Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.
Spring is gekomen in GJ,de dagen worden weer langer en blad groeit opnieuw aan de bomen. Een nieuw seizoen met vele mogelijkheden en een hele hoop nieuwe mensen. Mvg Het team
personal info Leeftijd: 21 years I'm already on this world fighting the rest. Partner: So not, I'm love my freedom and will stay forever like that Paard: My dangerous Bloodhunter brings me where I need to go
Onderwerp: Re: When swords cross, lord Myron.. za okt 05 2013, 17:39
Het was hier te stil. Iets in haar zei dat het niet goed was, normaal hoorde je hier meerdere geluiden, vooral als er zoveel mensen waren. Niet dat iemand het zou wagen nu haar tent in te lopen, maar toch. Ze vertrouwde het niet. Ze hoorde geen geluiden van mensen die voorbij liepen of het geroddel, ook hoorde ze geen geluiden van tenten die werden afgebroken of ridders die verslagen het veld verlieten. Het was gewoon te stil. Ze wist dat ze vele op het verkeerde been had gezet door haar helm af te doen. Het was wel duidelijk geweest dat niemand van de ridders had verwacht dat een vrouw het zwarte harnas droeg, de ridder met de roos had het wel het allerminste verwacht, want anders had hij nooit toen zo tegen haar gesproken. Ze wist dat ze met haar actie de baron in een hoek had gedreven. Ze had ervoor gezorgd dat de eer van de ridders die mee hadden gedaan aan het toernooi was aangetast. Want volgens de mannelijke ridders, was het altijd zo dat die sterker waren dan vrouwen, en dat vrouwen thuis hoorde in het huis voor het huishouden. Toch hadden ze het vreselijk mis, er waren vele vrouwen in dit wereldje, ze wist dat het niet makkelijk was, maar zij had zich erdoor heen gebeten, en dat had zijn vruchten afgeworpen. Het had toen ze klaar was met haar opleiding niet lang geduurd voordat ze de ridders van de baron stuk voor stuk had verslagen. Iedereen wist dat menig ridder het onderspit delfde tegen de ridders van de baron. Ze had ze verslagen, één voor één. De baron had pas goed geweten dat hij haar niet moest onderschatten toen hij haar had uitgedaagd voor een duel. Ze had toen ook met Cruor gevochten en ook bij dat gevecht had er bloed gevloeid, maar niet die van haar. Nee, het bloed van de baron. Ze had hem verslagen voor het oog van zijn hele bediendes. De baron had het met een handbeweging afgedaan, met het smoesje dat hij ziek was geweest, niet vlak daarna had hij haar toegevoegd aan zijn team met beste ridders. Zij wist wel beter, hij was die dag zo gezond als een vis geweest, en zij had hem verslagen. Maar natuurlijk was het slecht voor de reputatie van de baron als mensen te horen kwamen dat die verslagen was door een vrouw. Sindsdien had de baron zich altijd onder elk duel weggepraat, het was duidelijk dat de baron nooit meer zo vernederd wou worden voor het oog van iedereen. De gevechten die hij echt niet kon weigeren, daar had hij een andere oplossing voor gevonden, zij. Als kampioen van de baron mocht zij zijn plaats innemen bij een duel, en dat was dan ook wat ze geregeld had moeten doen voor hem. Natuurlijk verloor ze die niet, en de baron wist dat dondersgoed, ook al leek de baron toch wel elke keer weer een beetje teleurgesteld als niemand haar versloeg, omdat hij dan nog steeds niemand had die hij kon verslaan. En daar had de baron ook weer iets onderschat. Een ridder die tegen haar vechtkunsten op kon, die was er zeker weten wel. Maar als ze verloor, dan zou ze dat accepteren. Misschien zouden ze haar dan op het vechtkunst vlak het onderspit delven, maar daarnaast was ze ook nog zeer koppig. Ze was niet te breken, ze was al zo vaak gewond geraakt, zo vaak weer overeind gekomen, zo veel geleerd dat ze haar muren hoog had opgetrokken, en dat iedereen die ook maar iets probeerde aan haar te veranderen tegen een ijzeren muur opliepen en daarna weg zouden rennen als ze probeerde de muren te overwinnen. Ze was zeer goed om mensen met woorden te breken, en de meeste konden dat niet aan. De snob was degene die het tot nu toe het langste uit had gehouden. Ergens vond ze het wel vreemd dat hij haar nog niet had aangevallen, nee hij had zelfs haar wond verzorgt, en ze wist bijna zeker dat hij degene was geweest die er voor had gezorgd dat ze meer tijd had gehad tussen de twee gevechten in. Ze wist niet of ze hem daar nou dankbaar voor moest zijn of niet. Ze vroeg zich eigenlijk af wat de snob had gedaan om meer tijd te winnen. Het was wel duidelijk dat hij het vuur aan had gestoken, maar dat zou ze aan niemand vertellen. En wie zou haar geloven? Hij had ook niet aan de andere ridders verteld dat ze gewond was, of dat ze geen sir maar een vrouwe was. Als hij dat wel had gedaan, dan waren de gevechten heel anders geweest, waarschijnlijk hadden dan een aantal ridders geweigerd om te vechten tegen haar, alleen maar omdat ze een vrouw was, wat er dan weer voor zou zorgen dat ze wel de winnaar zou zijn, maar dat de andere ridders dan konden zeggen dat ze dat alleen was geworden omdat ze tegen niemand had gevochten. Dat was de voornaamste reden dat haar schilden altijd bedekt bleven totdat beiden in de ring waren en dat nooit sprak. Ze vond het altijd heerlijk om de gezichten van de ridders te zien als ze er achter kwamen dat ze een vrouw was, en dat ze verloren hadden van een vrouw. Die zelfde blikken van ongeloof die ze altijd zag, die had ze in de ring ook gezien, ze had ook geschrokken gezichten gezien, die zich hadden gerealiseerd dat de meest beruchte ridder van dit leen een vrouw was, en dat zij ook de kampioen van de baron van dit leen was. Sommige mensen had ze wel vragende gezichten zien hebben. Of ze niet toevallig op het laatste moment een andere ridder op de rug van de wilde hengst hadden gezet, en dat de vrouw alleen maar een val in was voor de echte blood wolf, zodat die niet bekend zou worden. Ze had er een hekel aan als mensen er zo over dachten, alsof vrouwen niet goed genoeg waren om zulke gevechten te kunnen winnen. Ze wist dat de baron woedend was, ze had zijn eer goed aangetast en die van de ridders, ze vroeg zich af wat de baron nu zou gaan doen. Een luide woedende hinnik schalde over het terrein heen, het was genoeg om haar te waarschuwen, maar het was al te laat. In haar ooghoeken zag ze iets bewegen, iets wat weerspiegelde in het weinige licht. Instinctief bleef ze stil staan, pijl punten. Opnieuw schalde er een woedende hinnik over het terrein heen. Bloodhunter, dat was het enige wat er in haar op kwam. Maar ze wist dat als ze zich bewoog er pijlen op haar afgeschoten zouden worden. Ze stond met haar gezicht naar de opening van de tent. Het duurde niet lang voordat haar vraag werd beantwoord van wie er hier verantwoordelijk voor was. Ze hoorde voetstappen die op de opening van de tent kwamen. Het ene klonk als iemand die een harnas aanhad, maar het andere klonk als het typische pasje van de baron. Misschien was het niet zo verstandig geweest om terug te keren naar de tent, maar de rest van haar spullen lagen hier, en die ging ze niet zomaar achter laten, omdat ze bang zou zijn de baron te confronteren. Nee, ze had het verwacht, misschien niet zo snel, maar het was best een logische actie van de baron. Ze pikte het alleen niet dat ze aan Bloodhunter kwamen, niemand kwam aan haar paard, als je dat deed, dan had je iets toch goed mis. Bloodhunter was alles wat ze nog had, dus als je aan de hengst kwam, dan kreeg je met haar te maken. Opnieuw klonk er een woedende hinnik over het veld heen. Alles in haar schreeuwde om Cruor op te pakken en naar buiten te stormen, en degene die aan de hengst kwamen een kopje kleiner te maken, maar ze kon geen kant op. Want Bloodhunter had niks aan haar als er een pijl door haar heen werd gejaagd. Ze bleef dus met tegen zin staan en luisterde naar de geluiden. Ze hoorden het geroep van mannen, en het geloop van paarden hoeven. Af en toe hoorde ze iemand schreeuwen van de pijn. Ze wist dat Bloodhunter niet zomaar op zou geven. Ze kon pas goed zien wat er aan de hand was toen een van de tentflappen opzij werd geschoven. Heel even kon ze Bloodhunter zien. De hengst was omringt door een stuk of zes mannen, er waren verschillende lasso’s om de nek van de hengst heen gegooid, de mannen probeerde de hengst tegen te houden en ervoor te zorgen dat die op de grond bleef, maar de hengst had duidelijk hele andere plannen. Ze zag in dat ene ogenblik hoe de hengst zich weer op zijn achterbenen verhief en een van de mannen omver schopte met zijn hoeven. De mannen die Bloodhunter tegen moesten houden waren duidelijk vergeten dat Bloodhunter nog zijn toernooi uitrusting aanhad, en dat er nog ijzeren stukken om zijn hoeven heen zaten, waardoor een klap van de hengst met zijn hoeven zeer dodelijk konden zijn. De ijzeren platen om zijn nek voorkwamen dat door de touwen zijn nek dicht werd geknepen. Het was dus niet zo slim om maar met 6 man zo’n groot en zwaar paard aan te pakken, vooral omdat het paard koste wat het kost bij haar wou komen, en dat die mannen hier in de weg stonden. Het doek ging weer dicht en ze kon niet zien wat er verder gebeurde. Ze richtte haar aandacht op de persoon die nu in haar tent stond. De baron. Ze had het kunnen weten. Ze bleef stil staan, naast de baron stopte twee andere ridders, ze kon hun gezichten niet zien, maar die van de baron wel en die stond duidelijk op uitbarsten. De man liep dreigend op haar af, maar het deed haar niks. Nu ze zo tegen over elkaar stonden, was het duidelijk dat zij groter was dan de baron. Nog iets wat de baron irriteerde. Ze kon het bijna niet geloven dat deze man ooit een ridder was geweest, ze snapte niet hoe de man ooit het voor elkaar had gekregen om baron te worden. De koning moest toch wel in de gaten hebben gehad dat deze baron niet altijd deed wat het beste was voor de burgers, maar vooral wat het beste was voor zichzelf. Maar op dit moment zou niemand haar kunnen helpen. Ze hoorde van buiten meer geschreeuw, blijkbaar waren er meer mannen gekomen om te proberen Bloodhunter in de toom te houden. Iedereen wist dat als ze het paard iets aan zouden doen, dat die dan grote problemen zouden hebben, ze keek even naar de twee ridders die naast de baron stonden, het waren jonge gezichten, en ze kwamen haar niet bekend voor. Het was duidelijk dat zij hun niet kende en zij haar niet. Zij volgden simpel de bevelen van de baron op, en op dit moment was dat haar paard tegen houden en haar een lesje leren. Ze zag hoe de pijlpunten verdwenen, maar ze verplaatste zich niet, want het duurde niet langer dan een seconde voordat ze opnieuw de pijl punten zag, nu iets meer van voren. Het was duidelijk dat de schutters van plaats waren veranderd, waarschijnlijk zodat niemand hun schietbaan zou blokkeren. Ze keek weer naar de baron die nog wat dichterbij was gekomen. De baron had zich half opgeblazen om er groter uit te zien, maar dat was verre van de waarheid. De baron knikte even en de twee ridders naast hem kwamen in beweging. Ze bleef doodstil staan. De mannen waren in harnassen, ze zou ze kunnen gebruiken als twee schilden tegenover de schutters. Ze had zo’n vermoeden dat het er van buitenaf gezien een raar gezicht moest zijn. Twee schutters die bij de tentdoeken stonden en een hoop mannen die probeerde een groot zwart paard in de toom te houden, wat ze waarschijnlijk niet zou lukken. Ze wist dat Bloodhunter niet op zou geven, het paard zou door blijven vechten, zelfs als dat zijn dood zou worden. Ze wist dat er niemand zou komen om haar te helpen, en eigenlijk maakte het haar ook niks uit. Haar kille groene ogen vestigde zich weer op de baron. Ze zag in haar ooghoeken hoe de andere twee soldaten naast haar kwamen staan, ze wist wat er komen ging, maar ze verzette zich er niet tegen. Ze voelde hoe de mannen haar armen vastpakte, en haar op haar knieën dwongen. Elk ander persoon zou zijn hoofd nu laten hangen, maar dat deed ze niet. Ze hief haar hoofd weer op en keek naar de baron. Ze wachtte af op wat hij te zeggen had. “Dit is nou al de zoveelste keer dat je het in je hoofd haalt mij ongehoorzaam te zijn!” schreeuwde de man tegen haar. Ze zei niks en bleef naar hem kijken, haar groene ogen vertoonden geen enkele emotie. Hij kon schreeuwen wat hij wou, hij zou haar toch niet breken. Ze zag hoe de man zijn hand naar achter haalde en zag in een flits iets van zilver. Het volgde moment voelde ze metaal door haar huid heen snijden. De man had de punt van het mes over haar wang heen gehaald. Er zat een oppervlakkige snee dwars over haar wang heen. Ze voelde het warme bloed over haar wang heen stromen, maar het deed haar niks. Hij kon haar fysiek van alles aan doen, maar hij zou haar nooit kunnen breken. Ze voelde hoe de twee soldaten naast haar hard aan haar armen trokken. Ze voelde een diepe pijnscheut door haar rechter bovenarm heen gaan, maar ze kon er niks aan doen. Ze hield haar lichaam stil en bleef met die kille blik in haar ogen naar hem kijken. Het leek erop dat die starende blik de baron wel wat deed, want de man begon heen en weer te ijsberen. ”Ik had het je verboden, en toch, toch deed jij je helm af, jij.. jij..” De baron kwam niet eens goed uit zijn woorden, zo woedend was de man. Ze wist dat iedereen die ook maar in de buurt was het duidelijk kon horen, en ergens was dat een voordeel, dan zouden de mensen weten hoe de baron omging met zijn ridders. De baron draaide zich opnieuw naar haar om, en sloeg haar opnieuw in haar gezicht, dit keer zonder het gebruik van zijn mes, maar wel op de wang waarop de snee zat, waardoor die weer ging bloeden. Ze hief haar hoofd weer op en keek naar hem. ”Jij onnozele vrouw, jij hebt geen flauw idee wat je hier aangericht hebt” riep de man toe uit. Ze zweeg, wat de man duidelijk woedend maakte. Opnieuw sloeg hij haar, ze liet haar hoofd meebewegen zodat het minder hard aankwam. Ze proefde de smaak van bloed in haar mond. Ze tufte het bloed uit en hief haar hoofd weer op. Haar groene ogen stonden nog steeds zo kil. Buiten hoorde ze Bloodhunter opnieuw woedend hinniken, er klonk geluid van staal op staal en geschreeuw van mannen, het was wel duidelijk dat de hengst er een paar omver had gekegeld. In haar ooghoeken zag ze dat nog steeds er pijlpunten op haar waren gericht. “Jullie soort is zwak, jij vrouw hoort thuis in de keuken” riep de man uit. Dacht hij nou werkelijk dat hij met die woorden haar zou raken? Dan had hij het opnieuw mis gehad. Ze keek hem aan. ”Je spreekt over zwakte, maar de enige die hier zwak is ben jij, je kunt mij niet eens in je eentje aan, maar moet gebruik maken van trucjes om je gezicht hier te durven tonen” Ze sprak niet hard, maar het was duidelijk hoorbaar, ze zag hoe het gezicht van de man iets witter weg trok. Bloed bleef over haar wang heen druipen. Het stak wel een beetje, maar ze zou hem niet de voldoening geven om ook maar iets van zwakte te tonen. ”Hoe durf je, ik ben je baron, je moet mij gehoorzamen!” riep de man woedend uit. Ze keek hem aan. ”ik ben niemand gehoorzaamheid verschuldigd, en u ben verre weg van een fatsoenlijke baron” sprak ze tegen hem, ze had haar stem niet verheft, maar ze zag in haar ogen dat de soldaten die haar vasthadden nu toch wel bang begonnen te worden. Maar ze kon duidelijk voelen aan het feit dat ze haar minder strak vast hadden dat ze niet bang waren voor de baron, maar voor haar. Als ze wou kon ze haar armen los trekken en ze beiden neerhalen, maar ze had weinig zin in een pijl door zich heen. De baron was helemaal rood aangelopen. ”Waag het niet om zo over mij te spreken” schreeuwde de baron nu. Ze keek hem aan en zag hoe hij zijn hand opnieuw naar achterhaalde, ze zag het zilveren lemmet weer, hij was duidelijk van plan haar nog meer te verwonden. Ze bleef hem gewoon aankijken, het deed haar niks, ze konden haar niks doen. Ze was niet te breken en dat was iets wat ze altijd weer vergaten, ze vergaten dat ze een gevaarlijk spelletje speelde, en dat je haar niet als een pion moest behandelen, want daar zou je slecht vanaf komen. Vooral als zij besloot dat ze zich tegen hun zou keren, en dat had ze al steeds meer gedaan. Het was alleen een kwestie geweest van wie wat zou gaan doen. En de baron had nu een grens overschreden. Zij had hem simpel laten zien dat zij het niet meer pikte hoe hij haar behandelde door simpel zijn eer aan te tasten door te laten zien dat zijn kampioen een vrouw was. De baron had natuurlijk geen gezichtsverlies willen leiden in het zicht van zoveel anderen, maar dat had hij wel gedaan, en dit was zijn manier om het haar betaald te zetten, maar dan had hij het toch goed mis. Dit was nog lang niet afgelopen. Ze zag hoe zijn hand op haar afvloog, ze bleef hem aankijken, hij had haar persoonlijk aangevallen, en dat zou ze hem zwaar betaald zetten.
Don’t ever force her, Don’t play games with her, When she rises again, You will be the one she kills..
3047 woorden.
Myron
Aantal berichten : 212
personal info Leeftijd: 21,5 I'm still young, but how long have I to live? Partner: I'm not sure what love is. But when I find her, I will fight for it. Paard: Flamelight
Onderwerp: Re: When swords cross, lord Myron.. za okt 05 2013, 19:30
Toen hij aan de trap kwam leek er iets mis te zijn. Hij had verwacht dat de meeste mensen nu ook wel zouden vertrekken. Maar alle mensen bleven zitten. Alsof ze verwachte dat er nog iets ging komen. Hij draaide zich om en bleef even staan. De baron was verdwenen van het veld, samen met een paar andere ridders. Maar er kwamen ook een paar mensen op. Alle mensen hun blikken waren gericht op het veld en hij keek even geïnteresseerd naar beneden. Daar stonden een paar leerling ridders. Ze maakten duidelijk dat zei nog een speciale show hadden. Eerst lachte hij, dit was wel een leuke afwisseling. Het was leuk te zien, hoe de leerlingen zich klaar maakten op hun gevechten. Met hun houten zwaarden en hun houten schilden. De mensen lachten ook zachtjes. Ze zagen er wel schattig uit. Hij bleef even staan kijken, bij de trap. Als hij weg wou dan kon hij zo weg zijn. Hij zag hoe de kinderen elkaar aan begonnen te vallen. Het lichte getik van de houden zwaarden vulden het stadium en de mensen leken er ook van te genieten. Myron zag vele goede technieken en ook wel foutjes. Het enige wat nu wel toegelaten was, was dat wanneer er een zwaard viel ze het gewoon weer konden opnemen en verder vechten. Wanneer ze wonnen schoven ze gewoon verder. Er liepen ook een paar grote ridders tussen die alles in de gaten hielden en ook een paar technieken toonden. Alsof ze nu les hadden. Toch er waren speciale effecten tussen gestopt en het was een echt toneel. Opeens kwam er een papieren draak op het veld en alle kinderen schudde hand en begonnen de draak aan te vallen. De mensen begonnen te lachen het was ook wel leuk. Maar Myron zijn lach verging; Hij keek naar de plek waar de baron hoorde te zitten. De man was er niet. Er was niemand, en de wachters die er normaal stonden in de arena waren ook allemaal verdwenen. Wat was de Baron van plan? Wat was de bedoeling van dit. Wat wilde de man nu eigenlijk bereiken? Was dit gewoon om de verrassing en de schande weg te wuiven? Of was er een heel andere betekenis aan gekoppeld? Myron vertrouwde het niet en zijn hand ging naar zijn zwaard. Zijn gouden ogen gleden door de mensen heen. Er zaten meer mensen dan voorheen. Het vreemde was dat er mensen bij waren gekomen met kappen aan. Myron nam Tensaiga goed vast. Hij had geen zin in problemen. Maar hij had zo een gevoel dat hij snel mee ging doen met het toneel. Hij zag dat er een paar mannen opstonden. Mannen met kappen. Hun handen gingen tegelijk naar hun kappen. De mensen klapten, omdat ze dachten dat dit deel was van de show. Maar hij wist wel beter. Het waren allemaal ridders. Ze hadden hun helmen op en deden hun kepen af. Ze grepen naar hun zwaarden. De mensen juichten lichtjes. Had de baron het op hem gemunt? Ja de mannen stormden op hem af. Hij trok zijn zwaard, en hield net op tijd een slag tegen. Hij duwde de man naar achteren en draaide om zijn as. Hij gooide zijn zwaard de lucht in. Terwijl hij een andere man zijn arm greep en van de trap af gooide. Zijn zwaard kwam getimed terug naar beneden en hij kon het makkelijk vast nemen. Hij werd van twee kanten aangevallen. Hij deed een stap vooruit. Zorgde er voor dat het zwaard van de tegenstander van rechts onder zijn arm doorkwam. Zonder dat hij een wonde opliep. Hij liet de man struikelen en die moest zijn zwaard laten vallen. Terwijl hij met zijn linker hand een dolk trok om de slag van de linker aanvaller af te slaan. Hij schopte het zwaard van zijn gevallen tegen stander omhoog, zodat de tegenstander die voor hem stond, achteruit moest springen. Hij liep richting de arena. De mannen liepen achter hem aan. Hij stak zijn dolk weer weg. Hij moest iets doen! Hij had geen harnas aan en was dus wel open voor slagen. Hij had er één verslagen. Nu nog 4 te gaan. hij draaide zijn zwaard rond. Zodat het ijzer met de platte kant op zijn arm lag. Zo blokkeerde hij weer een slag. Zijn knie kwam naar boven, de aanvaller was daardoor verward en hij kreeg de kans om de zwaardhand van zijn tegen stander vast te nemen. Hij draaide de man om zijn as, en duwde hem over de rand van de turbines. Mensen schreeuwden even. Maar zagen al snel dat er hoge matten waren gelegd. De man kwam dus zacht terecht. Myron draaide zich weer om, en liep op de tweede tegenstander af. Terwijl de derde al weer van achteren op hem af kwam. Op het juiste moment ging hij opzij. Zodat de twee mannen elkaar aanvielen. Ze wilden nog wel stoppen, maar waren te laat en vielen allebei op de grond. Ze rolden samen verder. Hij draaide zich om naar zijn laatste tegen stander, die liet zijn zwaard vallen en liep weg. Hij kreeg een applaus en voor één keer boog hij ook. Hij stak zijn zwaard weer weg, en liep op de trap af. Vrouwe Scarlet! Als de baron hem wilde kwijt spelen. Wat moest dat, dan wel niet zijn met vrouwe Scarlet! Hij liep de trap af, maar werd weer al tegen gehouden door een groep mannen. Hij schopte vooruit. Een paar mannen vielen naar beneden. De rest trok hun zwaarden. Hij trok zijn zwaard niet. Nam de Rand van de trap vast en sprong er over. Net op tijd om een slag te ontwijken. Hij draaide zijn handen zo, en zijn voeten kwamen terecht op het gezicht van zijn tegen stander die nu ook van de trap viel. Hij nam de man op tijd vast en liet toen de trap ook los. Zo vielen ze naar beneden. Maar hij kwam terecht op de man. Hij had geen medelijden niet met hun! Hij liep weg, terwijl de andere mannen naar hun vriend toe liepen. Hij liep de hoek om, recht op weg naar de tent van Scarlet, maar hij moest zich even verstoppen achter een paar tonnen. Hij hoorde het wilde gehinnik van een paard. Hij herkende dat geluid. Bloodhunter! Myron keek door een kiertje, terwijl de mannen voorbij stormden. Hij zag de baron! Die man stapte richting de tent van vrouwe Scarlet. Myron zijn ogen brandde duivels. Hij zag boogschutters rond de tent van Scarlet staan. Zes man probeerde Bloodhunter tegen te houden. Het paard vocht stevig door. Het beest werd tegen gehouden met touwen. Toch schopte het paard een paar man neer. Hij hoorde het geschreeuw en zag het bloed. Er kwamen meer mannen af om het paard tegen te houden. Terwijl er ook werden weg gevoerd. Myron greep weer naar zijn zwaard! Hij moest helpen. Maar nu was het nog geen tijd! Neen hij moest een goede opening hebben. Momenteel kon Bloodhunter het zelf wel aan; Hij zag hoe de baron de tent binnen ging met twee andere mannen. Myron gromde, toch ademde hij rustig in en uit en bekeek de situatie. Scarlet was in gevaar! Twee boogschutters stonden bij de tent. Klaar om haar neer te schieten, zodra het nodig was. Verder waren er nu al weer een paar man bijgekomen om Bloodhunter rustig te houden. Het was duidelijk dat het dier woest was. Gelijk had hij. Myron sloot zijn ogen even, hij hoorde weer geschreeuw. Voor zijn ogen zag hij de mannen weer. Er waren nu tien mannen die Bloodhunter rustig probeerden te houden. Twee boogschutters, en drie man in de tent. Een totaal van vijftien. Dat moest lukken. Eerst zou hij een paar touwen van Bloodhunter los proberen te snijden. Terwijl hij zou mikken op één van de boogschutters. Dit was natuurlijk waarom er nog een show was. Zodat de mensen het helemaal niet te weten zouden komen. Eerst zou hij Bloodhunter helpen en daarna Scarlet! Maar hij zou wel snel moeten zijn. De hengst bleef vechten. Myron zag hoe grof de mensen met het beest waren. Het dier had geluk zijn wapenuitrusting te dragen. Anders was het waarschijnlijk al lang gestikt. Dit is nou al de zoveelste keer dat je het in je hoofd haalt mij ongehoorzaam te zijn!” Myron zijn ogen schoten open. Dat was de stem van de baron geweest. Die man, hij wilde die man de kop afrukken. Iedereen zou het kunnen horen. Maar de mannen trokken zich niets van de baron aan. Neen zij gehoorzaamden de man, alleen maar. Ze wisten niet wat voor monster het eigenlijk wel was. Hun taak was om de hengst rustig te houden. Myron zag dat er een paar mannen hun zwaarden trokken. Klaar om het beest te verwonden. Hij moest iets doen. Myron trok zijn dolk al. Maar hij zag hoe Bloodhunter de mannen omver schopte; Sommigen zouden niet meer opstaan. Weer kwamen er mannen die hun plaats vervingen. Hoe veel man had de baron nu voor zich gewonnen? Myron gromde, en bleef nog zitten. Hoe moest hij het aanpakken. Hij had een mooie open baan naar één van de boogschutters. In die baan zou hij ook een paar touwen van Bloodhunter kunnen los snijden. Dan was hij ook al van een paar man af, die achteruit zouden sukkelen door de plotselinge gewicht verlies. Myron lachte, even, ja hij zou het gewoon doen. ”Ik had het je verboden, en toch, toch deed jij je helm af, jij.. jij..” Die man, alsof Vrouwe Scarlet hem ooit zou gehoorzamen. Het was een wonder dat er überhaupt waren die het deden! Myron zette zich klaar om de andere mannen aan te gaan vallen. Ja hij was er klaar voor. Dat was zeker, hij zou ze wat gaan tonen. Hij zou de baron eens wat laten zien! Trouwens het leek hem niet anders dan eerlijk om Vrouwe Scarlet te helpen. Hij had haar nog niet gehoord. Hij lachte weer, was ze te koppig om ook maar iets te zeggen? Neen hij wist waarom ze niets zei. Dat verdiende die man niet. Die man verdiende geen antwoord, en waarschijnlijk verwachte de man ook wel geen antwoord! Myron trok zijn zwaard. Zijn Tensaiga, Het betekende beschermer!. In het midden liep er een witte lijn. De naam glansde goud op. De kanten waren zo zilver dat het ook bijna wit leek, maar er was een verschil; het handvat waren twee witte wolven die sprongen. Hun bekken open. Hun tanden blonken zilver en hun ogen waren opgevuld met goud! Daarna was het handvat wit en zilver, en vanboven aan het hand vat was er ook een witte wolf. Maar zijn muil was dicht, zijn vacht was bewerkt met zilver, en zijn ogen waren ook goud. De mannen hadden het niet eens gehoord. Ze wisten nog altijd niet dat hij hier zat! ”Jij onnozele vrouw, jij hebt geen flauw idee wat je hier aangericht hebt” Hoorde Myron weer. Myron werd woedender met de Minuut. Hij had zijn dolk klaar om te schieten. Ja dit zou lukken, dat moest gewoon. Zijn hand ging opzij en soepel gooide hij de dolk. Het sneed drie touwen door en raakte één boogschutter in de nek. Er vielen drie mannen om. Myron liep over het veld. Bloodhunter hield de rest van de mannen bezig. Myron was nog op tijd om de boogschutter vast te nemen voor die omviel. Hij trok zijn dolk uit de nek van de man en nam De kruisboog over. Daarna gooide hij de man zachtjes op de grond. Hij draaide zich om naar de mannen en schoot een pijl af. Het raakte één man die op de grond zat. Deze Kruis boog was handig, de pijlen vervingen zich vanzelf. Hij schoot dus gemakkelijk nog twee pijlen af. De mannen waren gewond. Daarna, draaide hij zich weer om naar de tent, en deed alsof hij een schutter was. Hij zag Vrouwe Scarlet op haar Knieën zitten. Hij zag het mes wel… ” “Jullie soort is zwak, jij vrouw hoort thuis in de keuken” Kon de baron echt geen betere dingen verzinnen. Alsof Scarlet zich daar iets van aan ging trekken. Myron wist wel, dat hij niet veel tijd had. Hij trok zich zo terug dat ze het niet merkten en schoot nog een paar pijlen af naar de rest van de mannen. Zodat Bloodhunter weer los was. Het leek er op dat het paard hem recht aankeek. Myron knikte en het beest viel de rest van de ridders aan. Myron sloop zachtjes de tent rond en sloop op de andere boogschutter af. Bloodhunter had weer al problemen met andere ridders. Maar het beest kon de mannen met gemak aan. Myron kon het Metaal op metaal wel horen en het geschreeuw. Ondertussen stond hij achter de andere boogschutter, en gaf hem een klap met het handvat van zijn zwaard. De man viel bewusteloos. Myron had, weer de boog vast. Hij kon nu gemakkelijk de baron aan vallen. Maar hij wachte en maakte de boog zo vast aan de tent dat die bleef hangen. Gericht op vrouwe Scarlet, maar er was niemand die het bediende. Onder tussen sloop Myron weer naar een andere kant van de tent en keek door een kiertje naar binnen. Hij hield de omgeving in de gaten. Bloodhunter maakte gehakt van andere ridders die ook maar in de buurt wilde komen. Hoe durf je, ik ben je baron, je moet mij gehoorzamen!” Myron sloop naar de ingang van de tent. Hij hoorde de stem van Scarlet. Maar hij luisterde er niet echt naar. Neen hij keek nu even naar de twee mannen die er stonden. Jong, en makkelijk bang te maken. Myron voelde een steek in zijn dij. Hij had daar de punt van een zwaard gekregen. De wonde was niet diep, en het bloede niet zo erg. Dus alles zou in orde komen. ”Waag het niet om zo over mij te spreken” Schreeuwde de man letterlijk. Myron stond klaar. Hij zag hoe Scarlet de man recht aankeek. De hand van de man ging omhoog. Myron zag weer dat mes! Zijn ogen brandde op. Hij stond op. Neen dit zou hij niet toestaan. Hij keek nog heel even naar Bloodhunter. Het was alsof het paard zei dat hij het hier wel af zou handelen. Myron liep de tent binnen. Greep de arm van de baron vast. Hij had zijn zwaard expres in zijn andere hand genomen. Het was even gemakkelijk; hij kon met beide handen vechten! Hij zag de verbaasde blikken wel. Hij zag de ogen van de baron wel. Myron zijn ogen stonden woedend en vlamden. Zijn zwaard stond al op de keel van de baron. Nu pas zag hij hoe klein de man eigenlijk was. Hij was zeker een kop en een half groter. Hij kneep zo hard in de arm van de man dat het gezicht van de baron vervormde van de pijn. ”Waag het niet!” Zijn stem was dodelijk woedend, en vol van afschuw, dat zelf de gezichten van de twee jonge gasten vervormden van angst. Zijn ogen vlamden zo, dat de twee jongens zelf wat in een krompen. Myron kneep nog wat harder in de arm van de baron, zodat die het mes liet vallen. Hij keek even naar Vrouwe Scarlet, zijn ogen veranderden meteen weer naar vriendelijk en hij lachte. ”Maak je geen zorgen, Bloodhunter is helemaal veilig.” Daarna richtte hij zijn aandacht weer op de baron. De man was wit terug getrokken. ”Hoe durft u! Ik ben de baron!” Schreeuwde de man. De twee jongens leken te twijfelen. ”Niet mijn baron, ik heb geen band met u.” Hij had de man stevig vast. Hij kon nu gemakkelijk de keel van de man opensnijden. Één van de jongens maakte aanstalde om hem aan te vallen. ”Waag het niet! Of ik snij zijn kop er af.” De jongen verstarde meteen. ”Maak dat je weg komt, jullie allebei!” De jongens twijfelde even, dus hij drukte zijn zwaard wat dichter tegen de keel van de Baron. Zodat er bloed vloeide. Daarna verdwenen de jongens. Hij keek nog even naar Scarlet, daarna sleurde hij de baron de tent uit. Alle mannen hielden meteen op. Hij sleurde de man mee naar de arena. De mensen daar werden meteen stil. Myron was zo woedend. Dat hij wel alles had willen doen. Maar hij zou de baron raken waar het, het meeste pijn zou doen. Hij liet de baron los. Hij keek naar de mensen. Niemand durfde wat te doen, en sommigen lachten zelf. Myron verhief zijn stem. ”Zie hier jullie baron, deze man is bereid om het toernooi zelf af te sluiten met een gevecht tegen een paar ridders.” Sommigen lachten. Daarna lachte Myron ook even. ”Welke 5 ridders willen het tegen hem opnemen?” Een paar man keken twijfelend, en lachten toen. Ze kwamen recht en waren klaar om een gevecht te beginnen. ”Myron hielp de man nog even recht, en fluisterde in zijn oor. [b]”Nu kom je er niet meer van af!” daarna trok Myron zich terug. De baron probeerde nog te onderhandelen. Maar de mensen waren zo aan het roepen voor een gevecht dat hij niet terug kon. Myron liep terug naar de tent van vrouwe Scarlet. Hij keek naar de plek. Er lagen veel mannen bewusteloos of bloedend. De rest was weg gelopen. Bloodhunter stond trots. Myron boog even zijn hoofd voor het beest en schoof zijn zwaard terug in de schede. Dit was het, hij had het gedaan. De baron zou hem nog wel te pakken willen krijgen. Maar dat zou niet meer lukken. Hij had al een brief naar Baron Rinaldo gestuurd hoe hij over de baron dacht. Hij geloofde dus dat de man binnen een paar dagen een brief terug zou sturen met een plan om hem en waarschijnlijk ook vrouwe Scarlet hier weg te krijgen. Dat zou het beste voor iedereen zijn. Trouwens veel zin om hier nog lang te blijven had hij nu ook niet. Neen echt niet… [3000] "The problem is... If you don't risk anything... You risk even more!"
Scarlet
Aantal berichten : 272
personal info Leeftijd: 21 years I'm already on this world fighting the rest. Partner: So not, I'm love my freedom and will stay forever like that Paard: My dangerous Bloodhunter brings me where I need to go
Onderwerp: Re: When swords cross, lord Myron.. za okt 05 2013, 21:57
Een zachte bries ging door de tent heen, ze voelde zacht de wind langs haar wang heen strijken, alsof het briesje haar vertelde dat alles wel goed zou komen. Zo zeker wist ze dat alleen niet, totdat in een flits van een seconde in haar opkwam dat er alleen een briesje in haar tent kon komen als het doek open was gegaan, dus dat er iemand de tent in was gekomen. Buiten hoorde ze nog steeds de geluiden van ijzer op ijzer. Ze kon alleen maar hopen dat Bloodhunter zichzelf kon redden. Ze voelde de grip op haar armen opeens verstrakken, wat er voor zorgde dat er diepe pijnscheuten door haar heen gingen. Toch weigerde ze om naar beneden te kijken, ze was geen lam dat zich gewillig naar de slachtbank liet lijden, nee ze was een wolf die het hoofd op zou houden tot aan het bittere einde. Ze voelde wel bloed haar nek in lopen, maar het maakte haar niet uit. Als de baron zou besluiten om het mes in haar nek te zetten in plaats van nog een wond op haar wang te maken, tja dan zou het snel over zijn. Ze wist dat de hengst nooit op tijd zou komen om haar te redden, en ze wist dat er niemand anders voor haar zou komen. Toch, in haar achterhoofd vroeg ze zich af waarom dan de tent flap open was gegaan, en wie er dan naar binnen was gekomen, want als het een normale soldaat was, dan had die zich wel kenbaar gemaakt. Opeens zag ze een schaduw achter de baron, ze zei niks. Opeens was er een hand die de arm van de baron vast pakte. Ze voelde de druk op haar armen versterken, de twee soldaten naast haar trokken in reflex sterker aan haar armen, wat er alleen maar voor zorgde dat ze meer pijn leed. Ze keek naar het gezicht van de baron dat verbaasd stond, maar aan de andere kant ook woedend, haar groene ogen zeiden niks, behalve die kilheid, die kilheid die haar ogen nooit verliet, die nooit werd verplaatst voor een andere emotie. Ze zag het schitteren van een zwaard, ze hoefde alleen maar naar het zwaard te kijken en ze wist al wie de drager van het zwaard was. Dat zwaard had één keer met Cruor gestreden, en toen had het bloed van de snob over het blad van Cruor heen gegleden. Ze keek iets naast het hoofd van de baron, en daar zag ze die gouden ogen, maar ze stonden woedend, en leken zelfs lichtelijk te vlammen. Het zwaard bleef dreigend op de keel van de baron staan. Nu ze hun zo naast elkaar zag, was het wel duidelijk dat de snob nog een kop groter dan de baron was. Als ze zich niet nu in deze positie had bevonden, dan had ze er waarschijnlijk wel om kunnen lachen. Toch vroeg ze zich af waarom de ogen van de snob zo stonden. Ze had hem alleen maar behandeld zoals elke andere ridder die bij haar op kwam, maar toch. Hij was gebleven, en hij was degene die hier nu stond en er voor zorgde dat ze niet opnieuw met het mes werd verwond. Die ogen, ze deden haar zo sterk aan haar beste vriend van vroeger denken, maar ze wist dat het niet kon. Ze verbande de gedachten naar het verste van haar gedachten. ”Waag het niet!” De stem van de snob klonk dodelijk woedend, maar ze hoorde ook de afschuw erin. De baron had duidelijk pijn, de snob kneep wel hard in de arm van de man, maar het maakte haar helemaal niet uit. De baron verdiende alles was hem zou overkomen. Ze zag in haar ooghoeken dat er angst vormde op het gezicht van de twee mannen, helaas was het voor haar een slecht iets, want de mannen gingen uit angst steeds meer druk uitvoeren, de pijnscheuten door haar lichaam heen werden daardoor steeds erger. Ze zag niet hoe de twee jongens wat ineen krompen door de blik van de snob, maar dat voelde ze wel, de druk werd steeds groter, maar ze gaf geen kik, geen enkele emotie brak door die kille muur heen die er in haar groene ogen stond. De snob kneep harder in de arm van de baron, ze zag iets van zilver vallen, de snob had blijkbaar zo hard geknepen dat de man toen maar uit zelfverdediging het mes had laten vallen, duidelijk in de hoop dat die actie er misschien voor zou zorgen dat de snob minder hard kneep, maar ze zag niks veranderen. Niet dat ze op dit moment veel zag, aangezien er zwarte vlekken in haar gezichtsveld verschenen door de pijn scheuten die er door haar heen gingen. Ze voelde dat de gouden ogen zich op haar richtte en ze dreef de zwarte vlekken weg, ze keek nog steeds naar de baron en naar de snob. Ze zag hoe zijn ogen veranderde naar vriendelijk en hoe de snob lachte, even vroeg ze zich af wat er zo grappig was, er was blijkbaar iets waar de ridder blij om was, en dat was duidelijk in haar richting bedoeld. ”Maak je geen zorgen, Bloodhunter is helemaal veilig.” Die woorden waren genoeg voor haar, ze knikte niet en zei niks, er was geen verandering te zien in haar ogen. Maar voor haar veranderde er wel veel, er viel een last van haar schouders af, het nadeel was dat nu ze zich daar minder zorgen over maakte, dat de zwarte vlekken dubbel zo sterk terug kwamen. Toch wist ze dat ze bij de les moest blijven, ze had geen flauw idee wat er verder nog zou gaan gebeuren, en ze wou niet dat ze in een ingewikkelde situatie verzeild raakte terwijl ze er niet helemaal bij was. Ze richtte haar aandacht weer op de baron, net zoals dat de snob had gedaan. De baron was lichtelijk wit weggetrokken, het was wel duidelijk dat de man zich ergens grote zorgen over maakte. En ze kon eigenlijk niet wachten om er achter te komen waar de man zich zorgen over maakte, want het was wel duidelijk dat het gene waar de baron zich zorgen over maakte, in verband te leggen was met de snob die achter de baron stond. Het was duidelijk dat de baron ging proberen zijn autoriteit te gebruiken. ”Hoe durft u! Ik ben de baron!” Schreeuwde de baron, maar het maakte haar niks uit. Hij kon zoveel schreeuwen als hij wou, ze was niet bang voor hem, en het was duidelijk dat de snob ook niet bang was voor de baron. Ze zag in haar ooghoeken hoe de twee soldaten naast haar aan het twijfelen waren. Ze vond het heel leuk en aardig dat de snob de baron zo te grazen nam, maar het voelde niet echt fijn om zo uit elkaar getrokken te worden door de twee soldaten. ”Niet mijn baron, ik heb geen band met u.” het simpele antwoord van de snob, leek veel te verklaren. Ze keek naar het zwaard, het zag er sierlijk uit zo met dat goud en zilver, maar ze wist dat het ook dodelijk kon zijn. Even keek ze naar het handgreep van het zwaard, ze zag de drie wolven, twee met open bekken, maar de gene naar achteren toe was gesloten. Het was een mooi zwaard, maar toch. Ze zou Cruor boven elk ander zwaard verkiezen. Ze wist dat hij gemakkelijk de keel van de baron kon open snijden, ergens wou ze dat de snob dat deed, maar ze wist dat sommige dingen niet zo gemakkelijk konden worden opgelost. Ze wist ook dat de snob het daarom niet zou gaan doen. Even voelde ze op een van haar armen minder druk komen. Ze keek in haar ooghoeken naar die kant, en zag hoe een van de twee naar zijn zwaard had gereikt. Ze zag ook wel de pijlpunt door het doek heen, maar op een of andere reden was ze zeker dat er geen schutter meer achter zat, want anders had die al lang geschoten. ”Waag het niet! Of ik snij zijn kop er af.” De stem van de snob klonk weer door de ruimte heen. Ze voelde hoe beiden jongens verstarde en opnieuw werden haar armen weer uit elkaar getrokken wat weer voor een heftige pijnscheut zorgde. Ze voelde hoe er iets warms over haar rechterarm heen gleed, het vertelde haar meer dan genoeg, namelijk dat de wond weer open was gegaan. Ze wist dat de open wond weer voor veel problemen kon zorgen, ze wist dondersgoed dat ze niet veel meer bloed kon verliezen. ”Maak dat je weg komt, jullie allebei!” De jongens naast haar twijfelde even. Het enige wat ze wou was dat ze haar armen los lieten, maar ze zweeg, er was niks aan haar houding te zien dat ze pijn leed, haar ogen verzwegen alles. De snob drukte zijn zwaard nog wat dichter tegen de keel van de baron aan, ergens wou ze dat ze overeind kon komen en het zwaard verder door de keel van de man heen kon drukken, maar de soldaten hielden haar nog steeds vast. Ze zag het bloed wat langzaam over het blad van het zwaard heen gleed, en opeens voelde ze de druk op haar armen verdwijnen. De soldaten maakte dat ze uit de tent kwamen. Haar armen vielen terug naast haar lichaam, de zwarte vlekken voor haar ogen waren groter geworden, maar ze dwong ze weg. Langzaam kwam ze overeind, niet te snel, want dan zou ze vallen. Ze zag hoe de snob nog wel even naar haar kijken, maar daarna sleurde de snob de baron mee. Het maakte haar niks uit wat hij met de man ging uitvoeren, wat hij ook deed met de baron. De baron had het dubbel en dwars verdiend. Ze voelde hoe bloed verder over haar arm heen gleed, steeds verder naar beneden, ze keek even naast zich op de grond en zag hoe er een klein bloedplasje zich naast haar vormde. Het bevestigde haar gedachten. Ze liet haar linkerhand even naar haar linkerwang glijden, ze voelde niet veel doordat ze nog steeds haar harnas aanhad, maar toen ze haar vingers naar het licht toe bracht zag ze het bloed aan haar vingers kleven. Ze liep voorzichtig naar de tafel toe en pakte dezelfde doek die de snob een tijdje daarvoor had gebruik om de wond op haar arm schoon te maken had gebruikt. Ze veegde het bloed van haar wang weg, en ook het gene wat in haar nek was gelopen. Ze veegde daarna het bloed van haar harnas af. Ze kon op dit moment niks doen aan de wond op haar rechterbovenarm. Ze had op dit moment niet meer de kracht om haar harnas uit te doen, vooral niet in haar eentje. Ze zette haar linkerhand even neer op de tafel toen ze de wereld zag draaien, ze was duidelijk al te veel bloed verloren, maar zoals gewoonlijk stopte het haar niet om stil te blijven staan. Ze wist dat er hier nog grote problemen konden komen als ze hier bleef. Maar ze wist niet of ze wel sterk genoeg was om iets te doen. In haar ooghoek zag ze Cruor liggen, ze zou het zwaard echt niet hier laten. Ze gespte het vast aan haar riem. Even schudde ze met haar hoofd om de vlekken uit haar blikveld te krijgen. Het duurde even een tijdje voordat de vlekken verdwenen, maar ze verdwenen wel. Nog even bleef ze voor de zekerheid staan, de kilheid kwam weer terug in haar ogen. Dit was nog lang niet afgelopen. Ze liet haar rechterarm naast haar lichaam hangen en schoof met haar linkerhand het doek opzij. Het maakte haar niet uit wie er allemaal op de grond lagen. Ze stapte met gemak over de gewonden heen zonder ze aandacht te geven. Haar ogen waren gericht op Bloodhunter, de hengst stond met zijn hoofd hoog trots geheven, om hem heen lagen gewonden mensen. De hengst spitste zijn oren toen hij haar voetstappen hoorde, direct veranderde de blik in de ogen van de hengst. De bloeddorst was op slag verdwenen, de hengst galoppeerde naar haar toe en stopte voor haar, ook al was het niet zo’n grote afstand geweest. De hengst duwde zachtjes zijn neus tegen haar aan. Ze legde haar linkerhand op zijn neus en keek de hengst aan. Ze had helemaal niet in de gaten dat de snob in de buurt was. De zwarte ogen van de hengst stonden opeens vol bezorgdheid, de bloeddorst was verdwenen. Bloed droop tussen haar harnas vandaan en viel op de grond. De hengst hinnikte zacht en zielig, de kilheid leek even verdwenen uit de groene ogen. Er lag diepe pijn in de ogen van de roodharige ridder. ”Het is al goed jochie” zei ze tegen de hengst, haar stem had een zachtheid die alleen voor Bloodhunter was bestemd, een zachtheid van hoe ze vroeger was geweest. Haar linkerhand streelde even de neus van de zwarte hengst. Ze voelde opnieuw de wereld tollen en verzette even een stap om in evenwicht te blijven. Bloodhunter hinnikte opnieuw zacht en zielig naar haar, een hinnik die voor haar was bedoeld.
You never know What was before, You never know What will be..
2207 woorden.
Myron
Aantal berichten : 212
personal info Leeftijd: 21,5 I'm still young, but how long have I to live? Partner: I'm not sure what love is. But when I find her, I will fight for it. Paard: Flamelight
Onderwerp: Re: When swords cross, lord Myron.. zo okt 06 2013, 17:30
”Myron?” Hij keek verward rond. Hij kende die stem, het was zijn vriendin die hem riep. Hadden ze afgesproken? Hij kon het zich niet meer herinneren. Hij deed net het stro binnen. Hij had zijn vader beloofd dat te doen, voor het avond werd. Hij had haar al vanmorgen gezien. Had hij haar niet vertelt dat hij vandaag het stro moest binnen halen? Had hij haar zelfs niet gevraagd om mee te helpen? Omdat hij haar anders een dag zou moeten missen? Ja hij had het haar verteld en hij had het haar ook gevraagd. Maar ze had neen gezegd. Met een wel heel vals lachje. Maar het had niet vals geleken voor hem. Neen hij kende dat lachje maar al te goed. Hij wist dat ze weer iets aan het bedenken was… Een plan om kattenkwaad over de stad heen te laten sluipen. Hij had al heel de dg moeten denken wat ze nu weer van plan was. Vorige keer was zo leuk geweest. Ze hadden de stad in een ander kleurtje gestoken. Alle huizen geklaterd. Ja ze hadden op hun kop gehad. Maar het was leuk geweest en nu vonden de mensen zelf dat het wel wat had. Hij nam weer een hoop stro en sleurde het de stal binnen. Hij legde het bij de hoop. Nu hij zo keek had hij al veel werk gedaan en het was ook bijna af. Nog twee keer heen en weer lopen en alles zou binnen zijn. ”Myron! Hij draaide zich meteen om. Daar stond ze, met haar rode haren. Haar glimlach op het gezicht en haar brandende ogen. Ze had een paar sleutels in har handen. Hij lachte, omdat hij al wist wat ze van plan was. Ze zouden de huizen binnen gaan. of toch de huizen waarvan ze de sleutels hadden. Die huizen zouden ze een nieuw interieur geven. Dat mocht ook wel eens gebeuren. Toch bij sommige mensen hij lachte weer. ”Goed, maar laat me eerst mijn werk af maken.” Ze knikte en ging zitten op de grond. Hij keek haar even aan. ”Je mag altijd helpen…” Maar ze lachte alleen. Hij zuchte, als het iemand anders was geweest. Dan zou hij doe mee gesleurd hebben. Maar van haar kon hij het verdragen dat ze niet mee hielp. Ze was niets voor niets zijn beste vriendin. Dus ging hij snel weer naar buiten. Het duurde niet lang voor hij klaar was en naast haar kwam zitten. Ze lachte weer. En begon uit te leggen, welke sleutels ze allemaal had en van welke huizen. Ook wat er moest gebeuren. Ze lachten zich nu al een bult. Wat zou er gaan gebeuren wanneer ze de mensen hun gezichten zagen? Dan zouden ze zich dood gaan lachen. Maar de mensen zelf zouden ook nog wel gaan lachen. Eerst altijd boos. Maar daarna, dan konden ze er ook mee lachen. Zo was het altijd geweest. Zo zou het altijd blijven. Deze plek was thuis, zijn familie en natuurlijk zijn aller beste vriendin… Het was stil op de starten, samen liepen ze al sluipend over het harde gesteente. Het maakte niet zo veel verschil uit. De stenen hielden het geluid tegen. Om de zo veel meter brandde er een lantaren paal. Maar in plaats van het te ontwijken liepen ze er gewoon door. Niemand zou hun hier lastig vallen. Zijn vriendin had nog altijd de sleutels vast. Hij wist heel goed naar welk huis ze eerst zouden gaan. hij lachte, en wreef in zijn handen. Ja hij had al een eigen beeld in zijn hoofd. Een beeld dat hij ook waar zou gaan maken. Het beste was, de huizen die ze zouden gaan bezoeken. Die waren leeg. nou ja er stonden spullen in. Maar er waren geen mensen thuis. Toch zo ver ze wisten. Dus bij het eerste huis waren ze nog voorzichtig. Terwijl zijn vriendin l begon met het werk, sloop hij naar boven, om te kijken of er iemand was. Bij elk huis was het, het zelfde. Pas laat op de nacht namen ze afscheid. Het was vreemd hoe hard het was. Maar het leukste zou zijn dat hij haar morgen weer zou zien. Weer afgesproken. Hoe kon hij weten dat, het niet zo zou aflopen en dat hij alles zou verliezen die hij had? Neen die nacht was de brand uitgebroken, die dg had zijn leven een andere wending genomen. Één die grote gevolgen zou hebben voor de rest van zijn leven en zijn vriendin had hij daarna nooit meer gezien. Niet wetend of ze nog leefde of gestorven was. Die dagen die hij nooit meer zou terug krijgen. Die gekke streken die hij nooit meer zou vergeten. Dat prachtige rode haar en die valse mar o zo bekende lach van haar. Die hij al zo lang had moeten missen.[/i] Het geluid van gehinnik maakte hem wakker uit zijn gedachten. Er verscheen een lichte glimlach op zijn gezicht. Hij keek recht naar de hengst en zijn baasje. Ze zag er zo bleek uit. Maar hoe veel bloed had ze ook niet verloren? Hij had veel respect voor haar, hoe ze doorging. Hoe ze haar zwakten wilde verbergen. Toch, toch wist hij het. Hij wist hoe van haar wond en hij wist hoe zwak ze zich nu zou moeten voelen. Toch ging ze door. Waarom? Zwakte was geen schande. Hulp, vragen was geen schande. Maar hij begreep het ergens wel. Mocht ze zwakte tonen dan zou ze afgekapt worden. Doordat ze een vrouw was. Toch waarom werden vrouwen zo behandeld? Waarom werd zij nog altijd zo behandelt? Had vrouwe Scarlet zich nu nog niet genoeg bewezen? Het was toch wel duidelijk genoeg hoe sterk ze was. Het was toch wel duidelijk dat ze voor zich zelf kon zorgen? Waarom zagen mensen dat niet? Waarom waren ze daar zo blind voor. Hij zuchte even zachtjes, en liet zich langs de muur op de grond glijden. Hij bleef rustig zitten en wende zijn blik af. Hier moest hij eigenlijk helemaal niet bij zijn. Zijn hand gleed naar de wonde in zijn dij. Het was niet diep, en het was al gestopt met bloeden. Hij had geluk gehad. Ze hadden alle drie geluk gehad. Hij vond zelfs dat de baron er nu te gemakkelijk van af was gekomen. Maar wat moest hij anders doen? Hij kon de baron moeilijk zijn kop afhakken. Neen dat was te mild. Trouwens de man zou zijn straf nog wel krijgen dat wist hij zeker. Trouwens, de man zou nu niet meer uit zijn gevechten raken. Misschien zou de man er een paar winnen. Maar er zaten ook ridders tussen die veel beter waren dan de man. Wat zou de man zeggen wanneer hij verloor? Neen de baron kon niet zeggen dat hij ziek was. Dat hij moe was. Want de mensen geloofden dat de baron dit zelf had voorgesteld. Het kon Myron ook niets schelen dat de man hem waarschijnlijk haatte. Het kon hem niets schelen als hij werd weggestuurd. Want als hij weg zou gaan. dan zou hij vrouwe Scarlet mee nemen, en als dat geen oplossing was. Tja dan moest hij maar hier blijven, ook al wilde de baron dat niet. Hij zou dan wel medelijden krijgen met zijn oude leermeester. Die zou hem dan moeten missen. Maar als dat de enige oplossing was, dan had hij het er wel voorover. Hij sloot zijn ogen even, en probeerde te denken aan de dingen die hij nu allemaal kon doen. Hij zou baron Rinaldo alles uitleggen via een brief. Hij wist dat de man hem zou geloven. Misschien kon hij met Leonoor in contact komen… Zou hij de jager kunnen overtuigen om deze baron een pijl door het hart te jagen? Neen hij kon dat niet vragen aan de jager. Hij had nog zo veel schulden terug te geven aan de jager. Trouwens wat zou het uitmaken? Welk verschil zou het maken voor hem, of voor Scarlet? Geen verschil, ook al was het land wel beter af zonder deze baron. Zouden de mensen eigenlijk wel beseffen welke baron deze man was? Of waren ze ook blind? Misschien wilde ze het gewoon niet zien. Omdat ze bang waren. Bang op wat er zou gebeuren. Wat een bedorven stad was dit toch. Wat zou er hier nog van goeds kunnen komen? Te veel vragen, hij stelde zich zelf weer te veel vragen. Hij zou toch geen antwoord krijgen. Als hij iets wilde veranderen dan moest hij oplossingen vinden en geen vragen. Sinds wanneer dacht hij eigenlijk zo veel na? Hij had altijd al veel gedacht en toch nu leken zijn gedachten op hol te slaan. Waarom had hij eigenlijk weer die herinneringen. Wie was Scarlet? Waar kwam ze vandaan en waarom had hij het gevoel haar al langer dan vandaag te kennen? Hij opende zijn ogen weer, vrouwe Scarlet ze had rust nodig… Ze moest naar huis. Daar zou ze rust krijgen. Daar zou ze alle rust krijgen die ze nodig had. Maar kon ze zelf naar huis rijden? Hij scheurde een stuk van zijn hemd af en bond het rond zijn been. Je wist maar nooit. De wonde kon door de inspanning die zou komen nog altijd terug open gaan. Hij draaide zijn blik terug naar de twee die daar stonden. Het was zo’n mooi gezicht. Je kon voelen hoeveel de twee voor elkaar betekenden. Toch, was het ook een vreemd gezicht. Het was vreemd om te zien. Bloodhunter was normaal bloeddorstig en gevaarlijk. Maar zoals hij daar nu stond te genieten van haar aanraking, dat was helemaal niet gevaarlijk; het zelfde gelde voor vrouwe Scarlet. Normaal zo vals, kil en sterk. Nu was ze bleek en leek ze ook ergens wel gelukkig. Maar die kille blik in haar ogen, die leek nooit te verdwijnen. Waarom liet ze niemand meer door? Waarom hield ze iedereen op een afstand? Wat schuilde er onder haar masker. Wat wilde ze niet laten zien en wat was ze ooit verloren? Was hij ooit ook zo geweest. Neen hij was nog anders geweest, en toch wist hij ergens hoe ze zich moest voelen. Maar hoe? Hij wist niet eens wat ze had mee gemaakt. Maar het moest iets ernstigs zijn geweest en hij zelf had er ook al een portie van gehad. Van ernstige dingen. Het ergste was dat je er niets meer aan kon veranderen. Hoe graag je het ook wilde, je kon de tijd niet terug draaien. Zelfs niet in gedachten. Langzaam stond hij weer op en langzaam liep hij op de twee af. Hij zag hoe Bloodhunter naar hem keek. Het was duidelijk dat de hengst hem nog altijd niet vertrouwde en toch. Toch had het paard hem in de tent gelaten. Toch had het paard zijn hulp aanvaard… dat was tenminste een begin. Hij wist niet hoe de hengst zou gaan reageren. Hij wist niet hoe Scarlet zou reageren. Maar het kon hem niet veel schelen. Hij zou doen wat hij moest doen. Hij ging voor de twee staan, heel even keek hij Scarlet recht aan in haar groene ogen. Er was geen kilheid, alleen maar pijn. Maar hij toonde geen emotie. Hij verzette nog een stap en zuchte. ”Kijk al je wilt, mag je me later vermoorden. Maar nu even niet okay…” Hij zag wel hoe de hengst keek. Toch nam hij vrouwe Scarlet zachtjes vast. Hij hief haar op, zodat ze in zijn armen lag. De hengst keek hem achterdochtig aan. Maar leek het ook wel weer te begrijpen. ”Vanaf er iemand aankomt zet ik je meteen weer neer… Sprak hij zachtjes tegen Scarlet. ”niemand hoeft dit te weten. Maar ik ga er wel voor zorgen dat je nog thuis komt.” Hij keek haar nog heel even aan. Zijn ogen stonden vriendelijk, en ergens ook wel bezorgd. Maar ze gaven ook een warmte uit. Hij draaide zijn blik naar de hengst en keek hem aan. Heel even dacht hij dat het beest hem zou gaan vermoorden. Maar de hengst begon in plaats daarvan richting het dorp te stappen. Myron volgde, hij keek Scarlet niet meer aan. Het was vreemd, zelfs door haar harnas kon, hij haar warmte voelen. Hoe kon iemand die zo warm was aan de binnenkant, zo koud lijken aan de buitenkant? De straten waren verlaten. Geen wonder, hij droeg Scarlet nog altijd in zijn armen. Voorzichtig, zodat ze rust zou krijgen. Hij zei niets, hij duldde geen tegenspraak en hij keek haar ook niet aan. Neen hij keek naar de straat zelf. Naar de ruiten, om zeker te zijn dat er niemand was. Maar er was geen ziel te bekennen. Niemand, neen iedereen was naar de baron aan het kijken. Ja dat was een ding dat zeker was. Het duurde ook niet lang voor ze aan het huisje van Scarlet waren. Hij liep rustig naar binnen. Hij lette niet op het interieur. Hij zou vrouwe Scarlet niet langer lastig vallen. Hij legde haar rustig op de zetel en draaide zich meteen weer om. Hij stopte alleen nog even aan de deur. ”haat je me?” vroeg hij zacht. Maar vrouwe Scarlet zou het zeker kunnen horden. Hij schudde zachtjes zijn hoofd en sprak weer wat luider. ”Roep me wanneer je hulp nodig hebt met je wond.” Daarna verliet hij haar huis. Hij opende alleen nog de stal voor Bloodhunter. Hij haalde zelf ook alles van het paard. Ook al kreeg hij wel een paar beten toe geworden en ook wel bijna een paar harde stampen. Hij deed het toch. Daarna verliet hij de stal, Bloodhunter, en Scarlet… Hij liep rustig terug naar de herberg. Ook hier was alles stil. Nu was het wachten op wat er zou komen. Nu was het wachten op een woord van zijn baron Rinaldo, of de baron die hier de baas was. Al wat hij kon doen was wachten, wachten… [2300] "Even if you hate me I will help you... because I don't hate you!"
Scarlet
Aantal berichten : 272
personal info Leeftijd: 21 years I'm already on this world fighting the rest. Partner: So not, I'm love my freedom and will stay forever like that Paard: My dangerous Bloodhunter brings me where I need to go
Onderwerp: Re: When swords cross, lord Myron.. za okt 12 2013, 17:45
Opnieuw drukte Bloodhunter zijn neus zacht tegen haar hand aan, ze voelde zijn warmte door haar harnas heen, ze wist dat de hengst veel had gerend vandaag, niet zoveel als dat ze op reis waren, maar toch was het genoeg om de hengst iets warmer te laten worden. Ze keek de hengst aan, zoals gewoonlijk was er geen druppeltje zweet te zien op zijn vacht. Opnieuw liet ze haar hand zacht over de neus van de hengst heen glijden. Ze kon niet heel veel meer doen dan dat om de hengst gerust te stellen, ze voelde zich ongelofelijk zwak, maar ze weigerde om toe te geven aan de zwakte, ze weigerde toe te geven aan de zwartheid die naar haar lonkte, om haar ogen te sluiten en zich weg te laten zakken in een droomloze slaap, het was zo aanlokkelijk, maar het kon niet, ze kon het niet. Ze wist dat ze veel bloed had verloren en dat ze het niet lang vol meer zou houden, maar opnieuw schoot er een dosis adrenaline door haar aderen heen, opnieuw drong ze de zwarte vlekken. Ze zou niet toegeven, het mocht niet en het kon niet. Ze zouden haar alleen maar zwak vinden als ze nu in elkaar zou storten. Opnieuw hinnikte Bloodhunter zachtjes en bezorgd. De pijn verdween langzaam uit haar ogen, niemand zou The Blood wolf zwak mogen zien, en niemand zou dat ook te zien krijgen. Op pure wilskracht bleef ze staan, ze zag dat ze Bloodhunter niet helemaal overtuigd had, de hengst kende haar beter dan wie dan ook en ook deze keer doorzag de hengst wat ze hem voor schotelde, maar dat maakte niet uit, zolang de rest er maar wel in geloofde, zolang dat gebeurde was er niks aan de hand. Even gleed er een lichte glimlach over haar gezicht heen, geen glimlach die harde hoeken had, of een gemene glimlach, nee een zachte glimlach. Bloodhunter schudde even zacht met zijn manen en drukte zijn neus tegen haar gezicht haar. Heel even ontsnapte er zacht gelach, een zachte melodie die ver wegdroeg. Een lach van vroeger, eentje van vergeten tijden. Zo plotselings als de lach gekomen was, zo snel was hij ook weer verdwenen. Ze aaide weer met haar linkerhand over zijn neus heen, haar rechterarm bleef naast haar hangen, bloed droop nog steeds tussen de het zwarte harnas uit. Het bloed viel neer op de aarde, waar het een klein plasje vormde. Hoe lang ze dit nog vol kon houden, dat wist ze niet. Maar ze zou het lang genoeg vol houden, dat moest gewoon en dat zou ook gebeuren. Heel even bewoog ze haar rechterarm, ze voelde een lichte pijnscheut door zich heen gaan, maar lette er niet op. Ze deed met de pijn zoals ze die altijd behandelde, ze dacht er niet meer aan en de pijn leek langzaam te verdwijnen. Alsof ze de zenuwen gewoon uitschakelde. Er was niks wat ze voelde in haar arm, maar voor de zekerheid liet ze die toch maar naast zich worden. Ze wist dat het niet het slimste was om te doen, maar er was geen andere keus. Ze kon niet de pijn haar gedachten laten beïnvloeden. Ze keek de hengst aan, er waren niet zoveel keuzes die ze nu had, maar er was één ding wel duidelijk, ze moest haar huis voordat ze bezweek. Ze wou hier niet bezwijken, daar zouden andere ridders hun voordeel mee doen, en zou haar nog meer in de problemen brengen. Bloodhunter bewoog zijn hoofd even, voor een moment volgde haar ogen de zijne, ze zag de ridders liggen die nooit meer wakker zouden worden, ze zag de ridders liggen die buiten westen waren. Ieder die gewond was, had zich uit de voeten gemaakt, duidelijk bang voor de torn van de hengst. Ze aaide hem weer even over zijn voorhoofd heen, de hengst leek wat te kalmeren, maar in de ogen van de hengst bleef de bezorgdheid staan. Voor hoe lang ze dit nog vol kon houden wist ze niet, misschien was het verstandigste om op te stijgen en de hengst haar naar huis te laten brengen. Ze wist dat de hengst wist wat ze bedoelde, dat was al altijd zo geweest. Haar hand bleef op zijn neus liggen, zwart op zwart, beiden getekend door het leven, beiden gezien als buitenstaanders, beiden nooit geaccepteerd door de mensen om hun heen. Vroeger, vroeger had haar vader haar eens verteld dat zelfs als iedereen je in de steek liet, je altijd iemand had om op te vertrouwen. Mensen konden je verraden, maar dieren bleven voor altijd bij je, ze doorzagen je, en zouden alles voor je doen. Ze wist dat hij gelijk had gehad, ze had dat geweten op het moment dat ze Bloodhunter had gezien en de hengst haar had geaccepteerd. Ze werd uit haar gedachten getrokken doordat ze haar hand voelde bewegen, ze richtte haar aandacht weer op Bloodhunter en zag hoe de hengst zijn hoofd had gedraaid, ze keek in zijn ogen, en daarin zag ze de bloeddorst staan, maar ook de bezorgdheid om haar. Ze hoorde het geschraap van een hoef over de grond heen, ze wist niet wie daar was, maar duidelijk was de hengst niet van plan om vriendelijk te doen, niet dat ze hem dat kwalijk kon nemen. De hengst had hetzelfde als zij geleerd door de jaren heen, uitgezonderd van hun wederhelft was de rest niet te vertrouwen, in het einde verraadde ze je altijd. Langzaam volgde ze zijn blik en keek opzij. Ze was eigenlijk niet erg verbaasd toen ze daar de snob zag staan. Hij keek haar recht aan, op slag verdween de pijn uit haar ogen. De groene ogen werden weer kil, alleen als ze met Bloodhunter was veranderde haar ogen. Voor de rest van de tijd bleven die groene ogen kil. De snob toonde geen emotie. Ze vroeg zich af wat hij van plan was. Bloodhunter zette even een pas naar voren, de oren van de hengst lagen duidelijk in zijn nek. Ze zag hoe de snob nog een pas zette en toen zuchtte. ”Kijk al je wilt, mag je me later vermoorden. Maar nu even niet okay…” Ze keek naar hem, hij had haar eigenlijk net toestemming gegeven om zijn strot door te snijden, iets wat ze eigenlijk dagen geleden al had willen doen. Ze vroeg zich af wat hij van plan was, waarom was hij nog hier? De snob had zich uit de voeten moeten maken toen hij nog kon in plaats daarvan had de snob de baron op zijn hals gehaald, iets wat je hier het beste niet kon doen. Ze voelde hoe hij haar zachtjes vastpakte en toen optilde. Wat was die snob aan het doen. Voordat ze het wist lag ze in zijn armen. Ze wou eigenlijk tegen werken, maar kwam tot het besef dat ze dat niet kon, hij had haar redelijk stevig vast, en ze had er de kracht niet meer voor. Toch was er iets van woede in haar, niet dat het zichtbaar was in haar ogen, nee. Haar groene ogen hadden hun kilheid weer terug. ”Vanaf er iemand aankomt zet ik je meteen weer neer… Sprak de snob tegen haar, eerst begreep ze zijn woorden niet, maar ze zei niks. . ”Niemand hoeft dit te weten. Maar ik ga er wel voor zorgen dat je nog thuis komt.” Die woorden volgde zijn andere woorden op. Waarom deed hij dit? Ze had zijn hulp niet nodig, en dat wou ze ook zeker niet. Ze wou niet afhankelijk zijn van anderen, mensen verraadde je toch altijd. Ze keek hem aan, zijn goudkleurige ogen stonden vriendelijk en ergens ook wel bezorgd, en toch er lag een warmte in die ze niet begreep. Ze hoorde de hoeven van Bloodhunter bewegen en heel even in haar ooghoeken keek ze naar Bloodhunter, ze wist wat de hengst wou, en eigenlijk vond ze het prima, maar het kon niet. Als de hengst de snob aan zou vallen, dan zou hij ook haar verwonden. De hengst schudde even wild met zijn manen en draaide zich toen om en begon in de richting van het dorp te stappen. Ze keek nog even naar de snob, maar die keek niet meer naar haar. Ze wist dat niet zoveel keus had, als ze de kracht had gehad, dan had ze zeker tegen hem gevochten, maar die kracht had ze niet meer. Ze haatte zich zichzelf erom, ze mocht niet zo zwak zijn. Voor even sloot ze haar ogen, het had toch niet zoveel zin om naar de snob te kijken terwijl hij haar droeg, nee dat was zelfs raar. Toch ergens begreep ze niet waarom hij zo tegen haar deed. Ze had hem meer dan genoeg redenen gegeven om te vertrekken, en toch was hij gebleven. Ergens was het wel duidelijk dat de man geen flater wou slaan door terug te keren naar zijn leen zonder dat zijn opdracht was gelukt. Maar de snob pakte het dan wel op een hele rare manier aan. Langzaam nam de adrenaline in haar lijf af, en daarmee ook haar temperatuur. Ze luisterde naar de geluiden om zich heen, er klonk niks anders dan het geluid van Bloodhunter zijn hoeven die op de grond neer kwamen, en het geluid van de voeten van de snob. Er klonken geen andere voetstappen, geen deuren die open werden gegooid, geen gepraat van mensen, helemaal niks. Blijkbaar was er niemand in het dorp, niet dat ze dat erg vond, nee verre dan dat. Niemand hoefde haar zo te zien, en niemand zou haar ooit meer zo te zien krijgen. Haar ogen gingen pas weer open toen de hoeven van Bloodhunter stopte. Ze keek om zich heen en zag dat ze al bij haar huis waren. Ze bedacht zich op dat moment pas dat ze haar deur niet op slot had gedaan, wat niet al te slim was geweest, maar nu was het toch wel in haar voordeel. De snob liep naar binnen toe, ze zag in haar ooghoeken wel dat Bloodhunter het niet helemaal mee eens was met de movie die de snob uitvoerde. Hij zette haar neer in een van de zetels, eindelijk liet hij haar eens los. Zodra zijn armen haar los lieten en hij zich omdraaide ging ze overeind zitten. Een pluk haar schoof voor haar ogen, maar het deed haar niks. Ze volgde zijn bewegingen met haar ogen. Waarom deed hij alsof het hem wat scheelde? Als ze zich niet zo zwak had gevoeld, dan had ze zeker weten wel haar zwaard door hem heen gestoken, daar kon je je leven op verwedden. Ze zag hoe de ridder nog even bij de deur stopte, nu kwam vast en zeker het gene wat hij voor die daad terug wou, zo ging het hier altijd aan toe. . ”haat je me?” vroeg de snob toen opeens, hij had het niet hard gezegd, maar toch had ze het verstaan. Ze was een beetje verbaasd bij de vraag, maar haar ogen lieten niks zien. Waarom zou de snob dat willen weten? Ergens moest het antwoord toch wel duidelijk zijn voor de snob. Ze haatte iedereen die zich bemoeide met haar, die probeerde de opdracht of de situatie van de baron op te lossen. Ze haatte hun, omdat het schoothondjes waren, die op bevel van de baron op haar afkwamen, proberend of ze haar konden temmen. Ze zag hoe de snob toen zijn hoofd schudde, alsof hij daarmee de vraag weg wou wuiven, als de snob wat meer zijn hersenen zou gebruiken, dan zou die zelf wel achter het antwoord kunnen komen. . ”Roep me wanneer je hulp nodig hebt met je wond.” Sprak de snob toen tegen haar. Opnieuw begin de snob daar een fout. Dacht hij nou werkelijk dat ze iemand om hulp ging vragen? Nee, nooit. Even bleef ze stil zitten. Ze zag hem de deurpost verlaten en het duurde niet veel langer voordat ze geluiden van achter het huis hoorde komen, duidelijk Bloodhunter. Het gestamp van de hengst was duidelijk hoorbaar, ze hoefde niet twee keer na te denken om te weten wat de snob aan het doen was, de snob was bezig Bloodhunter aan het afzadelen. De hengst was in heel zijn leven maar een paar keer door een ander dan haar afgezadeld, en de hengst vond dat duidelijk niet leuk. Even verscheen er een lichtte glimlach op haar gezicht, het duurde niet lang voordat ze overeind kwam en de trap op liep. Een diepe pijnscheut schoot door haar arm heen toen ze langzaam haar harnas uitdeed. Het was niet het fijnste om te doen, maar er was geen andere optie. Ze hing de stukken op en legde de stukken die onder het bloed zaten apart. Ze keek even naar haar arm, het zag er niet al te best uit, maar op dit moment maakte haar dat niet uit. Ze liep de kamer in die als badkamer moest gelden. Ergens was ze blij met het feit dat ze voor het toernooi eraan had gedacht dat ze wel eens een bad zou willen nemen na het toernooi. Ze doopte haar vinger even in het water, het was nog lauw, perfect. Het duurde niet lang voordat haar kleding op de grond belandde en ze zich in het warme water liet zakken. Langzaam sloot ze haar ogen, het water stak wel in de wond, maar het zorgde er in ieder geval voor dat het voor een groot deel ophield met bloeden. Doordat ze haar ogen had gesloten zag ze niet hoe het water langzaam bloedrood werd, rood van haar bloed dat uit de wond droop. Haar gedachten gingen weer terug naar de snob, waarom had hij zo gedaan? Waarom had hij haar geholpen? Ze wist het niet, maar nog steeds was ze achterdochtig, je kon mensen nooit vertrouwen. Er was nog een gedachte die door haar heen spookte, toen hij haar had gedragen, het had redelijk vertrouwd gevoeld, alsof ze de snob al langer kende dat die paar weken. Er leek iets niet te kloppen, maar ze wist niet wat. Het duurde een tijdje voordat het water te koud werd om nog in te blijven. Langzaam kwam ze overeind en wikkelde ze de handdoek die ze had gepakt om zich heen. Even keek ze naar de wond, het was tenminste gestopt met bloeden, pas toen richtte ze haar aandacht op het pad, ze schrok toen ze zag dat het water de kleur van bloed had. Ze schudde even haar hoofd en droogde zich af. Snel pakte ze haar kleding van de kruk af en kleedde zich om. Met een simpel gemak trok ze de touwtjes van het korset aan, ze vond het ergens wel belachelijk, maar zij droeg ze niet zoals andere dames ze droegen, deze zat alleen om je middel heen. Ze hield niet van die strakke korsetten die je luchtwegen dicht snoerde. Nee, dat nooit, ze zou zich nooit in zo’n korset laten wurmen. Ze trok even de mouwen goed van het witte shirt wat ze eronder aan had. Zoals gewoonlijk had ze zich weer in haar normale kleding gestoken. Het bewoog soepel met haar mee. Ze liep de trap af en bedacht zich toen dat ze haar arm maar eens moest verbinden, voordat het weer zou gaan bloeden. Ze liep naar de keuken toe en keek even in het rond. Ze trok een paar manden uit hun vakken, voordat ze vond wat ze zocht. Het witte windsel lag in een van de manden, samen met het kruid. Ze stroopte de mouw omhoog en keek naar de wond. De wond was door het water al schoon geworden, dus dat hoefde ze niet opnieuw te doen. Ze pakte het kruid en legde het op de wond. Ze hield het uiteinde van het windsel vast met haar tanden terwijl ze met haar linkerhand het windsel om haar arm heen bond. Het duurde gelukkig niet al te lang voordat ze de uiteindes aan elkaar kon knopen. Ze zuchtte even en trok de mouw er weer overheen. Ze borg de spullen weer op en dacht even na over wat ze nu zou gaan doen. Cruor hing aan haar zijde, ze ging nergens heen zonder haar zwaard. Opnieuw voelde ze een golf van vermoeid door zich heen gaan. Even knipperde ze met haar ogen voordat ze terug liep naar de grote kamer, ze had geen zin om opnieuw naar boven te lopen om te gaan slapen. Met een zachte plof belandde ze op de bank. Nog voordat haar hoofd het kussen van de bank raakte, was ze al in slaap. De vermoeidheid en het bloedverlies had hun tol geëist, voor een moment leek ze vredig. Voor dit moment was de duivel aan het slapen, maar je wist maar nooit wanneer die weer zijn hoofd op zou steken. Met haar, wist je het maar nooit. Ze weigerde op te geven, ze weigerde toe te geven aan de dingen die hun tol eiste, ze weigerde haar zwakte aan anderen te laten zien. Haar rode haren waren nog lichtelijk nat van het water uit de tobe. Haar nek was voor een groot deel ontbloot, en in de lichtstralen die op haar neer vielen, waren de littekens aan de achterkant haar nek duidelijk te zien. . Ze was door het leven getekend, en dat had zijn sporen duidelijk na gelaten. Het zilveren vogeltje danste zacht mee op het ritme van haar ademhaling, alsof in haar slaap het enige moment was dat ze vrij was van de ketenen die men haar hier had opgelegd. Maar voor hoe lang zou ze vrij zijn? Cruor lag half naast haar, als het zou moeten zou ze zo het zwaard kunnen trekken. Zelfs in haar eigen huis liep ze met haar zwaard rond, wat toch wel wat zei over in hoeverre ze mensen vertrouwde. Haar ademhaling was het enige wat geluid maakte in de ruimte, de stilte die er hing was kwetsbaar, en je zou met een simpele actie die kunnen breken, maar zoiets moest je niet maken. Ze zag er misschien nu rustig uit, maar de vraag was voor hoe lang, hoe lang totdat iemand het zou wagen haar weer lastig te vallen. Tijd was soms alles wat je nodig had.
In her eyes You see a coldness A coldness that can kill you If you don’t watch out..
3049 woorden.
Myron
Aantal berichten : 212
personal info Leeftijd: 21,5 I'm still young, but how long have I to live? Partner: I'm not sure what love is. But when I find her, I will fight for it. Paard: Flamelight
Onderwerp: Re: When swords cross, lord Myron.. za okt 12 2013, 20:15
Het was stil in de herberg, op de straten. Het was over al stil. Behalve in zijn hoofd. Hij lag op bed met gesloten ogen. Whiteshadow lag half op hem. Maar dar had hij weinig aandacht voor. Het enigste dat nu door zijn hoofd spookte was die lach. De lach van Vrouwe Scarlet. Hij kende die lag zo goed. Zo verschrikkelijk goed. Het was een oude en vertrouwde lach. Het was een lach geweest die hij vroeger altijd al had gehoord. Maar nu, nu bestond die lach niet meer. Toch, toch had hij hem gehoord. Dat was niet mogelijk, die lach was lang geleden gestorven. Samen met de eigenaar er van… Zij was dood, opgegaan in de vlammen. Net zoals de rest… Was het zijn verbeelding geweest? Neen hij had het gehoord, en het spookte door zijn hoofd. Dat was ook de reden geweest waarom hij had gevraagd of vrouwe Scarlet hem haatte. Het antwoord was duidelijk genoeg. Natuurlijk haatte ze hem. Maar die lach van haar, het echt pijn gedaan. Het had wonden weer open getrokken. Nu bloede hij en hij had geen manier om het te stoppen. Hij kon er niets aan doen. Het was er geweest. Maar hoe kon zij weten van die lach? Van zijn verleden. Neen het was puur toeval geweest en dat zou het ook blijven. Misschien leek het er alleen maar op en was het niet helemaal het zelfde. Toch was hij zeker dat hij het helemaal had gehoord, dat er geen verschil was geweest. Speelde zijn geest nu spelletjes met hem? Het vreemde was ook nog dat hij weer herinneringen kreeg. Tenminste sinds hij haar had ontmoet. Hij was er niet bang van en hij had ze zelf graag. Niet zoals vroeger, waar hij elke keer pijn kreeg na een herinnering. Hij had er mee leren leven. Het verleden moest je vergeten zeiden ze soms…. Maar als je het vergat dan kon je er ook niet uit leren en dat deed hij wel. Elke keer opnieuw. Maar nu voelde hij een lichte pijn in zijn borst. Op de plaats waar zijn hart zat. Hij had zin om dingen kapot te slaan, hij moest zich ergens op uit werken. Maar hij kon het niet. Hij kon het niet doen! Waar zou hij zich op uit moeten werken? Bij zijn thuis had hij alles. Kende hij plekjes waar hij alles kon doen. Echt alles. Maar hier, dit was zijn thuis niet. Hij kende deze stad goed heel goed zelfs. Zeker nu hij hier wel al een tijdje was. Maar toch kon hij het zijn thuis niet noemen. Thuis was waar je hart lag en zijn hart lag niet hier. Maar in zijn leen bij zijn vrienden, zijn familie. In het begin had hij het ook veracht… had hij het wel kunnen afbranden. Ja hij had het ook een paar keer geprobeerd. Maar hij had het ook altijd weer geblust omdat iets hem tegen had gehouden. Wat? Hij wist het niet. Toen niet en nu niet. Maar wat maakte het nog uit. Weer spookte die lach door zijn hoofd. Hij zelf moest ook even lachen. Een geest van zijn verleden die hem kwelde? Moest hij dan toch geloven dat Vrouwe Scarlet een duivel was… Zag hij haar anders dan ze was doordat ze een geest was? Een geest die door de duivel naar deze wereld was gesteurd? Neen dit al moest hij niet geloven want geesten konden niet bloeden. En vrouwe Scarlet had gebloed, hevig gebloed. Ook had ze gevoelens en dat wist hij maar al te goed. Die kille ogen waren maar een masker om de echte ik te verbergen. J hij wist dat ze een muur om zich heen had gebouwd en waarom wilde hij die zo graag slopen? Omdat hij niet zou toelaten dat mensen leden onder de pijn die ze zich zelf aandeden. Niet vrouwe Scarlet en niemand anders ook niet. Hij had de wonde van vrouwe Scarlet niet verzorgd. Dat zou ze hem waarschijnlijk niet eens hebben toegelaten. Ook al was ze zwak geweest. Hij wist nu al dat ze zich zelf wel verzorgd had. Hij zelf had nu wel een paar blauwe plekken. Neen Bloodhunter had hem niet heel gelaten. Dat beest mocht wel wat dankbaarheid tonen. Myron sloot zijn ogen even. Nam diep en rustig adem. Hij moest zijn gedachten los laten. Wat was gebeurd was gebeurt en hij kon er niets meer aan veranderen. Nu moest hij er voor zorgen dat hij een nieuw plan had. De baron van dit leen zou het hem niet makkelijk maken. Dat was zeker. Maar hou zou er niet van weg rennen. Hij kon die man wel aan. Trouwens hij was woedend op de man en dat zou ook nog wel van pas komen. Hij was kwaad en echt kwaad. Wie gaf hem het recht om vrouwe Scarlet zo…. Hij beet op zijn tanden. Waarom was hij zo kwaad? Hij had geen band met Scarlet en toch. Toch was er dat gevoel dat hij haar al jaren kende. Langer dan jaren zelfs. Waarom wilde hij haar zo beschermen. Ze haatte hem… Die vraag… Hij was blij dat ze hem haatte. Waarom? Omdat ze dan tenminste iemand had om haar woede op uit te werken. Hij streelde Whiteshadow rustig en de hond begon zijn hand te lekken. Een plan, een plan. Welk plan had hij? Hij had er zo veel in zijn hoofd zitten. Maar welkeen moest hij geen uitvoeren. Wachten op de brief van zijn baron. Ja dat leek de beste oplossing te zijn. Dan wist hij tenminste wat hij zeker moest doen en wat hij zeker niet moest doen. Maar hoe lang zou hij moeten wachten en had hij die tijd wel? Daar had hij nu geen antwoord op. Hij was zo moe en hij zou zo in slaap kunnen vallen. Maar iets hield hem tegen om te slapen. Alsof hij wakker moest blijven voor wat komen zou. De vraag was, wat zou er gaan komen. Als er iets kwam. Hij stond rustig op, zijn spieren deden pijn. Maar het was een goede pijn. Zo’n pijn waarvan je wist dat je lichaam er beter van zou gaan worden. Myron liep naar de badkamer. Whiteshadow bleef rustig liggen op zijn bed. Hij warmde water op, deed een geurige kruid in het warme water. Daarna voegde hij er wat lauw water bij zodat het de perfecte temperatuur was. Hij kleedde zich snel om en gleed het warme bad in. Een zucht gleed van zijn lippen. Het warme water zorgde er voor dat zijn spieren zich ontspanden en dat al zijn gedachten meteen uit zijn hoofd waren. Langzaam ging hij onder. Hij voelde hoe het water hem omringde en hij kon zijn hard onderwater horen kloppen. Een teken dat hij nog leefde. Een teken dat hij emoties kon hebben. Een teken dat hij er nog was. Lang had hij gedacht dat al die dingen niet zo waren. Dat hij hier alleen nog maar een lege schel was. Maar hoe lang geleden was dat? Niet lang en toch leek het een eeuwigheid. Hij bleef zo onder, hij kon voelen en horen hoe langzaam zijn hard begon te kloppen. Hij voelde hoe zijn adem opraakte en toch. Als hij nu onder zou blijven kon alles zo gedaan zijn. Moest hij niets meer doen. Maar dat kon hij niet doen. Hij had nog zo veel dingen om op te lossen. Dus gleed hij weer naar boven. Hij hoorde hoe de druppels van zijn lichaam weer in het bad vielen. Hij voelde hoe nat zijn haar was. Het plakt aan zijn lichaam. Het was zo lang. Misschien moest hij het maar eens af knippen. Maar dat leek dan weer niet juist te zijn. Zijn haar, het was altijd al lang geweest. Lang en wit. Het was een deel van hem en zonder dat was hij niet langer Myron. Hij herinnerde zijn vader. De gouden ogen en het korte witte haar. Ja hij leek goed op zijn vader. Maar zijn haar was witten en zijn ogen waren goudkleuriger dan die van zijn vader en moeder samen. Die ogen die altijd blonken. Hij nam eens diep adem en ging weer onder. Hij voelde zich beter onder water dan er boven. Onder water leek je beschermd te zijn, als een bel waar niemand anders door kon raken. jammer dat hij er niet kon blijven. Jammer dat hij terug naar boven zou moeten gaan om weer adem te halen. Myron gleed weer nar boven en bleef nu boven. Hij legde zijn hoofd tegen de rand van het bad en sloot zijn ogen. Zijn gespierde lichaam had eindelijk wat rust en warmte. Hij vergat de blauwe plekken die hij had en voor even was alle pijn weg. Zelfs de wond die hij had opgelopen leek te vervagen. Hij water kleurde wel wat rood rond zijn dij. Maar de wond was toe en niet diep. Hij moest zich er geen zorgen over maken. Voor even had hij helemaal geen zorgen meer. Hij opende zijn ogen pas toen het water koel werd. Hij stapte snel en voorzichtig uit het bad. Hij droogde zijn lichaam voorzichtig af. Ook zijn haren droogde hij goed af. Waarna hij zijn kleren weer aandeed. Whiteshadow lag nog altijd te slapen. Normaal gezien was het beest zo wild en vol energie. Maar het leek er op dat de hond zijn energie van vandaag al lang had opgebruikt. Myron ging in de zetel zitten en keek door het raam. De straten waren nog altijd verlaten. Maar binnen zo veel minuten zouden er wel weer mensen lopen. Hellaas kon de baron niet blijven vechten. Hij vroeg zich af wat er was gebeurd tijdens die gevechten. Had de man zich zelf voor schud gezet? Waarschijnlijk had hij wel een paar gevechten verloren. Hoe oud was die man eigenlijk? Veel te oud voor zijn werk. Veel te hoog gestegen in zijn hoofd. Het leek er op dat de man vast zat in een droom. Een droom waarvan hij niet kon ontsnappen. Moest hij medelijden hebben met die man. Hem proberen te helpen? Neen die man zou niet willen luisteren. Meer zelf de man zou hem nooit geloven hoe hard hij ook schreeuwde. Hij zo doof zijn. Zoals de man al doof was voor alles wat er gebeurde. Niet omdat hij het niet kon horen. Maar omdat hij het niet wilde horen. Dus de mensen hier zouden er onder blijven lijden. Maar waarschijnlijk hadden de mensen hier niet eens door dat ze aan het lijden waren. Neen ze waren het te gewoon. Ze wisten niet beter. Zijn blik was vaag geworden en hij schrok op toen er getik op de ruit was. Myron was meteen weer terug in het hier en nu en keek recht op een post vogel. Met een ring rond zijn poot. Hij deed snel het raam open en de vogel kwam binnen. Het beest wachte rustig. Myron nam de ring van de poot af en opende de brief. Zijn ogen waren goed en hij had geen vergrootglas nodig om het te kunnen lezen. Hij herkende meteen het geschrift van Baron Rinaldo en er verscheen een glimlach op zijn gezicht. Snel las hij het bericht. ”Geen nood om er te blijven? Ik heb een opdracht voor je. Neem vrouwe Scarlet mee ze is altijd welkom.” Getekend Baron Rinaldo. Meteen klaarde zijn gezicht op. Een nieuwe opdracht van de baron. Hij was zo gelukkig dat hij bij zijn leermeester in het leen woonde. Want zijn oude meester had hem meteen ook een oplossing gegeven voor zijn vragen. Hij stond op… Nu was er nog één ding die hij moet doen en dat was een moeilijke opdracht. Snel Pakte hij zijn spullen. Maakte hij alles klaar. Liet wat geld achter voor de herbergier. Nam Whiteshadow me en ging meteen naar de stallen waar Flamelight al stond te wachten. Hij streelde zachtjes haar neus en zadelde haar snel op. Waarna hij de straat op trok. De weg was al helemaal in zijn gedachten vast gegrift. Het huis van Vrouwe Scarlet had hij snel genoeg bereikt. Het was stil binnen en het leek er op dat haar deur nog altijd open was. Hij had geen zin om te treuzelen en ging zachtjes naar binnen na dat hij zachtjes had geklopt. Hij zag haar liggen in de zetel. Whiteshadow en Flamelight stonden buiten voor het huis te wachten. Myron stond even als verstijfd en zijn ogen werden hard. Ze zag er zo lief uit. Zo rustig. Maar zijn ogen vielen meteen op de littekens. Zijn ogen versmalden een beetje. Hij kende die littekens goed. Want hij had de zelfde op zijn rechter schouder en schouderblad. Zijn ogen gleden ook naar haar kettinkje. Het zilveren vogeltje. Het was precies het zelfde… Hij bleef zo even staan. Maar hoestte dan lichtjes. Hij stond op een veilige afstand en als ze hem zou aanvallen zou hij zijn zwaard nog kunnen trekken. Hij zou wel zien hoe het zou gaan lopen. Mar hij was hier nu en hij zou zijn plan vervullen. Natuurlijk zou hij Scarlet niet dwingen. Het was nog altijd haar keuze. Zijn ogen kwamen weer wat zachter te staan. Moest hij ook eens naar de zilveren ketting vragen? [2200] "Even if you hate him... he will keep going on for you... because he doesn't hate you."
Scarlet
Aantal berichten : 272
personal info Leeftijd: 21 years I'm already on this world fighting the rest. Partner: So not, I'm love my freedom and will stay forever like that Paard: My dangerous Bloodhunter brings me where I need to go
Onderwerp: Re: When swords cross, lord Myron.. za okt 26 2013, 17:11
”kom op, je bent toch geen slappeling” De woorden werden naar haar hoofd toe geslingerd, maar ze kon er niks tegen doen. Haar voeten vonden geen grip meer in de modder. Het was nou al de tiende keer dat de jonker haar dit parcours liet afleggen, alleen maar omdat ze een opmerking had gemaakt tijdens een van zijn lessen. Hij had zelf een fout gemaakt, en zij had hem erop gewezen, wat erop had geleid dat hij haar voor van alles en nog wat had uitgemaakt, en haar toen als straf tien keer het parcours had laten lopen. Het nadeel was dat het halverwege was gaan regenen, waardoor het parcours in een modderbaan was veranderd. Normaal zou ze er totaal geen moeite mee hebben om tien keer het parcours af te leggen, maar zo in de regen was het een heel ander verhaal. Het was pas de eerste keer dat ze was uitgegleden, maar het ergste was dat de jonker erbij stond te kijken alsof dit de beste dag van zijn leven was. Woede in haar vlamde op, even sloot ze haar groene ogen, het was ook altijd het zelfde verhaal. Het enige wat mensen van haar wouden zien, was het moment dat ze bijna verslagen was, gebroken, over de rand gejaagd, het moment waarop ze eens anderen zou gehoorzamen, het moment waar ze op zou lijden. Maar geen van allen leek te beseffen dat ze al lang voorbij dat punt was, ze was al lang gebroken geweest, mensen hadden haar al lang over de rand heen gejaagd. Ze was al verslagen geweest, haar leven had geen doel meer gehad. Tot het moment dat ze in de spiegel had gekeken, en ze het zilveren vogeltje om haar nek heen had zien hangen. Toen had ze geweten dat ze door moest gaan, dat ze alles maar moest doorstaan, er zou een moment komen dat ze hun terug zou pakken, op dat moment had ze besloten dat ze een ridder zou worden, zodat anderen nooit meer onrecht aangedaan zou worden. Met een ruk schoten haar ogen weer open, in de groene ogen van het roodharige meisje lag diepe haat en een kilte, haat voor de mensen die haar zo behandelde als vuil, kilte, want dat was alles wat er nog in haar hart over was. Haar handen hadden zich in de modder gebord en ze was weer overeind gekomen. De kilte had vanaf dat moment voorgoed haar hart ingenomen. De blik op het gezicht van de jonker was prijs loos, de man had niet bedacht dat ze nog weer overeind zou komen en het gewoon op zou geven. Haar voeten hadden weer grip gevonden in de modder en ze was verder gerend, over de muur heen, en toen over de modderige evenwichtsbalk. In haar groene ogen bleef die blik vol haat en kilte staan. Ze liet zich door niemand een slappeling noemen, ze was geen opgever. Niemand wist wat ze had moeten doorstaan, ze had meer meegemaakt dan dat goed voor haar was, maar het was gebeurt, en ze kon er niet veel meer tegen doen. Het verleden was het verleden, en het verleden kon je niet meer veranderen. De jonker had verder niks meer tegen haar gezegd toen ze aan het einde van het parcours was gekomen. De blik in zijn ogen was genoeg geweest, in de ogen van de jonker had alleen maar ongeloof en verontwaardiging gestaan, duidelijk kon de man er niet tegen als hij ongelijk kreeg. Ze wist wel dat ze haar meer modderparcours gingen geven, als dat er tot zou leiden dat ze misschien wel zou breken. Maar niks zou haar nog kunnen breken, dat stond ze niet meer toe. De jonker had haar aangekeken, en toen weer naar het parcours gewezen. ”Nog 5 keer” riep de man tegen haar. Ze keek hem even aan, maar kwam niet in beweging, opeens had de man een zweep tevoorschijn getrokken. Het uiteinde raakte haar rug, ze voelde hoe de scherpe punt door haar kleding heen sneed en recht in haar huid terecht kwam, maar ze gaf geen gil, geen enkel geluid verliet haar lippen. Ze draaide zich om en begon gewoon opnieuw met het parcours. Elke keer als ze volgens de jonker te zacht ging, kreeg ze een klap met de zweep. Het was maar goed dat het regende, want anders had er nu een hele groep leerlingen gestaan om toe te kijken hoe zij met de zweep ervan langs kreeg. Het laatste wat ze toestond, was dat mensen haar voor de neus van anderen vernederde, want als je dat deed, dan had je zelf ook geen trots meer. Niet dat ze zich afvroeg of de jonker nog maar een greintje trots over had. Respect hoefde de man in ieder geval niet meer van haar te verwachten. Als je prestaties uit mensen moest halen, dan moest ze je niet zo behandelen. Maar ze was duidelijk in het verkeerde leen beland, want hier geloofde ze niet in die aanpak. Wie niet deed wat er werd gezegd, die kreeg klappen van de zweep. Met gemak had ze de rest van het parcours afgelegd, zonder dat ze ook nog maar een woord had verspeeld aan de jonker. Ze had alle vijftien keren dat ze het parcours had afgelegd geen woord tegen de man gezegd. Ze voelde haar rug wel branden, maar ze vergat het gewoon. Het enige wat nu belangrijk was, was dat ze de rest van het parcours aflegde. Haar kleding was doorzopen van de regenen, de jonker zijn kleding was ook doorzopen, maar de man had daar minder last van dan haar. Want zij moest het extra gewicht mee slepen over het parcours heen, en de man hoefde alleen maar een beetje heen en weer te lopen. Opnieuw voelde ze een steek door haar rug heen gaan, de man had opnieuw met de zweep naar haar geslagen, van binnen kookte ze, maar haar ogen en lichaam verraadde niks. Ze had haar rug naar hem toegekeerd en was naar de barakken toegelopen. De man had haar van alles achterna geroepen, maar zij had het genegeerd. Het enige waar ze om gaf, was een douche, zodat ze het bloed van haar rug af kon krijgen. De wonden zouden wel langere tijd zichtbaar zijn, maar niemand anders zou het zien. Pas toen de warme stralen van de douche over haar rug heen liepen, en het water rood kleurde, toen pas kon ze ontspannen. Maar hoe erg het ook zou worden, ze zou niet opgeven. Ze zou afmaken waar ze aan was begonnen, en ze zou anderen ongelijk geven. Het was niet de enige keer geweest dat ze was geslagen door mensen van de ridderschool met de zweep, maar geen van de keren had ze ook maar iets toegegeven, geen van de keren was er ook maar één geluidje over haar lippen heen gekomen. Pure wilskracht, dat was waarop ze altijd had overleefd, en dat was waarop ze zou blijven overleven. Vele littekens tekende haar rug, vooral omdat de mensen wisten dat niemand dat toch te zien zou krijgen, dus dat het toch niet uitmaakte als daar littekens kwamen. Maar geen van de littekens had haar ooit iets gedaan. Ze was toch al door het leven getekend, dus meer konden er ook wel bij. Niemand had ooit de brandplek op haar linkerschouder gezien, de plek waar de balk haar had geraakt toen ze terug het huis in was gerend, om haar familie te redden. Die balk had haar meer getekend, had haar meer gedaan dan welk wezen haar ooit zou kunnen aan doen. Haar kleding verborg altijd de littekens waarmee ze was getekend, als ze haar haar in een vlecht had, dan bleef het altijd haar nek bedekken, zodat niemand de littekens in haar nek zag. Het was ook een reden waarom ze als ze normaal gekleed was, ze haar rode haren los liet hangen. Mensen hoefde het niet te weten, mensen hoefden geen vragen te stellen over wat er was gebeurt. Ze hield er niet van om over haar verleden te praten, en mensen die dat niet wisten, die waren misschien net goed genoeg voor de wolven. De verhalen die hier over haar geschiedenis de ronden deden, was dat ze op een dag gewoon was verschenen in het bos, en dat ze haar op hadden genomen in het weeshuis, zonder dat iemand ooit te weten was gekomen waar ze vandaan was gekomen. Toen mensen erachter waren gekomen hoe ze werkelijk was, werd er aan haar geschiedenis toegevoegd dat ze door de duivel was gestuurd, want niemand hoorde van nature die bloedrode kleur haar te hebben. Maar bij haar was het al zo vanaf haar geboorte geweest, maar dat ging ze hun natuurlijk niet vertellen. Niemand hoefde haar verleden te weten, want dan zou ze weer zoals daarvoor worden behandeld. Het was waarschijnlijk ook een van de vele redenen dat mensen haar niet begrepen, en dat ook nooit zouden doen. Ze was beschadigd, meer dan dat iemand zou kunnen bedenken. De persoon achter het masker bestond niet meer. Zij was één geworden met het masker. Na al die jaren, was zij het masker geworden, dat was alles wat er nog over was van de persoon die er ooit was geweest. Ze was nog steeds diep in slaap, even bewoog ze had, de littekens in haar nek bewogen mee en het zilveren vogeltje verschoof een stukje, waardoor het even iets leek te vliegen. Haar gedachten waren te diep in slaap, de herinnering was als een nachtmerrie op komen dagen, een nachtmerrie die de bittere waarheid was van haar jeugd. Elk litteken had zijn eigen verhaal, de een gruwelijker dan de anderen. Verhalen die je niet wou horen, verhalen die je nachtrust verstoorde. Het verband dat om haar arm heen zat was lichtelijk rood gekleurd, terwijl de snee op haar wang al niet meer zichtbaar was. Het was maar voor even, maar ze had toch een rust zonder herinneringen, dromen of nachtmerries. Maar dat die rust niet lang zou duren, dat had ze zelf ook wel kunnen weten. Ze merkte niks van het geklop op de deur, daarvoor was ze nog te diep in slaap. Het kraken van de planken ging haar voorbij, het kraken wat gebeurde toen Myron haar huis binnen liep. Hoewel, het niet zo erg haar huis was, het enige wat echt van haar was, dat was haar kleding, haar harnas, een kistje en Bloodhunter, de rest behoorde tot de standaard inrichting van dit huis, ze zou dus zo haar spullen op kunnen pakken en kunnen vertrekken. Het gevoel dat ze werd bekeken ging haar totaal voorbij, meer omdat haar energie nog zo laag was, dat haar lichaam haar in slaap hield. Ze bewoog even en een plukje haar schoof voor haar ogen. Haar gezicht was redelijk wit, maar dat was ook wel redelijk logisch aangezien ze een behoorlijke hoeveelheid bloed was verloren. Toch toen iets of iemand hoestte, werden haar zenuwen geprikkeld. In een fractie van een seconde vlogen haar groene ogen open en zat ze overeind. Haar hand lag op het gevest van het zwaard, maar ze had hem nog niet getrokken. De groene ogen bezaten weer de kilte, de kilte die bijna nooit haar ogen verliet. Even zag ze zwarte vlekken voor haar ogen, maar toen herstelde het beeld zich weer. Toen zag ze de snob staan, ze keek hem aan, zijn gouden ogen stonden lichtelijk vriendelijk, maar duidelijk zacht. Ze vroeg zich af wat hij hier deed, was hij door de baron gestuurd? Maar dat zou niet logisch zijn, aangezien de snob degene was geweest die haar uit de handen van de andere soldaten haalde. Het duurde even voordat ze haar evenwicht goed genoeg vond om op te staan. Ze kwam soepel overeind, alsof er niks met haar aan de hand was, haar linkerhand had zich om de schede van Cruor heen gesloten. Haar groene ogen keken recht in de gouden ogen van de snob. ”Wat doe je hier?” vroeg ze, het klonk niet al te vijandelijk, maar het was verre van vriendelijk. Maar toch was het een lichtelijke vooruit gang met hoe ze eerder op hem had gereageerd. Ze hing Cruor weer aan haar riem. Het was wel duidelijk dat ze nergens zonder haar zwaard heen ging. Ze zou hem alsnog aan kunnen vallen, maar iets zei haar dat het niks uit zou maken, hij zou haar op dit moment gemakkelijk kunnen verslaan, maar dat was meer omdat ze zich ongelofelijk zwak voelde. En nog een duel, dat was niet iets wat ze goed zou kunnen doen. Ze bleef de snob aankijken, afwachtend wat hij nu weer van haar wou. Wou hij iets terug voor het feit dat hij haar had geholpen? Zo ging het meestal met de mensen hier, ze deden nooit dingen om aardig te zijn, ze wouden er altijd wat voor terug. Nog een van de redenen waarom ze er niet van hield dat mensen haar hielpen, omdat ze er dan wat voor terug wouden. Ze voelde even een steek door haar rechterarm heen gaan, ze bewoog even lichtjes de vingers van haar hand, om er voor te zorgen dat de pijn wat afnam. Haar groene ogen bleven kil staan, ontspannen was ze duidelijk niet erg. Vreemden in haar huis, dat was niet iets wat meestal goed afliep. Maar iets in haar was nieuwsgierig, nieuwsgierig naar wat hij haar te vertellen had. Nu was het zijn beurt om te spreken.
No matter how far you go No matter how hard you run, She always catch you And destroys you..
2255 woorden.
Myron
Aantal berichten : 212
personal info Leeftijd: 21,5 I'm still young, but how long have I to live? Partner: I'm not sure what love is. But when I find her, I will fight for it. Paard: Flamelight
Onderwerp: Re: When swords cross, lord Myron.. za okt 26 2013, 18:48
Het was vreemd om haar zo rustig te zien zitten, Zo rustig en toch. Zijn gedachten gingen even heen en weer. Vooral dacht hij na over dat kettinkje. Hij kende dat zo goed. Kon het gewoon toeval zijn? Waarschijnlijk leek het gewoon op de zelfde ketting dat hij ooit aan zijn beste vriendin had gegeven. Het was toch normaal dat er meer van één juweel waren? Of niet? Misschien leek het er gewoon op en was het zijn geest die met zijn voeten speelde. Hij moest niet te veel denken. Er was maar één oplossing en hij zou er geen andere bij toevoegen. Zijn beste vriendin was gestorven in een brand. Samen met haar ouders. Snel en niet te pijnlijk. Dat was wat hij zich zelf had wijs gemakt en dat was ook een waarheid voor hem geworden. Zijn oude thuis was verwoest geweest. Met de meeste mensen die er woonden. Sommigen hadden het overleefd de meesten waren gestorven. Diegene die het overleefd hadden waren vertrokken, omdat ze er geen herinneringen aan wilde hebben. Die mensen hadden nu ook een nieuw leven en de kans dat hij die mensen ooit weer terug zou zien. Wel die kans was heel erg klein. Dus hij zou er niet over na denken en wachten tot dat Scarlet wakker werd. Hij moest niet lang wachten. Want haar ogen schoten meteen vuur. Ze schoot ook meteen recht. Er stond weer kilheid in haar ogen. Die kilheid die hij van het eerste moment had gezien. Zou dat ooit veranderen? Hij zou er niet over na denken. Het was haar keuze. Misschien wilde ze wel niet anders? Hij wachte rustig en ook al had ze weer die kilheid in haar ogen hij kon zien dat ze ook niet helemaal goed was. Maar lang duurde dat niet. Het leek er op alsof er niets mis met haar was. Ze stond soepel recht alsof er helemaal niets aan de hand was. Misschien was er ook niets aan de hand. Hij had ook meteen gemerkt dat haar hand ruste op haar zwaard. Hij had geen angst. Ze mocht hem aanvliegen. Hij had het recht niet om hier te staan en zij had het recht om hem weg te steuren. Hij keek haar weer recht aan en vroeg zich even af wat er door haar gedachten speelde. ”Wat doe je hier?” Hij schrok een beetje van de toon. Niet dat hij het liet merken. Zijn ogen bleven zacht staan. hij schrok niet van de hardheid van de woorden. Neen hij schrok meer van de toon. Het was niet echt aanvallend en dat had hij wel verwacht. Hij had deels verwacht dat ze hem zou aanvliegen en hier te plaatse zou gaan vermoorden. Was het gewoon geluk dat hij hier had? Of was ze toch wat zachter geworden. Hij zou er niet over na denken en gewoon zeggen wat hij te zeggen had. Hij keek haar recht aan. In die groene kille ogen. Het leek vreemd maar hoe kil die ogen ook stonden. Ze waren prachtig. Alleen leken ze iets te missen. Iets dat hij zelf ook lang had moeten missen. Zijn ogen vielen even weer op het kettinkje en daarna kon hij ook nog een deeltje zien van de littekens. Maar hij zou er geen vragen naar stellen. ”Zou je niet beter weer gaan zitten?[b] Zijn stem klonk zacht, zelfs vriendelijk en bezorgd. [b]”Je hebt een zware dag gehad, dus rust verdien je wel…” Hij bleef staan waar hij stond. Geen zin om te bewegen. Of meer omdat hij geen last op Scarlet wilde legen. Hij keek heel even naar de plek waar haar wonde zat. Het verband er rond was weer lichtelijk rood gekleurd. Maar hij zou het nu niet over haar wonde hebben. Trouwens ze zou het hem toch niet toestaan om het weer te verzorgen. Hij was hier voor één ding. Om haar voor een keuze te zetten die alles kon veranderen. Maar het was wel een keuze die ze zelf moest maken en dat niemand anders kon maken. Heel even gleed zijn blik door het huis. Maar hij dacht er niet eens over na. Neen zijn blik ging snel genoeg weer terug naar die groene ogen. ”Baron Rinaldo heeft een opdracht voor me. Dus ik moet terug keren naar mijn leen.” Hij bleef haar aankijken. Hij lachte even. ”Wat je vast niet zo erg vind…” Neen ze zou het niet erg vinden. Hij vroeg zich eigenlijk af waarom hij dit aan het zeggen was. Haar kon het zeker niet veel schelen. Waarschijnlijk vond ze dit gewoon tijdverlies. Maar het was wel een mooie inleiding naar de vraag die hij wilde stellen. Een inleiding die het ook wel wat vriendelijker maakte dan gewoon met de deur in huis te vallen. Hij kon zo veel zeggen. Ja hij zou haar vragen mee te gaan met hem naar zijn leen. Hij kon daarbij toevoegen dat als ze niet mee ging dat hij toch terug zou keren. Neen ze zou niet van hem afraken. Maar hij zou daar niet over beginnen. Trouwens dat gaf dan weer het verkeerde beeld van wat hij eigenlijk wilde doen. ”Wil je met mij mee naar mijn leen?” Zo het was er uit. Hij lachte vriendelijk naar haar. ”Wat ik bedoel is. Als je wilt kun je mee met mij naar het leen van Baron Rinaldo.” Hij slikte even zachtjes. Hij was hier zo slecht in… Hij zou Baron Rinaldo de kop afrukken zo hou hij kon. Neen hij zou Baron Rinaldo dat niet aandoen. Dat kon hij gewoon niet. Daarvoor was de man veel te belangrijk voor hem. ”Het is natuurlijk je vrije keuze… Ik zal op je wachten aan het begin van het verbrande woud. Hij boog heel even zijn kop en draaide zich om. Voor dat hij weer naar buiten stapte zei hij nog één ding. ”Ik zal dan wel zien of je komt of niet. Zoals ik al zei de keuze is geheel aan jezelf.” Hij verliet haar huis en reed weg. Terwijl hij weg reed van het huis van vrouwe Scarlet voelde hij zich opeens een stuk beter. Ja het was een goede keus geweest om haar de keuze te geven. Hij moest toegeven dat hij liever had dat ze mee ging. Niet omdat, dat beter uit kwam. Maar omdat het beter zou zijn voor haar. Misschien zou het wel voor meer mensen beter zijn dan alleen voor haar. Flamelight stapte rustig door het dorp. Er kwamen wat meer mensen op straat die aan het praten waren over het toernooi en hoe leuk het wel niet was geweest. Ze groete hem ook, maar zeiden verder geen woord. Whiteshadow gromde niet wanneer er mensen dichterbij kwamen. Maar je kon zien dat het beest zich hier niet zo goed voelde. Myron lachte hij was blij dat hij Whiteshadow had. Hij kon al niet meer zonder de hond en hij zou het beest ook gaan trainen. Hij wilde het gezicht van Rinaldo wel zien wanneer hij de hond zag. Zou de Baron denken aan zijn grootvader? Nou ja grootvader… Voor hem was het een grootvader. Het was een lang verhaal dat hij kende. Dat velen niet kenden. Maar hij had zo’n gevoel dat Baron Rinaldo het wel wist. Ook al had de man er nooit een woord over gesproken. Waarschijnlijk wist de jager het ook. Maar die man sprak nauwelijks een woord. Het was vreemd om een jager als vriend te hebben. Maar het maakte geen verschil. De jager was een vriend en voor vrienden zou hij alles doen. Nou hij zou voor iedereen alles doen. Tenminste zolang ze geen vijand waren. Vijanden maakte hij het leven zuur en dat wist iedereen die hij kende. Neen als je niet zijn vriend was maar een vijand dan had je een probleem. Het beste was dat hij zijn vijanden niet zomaar dode. Neen hij vond dat, dat een te snelle ontsnapping was. Dat verdienden ze dus niet. Ze verdienden te lijden en dat zouden ze ook. Hij schudde zachtjes zijn hoofd. Gelukkig had hij momenteel geen vijanden. Misschien de baron van dit leen. Maar die had hij al wat laten boeten en de man zou nog wel meer straffen krijgen. Daar hoefde hij zich geen zorgen over te maken. Vrouwe Scarlet zag hij niet als een vijand neen. Het was vreemd maar hij had ergens het gevoel dat hij haar moest beschermen en helpen. Niet dat ze hulp nodig had. Nou ja misschien op sommige momenten ook al wilde ze het zelf dan niet toegeven. Ze was sterk en dat had ze wel laten zien. Ze had ook laten zien dat ze zich niet zwak wilde laten tonen. Wat ergens ook normaal was. Hij had ook niet graag dat mensen hem zwak zagen. Maar was het niet normaal dat iedereen een keer hulp nodig had? Dat iedereen niet alles alleen kon doen hoe hard je ook probeerde. Wel je kon het wel doen. Maar dan ging je er aan kapot en dat had hij ook ondervonden. Ze waren bijna bij de poort. Hij hoefde geen afscheid te nemen van de baron. Wat misschien wel beter was. Niet dat hij bang was van de man. Het was een kleine zwakkeling en een lafaard. Die zijn werk liet doen door anderen en die probeerde in macht te blijven door angst te zaaien in de harten van anderen. Het deed hem denken aan de baron van het noorden. Maar die man had hij eigenhandig vermoord. Nou ja eigenlijk had hij het niet helemaal alleen gedaan. Neen hij had de man bevochten en hij had de man kunnen vermoorden. Maar hij wist dat Leonoor iets had gedaan. Toch ging de ronde dat hij de baron had vermoord. Had deze baron dat verhaal ook gehoord. Waarschijnlijk wel en als de baron problemen ging maken. Dan zou hij de man dat gewoon even laten herinneren. Natuurlijk zou hij niet zomaar een baron bevechten tot de dood. Neen dat niet. Maar wel als de baron hem zou uitdagen tot een duel. Wat de man niet zou doen aangezien hij een lafaard was. Dan was er nog een bevel van baron Rinaldo. Ook al kon het ook van de koning komen. Hij woonde misschien wel in het leen van de baron en hij deed misschien wel wat de baron hem zei te doen. Hij werkte toch in opdracht voor de koning. Wat een hele eer was. Er waren meer ridders die in direct contact stonden met de koning. Die zoals mensen zeiden op zijn lijst stonden. Maar zo veel waren er ook niet. Hij had die eer gekregen door zijn reizen. Nu nog leefde hij op tot zijn reputatie. Niet dat zijn reputatie hem wat uitmaakte. Hij deed gewoon waar hij goed in was en hij was zichzelf. Iets wat goed bij hem paste. Want wie kon er nu beter hem zijn dan hij zelf? Hij zuchte toen ze eindelijk op de weg naar het verbrande woud waren. Hij was blij om dit dorp achter zich te laten. Ook al wist hij dat de kans groot was dat hij nog moest terug keren. Niet dat, dat veel uitmaakte. Hij zou zijn woord houden. Maar hij was toch blij dat hij er even van af was. Hij vroeg zich af welke opdracht zijn baron voor hem had. Waarschijnlijk was het een belangrijke opdracht. Anders zou de baron hem niet zomaar terug roepen. Waarschijnlijk zou er ook wel een nieuwe reis aan verbonden zijn. Daar zou hij blij mee zijn. Hij reisde graag, hij zag graag nieuwe gebieden en hij ontmoete graag nieuwe mensen. Het beste was dat hij dan tenminste meer mensen kon helpen. Whiteshadow blafte even en maakte hem wakker. Ze waren er bijna. Myron dacht heel even na hoe lang hij zou staan wachten aan het woud. Tot zonsopgang? J hij zou blijven wachten tot zonsopgang. Wanneer de eerste zonne stralen opzouden komen dan zou hij vertrekken. Dus hij zou een nacht op haar staan wachten. Aangezien de zon nu nog maar onderging. "Don't be afreid of the darkness... open your eyes en see the light... he will be your light."
Scarlet
Aantal berichten : 272
personal info Leeftijd: 21 years I'm already on this world fighting the rest. Partner: So not, I'm love my freedom and will stay forever like that Paard: My dangerous Bloodhunter brings me where I need to go
Onderwerp: Re: When swords cross, lord Myron.. zo okt 27 2013, 00:03
Een zachte bries gleed even door de ruimte heen, aangezien de deur nog steeds op een kiertje stond, niet dat ze het onprettig vond, de wind koelde haar woede lichtelijk af. Nu ze had gesproken, kon ze eigenlijk pas redelijk helder nadenken. Wat deed hij hier in haar huis? De enige ridders die hier binnen waren gekomen, waren haar allemaal een lesje leren, en die eindigde meestal allemaal gewond buiten op de stoep. Alleen bij hem had ze haar zwaard nog niet eens getrokken, er was iets aan de blik in zijn goudkleurige ogen die haar deden twijfelen. Als ze het had gewild, had haar zwaard al op zijn keel gestaan. Normaal zou ze misschien niet het recht gehad om hem aan te vallen, behalve haar woede. Maar nu had ze dat toch wel. Hij was zonder toestemming in haar huis gekomen, en dat gaf haar het recht om hem aan te vallen. Ze was er nog niet zo zeker van of ze dat wel zou gaan doen. Want het was wel duidelijk dat de snob ergens mee zat, anders zou die nooit zomaar in haar huis verschijnen, en die blik in zijn ogen. Die leek lichtelijk te vertellen dat hij nodig iets kwijt moest, dat hij haar iets moest vertellen. Haar ogen gleden even langs hem heen, kijkend naar het raam, maar ze was zelf zo slim geweest om de luiken te sluiten, waardoor niemand haar had zien slapen, het was enkel ook de reden dat ze nu niet kon zien wie er zich buiten bevonden, of wat. Haar groene ogen richtte zich weer op de snob. Hij moest maar snel gaan praten, of ze zou alsnog besluiten om Cruor uit zijn schede te halen en Cruor zijn bloed laten proeven. Haar geduld was de laatste tijd zeer kort, en het feit dat ze zich niet al te goed voelde, droeg daar ook nog voor een groot deel aan bij. Ze werd altijd al humeurig als ze gewond raakte, maar nu was ze niet alleen gewond geraakt, maar had ze ook een heleboel bloed verloren, iets wat haar nog humeuriger maakte. Vooral omdat de snob voor haar degene was geweest die de wond had verzorgd. Ze kon er niet tegen als ze van andere mensen afhankelijk was, dat andere mensen voor haar moesten zorgen. Het liet je zwak lijken, zwak omdat je dingen niet op je eigen kracht kon. Op zulke momenten maakte mensen misbruik van je, omdat ze altijd later terug kwamen om een tegen dienst. En dat was iets waar ze niet tegen kon. Ze was geen klusser. De vraag was, dus of dat de snob voor haar nu ook zijn hulp zou terug vragen. Ze wou eigenlijk niet eens weten wat hij van haar wou, dat was namelijk meestal niet al te veel goeds, dat had ze wel geleerd door de jaren heen. Toen ze hier voor het eerst was aangekomen, had ze hulp gehad van het weeshuis, en toen die door hadden dat ze met haar konden, toen was alles heel anders gelopen. ”Sta op roodharig mormel” de woorden trokken haar uit haar lichte slaap. Ze had niet al te lang geslapen, nadat ze de vorige dag een heleboel klusjes had moeten doen, en toen halverwege de nacht uit haar bed was gehaald, omdat ze de haard aan moest maken bij een van de hoge mensen. Zij sliep niet het dichtste bij de deur, maar ze hadden duidelijk bedacht dat zij het maar moest doen, omdat ze haar nergens anders geschikt voor vonden. Het was de eerste keer dat ze haar wakker hadden gemaakt en niet een van de degene die dicht bij de deur lagen. Ze had mee moeten komen en bijna de rest van de nacht haarden aan moeten maken. Ze was er nog steeds niet achter gekomen waarom ze dat hadden gedaan, maar iedereen deed hier dingen met een hele goede redenen, want anders gebeurde ze niet. Het was nauwelijks een week geleden dat ze in het dorp was aangekomen, en de baron hier naar het weeshuis had gestuurd, de baron had met een grijns gezegd dat ze daar zou worden klaar gestoomd, en dat er dan misschien iets te halen zou zijn bij haar, de baron had achteraf niet eerlijker kunnen zijn dan met die woorden, over het klaar stomen dan. Die dag was zwaarder geweest dan de voorgaande dagen, alle klusjes die over waren en die anderen niet wouden doen, die moest zij doen. Dag in, dag uit. Elke dag werd het zelfde liedje, genoeg eten kreeg ze niet. Maar het maakte haar niet uit, ze had het al langer zonder goed eten moeten stellen, en ze had daarbij ook zwaardere arbeid moeten ondergaan. Dus op deze manier was het nog best goed te doen voor haar. Tot het moment dat het tot haar door was gedrongen dat ze haar alleen maar gebruikte, gebruikte om er zelf beter van te worden. Terwijl andere meisjes werd geleerd hoe ze moesten koken, moest zij overal de open haarden aan steken en vieze klusjes doen, alsof ze niet goed genoeg was om te leren koken. Niet dat ze wou leren koken, dat was nou een typisch meiden ding, en zij was nooit zo van de meiden dingen geweest. Zij was altijd al degene geweest die vaak betrokken was bij gevechten met jongens, die zonder pardon mensen voor gek zette. Maar hier was het anders, ze werd hier als oud vuil behandeld, en dat was iets waar ze nou weer niet echt van gediend was. Het werd haar steeds duidelijker dat ze dachten dat ze niks kon, dat ze niet goed genoeg was voor de klusjes die de anderen deden, en daarom werd ze als een buitenstaander behandeld. Maar toch hield ze vol. Ze wist dat in welk leen ze ook terecht kwam, ze zouden haar allemaal hetzelfde behandelen, als een buitenstaander, dus voor haar maakte het ook niet uit of ze hier zou blijven of verder zou gaan. Maar ze was hier in ieder geval zeker, dat zodra ze oud genoeg was, dat ze dan aan de ridderopleiding mocht beginnen, terwijl als ze naar een ander leen ging, dat niet meer zo zeker was. En misschien zouden andere lenen niet zo gastvrij zijn als dit leen en deze baron. Ook al was er op het eerste gezicht een gevoel van haat geweest bij het zien van de man, ze wist dat hij haar enige mogelijkheid was om een ridder te worden. Dat was de reden dat ze bleef, en dat ze niet weg liep, zoals de mensen hadden verwacht dat ze zou doen zodra ze haar de vieste klusjes zouden geven. Ze was nooit bang geweest om haar handen vies te maken, en dat zou ze ook nooit worden. Ze was altijd meer iemand van daden dan van woorden geweest. De maanden in het weeshuis hadden haar hard gemaakt, zodra er ook maar iets mis ging, kreeg zij er de schuld van, als er aan anderen werd gevraagd wie het had gedaan, dan wezen ze altijd naar haar. Het was haar toen al duidelijk geweest dat ze er nooit bij zou kunnen horen, en vanaf dat moment deed ze ook niet meer eens een poging om erbij te horen. Ze had toen maar één doel en dat was ridder worden. De vele zweepslagen die ze had gekregen in het weeshuis, die hadden haar niet uitgemaakt. De mensen daar leken te denken dat voor alles wat ze voor haar deden, dat ze het recht hadden om haar zo te behandelen, maar dat recht hadden ze niet, en dat zouden ze ook nooit krijgen. Toch bleef ze dag na dag doorgaan, alleen maar omdat ene doel te bereiken.
Het leek erop dat hij wat ging zeggen en haar gedachten werden terug naar het heden getrokken. Sinds de snob hier was gekomen waren de herinneringen op volle kracht teruggekeerd, normaal had ze alleen maar ’s nachts last van die ene nachtmerrie, maar nu kwamen de herinneringen steeds vaker, en had ze steeds andere nachtmerries, maar die ene, die bleef nog wel de boventoon voeren boven alle anderen. Ze wist niet waarom het gebeurde, ze wist alleen dat het gebeurde, en dat het zorgde dat ze steeds vaker afwezig was, iets wat ze liever voorkwam, omdat ze niet wou dat ze van het ene op het andere moment aangevallen zou worden. Niet dat het haar meer veel uit zou maken. Ze had het doel bereikt wat ze vroeger voor zichzelf op wou stellen, maar na dat doel had niemand anders haar een nieuw doel gegeven, totdat de baron de ridders was gaan sturen. Vanaf dat moment had ze een nieuw doel gehad, het breken van de ridders, en de baron voor schut zetten. En tot nu had ze dat prima voor elkaar gehad. Elke ridder had ze kunnen breken, behalve de snob die voor haar stond. De snob leek maar niet weg te willen, iets in haar hoopte dat de snob zou zeggen dat hij zou vertrekken, want dan was het haar opnieuw gelukt om weer een ridder weg te jagen. Maar haar verstand zei iets heel anders, namelijk dat de snob helemaal niet van plan was om haar op te geven. Toch vroeg ze zich ergens af waarom de snob zo tegen haar deed, ze had hem niet al te vriendelijk behandeld en hem bij elke kans die ze had zijn vertrouwen de grond in geboord, maar toch was hij haar komen redden, en had hij haar naar huis gebracht. Haar kille groene ogen bleven gericht op zijn gouden. Ze wou antwoord en wel snel ook, voordat haar geduld echt op zou zijn. ”Zou je niet beter weer gaan zitten? De stem van de snob klonk zacht, nee vriendelijk en bezorgd. Ze bleef naar hem kijken, waarom zou hij zo tegen haar praten? Ze had hem niet vriendelijk behandeld, maar toch bleef hij op een vreemde manier altijd vriendelijk tegen haar doen, alsof het hem niet uitmaakte. ”Je hebt een zware dag gehad, dus rust verdien je wel…” De stem van de snob klonk weer. Even vlamde er iets van woede in haar op, maar dat was niet zichtbaar. Wie was hij wel niet om dat tegen haar te zeggen. Maar toen bedacht ze dat er wel iets logisch aan zijn woorden zat. In haar ooghoeken zag ze alweer zwarte vlekken, misschien was het toch maar wel handiger om te gaan zitten, voordat het fout af zou gaan lopen. De snob zelf daarin tegen bleef wel staan, of de snob geen zin had om te bewegen of dat er een andere reden achter zat, dat kon ze niet direct zeggen. Maar ze had al wel besloten dat ze dit keer maar niet tegen zijn woorden inging, terwijl ze normaal nooit een confrontatie uit de weg zou gaan. Dus dat op zich zou al een heleboel over de conditie waarin ze zich verkeerde zeggen. Ze liet zich terug zakken op de zetel en keek naar hem, de zwarte vlekken begonnen weer langzaam te verdwijnen en ze voelde zich al iets beter dan toen ze had gestaan. ”Baron Rinaldo heeft een opdracht voor me. Dus ik moet terug keren naar mijn leen.” De snob was weer begonnen met praten. Ze bleef hem aankijken, die baron Rinaldo was dus de baron die boven de snob stond, en die hem duidelijk op deze missie had gestuurd. Toch vroeg ze zich ergens af waarom de snob dit aan haar vertelde. De snob lachte even, ze vroeg zich af wat er te lachen viel. ”Wat je vast niet zo erg vind…” zijn woorden verwoorde precies wat ze op dat moment dacht, ze zou het helemaal niet erg vinden als hij weg zou gaan, dan zou ze ook van hem zijn verlost. Ergens vond ze het wel grappig om te horen dat de snob toch terug zou gaan naar zijn eigen leen. Toch leek er iets nog de snob dwars te zitten, want die leek duidelijk nog niet helemaal op zijn gemak. Wat zou hij haar nog meer willen zeggen of vragen? Ze wist het niet, maar iets zei haar dat ze daar snel achter zou komen. ” Wil je met mij mee naar mijn leen?” De vraag werd opeens uit het niets gelanceerd, ze knipperde even met haar ogen, had ze dat nou echt goed gehoord? Maar haar ogen lieten niks zien van haar verbazing. Ze zag hoe hij vriendelijk naar haar lachte, de snob leek het te menen. ”Wat ik bedoel is. Als je wilt kun je mee met mij naar het leen van Baron Rinaldo.” De snob legde verder uit wat die met zijn woorden bedoelde. Nog steeds was ze overdonderd en verbaasd, maar dat liet ze aan de buiten kant niet merken. Haar gedachten gingen alle kanten op, van vroeger naar het heden, naar de baron en naar het leen, en naar de snob. Ze zag hoe de snob even slikte, duidelijk nog steeds niet op zijn gemak. Hoeveel verschillende emoties konden er wel niet tegelijkertijd in de snob omgaan? Zijn lichaamstaal was gewoon te makkelijk af te lezen, iets wat bij haar veel moeilijker was geworden sinds ze had besloten om alles en iedereen buiten te sluiten. ”Het is natuurlijk je vrije keuze… Ik zal op je wachten aan het begin van het verbrande woud.” Die woorden maakte het wel heel erg duidelijk dat het haar eigen keuze was, en dat hij haar niet zou dwingen. Ook maakte hij daarmee duidelijk dat hij op haar zou wachten. Haar groene ogen volgde hem toen hij even zijn hoofd boog en zich toen omdraaide. Ze bleef rustig in de zetel zitten zonder ook maar iets te doen of te zeggen. Voordat de snob naar buiten liep, zei de snob nog wat: ”Ik zal dan wel zien of je komt of niet. Zoals ik al zei de keuze is geheel aan jezelf.” Na die woorden draaide de snob zich om en verdween. Het duurde nog een paar seconden voordat de gehele waarheid tot haar door drong, als de snob de waarheid had gesproken, dan had ze nu eindelijk een keus. Een keus om dit leen te kunnen verlaten, iets wat tot vlak daarvoor onmogelijk was geweest. Heel even ging een van haar mondhoeken omhoog, een hele lichte glimlach was zichtbaar geworden. Soepel kwam ze overeind. Hij had haar een keuze gegeven, nee eerder een kans, en die kans zou ze aangrijpen ook.
Never think you know her A wolf in a corner Makes dangerous moves To escape and kill you…