Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.
Spring is gekomen in GJ,de dagen worden weer langer en blad groeit opnieuw aan de bomen. Een nieuw seizoen met vele mogelijkheden en een hele hoop nieuwe mensen. Mvg Het team
personal info Leeftijd: 21,5 I'm still young, but how long have I to live? Partner: I'm not sure what love is. But when I find her, I will fight for it. Paard: Flamelight
Onderwerp: Re: A grey Hunter in town? ma sep 10 2012, 17:51
Een rol viel op zijn arm neer en door zijn reflexen kon hij het net op tijd vangen. De brief had een teken van de grijze jagers op de sluiting staan. Hij murmelde even wat. Hij hat twee jaar moeten reizen om te leren en hij had veel geleerd. Maar nog steeds wist hij dat hij moest denkien dat alles kon gebeuren. Hij slikte ook even. Myron had nu toch niet zo’n erge actie ondergaan dat ze hem een brief moesten sturen. Hij keek even rond. Maar natuurlijk was er niemand te zien. Dat had hij ook kunnen bedenken. Hij zuchte even en rolde de brief open. Hij had geen zin om ruzie te beginnen te maken met een jager. Binnen in de rol stonden mooie letters geschreven. Langzaam begon hij te lezen en zijn gezicht fronste naarmate hij verder las. ”beste heer Myron. Gelieve om 4 uur bij nachtval aan het einde van het dorp te staan… Neem alleen het hoogst nodige mee. Gegroet Leonoor Grijze Jager 02!” Het was een korte maar krachtig bericht. Wat was die jager van plan? Waarom moest hij mee? Wat zouden ze gaan doen? En vooral waarom hij…? Myron was net terug van zijn reis en hij zou nu al terug moeten vertrekken. Niet dat hij daar een probleem mee had. Neen hij vond het fijn om weg te kunnen gaan en het gevaar in de ogen te kijken. Maar waarom zou een jager en dan nog zo’n goede als Leonoor. Hem vragen om mee te gaan. Natuurlijk kon hij geen neen zeggen. Daar was zijn drang veel te groot voor. Hij zuchte nogmaals en liep recht naar zijn huisje toe. Nou huisje een huis en een grote ook nog. Het was al laat in de middag toen hij terug voor de deur stond. Zijn kuisvrouw kwam ook net aangelopen. Hij rolde even met zijn ogen. Ze was enorm veroudert en zag er niet echt meer uit als een harde werkster. Ze kwam lachend aan en sprak met een verouderde stem ‘hier ben ik.’ Hij moest even slikken en keek haar vriendelijk aan. ”U kunt weer gaan… Haar ogen werden groot en het was precies alsof ze ging sterven. ‘U gaat me toch niet ontslaan. Uw edele heer Myron bent de enigste die mij nog een kans kan geven.’ Haar stem was gewoon weg gesmolten. Snel schudde hij zijn hoofd en probeerde zo vriendelijk mogelijk te lachen. ”Neen, Dat bedoel ik niet. Ik vertrek weer voor even. Dus u kunt er nog mee wachten…” Hij moest toch weer even slikken. Ze knikte alleen een keer en vertrok. Hij schudde zijn hoofd en stapte de verstofte plaats weer binnen. Snel maakte hij een kleine tas klaar. Een paar kledingstukken en hij verwisselde zijn harnas met een ander. Die gemakkelijker was om mee te reizen. Maar even veel bescherming bood. Verder haalde hij nog een paar wapens uit en hij nam zijn inklap bare lans voor de zekerheid ook mee. Je kon nooit weten wat ze zouden gaan doen. Hij zuchte even en ging nog even rusten. Langzaam deed hij zijn ogen toe en viel in een lichte slaap. Hij werd om drie uur s’Nachts wakker. Door geklop op zijn deur. Hij liep snel naar beneden en begroete de man die zijn helm had gemaakt. Hij nam het aan en legde het in zijn zak. Daarna vertrok hij op weg naar de stallen. Daar stand Flamelight meteen deed het beestje haar kop omhoog om hem te begroeten. Dit was echt zijn lievelings paard. Niemand zou aan haar komen. Hij maakte haar zadel klaar en de zadel tassen. Hij verdeelde ze goed en hij vertrok naar de afgesproken plaats. Het dorpje was heel erg donker alleen de lantarens gaven wat licht af. Hij kwam goed aan op de afgesproken plaats. Misschien zelfs een beetje te vroeg. Hij keek rond, maar verwachte niet iemand te zien. Tot hij vanuit het dorp een kleine gestalte naar hem toe zag lopen. Hij herkende die gestalte vaag. Maar hij kon het pas zeker weten toen ze recht voor hem stond. Wat was ze volwassen geworden en wat knap. ”E.. Ella?” Zei hij verbaast. De jonge vrouw knikte. Ze was een jaar jonger dan hem en ze waren altijd de beste vrienden geweest. ”Dag Myron fijn je weer eens te zien.” Hij moest lichtjes blozen maar omdat het zo donker was kon je dat niet zien. Hij schudde even met zijn had door zijn haar. Hij wist niet wat hij moest zeggen. ”Het is fijn jou ook nog eens te zien. Maar zou je niet beter terug naar huis gaan?” Vroeg hij vriendelijk met een bezorgde ondertoon. Ze schudde van neen en hij keek haar weer vriendelijk aan. Ze schudde meteen van neen, met haar lange blonde haren. ”Je bent verandert. Zei ze alleen maar. Hij haalde zijn schouders op. ”Gegroeid en misschien wat slimmer geworden.” Zei hij half lachend. Terwijl hij weer eens door zijn haar schudde. Heel typische voor hem. Tenminste als hij een meisje leuk vond… Maar ze waren vrienden dus ja… Ze schudde haar hoofd. ”Je ogen zijn verandert. Ze staan heel anders dan voorheen.. Veel…Meer.” Hij wist niet zo goed wat te zeggen en keek haar toen recht aan. ”In de goede zin of in de slechte zin?” Vroeg hij aan haar en ze lachte verlegen. ”Goede…” Ze gaf hem een vluchtige knuffel en liep toen weer terug naar het dorp. Maar ze riep toen nog wel. ”Hoop dat je snel terug komt… Hij kreeg een lach op zijn gezicht en keek nog eens rond. Gelukkig had niemand anders dat gezien. Dat hoopte hij toch.
Leonoor Commandant
Aantal berichten : 812
personal info Leeftijd: 24 years I have been walking on this world Partner: You can't winn my love. My love is my freedom. Don't try to winn my love, you only get a broken heart. Sagitta, my hunterbird, she shows me to be free. Paard: Danger, like the risks we take every day. Together we will go to where the wind us lead
Onderwerp: Re: A grey Hunter in town? ma sep 10 2012, 20:02
Hij liet Danger verder stappen. Hij liet het bruine paardje na een tijdje stoppen. Ze waren vlak in de buurt van het dorp. Hij liet het paardje waar hij op zat na een tijdje stoppen. Hij hoorde al iets van een beweging in het dorp. Hij bleef verscholen tussen de bomen staan. Sagitta zat op zijn schouder. Hij zag het donkere gestalte het dorp uit rijden, en herkende aan de hoefslagen van het paard dat het heer Myron was. Hij bleef even staan toen hij een ander gestalte zag naderen. Hij fronste even zijn wenkbrauwen maar deed verder niks. Hij hoorde aan de toonhoogte dat de ridder verbaasd was om het gestalte te zien. Ergens had hij het gevoel dat hij een heel persoonlijk gesprek aan het afluisteren was, maarja. Zoals hij dus gewoonlijk deed. Hij had nergens spijt van, en vond het ergens wel grappig dat de ridder die twee jaar ongevreesd op pad was geweest verbaasd was van een meisje, want hij had gehoord dat het andere gestalte een meisje was. Rustig bleef hij staan, kijkend naar de ridder en het meisje. Hij voelde Danger wel even brommen, als teken dat het wel erg lang duurde, maar ach. Soms moest iemand eens normaal afscheid kunnen nemen, voordat die er weer vandoor ging. Hij wist dat het zou kunnen dat de ridder maandenlang zijn huis niet terug zou zien, dus ach. Om dan een keer fatsoenlijk afscheid te nemen, voordat je er in de holst van de nacht vandoor gaat, tja dat leek hem wel redelijk. Hij zelf had niemand om afscheid van te nemen. Hij vrienden waren bij hem, tja behalve Mystenia dan. Hij had die dag ervoor nog even getwijfeld of hij Mystenia een brief zou sturen met daarin het bericht wat hij zou gaan doen, maar uiteindelijk had hij dat toch maar niet gedaan. Want dan was redelijk te verwachten dat ze hem achterna zou komen om hem terug te halen naar zijn leen, voordat hij aan de andere kant van het land zat. Maarja, soms moest iedereen eens een keer iets doen wat hun leider niet goed zou keuren als ze het wist. Maar zoals hij altijd zei: Als de ander het niet weet, dan kan die niet verantwoordelijk zijn. Hij liet Danger nog even stilstaan, totdat het meisje terug naar het dorp was gereden. Zijn boog lag voor hem op het zadel, aan de linkerkant hing het zwaard in zijn schede, naast een koker met 24 pijlen erin. Achter hem op het zadel lagen de dingen die hij het hoogst nodig had. Op zijn richt hing de normale koker, ook met 24 pijlen. Hij keek naar de ridder die in het zadel zat, als een grote beer die eigenlijk niet weg wou. Van binnen schoot hij bijna in de lach door zijn vergelijking. Maar zelf liet hij geen geluid horen. Zachtjes drukte hij zijn hielen tegen de buik van zijn paardje aan. Het beestje gehoorzaamde direct en stapte weg. Ze leken opeens uit het niets op te doemen uit de bomen waar ze achter hadden gestaan. Hij liet Danger op een paar meter afstand van de ridder stoppen. Hij keek naar de ridder, wat de ridder die middag op de markt had gezegd, dat stond hem nog in het geheugen. Maar zelfs nu zou hij zijn kap niet afdoen. Het klonk misschien raar, maar zo leefde hij gewoon. Je wou de waarheid gewoon niet weten. Hij bleef rustig staan, wachtend tot de ridder hem zou ontdekken. Soms leek het of hij niet op de rug van het paardje zat, en dan weer wel. Hij wist dat de mantel een hypnotiserend effect kon hebben op buitenstaanders, maar heel veel medelijden had hij niet met de ridder. Het was alleen dat hij de ridder nodig had om iets te regelen, maar meer niet. Hij was liever alleen gegaan, maar iets had er voor gezorgd dat hij voorzorgmaatregelen had genomen, en dus de ridder had uitgetest op de markt, en hem uiteindelijk de brief had gegeven. Hij bleef doodstil zitten, want hij wist dat juist een beweging je kon verraden. Uiteindelijk zou de ridder hem wel zien, en anders, dan was die ridder toch dommer dan dat hij zich voordeed. Hij voelde Danger licht trillen en wist dat het paardje zin had om er vandoor te gaan, op weg naar het avontuur. Maar hij wist ook dat ze door de ridder wel vertraagd zouden worden, zodat ze minder snel zouden gaan dan dat hij zou willen. Soms was de beste optie, niet altijd de snelste optie. Hij bedacht vlak daarna dat de ridder en zijn paard waarschijnlijk niet gewend waren aan het jagerstempo. Maar daarna bedacht hij meedogenloos, dat het eens goed zou zijn om een ridder in het stof te laten bijten en er voor te zorgen dat de ridder eens goed zadel en spierpijn zou krijgen. Het leven was hard, maar als het leven niet hard was, dan was er niets om te leren. En juist dat maakte het leven nou zo leuk. Hij hield van de uitdagingen en het avontuur, hij hoopte alleen maar dat de ridder niet de hele tijd zou gaan zeuren over dat ze te lang door reden, of dat hij meer rust nodig had. Hij had al vaker een missie uitgevoerd met een ridder samen, en dat was niet zo’n succes, over het algemeen vond hij dat ridders mensen waren die te hoog van de toren waren gevallen en dachten dat ze alles waren. Ergens hoopte hij dat die ridder voor hem van een ander soort zou zijn, dat zou deze missie zo veel makkelijker maken. Hij was gewend om ridders zoals die uit de toren gevallen adelen een stuk normaal leven bij te brengen maar vooral ook respect en fatsoen voor de normale burger. De meeste dachten dat jagers er waren om hun achterste te redden, maar daar zijn jagers totaal niet voor. Hij had wel gemerkt op de markt dat deze ridder hier niet veel van jagers wist, en blijkbaar ook verwachte dat hij er was om de ridder te beschermen. Soms maakte mensen zulke grove fouten, vooral als het om jagers ging. Zelfs zijn baron had dat mee gemaakt. Hij dacht geamuseerd terug aan dat ogenblik toen zijn baron hem gebood zijn kap af te doen, maar hij weigerde. Tja, dat was nog eens leuk geweest, vooral omdat de baron zo rond als een tonnetje was en bijna flauwviel toen hij een zwaard trok toen een van de naaste bediende probeerde zijn kap af te doen. Tja, dat waren goeie tijden geweest. Maar altijd waren er momenten zoals nu, dat hij wist wat zijn plichten waren, en dat hij een hekel had aan baronnen en heren die niet mee werkte. Meestal was er een makkelijke oplossing voor zulke mensen, zonder ze te doden. Terwijl zijn gedachten met hem op de loop gingen, bleef hij waakzaam. Zijn ogen bleven gericht op de ridder, terwijl hij doodstil stond. Pas toen de ridder hem eindelijk ontdekt had, kwam hij in beweging, nouja eigenlijk kwam Danger in beweging. Het paardje wist wat zijn ruiter wilde, dus begon het op een rustig tempo te draven, richting het noorden. Hij verwachtte niets minder dan dat de ridder hem zou volgen, dat zou voor de ridder wel handig zijn. Want hierzo kon je gemakkelijk verdwalen als je je er niet thuis voelde. Hij keek even naar de lucht, en zag de eerste tekenen van de ochtendschemer. Hij liet Danger doordraven, terwijl hij achter zich de hoeven hoorde van het paard van de ridder. Soms wensde hij, dat die paarden ook een klein beetje jager techniek werd aangeleerd om niet zo te stampen, maarja. Ieder zijn eigen soort..
You may think he doesn’t speak. You may think he have no face But know it’s not true But if you’re wise Believe then the stories about the rangers Because you’re in one…
Myron
Aantal berichten : 212
personal info Leeftijd: 21,5 I'm still young, but how long have I to live? Partner: I'm not sure what love is. But when I find her, I will fight for it. Paard: Flamelight
Onderwerp: Re: A grey Hunter in town? di sep 11 2012, 19:30
Daar stond hij nu alleen. Ella weer vertrokken naar haar eigenhuis. Hij vond het jammer dat hij nu al weer moest vertrekken. Maar als de plicht riep zou hij er gehoor aan geven. Zo was hij het aangeleerd en zo zou hij het blijven doen. Oké Myron was niet echt een van de normaalste en hij had veel moeite moeten doen om de brutaliteit de kop in te stampen. Gelukkig had hij zijn maniertjes gevonden en kon hij daar mee wel leven. Het was een frisse nacht, maar gelukkig was hij al gewend geworden aan de kou. In de verte zag hij al het licht van de zon opdoemen. Dat de dagen zo mooi konden beginnen en eindigen. Jammer genoeg hadden er maar weinig mensen oog voor. Hij zelf vond het , het mooist als hij het vanuit het bos kon bekijken. Hij zat helemaal weg te dromen, tot dat hij vaag de gestalte op een paard zag zitten. Hij moest zijn ogen even aanpassen om het goed te kunnen zien. Maar dan nog was het soms moeilijk. Hij knikte eens kort als begroeting. Maar de jager bleef stil en ging over tot draf. Hij haalde even zijn schouders op en volgde gewoon. Mooi achter de jager. Hij wist niet zeker of het wel een goed idee was om naast de jager te gaan rijden. Ze reden richting noorden en hij begon diep na te denken. In de brief had niet gestaan wat de jager van hem moest, of wat ze zouden gaan doen. Maar hij bleef zwijgen. Misschien kon de jager echt niet praten. Je kon het nooit zeker weten met roddels. Myron wist dat het ook een stille tocht ging worden; Maar daar had hij helemaal geen problemen mee. Als mensen hem met gerust lieten, dan liet hij hun ook met rust. Hij ademde soms eens diep in en uit, dat had hij vaak moeten doen op zijn eerste reis. Het was een soort gewoonte geworden om kalm te blijven. Hij deed het niet te vaak. Maar af en toe als hij in zijn gedachten verdwaalde deed hij het wel. Hij wilde de jager ook niet te veel lastig vallen. Voor hem was het in het begin ook lastig geweest om zijn reis genoot te horen doen. Maar toen hadden ze het samen gedaan en het hielp enorm. Ze bleven richting noorden gaan en af en toe nam hij wat meer afstand van de jager. Je kon nooit weten. Ze kwamen na een tijdje de velden tegen. Waar de boeren op werkten, af en toe zag je al eens een paar mannen staan werken. Sommigen keken op en sommigen deden verder met hun werk. De zon verlichte langzaam de landen en hij genoot van de kleine warmte dat ze gaf. De geuren van het land kropen ook in zijn neus. Hij was ze zou vertrouwd geweest en nu rook hij die geuren opnieuw. Ook al ging hij nu weer weg… Myron was blij dat hij de landen op zijn gemak toch nog eens kon bezichtigen. Alleen wist hij nog altijd niet waar dat ze naartoe gingen of wat dat de jager van plan was. En aangezien hij mee was had hij toch het recht dat te weten. Hij zuchte eens en opende dan langzaam zijn mond. ”Ik heb maar één vraag en als u wilt laat ik de rest van de toch u verder met rust. Maar zou ik mogen weten waar dat we naar toe gaan, of op zijn minst wat u van plan bent te doen?” Het kwam beleeft en toch normaal over, en hij meende wat hij zei. Als de jager wilde dat hij hem met rust zou laten. Dan zou hij dat ook doen. Niet dat de reis dan erg leuk zou worden. Het was altijd leuker om af en toe eens met iemand te praten. Dat vond hij toch. Maar hij zou zich er bij neer leggen. Tenminste als de jager nu een antwoord zou geven. Hij kwam dichter bij tot dat hij naast Leonoor reed. Hij keek niet naar de jager. Maar hij zou wachten op een antwoord. Maar onder tussen kwamen ze dichter bij een brug en daar stonden twee wachters. Nou ze leken meer te slapen dan dat ze op wacht stonden. Hij schudde even zijn hoofd en gaf flamelight de sporen. De jager zou wel wakker worden. Hij liet zijn paard steigeren en de wachters sprongen op. Ze wezen alle bij meteen met hun lansen in zijn richting. Ze waren nog half aan het slapen en de woorden kwamen er maar moeizaam uit. Onder tussen was de jager er ook bij gekomen. ”Niemand ‘hu hu huw’ Mag er langs zonder een escorte. Ordes van de baron.” De andere wachter knikte. Maar werd precies een beetje wakkerder toen hij eens goed naar hem keek. Maar de andere wachter begon weer te spreken. ”Ja dus weg wezen gij boertje en gij mislukte jager. Myron vertrok zijn ogen en keek de wachter kwaad aan. Hij wilde net wat zegen toen de andere wachter begon te spreken tegen zijn vriend. ”John… Dat is geen boertje waar te tegen spreekt.” Hij sprak het angstig uit en zijn ogen stonden groot. ”Dat is heer Myron, de witte wolf… Je weet wel die stoere ridder waar iedereen het overgeeft. Hij is twee jaar weg geweest en de meisjes vallen voor zijn voeten neer en zo…” De laatste zinnen sprak hij fier uit en Myron moest toch even zijn gezicht vertrekken om niet in lachen uit te schieten. Waar had hij die flauwekul vandaan gehaald. De andere wachter sprong nu recht en leek nu wat meer respect te hebben. Maar nog altijd haalde hij zijn schouders op. ”Dan nog orders zijn orders… Ik wil heel graag mijn diploma halen hoor. Dat laatste was bedoelt tegen zijn vriend en hij had geprobeerd te luisteren. Het was nu meteen duidelijk dat de wee geen echte wachters waren. Maar twee leerlingen die een taak moesten volbrengen. Hij schudde even zijn hoofd en zette zijn stem streng. ”Jullie zijn hier om een taak te volbrengen en niet om je schoonheidslaapje te doen. Daarbij is het ook niet de bedoeling dat jullie mensen gaan beledigen. Jullie hebben absoluut geen respect en ik zou maar vlug jullie houding veranderen. Daar bij zou ik me vlug verontschuldigen tegen over deze jager. Deze man is ver re van een mislukte jager. Trouwens jullie hebben orders gekregen mensen zonder escorte geen doorgang te geven. Maar als ik mij goed kan herinneren ben ik geridderd geweest en heb dus de vrije toegang over heel het rijk. Daarbij komt nog, dat deze man hier. Dat jullie een mislukte jager noemen. Een volleerde grijze jager is en als ik me niet vergis ook nog tot commandant is benoemd.” Hij keek de twee eens streng aan en kon niet geloven dat ze hun taak niet serieus namen. Maar ja je had altijd van die mensen. Of beter gezegd leerlingen. ”Dus tenzij dat jullie ons nu doorlaten zoals het hoort… Zou ik maar snel terug jullie boeken pakken en nog eens hard studeren. Want met zo’n houding kom je er nooit.” Hij had alle woorden zeer streng uitgesproken. De twee knikten en keken al veel respectvoller. Maar hij had zo’n gevoel dat ze hun lesje nog niet geleerd hadden. Ze gingen uiteindelijk opzij en boden hun excuses aan de jager. Hij knikte en ging deze keer voor. Maar daarna wachte hij wel even om de jager door te laten. Terwijl hij nu nog altijd niets had gehoord van de jager en hij wist ook nog altijd niet waar ze naartoe gingen.
Leonoor Commandant
Aantal berichten : 812
personal info Leeftijd: 24 years I have been walking on this world Partner: You can't winn my love. My love is my freedom. Don't try to winn my love, you only get a broken heart. Sagitta, my hunterbird, she shows me to be free. Paard: Danger, like the risks we take every day. Together we will go to where the wind us lead
Onderwerp: Re: A grey Hunter in town? di sep 11 2012, 23:12
Hij kon horen aan de hoefslagen achter zich dat de ridder gewoon achter hem aan reed. Hij liet Danger doordraven in het normale marstempo. Hij koon wel zien dat het paard van de ridder er meer moeite mee had. Hij wist aan de stand van de opkomende zon hoe laat het ongeveer was. Hij kon horen dat de ridder soms meer afstand nam en dan weer dichterbij kwam rijden. Hij kon zo ongeveer raden wat er in het hoofd van de ridder om moest gaan. Hij wist dat hij verder niks had uitgelegd, maar de ridder was gewoon gekomen, zonder nog maar iets te vragen. Hij wist dat zoiets veel vergde van iemand die al twee jaar weg van huis was geweest en nu ook nog eens met hem opgescheept zat voor een missie waar niemand anders iets vanaf wist. Hij bleef voor zich kijken terwijl de landschappen langs hem heen gleden. Hij was te vaak op reis geweest om nog te veel op zijn omgeving te letten en het te bewonderen. Hij lette alleen op dingen die er niet thuis hoorde. Zijn ogen schoten alle kanten op, terwijl hij voor de meeste gewoon leek te slapen. Voor hem op het zadel lag nog steeds zijn boog, zijn boog was bijna even groot dan hem, en alleen jagers kregen het voor elkaar zo’n boog te spannen. Ooit had de baron van zijn leen geprobeerd om de pees naar achteren te trekken, maar dat was hem niet gelukt, de baron had daarna een week op bed moeten liggen omdat hij last had van verrekte rug. Hij had bijna de baron uitgelachen, maar beseft dat dat niet zo vriendelijk zou zijn. En het zou vooral niet er voor zorgen dat de baron het hem gemakkelijker zou maken. Hij hoorde de ridder naast hem diep adem halen en wist dat er een vraag aan zat te komen. Het verwonderde hem dat de ridder het zo lang had uitgehouden zonder een vraag te stellen. Maar iedereen bezweek wel op een bepaald moment om de stilte te verbreken. ”Ik heb maar één vraag en als u wilt laat ik de rest van de toch u verder met rust. Maar zou ik mogen weten waar dat we naar toe gaan, of op zijn minst wat u van plan bent te doen?” Hij had eigenlijk even de neiging om te zeggen dat de ridder nu al twee vragen had gesteld, maar dat deed hij niet. Hij bleef zwijgen en keek voor zich uit, alsof hij sliep, zoals de meeste mensen dachten. Alleen een jager zou kunnen weten, dat een jager nooit sliep in het zadel. Hij liet Danger rustig verder draven, zoals ze al de hele tijd hadden gedaan, zonder echt op de ridder te letten. Hij had wel de verandering van het landschap opgemerkt. Hij wist dat ze in de buurt van een vesting of een kasteel kwamen, want rond zo’n plek was altijd landbouw te vinden. Hij wist zonder te kijken dat de ridder naast hem was komen rijden, maar hij keek niet opzij, hij bleef gewoon vooruit kijken, zoals hij al die tijd al had gedaan. De schaduw van zijn kap, bedekte nog steeds de bovenkant van zijn gezicht. Hij merkte dat in de verte er wachters stonden. Het duurde een paar minuten totdat ze er waren. Hij bekeek even de situatie, van de wachters op de brug zonder zich te bewegen. Hij hoorde aan het geluid van hoeven dat de ridder naast hem zijn paard harder aandreef en hem liet steigeren. Hij zelf liet danger gewoon rustig doorlopen, Hij hoefte niet op te vallen, hij wou nooit opvallen, dat lag niet in zijn aard. Hij zag hoe de wachters opsprongen en Danger stopte op een bepaalde afstand van de wachters. ”Niemand ‘hu hu huw’ Mag er langs zonder een escorte. Ordes van de baron.” Hoorde hij een van de wachters zeggen die net op waren geschrokken doordat heer myron zijn paard had laten steigeren. ”Ja dus weg wezen gij boertje en gij mislukte jager.” Hoorde hij de jongere wachter zeggen. Hij vernauwde zijn ogen even, maar liet verder niks merken, hij zat nog precies hetzelfde in het zadel als daarvoor. Hij kon wel zien aan het gezicht van de ridder dat zijn reisgezel een beetje erg boos werd. John… Dat is geen boertje waar te tegen spreekt.” Hij sprak het angstig uit en zijn ogen stonden groot. ”Dat is heer Myron, de witte wolf… Je weet wel die stoere ridder waar iedereen het overgeeft. Hij is twee jaar weg geweest en de meisjes vallen voor zijn voeten neer en zo…” Hoorde hij vlak daarna de oudere wachter zeggen. Hij bleef rustig onder de woorden die over zijn reisgezel werden gezegd, maar van binnen moest hij lachen. Hij zou het nog wel voor elkaar kunnen krijgen om de ridder naast hem angst aan te jagen, maar het was beter de ridder nog even te vriend te houden. ”Dan nog orders zijn orders… Ik wil heel graag mijn diploma halen hoor.” Sloeg de jongere wachter daarop uit. Hij keek van de een naar de ander zonder zijn hoofd te bewegen. Soms had hij zo’n hekel aan de normale lui, die niks begrepen van het feit dat een grijze jager op stap was met een ridder, en blijkbaar nog best wel haast hadden ook. Heel even had hij de neiging om zijn boog te pakken en de twee aan de kant te jagen door simpel één pijl af te vuren, maar hij besloot nog even te wachten, omdat zijn reisgezel blijkbaar iets te zeggen had tegen de twee wachters. ”Jullie zijn hier om een taak te volbrengen en niet om je schoonheidslaapje te doen. Daarbij is het ook niet de bedoeling dat jullie mensen gaan beledigen. Jullie hebben absoluut geen respect en ik zou maar vlug jullie houding veranderen. Daar bij zou ik me vlug verontschuldigen tegen over deze jager. Deze man is ver re van een mislukte jager. Trouwens jullie hebben orders gekregen mensen zonder escorte geen doorgang te geven. Maar als ik mij goed kan herinneren ben ik geridderd geweest en heb dus de vrije toegang over heel het rijk. Daarbij komt nog, dat deze man hier. Dat jullie een mislukte jager noemen. Een volleerde grijze jager is en als ik me niet vergis ook nog tot commandant is benoemd.” Hoorde hij heer myron zeggen. Hij keek naar de twee wachters die duidelijk twee leerlingen waren. Ergens vond hij het verontrustend dat de ridder naast hem wist dat hij de commandant van de jagers was, maar toen bedacht hij dat ook een ridder zo zijn informatie bronnen had. Hij besloot er maar niks over te zeggen, maar hij zag wel dat de twee leerlingen de ridder niet al te serieus namen. Hij kon het ze niet kwalijk nemen, maar de woorden die volgde van de ridder naast hem vond hij wel passend: ”Dus tenzij dat jullie ons nu doorlaten zoals het hoort… Zou ik maar snel terug jullie boeken pakken en nog eens hard studeren. Want met zo’n houding kom je er nooit.” Hij hoorde wel de strenge ondertoon van de ridder, en keek naar de twee leerlingen. Maar nog steeds zag hij dat de leerlingen de ridder voor hun niet echt geloofde, ookal knikte ze instemmend en keken ze respect voller. Hij reed achter de ridder aan, de brug op. Toen hij achter zich de jongste hoorde zeggen: “en toch is het een mislukte jager, hij zegt geeneens iets” Iets in hem maakte dat hij zijn instinct volgde, soms was de oude les beter dan de vriendelijke les. Wie niet horen wil, die moet maar voelen. Binnen een fractie van een seconde had hij zijn boog in zijn hand en stond Danger gedraait, met zijn hoofd naar de twee wachters toe. Hij legde een pijl op zijn boog, en met een vaart sprong deze van de boog af en vloog door de lucht heen. De pijl sloeg in, vlak boven het hoofd van de jongere wachter. Hij hoorde de geschrokken kreten van de twee jongens, en hij wist dat ze nu hun lesje hadden geleerd. Hij keek even omhoog, en uit het niets kwam de roofvogel opzetten. Hij zag hoe sagitta naar de pijl toevloog en deze moeiteloos uit het hout trok om toen terug te vliegen naar hem. Hij liet Danger weer omdraaien en verder stappen. Hij stak zijn arm uit en de roofvogel lande. Hij pakte de pijl aan en stopte die terug in zijn koker. Hij reed zonder nog acht te slaan op de twee wachters achter de ridder aan. Het maakte hem niet uit als die afkeurend zou kijken. Hij had gewoon gedaan wat hem het beste leek. Hij liet zijn paardje over gaan in draf en ze draafde de ridder voorbij, verder naar het noorden toe. “Soms heer myron, is de oude les beter dan de vriendelijke les” Zei hij zonder om te kijken naar de ridder, Zijn stem klonk niet vriendelijk, maar ook niet haatvol, gewoon neutraal. Hij bleef voor zich uit gaan. “En terug komend op je eerste vraag, we gaan naar het noorden, voor een missie die zelfs jou in de koude kleren gaat laten zitten” zei hij verder. Daarna zweeg hij weer, alsof hij nooit een woord had gezegd. De roofvogel bleef op zijn schouder zitten terwijl hij verder draafde, naar het ijzige noorden toe.
To follow it, you have to join it His face is still a mystery But know that it’s the best for you Or you will get a nightmare that you don’t lose…
Myron
Aantal berichten : 212
personal info Leeftijd: 21,5 I'm still young, but how long have I to live? Partner: I'm not sure what love is. But when I find her, I will fight for it. Paard: Flamelight
Onderwerp: Re: A grey Hunter in town? wo sep 12 2012, 19:51
Het leek er op dat de jager ook vond dat ze hun lesje nog niet hadden geleerd. Of hij had nog iets gehoord wat de twee leerlingen hadden gezegd. Zelf had hij wel iets gehoord. Maar hij had niet geluisterd. Hij bleef dus staan. terwijl hij moest toe zien hoe de jager vliegensvlug een pijl trok en hem loste. De pijl zoefde de lucht door en kwam recht boven het hoofd van een van de leerlingen. Hij hoorde ze wel schreeuwen en hij kreeg een kleine glimlach op zijn gezicht. Even snel als de jager was gestopt kwam hij ook terug. De roofvogel van hem kwam de pijl zelfs terug brengen. Hij zette zijn gezicht weer neutraal en hij begon de jager weer te volgen. Opeens hoorde hij een stem één die hij niet verwacht had. “Soms heer Myron is de oude las beter dan de nieuwe les.” Weer kreeg hij een lach op zijn gezicht. Dan was hij blij dat hij vroeger nooit een jager was tegen gekomen. Want hij moest eerlijk toegeven. Hij was vroeger duizendmaal erger geweest dan die twee gasten daar. De roddels van dat de jager niet kon praten. Waren dus helemaal nietwaar. Dat had de jager nu juist zelf bewezen. Daar was hij ook heel erg blij mee. Dat betekende dat zijn gedachten juist waren geweest. “En terug komend op je eerste vraag, we gaan naar het noorden, voor een missie die zelfs jou in de koude kleren gaat laten zitten” Hij had ook wel door dat ze naar het noorden reisden. Maar hij wist nu tenminste al wat meer. Daar was hij blij om. De jager had ook niet gezegd dat hij hem verder met rust moest laten. Daardoor kreeg hij weer een lach op zijn gezicht. Niet dat hij van plan was de jager te overladen met vragen. Maar het kon wel zijn dat ze dus af en toe. Misschien wel een normaal gesprek zouden kunnen hebben. Nu zou hij de jager wel weer een tijdje met rust laten. Er was wel nog meer dat je kon doen. Dan alleen maar praten op reizen. Dat had hij ook wel geleerd op zijn eerste reis. Als ze eens stopten zou hij kunnen trainen. Maar hij verwachte wel dat hij die tijd nodig zou hebben om te rusten. Want hij had al andere verhalen gehoord van jagers en hij verwachte dat dit een nog hardere reis zou worden dan de eerste. Nu de zon het land al veel verder verlichte begon hij naar de hemel te staren. Opzoek naar wolken. Wolken vertelden oude verhalen, het enigste wat je moest weten om de wolken te kunnen lezen. Was dat je de verhalen moest kennen en anders moest je er zelf maar één verzinnen. Maar nu was er geen wolk te bekennen, dus kon Myron ook moeilijk beginnen verhalen achterhalen. Toen hij in het begin van zijn reis nog leerling was geweest. Toen moest hij zijn lessen altijd hard opzeggen. Maar nu had hij geen lessen meer en het enigste wat hij nog vaak zei. Waren de woorden van de baron als het hard begon te gaan. Maar nu waren ze eigenlijk nog maar net vertrokken. Dus kon hij het nu moeilijk al moeilijk hebben. Naders was hij wel een gehele zwakkeling en zou hij de naam ridder niet waard zijn te dragen. Verder wist hij niet veel meer te doen. Gewoon zitten, rijden en naar de omgeving kijken. Hij zuchte zachtjes, deze reis zou inderdaad een heel lange reis worden. Hij keek nog eens rond. Nu kwamen er af en toe al wat huisjes bij en in de verte kon je een grote burcht zien staan. Hij had verhalen gehoord over die burcht. Maar die verhalen waren niet echt goed. Het zou er vol zitten met zwarte geesten en demonen. Een wrede graaf zou er het gezag hebben en soms mensen in kooien stopen. Maar als dat zou was geweest. Dan zou de baron, de koning, of zelfs de jagers… Daar toch al lang iets tegen gedaan hebben. Hij verzette zijn blik. Hij bekeek de jager nog eens goed. Hij was redelijk groot en zijn paard zag er enorm stevig uit. Niet dat zijn paard niet stevig was. Maar er leek iets geheel anders te zijn aan het paard van de jager. In stilte reden ze door. Hij zei geen woord en de jager bleef zoals in het begin ook gewoon stil; Myron wist niet zo goed of hij wel iets tegen de jager kon zeggen. Een gewoon gesprek starten met een jager was hij niet gewend. Hij kon niet weten wat hij daarvan moest verwachten. Maar waarschijnlijk was dat niet veel. En toen ze weer een heel stuk verder waren begon hij toch langzaam de woorden van de baron stilletjes te murmelen. ”Blijf vechten, blijf wagen. Niet zeuren, niet zagen. Niet kreunen, niet klagen… Diep ademhalen.” na het laatste woord ademde hij dan zachtjes in. Hij deed het eerst maar ene keer. Nu was hij weer wat rustiger geworden. De tijd verstreek en nog steeds wilde hij geen woord zeggen. Maar de neiging er toe werd steeds groter en groter. Hij wist niet hoe lang hij het nog zou uithouden. Dus begon hij weer zachtjes te murmelen. ”Blijf vechten, blijf wagen. Niet zeuren, niet zagen. Niet kreunen, niet klagen… Diep ademhalen.” Maar hij merkte ook wel dat het wat luider was dan eerst. Ze reden nu toch al een paar uren door. De zon verwarmde zijn huid, terwijl zijn witte haar de warmte juist vermeide. Hij klopte Flamelight eens op haar nek. De merrie was al veel gewend en ze zou het nog een hele tijd kunnen volhouden. Toch merkte hij wel dat, ze meer moeite moest doen om de rare draf van de jager vol te houden. Natuurlijk werd de merrie wat rustiger na een klopje. Deze keer murmelde hij weer wat stiller zijn woorden. Er was voor hem weer genoeg tijd verstreken om het te kunnen doen. Maar deze keer kwam er nog wat bij. ”Blijf vechten, blijf wagen. Niet zeuren, niet zagen. Niet kreunen, niet klagen… Diep ademhalen. Ik doe het doodgewoon my way en sta er best fraai mee. Zo’n top want ik geef niet op… Blijf vechten, blijf wagen, blijf t’leven uitdagen. Jij moet gewoon slagen…” het had iets ritmis en hij was blij dat de baron het zo veel keer had herhaald. Het hielp hem om vol te houden. Veel langer dan dat hij eigenlijk zou kunnen doen. Maar Myron probeerde altijd alles te geven van zich zelf en hij zou pas stoppen wanneer hij letterlijk neerviel. Pijn dat was maar een gedacht en dat moest je leren accepteren. Je kon er uit leren en ook al was het soms ondraaglijk meestal was het goed. Hij bleef dus wachten, en zei niets. Misschien dat de jager na een tijd wel iets zou beginnen te zeggen. Of misschien zou hij wel eens vragen waarom hij zou murmelde van tijd tot tijd. Hoe dan ook, heer Myron zou nog wat wachten. Tenslotte je kon nooit weten…
Leonoor Commandant
Aantal berichten : 812
personal info Leeftijd: 24 years I have been walking on this world Partner: You can't winn my love. My love is my freedom. Don't try to winn my love, you only get a broken heart. Sagitta, my hunterbird, she shows me to be free. Paard: Danger, like the risks we take every day. Together we will go to where the wind us lead
Onderwerp: Re: A grey Hunter in town? do sep 13 2012, 17:04
Hij zag wel hoe een glimlach op het gezicht van de ridder naast hem verscheen toen hij iets zei. Hij wist dat de roddels gingen dat hij niet kon spreken, maar hij had net zelf het tegendeel bewezen en blijkbaar dacht de ridder er daar ook zo over. Hij praatte gewoon niet veel, dat was waar. Maar misschien kwam het ook doordat je als jager nou eenmaal een terug getrokken bestaan leidde, en veel alleen deed. Hij hield niet echt van praten, maar dat was bij de meeste jagers zo, alleen zei hij ook niks tegen de bevolking, ze wisten wat hij wou alleen al doordat hij zich in het dorp liet zien, hadden degene waarbij hij bij het winkeltje was geweest direct geweten wat hij moest hebben. Na een tijdje liet hij Danger halt houden. Het werd tijd om maar eens over te gaan op jagerstempo, dat ging veel sneller dan dit doorgedraaf, waardoor ze niet het optimale uit hun paarden haalde, nouja hij wist niet hoe lang de strijdros van de ridder het nog vol zou houden. Hij wist dat Danger door zou blijven draven, zolang als hij het vroeg, maar hij wist dat het tijd was om te gaan lopen, en het stuk wat eraan kwam was ook veel te gevaarlijk om doorheen te rijden. Hij gebaarde naar de ridder dat deze af moest stijgen en begon zelf al te lopen. De roofvogel zat nog op zijn linkerschouder en Danger liep achter hem aan, zonder dat hij het paard vast hoefde te houden. Hij had nog snel voordat hij was gaan lopen de singel van het zadel iets losser gedaan, zodat het paardje zich beter kon bewegen. Ze liepen rustig verder, zijn zwaard hing nu aan de kant waar heer myron liep, en zijn boog hing over zijn rug heen, terwijl boven zijn rechterschouder de veren van vierentwintig pijlen uitstaken. Hij bleef rustig doorlopen en Danger liep achter hem aan. Ze liepen heuvels op en heuvels af. Ze bleven steeds meer richting het noorden gaan. Hij hoorde de woorden die heer myron steeds weer herhaalde, Hij negeerde de eerste paar keer dat de ridder het zei, maar luisterde naar een tijdje naar de woorden van de ridder, hij herkende de woorden wel die de ridder opzij en heel even gleed er een glimlach over zijn gezicht heen. ”Blijf vechten, blijf wagen. Niet zeuren, niet zagen. Niet kreunen, niet klagen… Diep ademhalen. Ik doe het doodgewoon my way en sta er best fraai mee. Zo’n top want ik geef niet op… Blijf vechten, blijf wagen, blijf t’leven uitdagen. Jij moet gewoon slagen…” Hij bleef gewoon doorlopen en keek even naar de lucht. Hij liet Danger stilhouden na een tijdje, bij een grote boom die beschut stond. Hij klopte Danger op zijn nek en maakte het zadel van het paardje verder los. Ze zouden hier een paar minuten rusten en dan weer verder gaan. Hij zag hoe zijn paardje direct begon te grazen en ging zelf tegen de boom aanzitten. Zijn boog stond naast hem tegen de boom aan, en de roofvogel zat op zijn arm. Hij haalde uit een van de zadeltassen die naast hem stond een stukje vlees en voerde dat aan de roofvogel die het daarna met grof geweld inslikte. Hij hield zijn kap gewoon op, en hij zou hem ook niet af doen. Hij aaide met twee vingers zacht over de kop van de roofvogel heen. Na een tijdje steeg de roofvogel met een zacht geruis op en vloog naar boven toe. Hij bleef rustig zitten en keek naar de ridder die iets verder op was. Hij voelde na een tijdje de neus van Danger tegen zijn schouder aan en keek naar het paardje. Hij kriebelde het paardje achter zijn oren en gaf Danger een appel. Het paardje stampte even vrolijk met zijn hoef op de grond en begon de appel op te eten. Hij keek weer naar de lucht, ze zouden zo weer verder gaan, anders zouden ze nooit op tijd op hun bestemming voor die dag zijn. Hij kwam een paar minuten later weer overeind en pakte zijn boog weer op. Hij liep naar zijn paardje toe en trok de singel weer vast. Hij zag wel dat Danger hem verwijtend aankeek maar hij keek normaal terug, en het paardje gaf het om en ging maar verder met grazen. Hij legde de zadeltassen terug op de rug van het paardje en floot heel even hoog. Hij hoorde na een minuut het gefladder en de roofvogel lande weer op zijn arm en ging op de nek van Danger zitten. Hij schoof zijn voet in de beugel en steeg op. De roofvogel ging op zijn linkerschouder zitten en hij keek even naar heer Myron, om te kijken of de ridder al weer opgestegen was. Hij stuurde Danger terug het pad op en het bruine paardje begon weer met gemak te draven, zonder stijve spieren, alsof het al de hele tijd had gedraafd maar de energie nog hoog lag. Hij bleef rustig doordraven, zijn mantel zorgde ervoor dat hij op het ene moment niet op de rug van Danger leek te zitten en daarna weer wel. Hij wist dat hij ergens van de dagen een brief naar Mystenia zou moeten schrijven om uit te leggen waarom hij opeens uit zijn leen was verdwenen, maar om de problemen die in het rijk speelde op te lossen, moet hij in het noorden zijn, waar de problemen waren begonnen. Hij wist dat hij op zijn kop zou krijgen als hij terug zou zijn in zijn leen, maar zodra hij eenmaal in het noorden was, kon Mystenia het niet maken om hem achterna te komen, omdat ze dan ook haar eigen leen in de steek zou moeten laten, en dat zou ze nooit doen. Hij genoot van de stilte die er hing en van het eentonige geroffel van de hoeven van Danger. Hij keek vooruit, naar het pad dat voor hun lag, dat hier en daar scheef ging en een heuveltje erin, maar toch kon hij ver genoeg naar voren kijken. Hij wist dat ze nog ongeveer 2 uur door moesten rijden voordat ze bij het dorpje aankwamen, het zou over 3 uur donker worden, dus ze hadden ruim de tijd, als er niet iets zou gebeuren..
You don’t know Who he is You only see the outside And that’s dangerous enough
Myron
Aantal berichten : 212
personal info Leeftijd: 21,5 I'm still young, but how long have I to live? Partner: I'm not sure what love is. But when I find her, I will fight for it. Paard: Flamelight
Onderwerp: Re: A grey Hunter in town? do sep 13 2012, 19:01
Ze reden nog even door. Hij bleef de woorden af en toe eens herhalen. Maar dan in zijn gedachten… Hij wist niet wat hij moest verwachten van de jager… Maar die leek toch niet te veel te zeggen. Ergens was het heel frustrerend en dan ook weer niet. De stilte had een soort van rustig effect op hem. Ook al was hij dat niet echt gewend. De jager deed het teken dat hij moest gaan lopen. Hij gleed met gemak uit het zadel, en was blij dat hij zijn benen eens kon strekken. Ze liepen een hele tijd gewoon door. Hij bleef zwijgen, nu hij er goed over na dacht zou hij niet eens weten wat hij tegen de jager zou moeten zeggen. Als hij iets te zeggen had zou hij dat wel doen. Maar momenteel lag er niets op zijn maag om echt iets te zeggen. Maar de neiging bleef groot om gewoon eens een gezellig gesprek te starten met de jager. Hij keek weer even naar de lucht. Er was al bijna een gehele dag voorbij. Niet dat hij erg moe was. Vele zeiden dat je van paardrijden moe werd. Maar hij kon dat dan toch niet bevestigen. Van paardrijden werd hij zeker niet moe en Myron moest toegeven dat hij nu nog redelijk vit was. Hij zou gemakkelijk nog wel een nacht kunnen doorgaan. Maar hij kon Flamelight dat niet aandoen. De jager hield halt en hij volgde de man daarna tot aan de boom. Het leek er op dat ze even de tijd kregen om een pauze te nemen. Hij liet Flamelight los en liet haar even grazen. Zelf ging hij wat verder zitten op een grote steen die daar stond. Vanuit de ooghoeken keek hij even naar de jager. Maar daarna richtte hij zijn blik terug op de lucht. Er waren tijdens de dag toch een paar wolken komen opdagen en hij probeerde er een verhaal in te zien. Maar het had niet veel nut het waren van die donzige wolken. Die waarvan je dacht dat je er makkelijk op zou kunnen gaan liggen. Hij zuchte even en was toch blij dat hij even kon gaan zitten. Hij keek heen en weer en dan nog een paar keer naar de lucht. Tot dat hij vanuit zijn ooghoeken een lichte beweging zag. Hij kon zien dat de jager weer zou vertrekken en liep terug naar zijn paard. Myron vond het een vreemd gebaar, dan zag je de jager en dan weer niet. Daarom probeerde hij zo vaak mogelijk om niet naar de jager te kijken. Het was lastig voor hem om hem zo nog te kunnen concentreren. Hij zwaaide het zadel weer in. Klaar om de jager weer in stilte te volgen. Maar hij wist dat de stilte sowieso niet lang meer zou deuren. Flamelight trilde heel even en hij klopte de merrie even op de nek. Daarvan werd ze altijd rustig. Na zo’n harde dag had ze eigenlijk wel een appel of wortel mogen hebben. Maar dat zou hij haar later dan wel geven. Voor een paard was het nooit goed om op een volle maag te reiden. Dat had hij toch geleerd. Maar hij had het ook zelf moeten ervaren voor dat hij het geloofde. Maar dat was jammer genoeg niet zo goed verlopen. Hij had een week na de slechte en vooral vieze gebeurtenis niet meer in de beurt van een paard geweest. Natuurlijk was die week hard geweest. Maar toen was hij jonger en nog koppiger dan dat hij nu soms al was. De baron had hem toen moeten dwingen. Maar zelfs dat had hij afgestaan. na die week had hij Flamelight voor de eerste keer gezien. Het nu al 4 jaar oude paard was toen nog maar een veulen geweest. Meteen was hij verliefd op haar geworden. Nu mocht niemand haar wat maken of ze hadden met hem te doen. Daar was hij toch echt aan gehecht geworden. Daarom begreep hij ook zo goed waarom de jager zo fel had gereageerd. Toen hij zijn vogel de genadeslag wou geven. Misschien had dat ook te maken met het fijt dat hij er niet op was ingegaan. Hij kwam de weg op en ging eerst achter de jager aan. Maar geleidelijk aan ging hij naast de jager rijden. Hij had de teugels maar met een hand vast nu. Zijn andere hand ruste op zijn zwaard. Dat deed hij wel vaker, het was een gewent te geworden. Hij ademde nu regelmatig en hij probeerde het redelijk stil te doen. Terwijl hij naar de lucht die nu vol kleuren was geworden aan het staren was. Ze hadden eigenlijk al een hele lange weg afgelegd en hij moest denken aan de dag voor dat hij terug was gekomen. Toen hij ongeveer heven ver was, kon hij zijn hard niet meer in toom houden. Hij was enorm gelukkig geweest om zijn huis terug te zien. Maar hij had gehoopt dat , zijn geluk wat langer had mogen duren. 1dag was hij thuis geweest en nu was hij al weer op weg. Hij had geen idee wat hij moest verwachten van deze reis, of hoelang ze weg zouden blijven. Maar hij wist ook dat hij niet heel de reis zou kunnen blijven zwijgen. Eigenlijk was er al heel lang een vraag dat op zijn hart lag en dat hij nu of nooit zou moeten vragen. Want hoe veel grijze jagers zou hij nog ontmoeten? ”Waarom hebt U eigenlijk gekozen om een grijze jager te worden?” Hij vroeg het op een normale toon. Maar deze keer keek hij niet richting de jager. Als de jager niet zou antwoorden zou hij het aan hem laten voorbijgaan. Maar nu hij toch wist dat de jager kon spreken kon hij het net zo goed proberen. Hij wachte vol geduld op een antwoord dat misschien nooit zou komen. Terwijl hij naast een jager reed om een onbekende missie te volbrengen.
Leonoor Commandant
Aantal berichten : 812
personal info Leeftijd: 24 years I have been walking on this world Partner: You can't winn my love. My love is my freedom. Don't try to winn my love, you only get a broken heart. Sagitta, my hunterbird, she shows me to be free. Paard: Danger, like the risks we take every day. Together we will go to where the wind us lead
Onderwerp: Re: A grey Hunter in town? do sep 13 2012, 21:08
Hij bleef rustig doorrijden, zijn blik op het noorden gevestigd, hij wist dat het paard van de ridder niet lang meer door zou kunnen gaan. Maar ze moesten wel, hij had geen zin om de eerste nacht al buiten door te brengen, er zouden nog genoeg dagen zijn dat dat wel moest gebeuren, dus hij wou vannacht nog even op een normaal bed slapen. Hij aaide Danger even over zijn hals heen. Het paardje schudde even met zijn manen en liep rustig maar soepel verder. Danger schudde even met zijn hoofd en bleef rustig doordraven. Hij keek naar de omgeving en liet Danger gewoon verder draven in het jagersdraf. Hij zag wel hoe de ridder naast hem even naar de lucht keek, alsof die iets van de wolken probeerde te maken. Hij keek weer voor zich uit. Hij wist gewoon uit ervaring dat de ridder naast hem een vraag wilde stellen, maar begon er zelf niet over, als de ridder het echt wou weten, dan zal deze wel de vraag stellen. ”Waarom hebt U eigenlijk gekozen om een grijze jager te worden?” Hoorde hij uiteindelijk de ridder vragen. Hij wist dat de ridder niet naar hem keek, hij had gezien wat voor een raar effect zijn mantel had op degene die er niet aan gewend waren. Heel even dacht hij na, voordat hij antwoord zou geven. “Soms kies je niet zelf, maar wordt je zelf gekozen” zei hij alleen maar, hij wist dat de ridder niets wijzer zou worden van het antwoord wat hij net gegeven had. Maar zijn verleden was al zo lang in de doofpot gestopt, dat hij niet de neiging had om het er ooit weer uit te halen. Heel even dacht hij terug aan vroeger, aan de grote groene velden waar hij doorheen rende, terwijl hij en zijn neef dan dollend aan het zwaardvechten waren met houten zwaarden. Zijn gedachten verplaatste zich even naar een paar jaar daarna, toen ze beiden op de krijgschool zaten, Maar hij had geen plezier meer in het vechten met een zwaard. Hij had het altijd al leuk gevonden om door de nacht heen te sluipen, en op een avond kwam hij de grijze jager van het leen tegen. Hij volgde de jager, en uiteindelijk besloot die om hem als zijn leerling aan te nemen. Hij had zijn training met het zwaard totaal afgemaakt, maar vanaf het moment dat hij de leerling van de grijze jager was geworden, had zijn neef niks meer tegen hem gezegd. En toen hij een volleerde jager was, en wegtrok, had zijn neef hem de rug toe gedraaid. Omdat die het niet kon hebben dat hij zijn zwaard had verruild voor pijl en boog, een minderachtig wapen volgens zijn neef. Daarna was hij nooit meer in het noorden geweest, zelfs niet toen zijn vader was overleden en zijn neef het leen over had genomen. En nu moest hij wel terug, omdat blijkbaar daar de problemen waren begonnen. Hij had een andere naam aangenomen, zodat eigenlijk iedereen dacht dat hij dood was. Maar ondertussen als een grijze jager een avontuurlijk leven leidde en een van de gevreesde mannen was die je maar kon bedenken. Hij bleef voor zich uit kijken, hij zou nooit meer terug kunnen, zijn verleden hoorde thuis in de doofpot, en niet in het heden, iets kenmerkte dat. Hij reed verder totdat hij op een moment een zacht gebrom voelde in de borstkas van Danger. Hij zei maar een woord: “richting” Het paardje hield zijn hoofd richting links, “los” zei hij zachtjes. De roofvogel steeg geruisloos op, de boog bleef voorop het zadel rustig liggen, maar hij zou hem binnen enkele seconden op kunnen pakken en kunnen schieten. Hij liet zich langzaam uit het zadel glijden, en trok zijn boog mee, hij gebaarde dat de ridder gewoon verder moest rijden, alsof die niks doorhad, zijn paardje sloeg zijn hoeven dieper de grond in, zodat je het verschil niet kon horen. Hij zelf volgde hun zachtjes terwijl de rest verder liep, er lag al een pijl op zijn boog, en hij leek op te gaan in zijn omgeving, zodat je hem niet meer zag, hij stond rustig terwijl de rest doorreed, Zijn oren hoorde alles, zijn ogen schoten heen en weer. Hij wachtte af totdat de rovers uit de struiken zouden komen om de ridder aan te vallen, maar dit keer zou hij aanvallen.
You don’t know his story You don’t know how he looks You only see him When you look good enough
Myron
Aantal berichten : 212
personal info Leeftijd: 21,5 I'm still young, but how long have I to live? Partner: I'm not sure what love is. But when I find her, I will fight for it. Paard: Flamelight
Onderwerp: Re: A grey Hunter in town? vr sep 14 2012, 18:07
Hij wachte in stilte tot dat de jager zou antwoorden. Maar hij had niet verwacht dat hij zo snel al een antwoord zou krijgen. “Soms kies je niet zelf, maar word je zelf gekozen.” Hij knikte alleen een paar keer en zei er verder niets op. De woorden van de jager zette hem wel aan het denken. Maar hij had er ook niet te veel aan. Hij had een ander antwoord verwacht en niet één zoals de jager had gegeven. Nu hij er begon over na te denken. Hij zelf zou niet weten waarom dat hij gekozen had om een ridder te worden. Neen hij had er geen spijt van. Maar hij kon niet meer zeggen waarom hij perse naar de ridderschool had willen gaan. Natuurlijk was hij daarna gekozen als leerling van de baron. ‘Gekozen’ De baron had hem gekozen en dat paste wel bij de woorden van de jager. Hij was gekozen en had daar niet zelf voor gekozen. Hij had ook niet echt gekozen om naar de ridder school te gaan. Maar dat was gekomen door zijn vader en ook het schoolhoofd had hem gekozen. Dus eigenlijk was dit leven niet echt zijn beslissing geweest. Toch was hij er gelukkig mee en zou hij het niet anders gewild hebben. Maar diep vanbinnen bleef er iets knagen, alsof hij nog een stukje miste. Hij bleef gewoon door reiden terwijl de tijd weer langzamer begon te gaan. Toch het leek zo. Dat kwam half door de stilte en half omdat hij niet wist waaraan hij moest denken. Praten met de jager zou niet gaan. Myron wist niet eens zeker of hij dat wel kon. Misschien had hij de moed er niet voor en dan toch weer wel. Want hij had zijn vraag kunnen stellen. Hij keek nog eens rond terwijl er meer en meer bomen waren komen opdagen. Hij had niet eens door dat er iets was; toen de jager opeens uit het zadel gleed. Hij trok een wenkbrauw op en keek de jager vragend aan. Die het teken gaf om door te lopen. Het paard van de jager bleef gewoon door lopen. Maar hij had wel door dat het nu zwaarder begon te stampen. Het was allemaal heel verwarrend. Maar hij knikte alleen even en deed wat de jager verwachte dat hij zou doen. Nog even keek hij achter zich. Maar in zijn ogen was de jager verdwenen. Ook al wist hij wel beter, die zou hier nu wel ergens achter hun aan , aan het lopen zijn. Maar toch gleed zijn hand weer naar zijn zwaard. Er moest wel iets in de beurt zijn. Anders zou de jager niet zo reageren. Je kon nooit weten en hij was nu toch op alles voorbereid. Hij reed nog zeker een stuk of 20, 30 meter door. Toen er opeens een jongen uit de struiken rende. Hij boste recht tegen het paard van Leonoor aan. Waardoor hij er over geen viel en recht op zijn rug belande. Op slag hield Myron stil en keek naar de jongen. Hij was nog zeer jong. Misschien een jaar of 13, 14. Ergens leek hij de jongen van ergens te herkennen. Maar hij kon niet precies zeggen van waar. De jongen lag daar nu zo gehavend op de grond en het leek alsof hij geen lucht meer kon krijgen. Hier had hij niet op gerekend en weer wist Myron dat hij meer moest oppassen. Opeens sprong de jongen recht en keek verward heen en weer. Alsof hij iets of iemand zocht. Maar niets kon zien. Zijn ogen kruisten die van hem en meteen leek hij zich vast te klampen. De woorden kwamen hees uit zijn mond en de jongen was doods bang. ”Ze komen me halen, ze willen me vermoorden. Help mij, alstublieft heer….” Myron keek weer even om. Weer kon hij de jager niet vinden. Hij knikte alleen even naar de jongen. Het was trouwens zijn plicht dat te doen. Wat kon hij anders doen. Gewoon doorstappen? Neen hij wilde net vragen wie hij bedoelde. Toen er een stuk of 6 man uit de struiken liepen. Ze keken even rond en toen ze de jongen zagen werd hun blik hard. Ze waren ouder dan de jongen maar nog niet te oud. 17-18 jaar schatte hij hun. De jongen kroop achter Myron en verbergt e zich. Hij hoorde de boze stemmen en hoorde iets van “ik had hem willen rammen.” De jongen keek even langs hem heen en stond te trillen op zijn benen. Deze jongens leken helemaal niet normaal. Het leken priesters of zelfs paters. ”We willen alleen de jongen. Zei er een van de bende. Hij draaide zich om naar de jongen en begon te spreken. ”Hey makker, is het niet voor vandaag dan is het voor morgen hé. De jongen keek hem niet eens aan toen hij antwoordde. ”Maar ik heb het toch liever niet vandaag oké… Dit was een heel verwarrende situatie. Waarom waren die jongens er zo opgebrand om de jongen te hebben. ”Komaan we breken je nek. Zodat je er niets van voelt… Er gleed een kleine glimlach over zijn gezicht toen de jongen dat zei. Myron schudde zijn hoofd even en begon weer te spreken. ” Wacht eens even. Paters mogen toch niemand vermoorden. – ”Goed gezegd.” zei de jongen naast hem. ”Hoe je kop.” Dit was geen situatie om formeel te blijven. Trouwens geen één van hen leek het echt goed te verdienen. De andere jongens haalden hun schouders op. ”Spaar je uitleg voor een ander mens. De jongere jongen kwam weer te voorschijn en begon weer te spreken. ”Ik ben een ander mens.” Myron zuchte even. Terwijl hij nog altijd op Flamelight zat. ”Oké het zit zo. Als jullie zessen een grijze jager kunnen verslaan, dan krijgen jullie de jongen. Het bleef even stil. Maar het was wel duidelijk wat hij bedoelde. Myron wist als enigste dat Leonoor hier ergens in de beurt moest zijn. Hij had alleen net het teken gegeven dat de jager iets moest of mocht doen. Hij hoopte toch dat de jager het begrepen had.
Leonoor Commandant
Aantal berichten : 812
personal info Leeftijd: 24 years I have been walking on this world Partner: You can't winn my love. My love is my freedom. Don't try to winn my love, you only get a broken heart. Sagitta, my hunterbird, she shows me to be free. Paard: Danger, like the risks we take every day. Together we will go to where the wind us lead
Onderwerp: Re: A grey Hunter in town? vr sep 14 2012, 18:37
Hij bleef rustig staan tegen de boom aangedrukt. Hij wist dat hij kon vertrouwen op zijn mantel, wat hem in was gedrild tijdens zijn training, hij kon nog de woorden van zijn mentor, vertrouw op je mantel, als je denkt dat iemand je gezien heeft, niet bewegen, want mensen letten niet goed op. Hij haalde zachtjes en ontspannen adem en keek naar de ridder die een tiental meter verder op stond. Hij hoorde geritsel, maar iets zei hem dat dit niet was wat hij zocht, nog niet. Hij bleef dus rustig staan, en trok nog niet een pijl uit zijn koker die op zijn rug hing, hij zag een jongen de struiken uitrende, en die toen tegen Danger aanrende, Hij kon zelfs hier de zachte verontwaardige hinnik van Danger horen, hij wist dat het paardje beledigt was doordat er iemand tegen hem op was gelopen. Hij zag hoe de jongen overeind krabbelde en om zich heen keek. Hij bleef staan, maar zelfs hier kon hij de woorden horen die je jongen sprak: ”Ze komen me halen, ze willen me vermoorden. Help mij, alstublieft heer….” Hij zag wel hoe de ridder achterom keek, alsof die naar hem zocht, maar hij wist dat zelfs de ridder hem niet zou kunnen zien. De meeste grijze jagers hadden er moeite mee om hem te zien, alleen Mystenia kreeg het af en toe voor elkaar om hem te kunnen onderscheiden van de achtergrond. Hij zag hoe de jongen zich achter heer Myron verstopte toen een bende het bos uit kwam gelopen. ik had hem willen rammen.” Hoorde hij een van de jongens zeggen, alleen die woorden al waren genoeg om hem achterdochtig te maken. Hij bekeek de jongens een voor een, om te ontdekken waarom ze nou juist die jongen wouden. Hij luisterde even naar het gesprek wat daardoor volgde, ”We willen alleen de jongen. Zei er een van de bende. Hij zag hoe heer Myron zich omdraaide en tegen de jongen sprak ”Hey makker, is het niet voor vandaag dan is het voor morgen hé. De jongen keek hem niet eens naar de ridder”Maar ik heb het toch liever niet vandaag oké…”Komaan we breken je nek. Zodat je er niets van voelt… Hij zag hoe de ridder heel even glimlachte toen de jongen dat zei, Hij zag hoe heer Myron zijn hoofd schudde en begon weer te spreken. ” Wacht eens even. Paters mogen toch niemand vermoorden. – ”Goed gezegd.” zei de jongen die naast heer Myron stond ”Hou je kop.” Hoorde hij de ridder zeggen, hij wist dat het geen tijd was voor formele dingen en dat de ridder best wel aangebrand was door de situatie. Hij volgde de volgende woorden niet meer, en geluidsloos kwam hij dichterbij, Er lag al een pijl klaar op zijn boog, hij keek naar de nek van de jongen die het dichts bij hem stond, en zijn ogen werden duister toen hij de tatoeage zag die in hun nek zat, niks paters, nee, dit waren mannen van de fokkerij waar de zwijnen vandaan kwamen, maar die allemaal rovers waren geworden en toen werd de fokkerij gesloten. Ergens kon hij er niet bij dat de jager van dit leen zijn zaak zo had verzaakt. De eerste pijl lag al klaar op zijn boog, voordat heer myron was uitgesproken. ”Oké het zit zo. Als jullie zessen een grijze jager kunnen verslaan, dan krijgen jullie de jongen.” Hoorde hij de ridder zeggen, alleen nog voordat de ridder bij het woord jager was, had hij zijn eerste pijl al los gelaten en viel de eerste neer, hij schoot nog 4 pijlen na elkaar af, hij had wel ergens in de stem van de ridder gehoord dat het een soort van bevel was, alsof hij niet eerder had mogen schieten, maar dan was er weer iets waar de ridder zich in vergiste. Een jager laat zich niet temmen of de les voorschrijven door iemand anders, de reden waarom ze zo gevreesd zijn, is omdat ze juist op de moment dat je wilt dat ze je gehoorzamen hun eigen spel spelen. Want als hij pas had geschoten nadat de ridder was uitgepraat, dan zou het misschien nog wel verkeerd af zijn gelopen, en nu lagen 5 van de 6 mannen al dood op de grond, nog voordat de ridder helemaal uit was gepraat. De zesde man stond daar alleen, hij schoot die man niet dood, omdat als er iemand wist waarom ze die jongen wouden, dan was het die man wel. Geluidsloos sloop hij verder. Zijn boog hing al weer op zijn rug. Hij had het grote mes uit zijn schede gehaald en hij dook vanuit het niets achter de man op, die zo alleen stond. Hij sloeg met de achterkant van het heft tegen de slaap van de man aan, zodat die bewusteloos op de grond viel. Hij stopte zijn grote mes terug in de schede en keek even naar de ridder en de jongen, maar liep daarna naar de lijken toe. Hij trok zijn pijlen uit hun borstkassen en veegde ze schoon en stopte ze toen weer terug in zijn koker. Hij zag dat elk dezelfde tatoeage droeg en wist dat hij gelijk had. Hij bleef rustig staan, en gebaarde even naar de ridder dat die af moest stijgen.
You can’t play the boss about him He follows his own way He don’t take orders from a outsiders So watch out, because he also can hunt you down…