Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.
Spring is gekomen in GJ,de dagen worden weer langer en blad groeit opnieuw aan de bomen. Een nieuw seizoen met vele mogelijkheden en een hele hoop nieuwe mensen. Mvg Het team
personal info Leeftijd: 21,5 I'm still young, but how long have I to live? Partner: I'm not sure what love is. But when I find her, I will fight for it. Paard: Flamelight
Onderwerp: Re: Chase a ranger! wo jul 31 2013, 16:24
Zoals hij al verwacht had, kreeg hij geen antwoord. Het bleef stil. Maar hij zag het gebaar dat de jager maakte. Er kwam een lach op zijn gezicht en hij wist dat zijn ogen aan het stralen waren. Dit zou leuk worden. Hij begon misschien ietsje te vals te worden. Maar voor één keertje vond hij dat totaal niet erg. Hij wachte even, en volgde de jager daarna in stilte. Het was duidelijk genoeg dat Leonoor rekening met hem hield en weer lachte hij even. Wat was het toch leuk als je een grijze jager te vriend had. Zijn hand ruste de hele tijd op het handvat van zijn zwaard. Gewoon voor het geval dat. Niet dat hij hier nu meteen in de aanval zou moeten gaan. Als er wachters waren dan kon hij altijd een smoes verzinnen. Tja daar was hij zo goed in. Nou ja meestal dan. Maar de jager zou er nu niet zomaar door kunnen gaan. of wel, die kon toch verdwijnen en opeens komen opdoemen als het nodig was. Toch had hij zo een gevoel dat Leonoor hier iets heel anders van plan was. Wat dat zou hij later wel zien. Voor nu lette hij goed op de jager en volgde hem zonder ook maar een woord te moeten zeggen. Dit kasteel, hier was hij nog niet zo vaak geweest. Toch kende hij de gangen goed, hij wist ook waar de raad zat. Aan de linker kant van het kasteel. Daar gingen ze nu ook naar toe. Nu hij er over na dacht. Natuurlijk gingen er wachters staan voor de deur. De raad zou niet zo stom zijn om hun deur onbewaakt te laten. Toch, toch zou er door raken niet zo moeilijk zijn. Ook al zou hij moesten vechten, dan sloeg hij die wachters gewoon nok out. Hou moeilijk kan het worden. Trouwens hij had zelf nog een eitje te pellen met de raad. Die oude dozen, wat wisten zij nu? Niet goed genoeg om ridder te worden. Gewoon omdat hij soms wat vervelend uit de hoek kon komen? Dat was nu toch ook geen goede reden zeker! Okay hij moest toegeven toen hij leerling was geweest was hij extra lastig geweest en had hij iedereen het leven willen zuur maken. Altijd met zijn geintjes. Hij was altijd brutaal geweest, dat had hij toch wat afgeleerd. Neen eigenlijk niet, hij ging gewoon slimmer te werk dan eerst. Dat was maar goed ook, want anders was hij waarschijnlijk al lang zijn werk kwijt. Weer speelde een glimlach om zijn lippen. Aan de gedachten die hij allemaal had. Bijna vergat hij de jager te volgen. Ze waren er bijna, hij kon de jager de hoek om zien kijken. Wat was Leonoor van plan? Hij zag hoe Leonoor een stukje terug liep? Even dacht hij dat de jager gek was geworden. Bijna wilde hij de man toefluisteren, ‘de raad is die kant op hoor!’ Maar de jager stopte bij een groot schilderij van de oude koning. Hij dacht terug aan hun avontuur. Was het een geheime gang? Ja het schilderij klapte opzij en Leonoor verdween in de duisternis van de gang. Myron twijfelde geen moment en liep er stilletjes achteraan. De geur van vocht vulde zijn neus een beetje. Het was wel duidelijk dat deze gangen niet vaak werden gebruikt. Vroeger als kind had hij, altijd gezocht naar geheime gangen. Omdat hij wist dat ze bestonden. Hellaas wist hij niet waar ze lagen. Maar nu wist hij er één zitten. Dat zou later misschien nog van pas kunnen komen. Hij volgde nog stiller dan eerst. Soms leek de jager op te gaan in rook en dan kwam hij opeens weer tevoorschijn. Geen wonder dat vele mensen dachten dat ze magie bezaten. Maar hij geloofde niet in zo’n soort dingen. Misschien zouden meer mensen niet zo bijgelovig moeten zijn. Dan zou de wereld er vast ook een stuk beter en vriendelijker uit zien dan dat het nu was. Leonoor stopte achter, wat leek een boeken kast. Hij kon stemmen horen. Hij lachte, ja hoor dat waren die oude mannen van de raad. Één stem, deed een beetje woede opborrelen. Hij zag hoe Leonoor verdween in de schaduwen. Hij bleef ook in de schaduwen en bewoog zich zelf niet. Hij draaide zich wel zo, dat zijn zwaard niet zichtbaar zou zijn. Zijn zwaard goed, verstopt, dat ze het metaal niet zouden zien flikkeren in het licht. Dat was alles wat hij nu kon doen. Ook wachten, op iets, een teken of zo van Leonoor. Of een goed, moment om de raad het stuipen op het lijf te jagen. Dus zat hij stil en wachte af op wat er zou komen. Terwijl hij de woorden van de raad hoorde en zag hoe die zich nu bezig hielden. ‘Idioten!’ Hij hoorde de stem van de voorzitter. “Op ons meesterplan!” Wat moest hij hier van denken. Ze hadden een plan. Was het alleen dat plan voor Leonoor. Wel dat was helemaal niet zo meesterlijk. Trouwens dat probleem was nu helemaal opgelost. Want Leonoor wist het en waarschijnlijk ging er hier nu ook wel een dode man vallen. Myron kreeg weer een glimlach. Eigenlijk zou hij hier niet mee moeten lachen. Mensen levens waren kostelijk, en mocht je niet zomaar weg werpen. Maar voor deze mannen had hij geen medelijden. Trouwens ze waren oude dwazen. Die mochten de wereld wel eens verlaten. Of op zijn minst dit land. Ze waren het niet waard hier te zitten. “weet je zeker dat dit gaat lukken?” Hij had veel zin om nu het woord ‘nee’ luid op te zeggen. Maar hij wachte… Eerst wou hij ook wel wat meer weten. “De koning bied geen enkel verzet, en die jager, zal ook gauw uit de weg zijn” Wat was er verkeerd aan die mannen? Behalve dat ze geen idioten meer waren. Neen ze waren meer dan dat. Het waren gekken, debielen misschien ook wel. “De koning zal niet lang meer op zijn troon zitten” Hij gromde lichtjes, hoe durfden ze zo over de koning te spreken. Hadden ze dan totaal geen respect? Dit was hoog verraad en dat kon hij niet door de vingers zien. Zijn hand stond klaar om, zijn zwaard uit de schede te trekken. Maar hij stopte. Neen, hij moest wachten. Ook al wilde hij die mannen persoonlijk een kopje kleiner maken. Myron had het recht niet, neen. Trouwens wat was er erger dan leven met de schaamte van hun eigen daden? “Het zal niet lang meer duren collega’s voordat wij allen het grote zegel zullen dragen” Hij vernauwde zijn ogen. ‘Het zal niet lang meer duren voor jullie allemaal uit de zaal zijn geschopt!’ Dacht hij. Even keek hij weg zoekend naar de jager. Maar die leek helemaal verdwenen te zijn. Daarna hoorde hij een plof. Hij kende het geluid en hij zag de zwarte pijl in de stoel van de voorzitter. Weer kwam er een glimlach op zijn gezicht. Het had niet beter gekund. De jager had recht door de zegel ring geschoten. Wat een perfect teken was. Even bleef het stil. Maar toen sloegen de mannen in paniek. Sommigen grepen naar hun zwaarden. ”Wat ga je daar mee doen?” Vroeg hij hard op. Beseffend dat de raad nu nog zenuwachtiger werd. De enigste die nog als bevroren zat. Was de voorzitter zelf. Hij stond op en liep het licht in. Hij voelde hun ogen op hem branden. Hij lachte eens vriendelijk naar hun. Terwijl sommigen dreigend naar hem zwaaiden met hun zwaarden. ”Dat zou ik niet doen als ik jullie was.” Zei hij rustig. Hij keek de voorzitter recht aan. Die eindelijk zijn tong leek terug gevonden te hebben. Die rechte zijn rug en stond op. ”Wat wilt u, Heer Myron?” Wel ze spraken toch nog formeel. Maar hoe lang zou dat stand houden? ”Is dat niet duidelijk genoeg?” Zijn stem klonk alsof hij tegen een kind bezig was. Hij wees naar de pijl met de ring. ”Jullie ontslag!” Hij drukte de nadruk op het woord ontslag en hij hoorde de lach van de voorzitter. Maar toen hij weer sprak, klonk zijn stem duivels. ”Daar heeft u het recht niet op.” Hij wilde al weer iets zeggen. Maar de voorzitter was hem voor. ”Zeker niet u, het naam ridder niet waardig!” Myron haalde zijn schouders op. Het kon hem niet veel schelen wat ze zeiden. ”Misschien niet… Maar ik ben waardiger dan jullie oude dwazen en dat is zeker. De mannen leken geschokt. Één was slim genoeg om zijn zwaard terug in de schede te steken. De voorzitter gaf de man een kwade blik. Daarna richtte hij het woord weer tot hem. ”Hoe dan ook, dacht ‘je jongen’ dat je ons allemaal aan kon?” Er zat iets in zijn stem dat hem niet aan stond. Hoe dan ook, als hij wou dan kon hij deze mannen aan. Dat was geen probleem. Maar hij had iets anders in gedachten. ”Het is ook niet met mij dat je moet vechten!” Hij wees naar de pijl en in een klap was alles weer stil. Goed. ”Had je nou echt gedacht dat zo een plan zou werken?” Er lag geen respect meer in zijn stem. Hij zij geen U meer. Dat verdiende de man niet. De man naast de voorzitter trok zijn zwaard. Waardoor die de hand van de voorzitter af sneed. De voorzitter op zijn beurt trok zijn zwaard ook in hevige pijn en stak de man neer. Daarna liet de man zijn zwaard vallen en greep naar zijn arm die hevig bloede. Net wat hij verdiende. ”Wel nu, hierbij wijs ik jullie op de feiten. Niet alleen heeft deze raad, hoogverraad aan de koning op zijn naam. Maar jullie hebben ook met burgers hun levens gespeeld. Ik verzoek jullie nogmaals jullie ontslag in te dienen samen met jullie zegel ringen!” Deze dat was iets wat hij gewoon moest zeggen. Dat lag nu eenmaal in zijn vak en dan durfden ze nog te zeggen dat hij de naam ridder niet waardig was. Hij wachte af. Ook op een teken van de jager misschien. Maar meer op de reacties van de raadsleden en hun boze blikken. [1700] "The problem is... if you don't risk anything. You risk even more!"
Leonoor Commandant
Aantal berichten : 812
personal info Leeftijd: 24 years I have been walking on this world Partner: You can't winn my love. My love is my freedom. Don't try to winn my love, you only get a broken heart. Sagitta, my hunterbird, she shows me to be free. Paard: Danger, like the risks we take every day. Together we will go to where the wind us lead
Onderwerp: Re: Chase a ranger! do aug 15 2013, 14:56
Verscholen in de schaduwen bleef hij staan, wachtend op wat de raad uit zou gaan voeren, maar ook wat heer Myron uit zou gaan voeren. Misschien zou de ridder iets heel doms doen, maar dat verwachtte hij niet. Hij had lang genoeg met de ridder opgetrokken om te weten dat de man de raad haatte, en er alles voor zou doen om die van hun troon af te stoten, dus dat kwam prima uit. De ridder zou zich niet tegen hem keren, en de raad helpen. Wat het verhaal er achter was, tja dat wist hij niet. Misschien zou de ridder het hem later nog wel vertellen, of zou de raad ter sprake brengen zodra de ridder zich met het gevecht zou gaan bemoeien. Hij wist niet waar het op uit zou lopen, maar vast en zeker met een paar doden en veel bloed. De zonsopgang die ochtend was rood geweest, en het weer buiten was ook niet echt positief, alsof het slechte gebeurtenissen voorspelde. Heel even dacht hij na over de gevolgen. Als hij mensen van de raad dood zou schieten, dan zou hoogverraad een van de gevolgen kunnen zijn, en dat was nou niet echt iets waar hij op zat te wachten. Hij had nog een heel leven voor zich, en om terecht gesteld te worden omdat hij het land van de oude raad had verlost, tja hij hield zijn hoofd liever op zijn hoofd. Maar de gevolgen konden hem niet veel schelen, zoals gewoonlijk. Gevolgen of niet, deze raad zou niet meer regeren. Naast het feit dat deze raad hem uit de weg had willen ruimen, en vele andere mensen om het leven had laten komen. Dit zou wel weer voor veel papierwerk zorgen, maar ja daar had hij Mystenia voor. Hij loste het ene probleem op, en zij de gevolgen. Zo ging het meestal, ook al vond hij het niet echt eerlijk om haar op te zadelen met zijn problemen. Maar dat was iets om later maar weer over na te denken, net zoals de preek die ze hem dan waarschijnlijk zou gaan geven. De bewegingen naast hem, haalde hem uit zijn gedachten. Heer Myron was duidelijk meegekomen. De ridder stond iets verderop, verborgen in de schaduwen. Als je snel keek, zag je het niet, maar de ridder stond niet zo verborgen als hij. Maar dat was gewoon het verschil tussen ridder en jager. Hij bleef in de schaduwen staan, de ridder kwam wel in actie, nadat hij de pijl af had geschoten. De zwarte pijl lag nog steeds op zijn boog, maar hij deed er nog niks mee. Eerst maar eens kijken wat de ridder uit zou gaan voeren, en wat die zou gaan zeggen. Hij hoorde de ridder zeggen: ”Wat ga je daar mee doen?” Het leek de mannen nog zenuwachtiger te maken, hij had totaal geen medelijden met de raad, als die slimmer was geweest, was het nooit zo ver gekomen, als ze niet de mensen zo hadden misbruikt, dan keken ze nu niet de dood in de ogen. De voorzitter leek nog als bevroren te zitten, alsof die niet kon geloven wat er net was gebeurt, net goed voor de man. Hij zag hoe de ridder de schaduwen uitliep, het licht in. Hijzelf was dat niet van plan te gaan doen. Geduld, was een schone zaak, vooral nu. De schaduwen waren donker genoeg om hem te verbergen, hij keek naar elke man van de raad. Hij zou zo graag een pijl door hun borstkassen heen willen jagen, maar dat was geen optie, nouja. Als het uit de hand liep, dan zou het alsnog daar op neer komen, dat was wel duidelijk. . ”Dat zou ik niet doen als ik jullie was.” Zei heer Myron tegen de raad, hij zag wel dat een paar mannen hun zwaarden hadden getrokken, maar dat maakte op dit moment helemaal niks uit. Binnen een halve minuut, zou de hele raad dood op de grond kunnen liggen, voordat ze ook maar weg hadden vluchten, dat was gewoon de bittere waarheid, en een optie. ”Wat wilt u, Heer Myron?” Sprak de voorzitter, dit ging nog leuk worden, heel leuk. ”Is dat niet duidelijk genoeg?” Klonk de stem van de ridder, de stem klonk alsof heer Myron het tegen een kind had in plaats van tegen oudere mensen. Hij zag de ridder naar zijn zwarte pijl wijzen die nog steeds in de stoel van de voorzitter was gepind. ”Jullie ontslag!” Zei de ridder. Hij hoorde het gelach van de voorzitter. Hij zou alleen maar de pees naar achteren hoeven te trekken en de pijl hoeven te laten gaan en dan zou dat irritante gelach nooit meer op deze aarde klinken, maar iets hield hem tegen, heer Myron speelde hier de hoofdrol, en zolang de man nog aan het praten was, zou hij niks uitvoeren, zolang de raad verder geen bedreiging vormde. ”Daar heeft u het recht niet op.” Antwoordde de voorzitter. Waar had die man het nu weer over? Het was duidelijk dat de voorzitter niet meer duidelijk na kon denken door de gebeurtenissen. Het leek alsof de ridder wat wou gaan zeggen, maar de voorzitter was hem weer voor. ”Zeker niet u, het naam ridder niet waardig!” Veel kon hij er niet van volgen, maar zijn nieuwsgierigheid was gewekt, misschien moest hij maar eens gaan opzoeken wat er was gebeurd tussen de raad en heer Myron, want dat kon nog leuke dingen opleveren. . ”Misschien niet… Maar ik ben waardiger dan jullie oude dwazen en dat is zeker.” Het zag ernaar uit dat de raad geschokt was door de woorden van de ridder, maar dat leek de ridder niet uit te maken. Hij zag hoe één van de ridder zijn zwaard terug stak in de schede, slimme beslissing. ”Hoe dan ook, dacht ‘je jongen’ dat je ons allemaal aan kon?” Vroeg de voorzitter aan de ridder. Was de raad hem nu al weer vergeten? Dat was zo niet slim. Het leek erop dat bij elk ding dat de voorzitter zei, hij het doodvonnis van zichzelf en de raad tekende, een vonnis dat hij uit zou gaan voeren. . ”Het is ook niet met mij dat je moet vechten!” Zei de ridder daarop, het leek erop dat de ridder naar de pijl wees, en direct was het weer stil. De raad dacht duidelijk nu pas weer aan de grijze jager die zich in de kamer bevond. ”Had je nou echt gedacht dat zo een plan zou werken?” Vroeg de ridder, nouja vragen? Het was meer een mededeling, met totaal geen respect er meer in. Hij had de ridder goed ingeschat, die had duidelijk een haat aan de raad. Dat was wel duidelijk geweest. De man naast de voorzitter trok zijn zwaard, maar duidelijk verkeerd, waarbij de hand van de voorzitter af werd gesneden, hij had geen eens medelijden met de man. Alles wat die man overkwam, dat verdiende hij. Hij zag dat de voorzitter de man naast zich neerstak, maar het was duidelijk geen dodelijke wond, tenminste zolang de man op tijd geholpen zou worden en niet dood zou bloeden. De voorzitter liet zijn zwaard vallen en greep naar zijn arm. Twee uitgeschakeld, negen te gaan. Een voorzitter zonder hand, het was de hand die werd afgehakt bij dieven, best ironisch. De ridder begon weer te praten. ”Wel nu, hierbij wijs ik jullie op de feiten. Niet alleen heeft deze raad, hoogverraad aan de koning op zijn naam. Maar jullie hebben ook met burgers hun levens gespeeld. Ik verzoek jullie nogmaals jullie ontslag in te dienen samen met jullie zegel ringen!” De woorden waren duidelijk, hij zag de woedende gezichten van de raad, die duidelijk niet van plan waren om hun ontslag in te leveren met hun zegelringen, maar dat was toch echt wat ze gingen doen, ook als dat zou betekenen dat hij ze allemaal een pijl door hun borstkas heen moest lagen, om de zegelringen van hun dikke vingers af te halen. Een van de mannen was duidelijk vergeten dat hij er nog was. De man trok zijn zwaard en stormde op de ridder af. Even leek het alsof de raad weer hoop leek te krijgen dat ze zonder verdere kleerscheuren uit deze conversatie konden komen. Dat hadden ze mis. Hij had de pees al naar achteren getrokken en liet hem gaan. De man was veel dichterbij dan de prooien waar hij normaal op schoot, en hij had met een behoorlijke kracht geschoten. De zwarte pijl boorde zich in de borstkas van de man met een mismakend geluid, recht door het hart heen. Doordat de pijl met grote kracht was afgeschoten schoot deze totaal door de man heen, de pijl boorde zich in de muur, bloed droop van de punt af. De man bleef even staan, en stortte toen dood neer, terwijl de bloedvlek zich verder uitspreidde. Overal klonk het geluid van vallende zwaarden. Hij keek naar de rest van de raad. De boodschap was nu duidelijk, als je probeert aan te vallen, eindig je net als die andere man, dood op de grond. De voorzitter keek woedend naar de schaduwen, maar duidelijk naar de verkeerde plek. De raad wist duidelijk niet veel van grijze jagers af, en dat kwam hem op dit moment perfect uit. Een aantal raadsleden deden hun ringen af en legden die op de tafel. Even was het donker in de kamer toen een wolk voor de zon schoof en de kamer verduisterde, maar genoeg licht voor hem om te zien. Hij kwam uit de schaduwen en legde de papieren op de tafel, waarna hij weer in de schaduwen verdween. De wolk dreef voorbij, en het werd weer goed licht. Het was maar goed dat er in deze kamers geen fakkels waren. Een aantal raadsleden waren geschokt toen ze de papieren zagen liggen, het was duidelijk wat de papieren waren, de ontslag papieren. Hij zag ze twijfelen, ze hadden hun zegelringen afgelegd, maar dat papier ondertekenen, dat was toch nog wel een hoge drempel. Hij verloor niet snel zijn geduld, maar hij was nu toch wel echt klaar met de raad. Even twijfelde hij nog. Toen schoot hij de derde pijl af, de derde pijl boorde zich in de tafel, vlak bij de papieren, een duidelijkere boodschap kon toch niet. De man die als eerste zijn ring af had gedaan, zette als eerste zijn handtekening onder de papieren. Als een schaap over de dam is, volgt de rest. En ook hier gold dat. De rest van de raad ondertekende ook de papieren, tenminste degenen die nog leefde. De man die neer was gestoken door de voorzitter hadden ze op een van de stoelen gezet, en die ademde zwaar. Dit moest niet lang duren, of er zouden nog meer doden gaan vallen. Alleen de voorzitter peinsde er niet over om zijn ring af te doen en zijn handtekening te zetten. Misschien geloofde de voorzitter nog steeds niet dat hij hier was, soms waren mensen zo dom. Dat de voorzitter niet kon begrijpen dat de pion zich tegen de speler had gekeerd, tja, dat was niet zijn probleem. Hij stapte iets naar voren, maar alleen het voorste deel van de boog met daarop een zwarte pijl werd zichtbaar. Hij bleef voor de rest in de schaduwen. Het was duidelijk dat zijn boog gespannen was, en de pijl was gericht op één persoon, de voorzitter. De voorzitter trok bleek weg, soms waren mensen zo voorspelbaar. De man leek niet meer te aarzelen en deed zijn ring af, de man was duidelijk liever een lafaard, dan om te sterven in het harnas, dat kon hij zeggen van bijna alle raadsleden hier. Deze raad had duidelijk zijn tijd gehad. Met een trillerige hand zette de voorzitter zijn handtekening. Deze raad, was niet meer. De mannen waren niet meer van plan iets te gaan doen. Nu was het alleen nog een kwestie van hier wegkomen met de papieren en die ringen. Maar misschien was het meer iets voor Heer Myron op die op te halen. En dan restte hem nog een ding. De koning..
You see black arrows flying, People are dying, He has no mercy, For them who have failed the country…
2023 woorden, Sorry dat ie zo lang is, kon het niet laten
Myron
Aantal berichten : 212
personal info Leeftijd: 21,5 I'm still young, but how long have I to live? Partner: I'm not sure what love is. But when I find her, I will fight for it. Paard: Flamelight
Onderwerp: Re: Chase a ranger! za aug 17 2013, 13:02
De minachting in de ogen van de mannen. De woedende blikken die hij kreeg. Hij moest er alleen maar mee lachen. Rustig stond hij naar hun te kijken. Alsof het hem allemaal niets kon schelen en dat was ook zo. Ze mochten hem haten en verachten. Hij verachte hun ook en het liefst zou hij nu op hun spugen. Maar neen dat zou hij niet doen. Hij zou ze later wel belachelijk maken. Hun laatste beetje eer weg rukken. Zodat ze niets of niemand meer waren. Nu dachten ze misschien de macht te hebben. Nu dachten ze misschien dat hij niets kon doen. Dat hij niets betekende. Maar hij had gezworen dit land te verdedigen en te beschermen tegen al het kwaad en dat kwaad was nu de raad. Hij had gezegd wat hij moest zeggen. Wat hij wilde zeggen en hij genoot van hun blikken. Wetend dat het hem niet zou schaden. Ook al zou hij de raad nou gemogen hebben, wat helemaal niet het geval was. Dan nog zou hij Leonoor aangeboden hebben om te helpen. Hij wist niet wat er mis was met de mannen die hier stonden. Of ze nog wel hun eer hadden. De meesten zaten hier waarschijnlijk alleen maar om de macht die ze konden uitvoeren. Maar dat hadden mensen hun levens gekost. Mensen leven waren geen speeltjes het was meer waard dan wat dan ook en Myron wist dit. Maar deze raad, wat kon hun de levens van het volk noch schelen? Voor hun waren ze allemaal maar pionnen in een spel die ze wilden spelen. Maar deze pion zou daar niet aan mee doen. Zijn goedkleurige ogen fonkelden gevaarlijk. Wetend dat de raad geen kant meer op kon. Het was hun ontslag of hun leven. Niet dat hij hun levens zou nemen. Maar hij kende de jager goed genoeg om te weten dat die er niet voor zou terug deinzen om ze allemaal neer te schieten. Hij zelf verachte de raad misschien, maar hun levens nemen? Neen waarschijnlijk zou hij dat niet doen. Sterven was veel te vriendelijk voor deze mensen. Ze mochten het als een geschenk zien als de jager hun neerschoot. Want hij kon hun levens zuur maken. Hij kon en zou hun levens zuur maken. Net als zij zijn leven ook voor een deel zuur hadden gemaakt. Het geluid van een zwaard dat werd getrokken, trok zijn aandacht. Alleen met zijn ogen keek hij naar de man die op hem af liep. Er was een vuur in de ogen van de man. Van woede en van angst. Hij bleef rustig staan. Voor dat iedereen het goed besefte klapte een zwarte pijl recht door het lichaam van de man. Het maakte een verschrikkelijk geluid. Je zou er misselijk van kunnen worden. Maar hij was gewend aan het geluid dat de dood verkondigde. De pijl bleef even verder steken in de muur. Het rode bloed van de man druppelde van de punt af. Het liep langzaam over de muur. De man bleef een seconde staan. Myron keek hem recht aan, het licht doofde en daarna viel de man neer met een doffe plof. Zijn bloed droop langzaam uit zijn lichaam, en maakte letterlijk een rode plas langs het lichaam. Myron keek over de raadsleden heen. Sommigen lieten hun zwaarden vallen. Hij zou de jager daar later misschien wel nog voor moeten bedanken. Hoe veel keer had die man zijn leven al gered? Niet dat hij die man niet zelf had aangekund… Maar toch. Er zou een dag komen waarop hij de jager kon redden. Een dag waarin hij alles wat de jager voor hem had gedaan terug zou betalen. Hij was blij te zien dat er tenminste al een paar man waren die hun ring afdeden en op tafel legde. Hij keek naar de voorzitter, die leek te zoeken naar de jager in de schaduwen. Er verscheen een glimlach op zijn gezicht. De voorzitter zou de jager niet vinden. Opeens leek er een duisternis over de kamer te komen. Alsof het een waarschuwing was, dat dit er nog slechter aan toe kon gaan dan dat het al was. Heel even sloot hij zijn ogen en luisterde. Hij hoorde de zware ademhaling van de man die neergestoken was. Druppels bloed die op de grond kaatste. Een licht gemompel van sommige mannen. Myron opende zijn ogen weer, daarna kwam er weer licht in de kamer. Zijn ogen vielen meteen op de papieren die nu op tafel lagen. Hij moest wachten, maar hij wandelde wel rustig rond de tafel. Snel en lenig nam hij de ringen die al op de tafel lagen weg. Het leek alsof de mannen hem niet eens opmerkten. Hij nam ook de ring van de man die neergestoken was. Hij zag de blik van die man wel. Er stond wanhoop in te lezen. Ook de ring van de dode man nam hij snel van de koude hand weg. Daarna bleef hij rustig staan, wachtend op wat er zou gebeuren. De mannen twijfelden, maar hadden ze een keuze? Plots boorde er een pijl zich in de tafel na de papieren. Het teken was duidelijk genoeg en één man tekende. Daarna gingen de papieren rond de tafel en de rest tekende ook. Diegene die hun ring nog niet hadden afgedaan deden dit nu ook. Snel haalde hij die ringen ook op en daar na ging hij weer wat verder staan wachten. Het was alleen de voorzitter die overbleef. Myron had veel zin om hem een paar woorden toe te werpen. Maar hij bleef rustig tegen de muur staan wachten. Als de voorzitter te lang zou nemen om zijn beslissing te maken. Dan zou hij de man van zijn stoel sleuren, zijn zwaard tegen zijn keel zetten en hem daarna duidelijk maken dat als hij niet zou tekenen. Hij zijn laatste adem had uitgeblazen. Hij keek naar de man. Had hij nog niet door dat het over was? Ook al zou hij niet tekenen, dan was zijn leven voorbij en als hij wel tekende, wel dan was alles voorbij. Myron fronste even toen hij de man wit zag trekken. Hij volgde de blik van de man en zag alleen een deel van de boog van de jager. Je kon duidelijk gezien dat de man klaar was om elk moment een pijl af te schieten. Met trillende handen tekende de voorzitter dan toch de papieren. Myron glimlachte, en kwam dichterbij. Hij stond nu naarst de oude voorzitter. Hij nam de ring van de man, draaide de papieren mooi op en lachte. Hij klopte met de papieren op de hoofd van de man. ”Was dat nu zo moeilijk?” Vroeg hij vals. Hij zag de woedende blik van de voorzitter en zijn grijns werd alleen nog breder. Daarna draaide hij zich om. Klaar om ook de schaduwen in te lopen en de papieren en ringen te geven aan Leonoor. Maar hij stopte. ”Ow trouwens ik zou jullie huizen goed in de gaten houden.” Hij draaide zijn hoofd langzaam naar hen om. ”Je weet maar nooit, misschien begint het er wel weer te spoken.” Hij lachte. De voorzitter kwam recht. ”Dus dat was toch U!” Hij schreeuwde bijna. Myron haalde zijn schouders op. "je heeft geen bewijzen, trouwens wat doet het er nu noch toe?” De man zweeg en Myron sprak rustig verder. ”Jullie zeiden dat ik de codes niet kende en dat ik ze nooit zou kennen. Dus om jullie te bewijzen dat ik ze wel kende heb ik ze allemaal op jullie muren geschreven.” Hij moest denken aan die dag. Inderdaad hij wilde de codes niet leren hij had er een hekel aan. Maar toch had hij ze geleerd en met kool had hij op ieders raadslid hun hevel de codes geschreven. Man wat had hij een hekel aan de raad… ”Jullie zeiden dat ik niet genoeg kracht had. Dus om jullie te bewijzen dat ik dat wel had, heb ik al jullie meubels op jullie dak vast gezet.” Dat was een leuk zicht geweest. ”Weten jullie hoeveel moeite me dat heeft gekost?” Hij draaide zich nu wel om. ”Jullie zeiden dat ik niet genoeg mee leefde met de mensen. Voor al de arme mensen omdat ik niet wist hoe dat was. Ik heb bewezen dat ik dat wel had, door de arme mensen onderdak te vergunnen in jullie huizen.” Die dag was hij in lachen uitgebarsten toen hij hun gezichten had gezien. Hij zweeg even, en de mannen leken die dingen ook weer te herinneren. ”Na al dat zeiden jullie nog altijd dat ik niet geschikt was om ridder te worden. Maar toch sta ik nu hier! Heer Myron de witte wolf. En wat zijn jullie nu geworden? Jullie zijn niets meer. Gewone burgers die geen greintje eer meer bezitten en die zullen worden afgewezen door het volk zelf!” Hij lachte, en de mannen keken hem verbaasd aan. ”Dat is nu eenmaal water gebeurd met oude mannen die naar iets willen grijpen waarop ze het recht niet hebben.” Hij draaide zich om liep de schaduwen in en ging meteen terug naar de geheime gang. Hij zou Leonoor daar wel zien. De oude raad zou dit paleis wel verlaten en hij zou wel zien wat er zou gebeuren. Hij maakte zich geen zorgen, het was gebeurd en hij was blij dat hij had kunnen helpen. Hij lachte er zouden wel weer geruchten de ronde doen. Leonoor zou er waarschijnlijk niet eens in vermeld worden. Tenminste kon hij met een gerust hart terug keren naar de baron en hem zijn rapport uitbrengen. De man zou waarschijnlijk heel blij zijn met het nieuws. Alles was nu goed! [1600 XD] "The problem is... if you don't risk anything. You risk even more!"
Leonoor Commandant
Aantal berichten : 812
personal info Leeftijd: 24 years I have been walking on this world Partner: You can't winn my love. My love is my freedom. Don't try to winn my love, you only get a broken heart. Sagitta, my hunterbird, she shows me to be free. Paard: Danger, like the risks we take every day. Together we will go to where the wind us lead
Onderwerp: Re: Chase a ranger! za aug 17 2013, 14:23
Er speelde een zachte wind door de kamer heen, en de stilte overheerste. Zoals gewoonlijk was voor de situatie die ze hadden gecreëerd, niet dat hem dat wat uitmaakte. Hij had wel gemerkt dat heer Myron steeds de ringen op had gehaald, soms waren dingen voorspelbaar. Dit ging veel beter dan dat hij had verwacht. Alle ringen waren ingeleverd, en ook de ontslag brieven waren getekend. Nu restte hem enkel nog twee dingen die hij moest doen. Zijn pijlen terug halen en een uitstapje naar de koning. Maar daarvoor had hij de papieren en de ringen nodig die heer Myron nu had. Hij keek weer naar de ridder, die duidelijk nog van plan was om te gaan zeggen, wat? Dat wist hij niet, maar dit kon nog wel eens heel interessant worden, en natuurlijk wou hij het naatje van de kous daarover weten. hij bleef daarom staan hoe hij stond, een deel van zijn boog nog steeds zichtbaar, de pijl wees nog steeds naar het hart van de voorzitter. Misschien was het nu niet meer nodig nu de man was afgetreden, maar je wist maar nooit. Ze konden nog besluiten om op het laatste moment heer Myron aan te vallen en proberen met geweld de papieren en de ringen terug te pakken, niet dat hun dat zou gaan lukken, maar je wist maar nooit. Dieren die in het nauw gedreven waren, konden de raarste sprongen maken. Dat wist hij maar al te goed. Hij wist zeker dat er minstens 2 personen waren die hier levend vanaf kwamen, en dat waren heer Myron en hij. Hij gaf er niks om als de raad zou sterven. Dat zou hun verdiende loon zijn, maar aan de andere kant. De doodstraf was voor hun een milde uitweg. En dat zou hij de raad ook weer niet gunnen. De raad moest maar eens evenaren wat zij hun burgers aan hadden gedaan. Hij zag hoe heer Myron met de papieren op het hoofd van de voorzitter tikte en vroeg: ”Was dat nu zo moeilijk?” De stem van de ridder klonk vals. Normaal zou hij zoiets niet getolereerd hebben, maar op dit moment kon hem dat niks schelen. Alles wat de raad nu overkwam, hadden ze zelf over zich afgeroepen. De voorzitter gaf de ridder een woedende blik, wat er alleen voor zorgde dat de grijns op het gezicht van heer Myron groter werd. Hij zag hoe de ridder zich omdraaide en terug wou lopen naar de schaduwen, maar de ridder stopte en draaide zich weer om. De ridder had duidelijk nog wat op zijn kerfstok wat hij nog kwijt moest. ”Ow trouwens ik zou jullie huizen goed in de gaten houden.” Zei de ridder, hij vroeg zich af wat dat te betekenen had. ”Je weet maar nooit, misschien begint het er wel weer te spoken.” De ridder schoot in de lach. Hij ontspande iets. ”Dus dat was toch U!” schreeuwde de voorzitter. Hij bleef rustig staan. Ergens had hij het gevoel dat dit de kern van waarheid was waarom de ridder de raad haatte en de raad de ridder haatte. Dit werd nog leuk. Een onverwachtste wending, en dat zou veel duidelijk maken hoopte hij. Hij zag hoe de ridder zijn schouders ophaalde, alsof het niks was. "je heeft geen bewijzen, trouwens wat doet het er nu noch toe?” antwoorde de ridder. Hij hield zijn hoofd iets schuin, niet dat die actie zichtbaar was voor de mensen die in de zaal waren. De voorzitter zweeg en heer Myron vervolgde zijn verhaal. ”Jullie zeiden dat ik de codes niet kende en dat ik ze nooit zou kennen. Dus om jullie te bewijzen dat ik ze wel kende heb ik ze allemaal op jullie muren geschreven.” Vanbinnen moest hij lachen, maar hij maakte geen enkel geluid. Hij wist nu waar de ridder op doelde. Die actie was dus uitgevoerd door de ridder, dan zouden die andere dingen die de raad waren overkomen ook wel op de naam van de ridder horen. Hij wist nog dat er toen bijna een rel was ontstaan omdat niemand wist wie het had gedaan. De raad had er een paar grijze jagers op willen zetten, maar die hadden geweigerd. Ze waren geen privé detectives. Dat waren de eerste tekenen van verzet geweest van het korps tegen de raad. Er waren door de jaren heen wel steeds meer verzet gekomen tegen de raad, de meesten van het korps, maar de raad had er nooit iets aangedaan, te bang om de jagers tegen zich in het harnas te jagen. En toch, nu de raad het eindelijk wel had gedurfd, moesten ze het bekopen. ”Jullie zeiden dat ik niet genoeg kracht had. Dus om jullie te bewijzen dat ik dat wel had, heb ik al jullie meubels op jullie dak vast gezet.” Vervolgde de ridder. Hij keek even naar heer Myron. Een van de meest afgevraagde vragen was nu beantwoord. Wie was degene geweest die de raad voor gek had gezet? Hij wist nu het antwoord, maar hij zou het niet verder vertellen. De raad zou dingen kunnen beweren tegen anderen, maar wie zou er nog luisteren naar de mannen die dit land leed aan hadden gedaan? . ”Weten jullie hoeveel moeite me dat heeft gekost?” zei de ridder. Dat kon hij wel geloven. ”Jullie zeiden dat ik niet genoeg mee leefde met de mensen. Voor al de arme mensen omdat ik niet wist hoe dat was. Ik heb bewezen dat ik dat wel had, door de arme mensen onderdak te vergunnen in jullie huizen.” De ridder sprak alsof hij het tegen een kind had die de plot van de grap niet snapte. . ”Na al dat zeiden jullie nog altijd dat ik niet geschikt was om ridder te worden. Maar toch sta ik nu hier! Heer Myron de witte wolf. En wat zijn jullie nu geworden? Jullie zijn niets meer. Gewone burgers die geen greintje eer meer bezitten en die zullen worden afgewezen door het volk zelf!” Vervolgde de ridder zijn verhaal. Hij wist nu wat er was gebeurt, en het verbaasde hem eigenlijk niet eens. Hij had de verbaasde gezichten van de raad wel gezien, ze leken zich nu eindelijk te beseffen dat ze geen raad meer waren, maar gewone burgers, die elk recht tot spreken waren verloren, elk recht op macht. . ”Dat is nu eenmaal water gebeurd met oude mannen die naar iets willen grijpen waarop ze het recht niet hebben.” Zei de ridder, die nu duidelijk zijn zegje had gedaan. De ridder draaide zich om en liep terug naar de schaduwen om vervolgens de geheime gang in te lopen. Nu de ridder weg was, leek de raad in zwijgen te vallen. Hij keek even door de ramen. En zag een grote donkere wolk aankomen. Perfect. Nu deze raad geen raad meer was, konden ze hem niks meer maken, maar toch. Hij liet liever geen bewijzen achter, dat maakte hem zo verdacht. De wolk scheen voor de zon, en liet de duisternis binnen in de kamer. Met gemak trok hij zijn pijlen uit de tafel en pilaar. Toen liep hij naar de voorzitter toe. Hij trok zijn pijl geluidloos uit de stoel, en daarbij de zegelring van de raad. Hij liep terug naar de vaste schaduwen en licht scheen weer in de kamer. De wolk was voorbij gedreven. Hij zag de angstige blikken van de raad toen die merkte dat de pijlen weg waren. Hij had ze een laatste boodschap gegeven, dat ook al konden ze hem niet zien, hij was hier, en als ze ook maar iets zouden uitvoeren, dat hij ze ter dood zou veroordelen. Hij draaide zich om en liep de geheime gang in. Hij negeerde de geluiden van de raad achter zich. Zij mochten het verder zelf maar uitzoeken, maar ze zouden dit land niks meer aandoen. Daar hadden hij en heer Myron wel voor gezorgd. Hij liep de geheime gang verder in, en liep die uit, zodat hij weer achter het schilderij van de oude koning tevoorschijn kwam. Hij zag heer Myron staan. Hij liep op de ridder af, nu moest hij nog één ding afhandelen. En dat zou voor iemand anders nog best schokkend kunnen zijn. Hij stopte vlak bij de ridder, die hem de ontslagbrieven en de ringen overhandigde. Hij borg ze op in zijn mantel. Nu had hij alles wat hij nodig had. De pijlen zaten weer in de koker, alle vierentwintig pijlen, klaar om de volgende mensen af te schieten. Klink ironisch, maar dat was wel de waarheid, dat was wie hij was. En wie hij altijd zou zijn. Hij knikte even zichtbaar naar de ridder, met dat knikje bedankte hij de ridder voor dat die met hem tegen de raad was ingegaan. Veel tijd om nu te treuzelen had hij niet meer. Hij moest iemand voor zijn, voordat het bericht iemand zijn oren bereikte, want dan zou de hel losbarstten. Hij zette een stap achteruit en verdween weer in de schaduwen. Hij liep door de schaduwen heen, niet meer zichtbaar. Hij bleef verder lopen, en ging de hoek om. Om vervolgens een van de andere geheime gangen in te gaan. Gangen die minder vochtig waren, omdat grijze jagers ze vaker gebruikte. Hij keek vooruit in het donker. Het ene ding wat hij nog was afhandelen, was de Koning..
He dissapears with every step, He creates fear in the bravest heart, He’s the one that’s created out of shadows, He will be your end..
1570 woorden. A/N toestemming van Myon om hem even te besturen.
Leonoor topic uit
Myron
Aantal berichten : 212
personal info Leeftijd: 21,5 I'm still young, but how long have I to live? Partner: I'm not sure what love is. But when I find her, I will fight for it. Paard: Flamelight
Onderwerp: Re: Chase a ranger! zo aug 18 2013, 10:26
Rustig liep hij de geheime gang weer uit. Hij had een goed geheugen en het was niet moeilijk om terug bij het schilderij van de oude koning te komen. Leonoor had hem nu wel iets handigs getoond. Je wist maar nooit wanneer dit van pas zou kunnen komen. Hij was gewoon blij dat het allemaal voorbij was dat het land van de raad bevrijd was en er zou nu een geheel nieuwe raad ontstaan. Een beter één die wel trouw was aan de koning, één waarin iedereen vertrouwen kon hebben. Hij vroeg zich af welke mensen er in de nieuwe raad zouden zetelen. Ergens wilde hij dat Baron Rinaldo een zetel kreeg. Dan had hij tenminste wel vertrouwen in de raad. Hij kende zijn meester en hij wist zeker dat hij daar goed tussen zou passen. Hellaas het was niet zijn keuze. Maar dat van de koning. Hij zuchte even. Wel hij had bekend dat hij al die streken had uitgehaald. Niet dat, dat er iets toe deed wat zouden ze gaan doen? Ze hadden geen bewijzen en wie zou er nu hun woord geloven? Trouwens hij had ook al een plan… Alleen Leonoor kon het door vertellen. Waar waarom zou de man dat doen? Neen hij geloofde niet dat de jager het door zou vertellen. Het duurde ook niet lang voor dat de jager tevoorschijn kwam. Hij gaf de papieren en de ringen aan Leonoor. Hij knikte een keer en lachte dankbaar voor alles. Hij kon nog net zien hoe de jager terug knikte en daarna verdween in de schaduwen. Myron kreeg een nog grotere lach op zijn gezicht. Deze keer had hij geen dag kunnen zeggen. Maar waarschijnlijk kwam hij de jager wel nog tegen. Weer in op een manier waarvan hij het niet verwachte. Één ding was zeker hij zou de jager niet zomaar op straat tegen komen. Weer zuchte hij en sloot de geheime gang met gemak af. Daarna liep hij rustig de gang door. Hij draaide de hoek om. De wachters aan de deur voor de raad schoten meteen recht. Hij lachte naar hun. ”Heer Myron?” Zei één van de wachters op een vragende toon. Hij knikte even. De wachters keken elkaar even twijfelend aan. Daarna richtte ze hun blikken weer op hem. ”Maar wat doet u hier heer?” Vroeg de andere wachter met trillende stem van spanning. Hij stopte een paar meter voor hun. Hij keek hun elk aan en keek even bedenkelijk. Zouden zij het weten? Waarschijnlijk niet ze waren gewoon wachters en deden hun werk. Hij ontspande zijn spieren even en lachte naar de wachters. ”Ik kom jullie even melden dat jullie hier niet langer de wacht moeten houden.” De wachters keken verbaasd naar hem om. ”Binnen in die kamer zitten nu alleen maar burgers en het is jullie plicht om ze het kasteel uit te leiden en hun naar huis te sturen. Burgers horen hier nu eenmaal niet thuis.” Hij sprak rustig en op normale toon tegen de wachters. Hun blikken vertrokken even. Alsof ze het helemaal niet snapten. Hoe kon het ook, ze winsten niet wat er gebeurd was. Zij dachten nog altijd dat de raad daar zat… Maar dat was niet meer zo. ”Maar heer weet u dan niet dat de…””Dat de oude raad daar binnen zit. Ze hebben hun ontslag ingediend en hun zegelringen afgegeven. Verder is er ook een zwaar gewonden man daar binnen die dringend verzorgt moet worden.” De wachters keken nog altijd twijfelend alsof ze dit alles niet konden geloven. Okay dan moest het maar op een andere manier worden opgelost. ”Dus begeleid de burgers het kasteel uit en zorg dat de gewonden worden verzocht!” Even bleven ze stil. Maar toen zei er weer één. ”Maar heer…” Myron hief zijn hand op en snoerde zijn mond. ”Dat is een bevel!” De wachters sprongen meteen in de houding. Door zijn avonturen met Leonoor was hij een paar rangen omhoog geschoten en dus was hij een hogere van de twee wachters en kon hij dat bevel geven. ”Ow en maakt u zich geen zorgen. De koning is op de hoogte van de gebeurtenissen.” Daarna draaide hij zich weer om en verliet de gang. Hij liep rustig door het kasteel terug naar de stallen. Hij geloofde dat Leonoor het bericht wel door zou geven aan de koning. Zijn plicht was nu om verslag uit te brengen aan de baron. Hij liep door de stallen terug naar Flamelight. Zijn merrie was mooi blijven staan en keek hem nu vrolijk aan. Het was duidelijk dat ze wat had geheten en gedronken terwijl hij weg was. Hij keek even omhoog. Op de terug weg naar de baron kon hij zo te zien een mooi verhaal volgen. Hij lachte. Wat kon deze dag nog kapot maken? Niets hij was veilig, de baron was veilig. Leonoor was zeker veilig, wie kon de jager nou wat maken? Hij lachte dat zou moeilijk worden, voor iedereen die het probeerde. Hij steeg op en draaide Flamelight om terug op weg naar de poort om te vertrekken; Maar toen hij de poort door wilde gaan werd hij weer tegen gehouden. De wachters van daarnet waren nu niet maar met twee maar met vier en ze keken hem met stralende ogen aan. Ze gingen voor Flamelight staan zodat hij niet door kon. Hij vroeg zich af wat ze wilden. Maar hij kwam er snel genoeg achter. De twee die er bij waren gekomen waren zeker nog leerlingen. ”Vraag het hem dan…” Zei één van de twee leerlingen en keek op naar de oudere wachter. Die even zuchte en hem daarna recht aankeek. ”heer Myron zouden we u iets mogen vragen?” Vroeg de man op beleefde toon. Myron knikte even en de man leek even te twijfelen. ”Mogen we weten wat uw echte doel was om helemaal naar hier te reizen?” Myron lachte dus dat lag op hun leven. Ze wilden weten wat hij hier kwam doen. ”U heeft toch zelf de brief van de baron gelezen?” Vroeg hij rustig aan de wachter. De rest stond in spanning te luisteren. De man knikte rustig. ”ja zeker heer. Maar we dachten alleen dat er meer achterzat…” Myron knikte even rustig. Er zat zeker meer achter. ”Ik heb gewoon mijn plicht gedaan en het land beschermd.” Even bleef het stil en hij wist dat hij meer uitleg zou moeten geven. ”De raadsleden hebben elk hun ontslag ingediend. U zult later wel horen waarom ze dat hebben gedaan…” De mannen schrokken even en Myron schonk ze een warme glimlach. ”Maar als u het niet erg vind ik moet er vandoor.” Daarna gaf hij Flamelight de sporen en vertrok terug naar huis. Deze keer zou hij het rustiger aan kunnen doen. Hij zou Flamelight de pauzes kunnen hunnen die ze verdiende en hij zou zich zelf ook beter voelen. Maar hij voelde zich al beter. Wetend dat het echt allemaal goed kwam. [1150] "The problem is... if you don't risk anything. You risk even more!"