van de jongen. Ze bleef hem even aan staren. Was hij weer in gedachten verzonken? Misschien kon ze nu wel zeggen wat ze wilde tegen hem en zou hij helemaal geen antwoord terug geven. Misschien zou hij het zelfs helemaal niet horen. ”Kzazrier!” Riep ze wat luider. Zwaaiend met haar armen als een gek. Maar geen beweging. De jongen leek in een trans. Alsof hij iets kon zien wat zij niet zag. Of was ze zelf in slaap gevallen. Ze keek rond, het leek er helemaal niet op dat ze in slaap was gevallen. Voor de zekerheid gaf ze zich zelf een kneepje. ‘au’ Ze wreef over haar arm. Neen ze was niet aan het slapen. Ze liep rustig naar Kzazrier toe. Ze zwaaide met haar hand voor zijn ogen. Naära zucht. Het was echt alsof hij helemaal bevroren was. Ze boog zich voorover en nam een lang grassprietje. Ze wreef met het gras sprietje over zijn wang. Waarna ze haar best moest doen om haar lach in te houden. Hij zat echt wel diep. Waaraan zou hij denken. Mompelend ging ze wat verder van hem weg terug gaan zitten. Ze leunde met haar hoofd op haar arm. Terwijl ze dacht wat ze zou doen… Zou ze hem proberen terug te halen uit zijn gedachten? Moest ze gewoon weg lopen. Waarschijnlijk zou hij het nog niet eens merken dat ze weg was. Ze zuchte, neen dat kon ze hem niet aan doen. Hem uit zijn gedachten halen leek ook geen goed idee. Dus de enigste oplossing was wachten. Ze zuchte, bijna begon ze te vloeken. Het was duidelijk genoeg dat ze een echte ontdekking had gedaan. Als ze nu een veer had gehad en wat inkt; dan kon ze zijn gezicht waarschijnlijk beschilderen. Ze moest lachen aan de gedachten. Maar nu verveelde ze zich wel en niet zo een beetje. Ze keek weer in de richting van Kzaz. Hij stond daar eigenlijk maar te staan. Misschien speelde hij nu wel standbeeld in plaats van ninja… Ze schudde haar hoofd. Wat een belachelijke gedachte was dat nu wel niet? Ze zuchte weer en keek rustig de plek nog eens rond. Af en toe kon ze een bloemetje zien, tussen het gras. Vroeger zou ze, ze geplukt hebben en er later een kroontje van gemaakt hebben. Maar nu liet ze, ze liever staan. daar waar ze hoorden. Haar blik werd meteen geleid naar Kzazrier toen die in beweging kwam. Ze zag hoe hij ging zitten tegen de boom. Ze stond op, hij was nog altijd niet helemaal terg. Hij staarde voor zich uit. Ze gin op haar knieën zitten recht voor hem. Ze keek hem ook recht aan. En haar hand ging naar zijn voorhoofd. Ze raakte zijn voorhoofd aan met haar wijsvinger. ”Ik geloof dat de warmte je naar je kop gestegen is.” Zei ze op normale toon. Naära lachte en greep naar zijn hand. Ze trok hem zo goed en slecht mogelijk mee de bosjes in. Richting het meertje, dat er wel was. Het duurde niet lang of ze had het meer gevonden. De zon scheen er op, en liet het water stralen. Ze lachte en liet nu pas de hand van Kzazrier los. Naära draaide zich om. Ze lachte, ”Dus kan deze ninja echt zwemmen?” Vroeg ze speels maar uitdagend. Ze keek hem recht aan. Hij kon wel een frisse duik gebruiken naar haar gedachten. Ze wachte, terwijl het water van het meer rustig bleef. Toch voor nu. Het leek net een spiegel. Hoe lang zou dat nog gaan duren? Het water moest heerlijk warm hebben. Water, zon en een blauwe lucht…
[Ik kon er wel wat mee... hoop dat je het niet erg vind dat ik Kzazrier mee sleur naar het meer XD]
Gesponsorde inhoud
Onderwerp: Re: A walk in the wo- Eh, who are you? [Naära]