Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.
Spring is gekomen in GJ,de dagen worden weer langer en blad groeit opnieuw aan de bomen. Een nieuw seizoen met vele mogelijkheden en een hele hoop nieuwe mensen. Mvg Het team
personal info Leeftijd: 21 years I'm already on this world fighting the rest. Partner: So not, I'm love my freedom and will stay forever like that Paard: My dangerous Bloodhunter brings me where I need to go
Onderwerp: A new way, don’t betray me or I will kill you. ~ Myron, (Baron Rinaldo) zo okt 27 2013, 01:59
Met een zachte ruk maakte ze de singel van Bloodhunter vast. De hengst schudde even met zijn hoofd, alsof de hengst het nog niet helemaal met haar eens was, maar toen ze hem aankeek, wist ze zeker dat het anders was. De hengst wou alleen zeker weten dat ze echt gingen. Vaak genoeg had ze hem opgezadeld met de intentie te vertrekken, maar nooit was het haar gelukt, vooral omdat andere mensen de baron hadden gewaarschuwd dat ze weg zou gaan, waarbij de baron dan de wegen liet blokkeren door zijn ridders en haar nieuwe opdrachten gaf, zodat ze niet weg kon. Maar deze keer was het anders. De meeste mensen waren nog niet eens terug van het toernooi, en nu had iemand anders haar de kans gegeven, en die zou ze nu aannemen ook. Ze glimlachte even en klopte hem op zijn hals. Zo heel veel zou de hengst niet hoeven dragen, wat zoveel bezat ze niet echt zelf. Ze boog zich even voorover en pakte het eerste ijzeren stuk en liet het om zijn hoef heen glijden. Het was een verbetering van de hoef blokken die tijdens toernooien om zijn hoeven heen zaten, dit was het echte werk. Punten staken uit de onderkant, waarmee de hengst dus meer grip zou hebben op de grond en ook in de sneeuw. Ze had de smid ze al weken geleden laten maken, en de man was duidelijk vergeten dat die ze ooit had gemaakt, want zij had de ontwerpen weer mee genomen, niemand anders hoefde die dingen te hebben. Zolang zij de ontwerpen had, kon ze bij elke smid in het land langsgaan om de ijzeren blokken te laten maken. De hengst was al lang gewend aan de ijzeren blokken, ze had er al mee gereden en de blokken waren uitermate handig geweest. Naast het feit dat het niemand opviel dat de hengst de ijzeren blokken omhad, totdat de hengst zich op zijn achter benen verhief en het eigenlijk al te laat voor je was. De hengst duwde even zacht met zijn neus tegen haar aan, ze aaide hem even over zijn neus heen en schoof toen het blok om zijn hoef heen. De hengst schudde even met zijn hoef heen en weer en zette die toen weer neer. Het duurde niet lang voordat de hengst alle vier de blokken om zijn hoeven heen had. De hengst danste even een paar pasjes opzij en toen weer naar haar toe, blijkbaar tevreden dat ze goed zaten. Ze keek naar zijn hoeven, door het zwarte ijzer, waren ze niet zichtbaar, het leek natuurlijk, zoals het hoorde. De hengst liet weer rustig zijn hoofd zakken en trok verveeld een paar plukken hooit uit de ruif en at die op. Ze deed de singel weer wat losser en de hengst keek haar vragend aan. Als antwoord klopte ze p zijn hals, ze moest immers zelf nog omkleden, en haar spullen pakken. Ze wist niet hoelang de snob zou wachten, maar ergens had ze een vermoeden dat die zou blijven wachten tot zonsondergang. Zonsondergang was de perfecte dekmantel om onder weg te rijden. Ze trok de deur van haar huis open en keek even om zich heen, alles was ze mee zou willen nemen, dat was in haar eigen kamer. Ze wist dat alles wat ze achter zou laten zou worden vernietigd als de rest dat in hun handen kreeg, naast het feit dat het niet zo veel was, het was zo weinig dat het simpel in haar zadeltassen paste. Ze keek even naar haar rechterarm, ze had opnieuw het verband vervangen, omdat het weer rood was geworden, maar nu was het verband nog sneeuwwit, hoelang dat zou blijven, dat wist ze niet. Zolang het maar lang genoeg het bloed tegen hield, dat zij deze tocht af kon leggen. Ze had de afgelopen uren niet al te veel rust gehad, maar het zou genoeg voor haar moeten zijn om de tocht naar het andere leen te maken, en dan daar uit te voeren wat op haar te wachten stond. Ze wist heel goed, dat zodra ze dit leen zou verlaten met de snob, er geen weg meer terug was, en dat was ze ook niet van plan. Ze opende de kast en pakte een oud zwart geblakerd kistje van de onderste plank af, haar vingers gleden even zacht over het oppervlakte heen, het was alles, samen met het zilveren vogeltje om haar nek, wat ze nog van vroeger had. Zoiets zou ze hier zeker niet achter gaan laten. Ze trok een shirt uit de kast en wikkelde het om het kistje heen, zodat het niet verder beschadigd zou raken. In haar ooghoeken zag ze haar harnas staan. Het duurde niet lang voordat ze had besloten dat ze het harnas gewoon aan zou trekken, ze hield er niet van om zo open door de lenen heen te reizen, vooral niet als de baron zou besluiten zijn ridders achter haar aan te sturen, want dan had ze niks om zich te beschermen. Ze opende de zadeltassen en stopte er de kleding en het stuk met het kistje in. In de andere kant stopte ze nog wat andere spullen, van zowel van haar als van Bloodhunter. Toen ze zeker wist dat ze alles had rekte ze zich even uit. Nu was het simpel een kwestie van haar harnas nog aantrekken. Ze wist dat zodra ze zich in het harnas had gehesen dat er geen weg meer terug was. Maar het maakte haar niet meer uit. Ze had altijd al bij zichzelf bedacht, dat zodra ze een kans zou hebben om hier weg te komen, dat ze die kans aan zou nemen, de snob had haar die kans gegeven, nu was het simpel de kans aannemen. Het was nog niet al te lang geleden dat ze zich uit het harnas had gewurmd, maar het maakte haar niet uit. Ze schoof de stukken over haar benen en voeten heen en liet toen de zwarte maliënkolder over zich heen glijden. De rest van het harnas gleed soepel over de maliënkolder heen en schoof goed in elkaar. Ze bewoog even haar benen en armen om te kijken of alles goed zat, haar ogen gleden over het harnas heen, voor zo ver ze kon zien, zat het prima. Haar geharnaste vingers sloten zich om de schede van Cruor heen, ze hing het zwaard aan haar linkerzijde zodat ze er makkelijk bij kon. Haar ogen vielen op de lange cape die over de stoel heen hing, even gleden haar vingers over de stof heen, zonder de stof te voelen. Ze keek naar de twee bloedrode ogen die op de rug stonden, de ogen van the blood wolf. Ze nam de mantel op en sloeg die over haar rug heen. Ze klikte de bovenste twee stukjes vast, zodat de mantel niet weg kon vliegen of glijden als ze reed. Het was een goed systeem en dat was ook de reden dat ze de koppelstukjes in haar mantel had gezet. Ze liep terug naar het bed en tilde de twee zadeltassen op, het woog nauwelijks iets, het was toch best uitzonderlijk dat al haar bezittingen in twee zadeltassen paste. Het was niet veel meer dan waarmee ze aan was gekomen in dit leen zoveel jaar geleden. Ze pakte van de tafel haar helm af en keek niet meer achterom naar haar slaapkamer, er was niks meer van waarde voor haar. Voor de laatste keer liep ze de trap af, haar mantel volgde haar, haar bloedrode haren hingen over haar mantel heen, het zou niet lang duren voordat ze die zou verbergen in haar helm, maar op dit moment liet ze die nog los hangen. Ze zouden toch het grootste gedeelte door de nacht heen rijden, en daar zouden de mensen toch haar gezicht niet zien, pas zodra ze bij het kasteel van het andere leen zouden aankomen, dan zou ze haar helm opdoen. Even keek ze naar de spullen op beneden verdieping, maar er was niks van waarde voor haar. Even gleed haar blik naar de luiken die ze had gesloten. Het kwam haar maar goed uit dat ze de luiken had gesloten toen ze was gaan slapen, want het voorkwam nu dat mensen nieuwsgierig naar binnen zouden kijken en alles in de war zouden schoppen. Ze zou niet toestaan dat ze haar opnieuw de kans ontnamen om uit dit leen weg te gaan. Ze behandelde haar als vuil, maar toch was het zo dat elke keer dat ze daad werkelijk weg wou, ze altijd mensen stuurden om haar tegen te houden. De baron had iedereen verboden om haar te helpen met het verhuizen van haar spullen, maar daar had de baron een fout gemaakt, namelijk over het feit dat de man dacht dat ze veel spullen bezat, want dat was dus niet zo. Alles wat ze nodig had, dat had ze nu bij zich. Ze sloot de voordeur af, dan zou het de mensen nog langer duren om het huis binnen te komen op het moment dat ze haar miste. Ze liep door de kamer heen, naar de achterdeur toe. De deur die naar de stal achter haar huis leidde. Met een zachte plof belandde de twee zadeltassen achter het zadel van Bloodhunter. De hengst keek haar even aan met zijn zwarte ogen. Ze knikte even. Deze keer zou niemand hun stoppen. Ze zette de twee zadeltassen goed vast, nu het op de rug van Bloodhunter lag, leek het nog minder. Ze keek even de stal rond en pakte toen het hoofdstel. De hengst bleef rustig staan toen hij het hoofdstel omdeed, de hengst wist duidelijk wat ze gingen doen. Ze had de spullen die ze altijd gebruikte om Bloodhunter te verzorgen al in de zadeltassen gedaan. Ze had zijn toernooi kleed opgerold en dat lag bovenop de zadeltassen, vastgezet wel eens waar. Ze zou het kleed niet achter laten, vooral niet omdat haar teken erop stond, en ze zou dat niet zomaar in andere mensen hun handen laten vallen. Ze klikte het zwarte masker vast op het hoofdstel van de hengst en deed de pluk manen er weer overheen. De punt van het masker zat in de bagage, nu was alleen simpel haar teken zichtbaar op het zwarte masker. Het was niet dat ze een zware strijd verwachtte, nee, ze wou de spullen hier niet achter laten. Het gewone tuig liet ze achter, maar al het tuig met haar teken erop, dat nam ze mee. Ze klikte het borsttuig vast. Bloodhunter schudde even sierlijk met zijn nek, en keek haar trost aan, de hengst vond het altijd prachtig om volledig te worden opgetuigd. Ze schoof de ijzeren plaatjes om zijn nek heen, op het eerste zicht leken de platen gewoon, afgezonderd van het feit dat ze zwart waren. Maar dat waren ze niet, verre van zelfs. Het metaal was zeer licht en afgepast op de nek van de hengst. Ook al mocht ze de mensen van het dorp niet, de smid kon zeer goed aangepaste harnassen maken. Als de hengst zijn nek zou buigen, dan zouden de plaatjes iets verschuiven, waardoor er punten zouden zijn, punten waaraan mensen zich lelijk konden verwonden. Ze klikte de plaatjes vast aan zijn hoofdstel en borsttuig. Pas als je goed zou kijken, zou je het zien. Ze voerde de hengst de laatste appel die in de stal lag, Bloodhunter brieste even tevreden terwijl zij de laatste riempjes vast maakte en de singel aantrok. Even liet ze haar vingers over zijn schouder heen glijden, de hengst draaide zijn hoofd naar haar om en zij knikte even. Haar vingers sloten zich om de teugels heen en ze liet hem zijn box uitlopen. De hengst danste even een paar passen van haar weg maar bleef toen weer staan, hij wist wat er van hem verwacht werd, en ook wat ze gingen doen. Voor de laatste keer zouden ze hier zijn, maar ze kon zien aan zijn ogen zien dat hij het niet erg vond. Ze schoof haar voet in de stijgbeugel en steeg op. Ze liet zich zacht in het zadel zakken. Ze pakte de punt van de mantel vast en trok die over de achterhand van de hengst heen, waarmee ook de zadeltassen achter zich bedekt waren. Haar helm had ze vastgemaakt aan het zadel, zolang ze hem nog niet nodig had, hoefde hij ook niet in de weg te zitten. Ze pakte de teugels vast en keek Bloodhunter aan. Ze knikte even. De hengst schudde even wild met zijn hoofd en sprong toen vooruit, de stal uit. Het duurde enkele seconden voordat ze achter het huis vandaan stoven. De wind kreeg vast op haar bloedrode haren en haar mantel. Beiden golfden in de wind. De hoeven van Bloodhunter kwamen wild op de klinkers neer, ze zag de mensen verschrikt omkijken toen ze het geluid van hoeven op klinkers hoorden. Blijkbaar verwachtte ze niet dat er nu al mensen te paard zouden zijn. De mensen stoven uit elkaar, proberend de hoeven van Bloodhunter te ontwijken. De hengst had geen genade voor de mensen die hem in de weg zouden lopen. Ze hoorde het geroep wel, maar ze sloeg er geen aandacht op. Maar een paar leken door te hebben wat ze ging doen, die mensen begonnen te rennen in de richting van het kasteel, maar ze zouden allen al te laat zijn. Bloodhunter rende moeiteloos door de straten heen. Zonsondergang was net begonnen, als de snob al weg zou zijn, dan zou hij nog niet ver zijn. Het duurde niet lang voordat ze the burned forest zag. Wat ze ook zag was een ruiter te paard en een hond. Dat was niet te missen, dat was de snob. Ze negeerde de mensen die in de weg stonden, ze was in de laatste straat, burgers hadden zich verzameld om haar tegen te houden. Haar groene ogen waren gefixeerd op the burned forest. Ze liet de teugels verder vieren. Er stond een angstaanjagende kilte in de groene ogen van de roodharige ridder. Niemand zou haar tegen kunnen houden om met de snob mee te gaan. Het ging haar niet om de snob, nee het ging haar om het feit dat ze een kans had gekregen om de banden waaraan ze lag door te breken en hier weg te gaan. Bloodhunter liet zijn hoofd zakken en hinnikte gevaarlijk, het was duidelijk dat er niet met paard en ruiter te spotten viel. Ze zag de twijfel toeslaan bij de mensen, opnieuw hinnikte Bloodhunter, een angstaanjagende hinnik, een hinnik die je haren recht overeind deed staan, een hinnik die je deed rillen. Zowel paard als ruiter hadden een reputatie, een reputatie van genadeloos, en die hinnik, die bewees het wel. Steeds minder mensen stonden in haar weg. Ze was bijna door het dorp heen, er stond nog één rij met mensen tussen haar en the burned forest. Normaal zou ze gestopt zijn, omdat ze geen burgers wou raken, maar dit keer was het anders. Bloodhunter versnelde nog even, de angst droop van de gezichten van de burgers af, toen die doorkregen dat ze dit keer niet zou stoppen. Op het laatste moment doken de mensen opzij. Bloodhunter stormde tussen de nu verbroken lijn heen. De hengst schudde even wild met zijn hoofd toen ze erdoor heen waren. Ze had wel gezien hoe de mensen verbijsterd bleven staan. Het zou nog wel even duren voordat de ridders hun paarden klaar hadden en achter hun aan zouden komen, dus ze moesten maken dat ze wegkwamen. Bloodhunter galoppeerde soepel de heuvel op, de heuvel naar the burned forest toe. Ze hadden als voordeel dat de burgers nogal bijgelovig waren over dit bos, en dat die zich er niet zo snel in zouden wagen. Het zou tijd winnen, maar hoeveel dat wist ze niet. Haar mantel wapperde wild achter haar aan, net zoals haar bloedrode haren. De hengst galoppeerde het laatste stuk van de heuvel op. De laatste zonnestralen van de zonsondergang volgde hun, en zorgden dat haar haren net vloeiend bloed was, ze deed haar naam eer aan zowel als de naam haar eer aan deed. Ze trok even zacht aan de teugels. Bloodhunter remde direct, ze veroorzaakte een kleine stof wolk door de hoeven van de hengst die door het as heen gingen. Ze kwamen naast de snob en zijn paard tot stil stand. Bloodhunter vond het niks om zo dicht in de buurt bij anderen te zijn zonder dat hij mocht bijten, maar voor nu moest de hengst het maar hanteren. Deze snob was de weg uit dit leen, en die zou ze gebruiken ook. Ze keek heel even achterom en zag dat in het kasteel de fakkels al waren ontstoken, geluid kwam uit de richting van het kasteel, duidelijk was dat zij bezig waren hun paarden klaar te maken, de bewoners uit het dorp waren uit het dorp gekomen, en waren op weg naar de plek waar de twee ruiters stonden. Haar ogen stonden killer dan dat ze hadden gestaan toen de snob bij haar thuis was geweest. In de zwarte ogen van Bloodhunter stond bloeddorst te lezen. Het was wel duidelijk dat zowel paard als ruiter het gehad hadden met het dorp. Het was nooit haar thuis geweest, en dat zou het ook nooit zijn geworden. Ze keek even naar de snob waar ze nu naast stond. Er was geen enkele emotie van haar af te lezen of uit haar groene ogen. Maar het was wel duidelijk dat enige snelheid genoodzaakt was, als ze niet in de handen van de burgers of de ridders van de baron wouden vallen. De laatste zonnestralen verlieten haar toen ze sprak: ”Laten we gaan” zonder dat ze hem beledigde, haar stem had een neutrale toon, maar de kilte in haar ogen bleef. Het was meer dat ze hem niet op het laatste moment van gedachten wou doen veranderen. Want ze wist wat haar anders boven het hoofd hing en dat wou ze zeker weten niet. Nu was het simpel een kwestie van de snob volgen, naar waar hij haar ook naar toe zou brengen. Ze moest hem maar vertrouwen, en als hij haar zou veranderen, dan zou Cruor zich door zijn hart heen boren. Ze keek hem even aan. Nu was het aan hem.
Never try to stop her You get wounded. Never try to keep her by you Because then she will kill you..
3056 woorden.
Myron
Aantal berichten : 212
personal info Leeftijd: 21,5 I'm still young, but how long have I to live? Partner: I'm not sure what love is. But when I find her, I will fight for it. Paard: Flamelight
Onderwerp: Re: A new way, don’t betray me or I will kill you. ~ Myron, (Baron Rinaldo) ma okt 28 2013, 14:25
Hij klopte Flamelight op haar nek. Ze bromde een beetje. Alsof ze zo snel mogelijk wilde vertrekken. Hij zelf zou ook wel blij zijn dat hij van deze stad af was. Tenminste voor even… Als. Hij schudde zijn hoofd hij zou wel zien wat er zou gebeuren. Hij leefde nog dat was toch al iets. Het maakte hem niet zo veel uit wat er met hem zou gebeuren. Zolang hij zijn vrienden maar kon beschermen. Scarlet mocht hem dan haten. Hij vond haar best wel aardig en dus wou hij haar ook helpen. Niet alleen om de baron van dit leen te pesten. neen hij wilde haar echt helpen met haar problemen. Ook al wist hij niet welke problemen ze had. Meer nog welke tak had Rinaldo voor hem? Had de man ook ergens een probleem mee. Vooral waarom moet hij precies komen. Er waren zo veel mensen waaraan hij een opdracht kon geven. Trouwens Baron Rinaldo stuurde niemand zomaar op een missie. Die man probeerde het liever eerst zelf op te lossen. Dus het moest al iets zijn die hij zelf niet alleen kon gaan doen. Nou de laatste jaren kon de man veel niet meer doen. Want hij was nu eenmaal een baron van één van de lenen die de koning toebehoorde. De man had te veel verantwoordelijkheden om veel weg te zijn. Hij moest lachen bij de gedachte aan het gezicht van zijn oude meester. Hij had er een hekel aan gehad. Beter zelfs hij had zich bijna terug getrokken. Maar er had iets hem tegen gehouden. Myron vroeg zich vaak af wat de man had tegen gehouden om neen te zeggen. Eerst had hij gedacht dat het eer was geweest. Maar Rinaldo schonk niet zo veel aandacht aan eren. Neen de man vond het al lastig genoeg om alle medailles te moeten dragen. Maar dat hoorde er nu eenmaal bij. Trouwens ergens wist hij ook wel dat de man geluk had. Het was ook een hele eer en de man zou er gelukkig mee moeten zijn. Heel stiekem geloofde hij wel dat Rinaldo er van genoot. Ook al was het maar een klein beetje. De man deed het waarschijnlijk voor zijn vrouw en zijn dochter. Nou ja zijn vrouw was al een paar jaar geleden overleden. Maar zijn dochter was er nog. Myron schudde weer zijn hoofd en keek in de richting van het dorp. Er kwamen vreemde luide geluiden uit het dorp. Voor al geschreeuw van mensen. Wat was daar toch aan de hand? Heel even liet hij Flamelight in de richting van het dorp draaien. Maar even snel als hij dat had gedaan, liet hij Flamelight weer terug richting zijn thuis keren. Hij moest zich geen zorgen meer maken over die stad. Daar zou alles wel in orde komen. Hij keek naar de zon, die langzaam maar zeker aan het verdwijnen was. De nacht zou zo komen. Hij was van plan om heel even te wachten. Misschien wel langer dan heel even. Maar hij wilde wel vertrekken in de schaduw van de nacht. Dat zou gemakkelijk worden voor hem en als Scarlet ook kwam. Zou het ook gemakkelijker zijn voor haar. Tenminste dat wilde hij graag geloven. Aan de ene kant was het nog redelijk licht aan de hemel. De andere kant was al donker en je kon zelf al een paar sterren zien stralen. Hij lachte weer. Hij hield er van om naar de sterren te staren en gewoon weg te dromen. Hij hield er van om vormen te maken. Vormen die hij kende en niet kende. Voor al zijn sterren beeld zocht hij graag. Hij was een Water man. Wat misschien wel raar klonk. Maar je had nu eenmaal geen wolf als sterrenbeeld. Wat ze eigenlijk best wel zouden mogen hebben. Maar hij had ze niet gemaakt noch had hij ze een naam gegeven. Ook had hij niet verzonnen welk sterren beeld bij welke tijd van het jaar hoorde. Myron had al die vragen al eens gesteld aan zijn oude leermeester. Maar zelfs Rinaldo had er geen antwoord op kunnen geven. Die had verteld dat, het zo al lang was. Langer dan dat mensen zich konden herinneren. Dat de mensen gewoon vergeten waren waar het vandaan was gekomen. Maar dat was ook niet de belangrijkste vraag van de wereld… Gelukkig maar. Anders zou de wereld vol met idioten lopen en die waren er al maar dan genoeg. Hij hoorde steeds meer kabaal van het dorp komen? Waren de mensen een feestje aan het bouwen om het einde van het toernooi te vieren. Neen het klonk niet als een feestje. Meer als een woedende menigte die iets wou afbranden. Hij zag bewegingen zijn richting uitkomen. Hij zag hoe mensen een rij vormden. Waarom? Waarom vormden gewone mensen zo’n rij? Het was niet zo duidelijk, want de zon ging onder en het werd al redelijk donker. Toch, toch kon hij zien hoe de mensen een rij maakten. Hij zag ook een bewegende schaduw hun kant op komen. Hij keek heel even naar Whiteshadow. De hond staarde hem aan. Alsof hij zelf niet wist wat er aan de hand was en Myron hem het zou moeten gaan uitleggen. Myron richtte zijn blik weer op de rij mensen die er stonden. Nu zag hij duidelijk we er op de mensen afstormde. Even maakte hij zich zorgen. Hij zag het vlammende haar, en ze stormde recht op de mensen af. Jammer dat hij de gezichten van de mensen niet kon zien. Gelukkig weken de mensen net op tijd af en meden haar. Hij moest lachen. Dit kon twee dingen betekenen. Of te wel kwam ze hem af maken. Of te wel ging ze met hem mee. Hij hokte op het tweede. Aangezien de mensen van het dorp haar probeerden tegen te houden. Wat niet goed lukte. De zon streelde haar prachtige rode haren. Het leek alsof het vloeiend bloed was. Brandende vlammen, die alles konden verwoesten. Haar ogen stonden nog altijd kil. Wat hij nu gewoon was. Ze stopte recht naast hem. Hij zag hoe de burgers achter hun aan kwamen gelopen. Hij keek weer naar Scarlet. ”Laten we gaan” Zei ze. Haar stem klonk neutraal. Maar haar ogen zeiden een ander verhaal. Hij knikte en gaf Flamelight meteen de sporen. Zijn Merrie stormde naar voren. Recht het verbrande woud in. Hij wist dat vrouwe Scarlet zou volgen. Daar hoefde hij zich geen zorgen over te maken. Whiteshadow kon hem goed bij houden en hij had ook het gevoel dat Flamelight rapper rende dan dat ze ooit had gerend. Misschien kwam het opdat ze weg wou blijven van Bloodhunter. Of omdat ze weg wou blijven van die stormende menigte die achter hun aankwam. Hij keek niet om. Niet naar Scarlet nog naar de mensen die zeker achter hun aan zouden komen. Nou misschien hij had ook gemerkt dat de mensen dit gebied meden. Bijgeloof waarschijnlijk. Bang voor dingen die er eigenlijk niet waren. Of misschien waren ze er wel. Maar dan hoefde je niet bang voor ze te zijn. Neen dan hoefde je er niet voor weg te rennen. Dat zou hij wel niet aan ze uit gaan leggen. Als ze meer tijd kregen dan was hij er blij mee. De zon was misschien onder. Toch kon hij nog goed zien waar hij naartoe ging. Ja hij had altijd al goed kunnen zien in het donker. Je had mensen die niets konden zien. Maar op de een of andere manier. Kon hij toch altijd goed zijn weg vinden. Nu pas begon het eigenlijk echt door hem door te dringen dat vrouwe Scarlet mee was. Hij lachte weer even zag. Misschien haatte ze hem dan toch niet zo erg? Tenminste niet zo erg dat ze niet mee wou. Dat was eigenlijk best wel een opluchting. Het geroep nam langzaam af. Het was duidelijk genoeg dat gewone burgers het bos niet binnen zouden gaan rijden. Het was nu nog maar te zien of de ridders die de baron zou sturen. Wat die man zeker zouden doen. Er door zouden gaan of niet. Hoe groot ging hun angst voor dit woud. Was het groter dan de angst voor de baron? Neen als het een bevel was zouden ze er wel door rijden. Hij geloofde niet dat ze zouden stoppen. Maar Myron wist ook wel een paar maniertjes om ze te stoppen. Het zwart was nog zwarter dan over dag. Wat al moeilijk was. Want dit woud was heel erg duister. Ook al was het helemaal af gebrand. Het was duister en het had iets spookmachtigst. Misschien was dat één van de redenen waarom hij het zo tof vond. Natuurlijk niet tof voor alle wezens die hier ooit hadden geleefd en voor de levens die er verloren aan waren gegaan. Maar het had iets dat hem aantrok. Het geroep was al helemaal vervaagd toen hij Flamelight wat naar links liet gaan. neen hij zou niet de gewone weg nemen. Als ze achter hun aan zouden komen zouden ze anders in de problemen kunnen komen. Er waren nog andere wegen. Wegen dat anderen misschien zelfs niet kenden. ”Een wolf de gromt is niet gevaarlijk. Wanneer hij huilt moet je oppassen. Baron Rinaldo had gelijk gehad. Hij zelf zou ook niet veel doen. Wanneer hij je bang kon maken met harde woorden. Maar wanneer hij zweeg, niets deed en zachtjes mee speelde. Dan moest je oppassen voor hem. Nu zweeg hij als een graf. Hij volgde de weg dat hij zo goed kende. Hij zag al een het einde van het bos. Wat verder kon je ook een kleine brug zien. Die brug ging er aan. Zonder die brug kon je niet over steken en moest je een hele ome weg zien te maken. Hij zwaaide even met zijn arm om duidelijk te maken dat Vrouwe Scarlet voor hem moest gaan lopen. Hij liet Flamelight wat vertragen. Draaide zich om in het zadel. Whiteshadow ging ook voor op lopen. Hij trok zijn zwaard en liet zich naar links glijden. Zo ver dat hij omgekeerd ging en dat zijn witte haar over de grond schraapte. Hij wist dat als je twee steun punten van deze brug op de juiste plaats schraapte de brug helemaal zou gaan instorten. Dus hij wachte. Flamelight had genoeg snelheid. Hij wachte op de eerste paal. Zijn zwaard sneed de koorden makkelijk door en de slag was hard genoeg zodat de paal weg begon te zakken. Snel en lenig zat hij weer recht op. Maar even snel liet hij zich weer weg glijden naar rechts. Waar hij weer wachte op die paal. Weer gebeurde het zelfde. Hij was net over de brug toen die helemaal weg zakte in het stromende donkere water. Hij kwam weer recht draaide zich weer om. Stak zijn zwaard weg en reed snel weer verder. Het was wel even rijden. Dat wist hij zeker en zeker nu ze deze weg namen. Maar hij had het er wel voor over en hij twijfelde er niet over dat vrouwe Scarlet het ook niet zo erg zou vinden. Het zou hem verbazen als de ridders van de baron echt nog verder achter haar zouden komen jagen. Waarschijnlijk niet. Maar ja met hun wist je inderdaad nooit en het verbaasde hem lichtelijk dat de baron ridders achter vrouwe Scarlet aan had gesteurd. Maar dan moest hij toegeven ze was een goede ridder en als hij baron was dan zou hij haar ook niet graag kwijt raken. Hoe dan ook, hij zou haar dan wel een keuze geven. Hij zou haar niet dwingen en Myron wist dat Baron Rinaldo dat ook niet zou doen. Dus nu begon de echte richt, hij steurde hij Flamelight tot naast Vrouwe Scarlet. Hij had ook wel door dat Flamelight genoeg plaats tussen haar en de hengst liet. Er speelde een lichte glimlach op zijn gezicht. Het was duidelijk genoeg dat Flamelight Bloodhunter niet helemaal vertrouwde. Maar wat maakte het ook uit. Hij richtte zijn aandacht op vrouwe Scarlet. Hij kon het niet laten. ”Ik ben blij dat u mee bent.” Hij schonk haar een vriendelijke glimlach en er lag ook een vriendelijke blik in zijn ogen. Daarna draaide hij zijn blik weer weg. Hij liet Flamelight een beetje vertragen. Het was niet meer nodig om te vluchten. Zijn ogen richtte zich langzaam op de hemel. Weer op de sterren en de maan. Het was een prachtige maan. Het maakte hem gelukkig. Het maakte hem zelfs gelukkig dat Vrouwe Scarlet hier was. Niet omdat ze zo’n goede vrienden waren. Maar gewoon omdat hij ergens wel besefte dat haar leven nu zou gaan veranderen. Hij kon alleen maar hopen dat het een goed leven zou zijn. Als het aan hem lag zou dat het geval zijn. Maar het lag niet alleen aan hem. Het lag ook aan de mensen uit zijn leen. Maar daar had hij wel vertrouwen in. Het waren vriendelijke mensen. Dat was zeker. Er zaten een paar goede gasten in. Maar soms ook wel van die idioten. Maar dat had je over al en ze konden er bij hem tenminste wel over lachen. Baron Rinaldo ook en dat was juist het leukste. Baron Rinaldo had soms ook zo’n dagen dat de man alleen maar grappen maakten. Het zorgde er voor dat de sfeer luchtig bleef. Trouwens het leukste was als hij de hogere rangen op hun kop gaf. Dan bleven de mannen tenminste met hun voeten op de grond. Dan zouden ze zeker niet boven hun stand gaan leven. Zijn gouden ogen bleven op de lucht gericht. Vroeger had hij ook altijd zo rond gelopen. Hij herinnerde zich nog hoe vaak zijn beste vriendin had gezegd dat zijn ogen vol sterren zaten. Hij herinnerde zich ook nog hoe ze een keer had gezegd dat zijn ogen gewoon twee gouden sterren waren tussen al die zilveren. Hij wist dat hij toen gelachen had. Maar ook gebloosd ja zeker hij had toen ook gebloosd. Maar daar had ze dan niets op gezegd. Misschien had ze het niet gezien. Of misschien was ze zelf beschaamd geweest. Neen zijn vriendin beschaamd dat was onmogelijk. Hij had zin om zijn hoofd te schudden. Maar deed het niet. Neen hij duwde die herinneringen weg. Ze kwamen de laatste dagen meer en meer op. Misschien door al de dingen die gebeurt waren. Hij besefte nu ook hoe erg hij haar miste. Misschien was dit wel eens een goede tijd om een gesprek te starten. Hij had geen idee of ze zou antwoorden. Ze moest niet antwoorden als ze niet wilde natuurlijk. Maar het zou wel vriendelijk van haar zijn. Trouwens er was hier nu ook wel niemand om het te horen. Maar misschien was het beter om te zwijgen. Ja het was een lastige dag voor Scarlet geweest en dat wist hij. Dus hij zou haar met rust laten. Zwijgend rijden was ook een leuke ervaring. Dat wist hij weer door Leonoor. Die jager sprak ook echt nooit een woord. Of tenminste niet als het niet nodig was. Wat soms op zijn zenuwen werkte. Meer in het begin. Op het einde had hij het leren accepteren. Dus bleef hij staren naar de sterren. Hij wist dat Flamelight de weg kende. Hij vertrouwde zijn paard van top tot teen. Net zoals Scarlet haar ros vertrouwde. Er kwam wel een vraag in hem op. Een paar zelfs maar hij zou ze niet stellen. Toch had hij het gevoel dat hij iets moest zeggen. Alleen had hij een goede start nodig. Op dat moment kwam er een vallende ster. Hij wees naar de ster die net boven hun hoofden voor bij vloog. ”Nu mag je een wens doen!” Hij lachte naar Scarlet. Dat was iets… Misschien niet het beste. Maar het was wel iets. Zelf sloot hij ook even zijn ogen. Hij wist al wat hij ging wensen. Het was niet een wens voor hem. ”Ik wens dat Vrouwe Scarlet een goed nieuw en gelukkig leven mag krijgen.” Hij zei het niet hart op. Alleen in gedachten. Ze hoefde het niet te weten. Waarschijnlijk zou ze het ook nooit weten. Het werd weer stil. De uren vlogen letterlijk voorbij. In de verte kon je de lichten van zijn Leen al zien. Je kon goed zien dat het kasteel wat verder stond van het dorp dan in andere lenen. Niet dat, dat iets uitmaakte. In het noordwesten kon je al zien dat het klaarder werd. Tegen de tijd dat ze door de poort zouden rijden. Zou de zon op zijn. Hij maakte zich geen zorgen. Myron was blij dat hij terug was. Thuis komen voelde altijd goed. Hij versnelde lichtelijk zijn pas. Hij kon voelen hoe Flamelight sneller wilde. Whiteshadow liep ook nog altijd mee. Het leek zelfs of de hond hier altijd al was geweest. Whiteshadow was snel een familie lid geworden voor hem en hij zou nu al niet zonder de hond kunnen. Ze kwamen dichter en dichter. Myron kon de geur van vers gebakken brood al opnemen. Het water kwam in zijn mond. ”Welkom bij je nieuwe thuis!” Zei hij met een vriendelijke en enthousiaste toon in zijn stem. Terwijl ze de brug over reden. Nu was het alleen nog de weg af naar Baron Rinaldo. Nieuwsgierigheid kwam in hem op. Welke missie? Wat had de baron in gedachten. Waar zou hij naartoe gesteurd worden. Of was dit ook maar een grap? Neen zo erg was de baron nu ook nog niet. De weg naar het kasteel was hij stil. Hij kon zijn hart voelen. Hij kon voelen hoe zijn hart was sneller ging. Hij wist dat het kwam omdat hij blij was zijn vertrouwde omgeving te zien. Hoe was het voor vrouwe Scarlet? Voor haar moest het wel anders zijn. Dat was één ding dat zeker was. Ze reden stilletjes verder. Zo onder de poort door. Hij kon de wachter hun kant op zien kijken. Hij lachte vriendelijk naar ze en de wachters begroete die glimlach. Met een lach op hun gezichten en een lichte buiging met hun hoofden. Zijn huis… [3000XD] "When he calls it home... You can call it home as well. Because he will make it your home!"
Scarlet
Aantal berichten : 272
personal info Leeftijd: 21 years I'm already on this world fighting the rest. Partner: So not, I'm love my freedom and will stay forever like that Paard: My dangerous Bloodhunter brings me where I need to go
Onderwerp: Re: A new way, don’t betray me or I will kill you. ~ Myron, (Baron Rinaldo) ma nov 11 2013, 01:06
Het duurde niet lang voordat de snob naast haar in beweging kwam, het leek wel alsof de man verbaasd was geweest dat ze werkelijk was gekomen. Als de snob haar ook maar een beetje goed had gekend, dan had ie geweten dat elke kans die ze kreeg om dit leen te verlaten, dat ze die aan zou nemen met beide handen. Ze had vaak genoeg geprobeerd om het leen te verlaten, en altijd was ze tegen gehouden door de ridders van de baron, maar deze keer niet. Meer omdat het totaal zo onverwacht was gebeurt, en omdat de meeste mensen nog bij het toernooi waren geweest. De snob had haar overvallen met de vraag, maar ze had niet geaarzeld om mee te gaan. Ze had ergens ook het idee dat ze haar niet al te snel zouden vergeten, vooral niet na wat ze uit had gespookt vlak voordat ze was vertrokken. De baron zou nog zeer lang aan haar moeten denken, en dat was te danken aan zijn inktpotten. Ze zag hoe de merrie van de snob naar voren stormde, Bloodhunter reageerde direct en galoppeerde naast hun mee, de hengst hield met gemak het kleinere paardje bij. Ze genoot van de duisternis die er in de Burned forest heerste. Het was zo donker en zwart, en paard en ruiter leken bijna op te gaan in de omgeving, omdat zij dezelfde kleur zwart hadden. Het was daarin tegen niet moeilijk om de snob en zijn paard te volgen, vooral niet omdat er een witte schaduw met hun mee rende, de hond van de snob. Lang duurde het niet voordat ze hoef getrappel achter hun hoorde, de ridders van de baron. Duidelijk waren ze op dit moment nog banger voor de baron dan voor dit woud. En daar zou ze even verandering in brengen. Ze liet even haar hand over de schouder van Bloodhunter heen glijden, als teken voor de hengst. Bloodhunter schudde even wild met zijn hoofd. De ijzeren plaatjes rinkelde zacht tegen elkaar aan, het echode door het bos heen, maar het bos had er een spookachtig effect aan gegeven. Ze hoorde hoe de geluiden achter hun even verstomde, alsof de mannen bang werden, maar vlak daarna ging het weer verder. Ze zag hoe de snob een pad naar links nam, haar nachtzwarte hengst volgde de twee direct. Sporen zouden hier moeilijk te vinden zijn, vooral nu het zo donker was. Ze bleef de snob gewoon volgen en zag het einde van the Burned forest al komen. Het enige wat ze zou misschien aan dit leen, was the Burned forest. Ze hield van dit bos, terwijl anderen het verafschuwde. Even keek ze opzij naar de bomen die langs schoten. Ja, dat zou ze zeker missen. Want waarschijnlijk was er in zijn leen niet zo’n plek als dit, geen plek die zoveel duister uitstraalde, maar ook zoveel pijn. Ze zag een brug opdoemen en keek er goed na, een paar rake klappen en de brug zou instorten. In haar ooghoeken zag ze de snob een beweging maken met zijn arm, als teken dat ze voor hem moest gaan rijden. Bloodhunter versnelde en ze schoten voorbij de twee. Toch kon ze het niet laten om toen ze over de brug heen waren de hengst wat te laten vertragen. Ze keek over haar schouder heen en zag hoe de snob zijn zwaard trok. Geintereerd keek ze toe hoe hij zijn merrie vertraagde en dat hij zich opzij liet glijden. Ze zag hoe zijn witte haar over de grond heen schraapte, ergens was ze wel nieuwsgierig naar wat hij van plan was, maar dat was niet aan haar te zien. Ze zag hoe hij wachtte op de eerste paal, ze zag hoe zijn zwaard de koorden door sneed en de paal uit balans bracht. Haar ogen volgde zijn bewegingen toen hij overeind ging zitten en zich toen weer aan de andere kant half uit het zadel liet zakken. Ze zag hoe hij wachtte op de andere paal. De snob voerde dezelfde truc uit als bij het andere paaltje. Ook deze paal zakte weg. De snob was net over de brug heen toen deze instortte en mee werd gesleurd in het donkere water. Het was nu wel zeker dat het lang zou duren voordat de ridders achter hun aan zouden komen. Het was een paar uur omrijden naar de volgende brug toe, de afstand tussen de twee oevers was te groot om erover heen te springen. Ze liet Bloodhunter weer omdraaien en naast de snob meerijden. Terug gaan was geen optie meer, niet dat ze graag terug zou willen gaan. Ergens hoopte ze dat de ridders haar nu met rust zouden laten, maar ergens zei haar verstand dat het verre van de waarheid af was. Ze wist dat de ridders nooit zouden ophouden met achter haar aanjagen. Niet zolang de baron haar terug wou in zijn leen. De man had wel meer redenen om haar terug in zijn leen te hebben dan alleen het feit dat ze een goeie ridder was. De man vond dat hij veel in haar had geïnvesteerd, en dat moest ze dus maar terug betalen door voor hem te werken. Maar de man had daarnaast nog een paar redenen. Ze was vaak de boodschapper geweest van zeer gevoelige boodschappen, en dat was iets wat de baron niet uit wou laten komen. Naast het feit dat de baron ervoor had gezorgd dat in de nabij gelegen lenen ze niet erg welkom was, waardoor ze geen plek had om te gaan. Ze zag in haar ooghoeken wel dat de merrie van de snob uit de buurt bleef van Bloodhunter, en dat was maar goed ook. De hengst hield niet echt van vreemden en was geen lieverdje. Dat hadden de ridders in de arena al meerdere malen meegemaakt. ”Ik ben blij dat u mee bent” De woorden van de snob trokken haar uit haar gedachten, ze keek even opzij en zag dat hij vriendelijk glimlachte naar haar, er lag een vriendelijke blik in haar ogen. Haar gezicht toonde geen emotie, in haar groene ogen was alleen maar de kilte te zien. Ze zag hoe de snob zijn merrie liet vertragen. Ze richtte haar blik weer op het pad voor hun. Bloodhunter vertraagde ook, de hengst vond het prima om wat zachter te lopen, vooral nu voor de komende uren de dreiging weg was genomen. Ze antwoorde niet op wat hij had gezegd, meer omdat hij niks had gevraagd, maar ook omdat ze niet een persoon was die met iedereen praatte. Haar groene ogen bleven op de weg gericht, ze vroeg zich af waar deze weg haar naar toe zou leiden. Naar een beter bestaan, of naar een soort gelijk bestaan als dat ze de afgelopen jaren had gehad. Bloodhunter trok even aan de teugels en keek achterom, even keek ze hem aan. Een lichte glimlach verscheen op haar gezicht, heel even leek de kilheid in haar ogen af te nemen toen ze naar de hengst keek. Toen de hengst weer naar voren keek, kwam de kilheid weer net zo hard terug en verdween de glimlach op haar gezicht. De wind speelde zacht met haar bloedrode haren en deed haar mantel soms een beetje oplichten. Paard en ruiter gingen verder totaal op in de omgeving met hun zwarte kleur. Alleen haar haren waren zichtbaar, maar dat was omdat ze haar helm niet op had. In haar ooghoeken zag ze hoe de snob naar de lucht keek, blijkbaar kijkend naar alle sterren die in de lucht zaten. Even moest ze denken aan toen ze klein was. Op een avond had zij samen met haar beste vriend in een veld gelegen. Ze had toen gezegd dat zijn ogen gewoon twee gouden sterren waren tussen al die zilveren. Ze had hem toen wel zien blozen, maar er niks op gezegd, vooral omdat ze niet wist wat ze zelf daarna moest zeggen. Ze keek naar de sterren. Soms wou ze dat ze terug in de tijd kon. Terug naar de tijd dat ze voor de laatste keer blijdschap had gevoeld, terug naar de tijd dat ze voor de laatste keer gelukkig was geweest. Ze zag een vallende ster. Nu mag je een wens doen!” zijn stem kwam uit het niets, ze hoorde hem lachen. Van binnen was ze verbaasd, maar haar ogen en lichaam lieten daar niks van zien. Ze keek weer naar de lucht en daarna naar het pad wat voor hun lag. Ze wist dat het nutteloos was om iets te wensen, omdat wat ze wou, in het verleden lag en niet mogelijk was. De zon was begonnen aan zijn opkomst, in de verte was een kasteel zichtbaar en de lichten van een dorp. Een tijdje terug al had ze haar helm opgezet en de kap over haar hoofd heen getrokken, dat was op het moment geweest dat ze over een kruising hadden gereden en ze een paar mannen tegen waren gekomen, de mannen hadden haar raar aangekeken, ze had ze wel zien wijzen naar haar kleur haar. Soms zou het fijner zijn om een andere kleur haar te hebben, een kleur die minder opviel, maar aan de andere kant hield ze van de bloedrode kleur van haar haren. Het was altijd al die kleur geweest, en het paste perfect bij haar. Toch had iets aan de manier waarop de mannen hadden gedaan gemaakt dat ze haar helm op had gezet. Daarnaast hoefde niet direct iedereen in dit leen te weten dat ze een vrouw was en geen man, zoals de meeste mensen verwachtte wanneer ze een ridder zagen. Toen ze dichterbij het kasteel kwamen, begon het paard van de snob sneller te lopen, paard en ruiter roken hun stal. Ze vond het ergens best wel grappig. Er leek wat van blijdschap te zien bij de snob die naast haar reed. Blijdschap dat die thuis was. Ze richtte haar aandacht op het kasteel, zou dit echt een nieuw verblijfplek worden of misschien meer? Ze wist maar nooit waar het op uit zou draaien. De snob had er duidelijk vertrouwen in dat ze zich hier thuis zou gaan voelen, en dat was iets wat ze betwijfelde, er was maar één plek geweest waar ze zich ooit thuis had gevoeld, en dat was op de plek geweest waar ze oorspronkelijk vandaan kwam, maar ook dat was veranderd, ook dat was geen thuis meer. Ze was dan wel op één plek, maar daar achter was ze meer een zwervende ridder die geen rust kon vinden. ”Welkom bij je nieuwe thuis!” de stem van de snob klonk vriendelijk en enthousiast, de snob was duidelijk blij dat hij terug was bij zijn leen. Voor de zoveelste keer die dag trokken zijn woorden haar weg uit haar gedachten. Ze kon het hem ook niet echt kwalijk nemen, ze was niet de gemakkelijkste, en veroorzaakte meestal problemen op de plekken waar ze kwam. Ze had een voorgevoel dat de vriendelijke sfeer hier, zou veranderen zodra ze onder de poort heen reden. De hoeven van hun paarden kwamen rustig neer op de planken van de brug. Ze zag hoe de snob naar een van de wachters keek en die met een glimlach begroette. De wachters begroette hun vriendelijk terug. Een aantal van de mannen bogen even met hun hoofden. Even leek het goed te gaan, totdat Bloodhunter opeens aan de teugels trok, vlak voordat ze onder de poort door reden. De hengst stopte acuut en bleef stil staan. Opnieuw trok de hengst aan de teugels en schraapte even met zijn hoef over de grond heen, een licht geluid van ijzer over steen heen klonk. Ze keek de hengst even aan en legde haar hand even op zijn schouder om hem te kalmeren, maar het was duidelijk dat er iets was dat de hengst op scherp had gezet. Ze gaf hem een lichte aansporing en de hengst liep verder toch maar onder de poort door. Wat de hengst wel had gehoord, had zij niet gehoord. Het geluid van staal op staal, het geluid van zwaarden die werden getrokken. Het was wel duidelijk dat de hengst het niet helemaal vertrouwde, maar ze moesten wel verder. De hoeven van de hengst kwamen neer op de klinkers van de binnenplaats. Luid gesis klonk toen ze onder de poort door reed. Ze had de omslag van de sfeer direct gevoeld toen ze verder reed. Ze zag de vriendelijkheid van de gezichten verdwijnen, ze zag ervoor terug ongeloof en ook angst komen. Het was wel duidelijk dat de mannen haar niet vertrouwde, en het makkelijker vonden om de dreiging weg te nemen dan om rustig af te wachten. Haar ogen schoten alle kanten op, ook zij zag nu wel de soldaten met getrokken zwaarden, maar ze kon er niks tegen doen. De snob vertrouwde het hier duidelijk, het was dus ook wel zeker dat dit hun bestemming was, het kasteel van zijn baron. Het was niet al te lang geleden dat ze hier ook was geweest, alleen had ze toen de ridderschool lastig gevallen en niet het kasteel. Toch was het wel duidelijk dat ze haar niet vergeten waren, en daarom was het best logisch dat zo tegen over haar deden. Ze zag hoe de oren van Bloodhunter achterover gingen liggen, de hengst danste een paar passen opzij, het was nu zeer duidelijk te zien aan de hengst dat hij het niet vertrouwde. Ze liet de teugels iets losser zodat de hengst de ruimte had. Ze voelde hoe zijn spieren aanspande toen er een ridder dichterbij kwam met getrokken zwaard. Maar in tegenstelling tot andere paarden liep hij niet achteruit. Er was duidelijk zichtbaar aan de hengst dat de ridders niet dichterbij moesten worden. Maar toch kwamen ze dichterbij, het was wel duidelijk dat de ridders even waren vergeten dat ze niet alleen was, en dat de snob er ook nog was. Bloodhunter had er genoeg van dat de ridders zo dichtbij hun kwamen. Bloeddorst was te zien in de zwarte ogen van de hengst. Ze wist dat het niet de juiste manier was om hier opnieuw te beginnen, maar zowel paard als ruiter pikte het niet dat ze zo werden onthaald. Aan de ene kant kon ze het begrijpen, maar aan de andere kant vond ze het zeer onbeleefd. Dan hadden ze haar bij de poort maar tegen moeten houden. Ze waren niet de makkelijkste, dat wist ze ook wel, maar dit vond ze iets te ver gaan. Bloodhunter verhief zich op zijn achterhoeven, de pinnen onder zijn hoeven werden zichtbaar. Het gerinkel van ijzer en staal was hoorbaar, het zwarte harnas was niet goed zichtbaar tegen zijn zwarte vacht aan, wat ook nu weer een voordeel was voor beiden. Ze zag weer even die blik van angst, de angst in de ogen van de mannen. Ze wou ze geen angst aanjagen, maar als dat de enige manier was om ze bij haar weg te houden, dan zouden paard en ruiter hun angst aanjagen. Ze deed alles om er voor te zorgen dat mensen bij haar en Bloodhunter uit de buurt bleven, helaas was dat bij de snob niet gelukt. De hengst hinnikte even laag en gevaarlijk voordat die weer op de grond neer kwam. Het geluid van ijzer op klinkers echode licht over de plek heen. Ze wist dat ze de hengst niet al het werk alleen kon doen, en voordat iemand anders iets kon doen liet ze zich uit het zadel glijden. De zwarte mantel volgde haar toen ze afsteeg, het leek alsof ze werd gevolgd door een schaduw. De mantel golfde even voordat hij rustig tegen haar rug aanhing. Bloodhunter was het er duidelijk niet mee eens dat ze van zijn rug afging, maar het kon niet anders, ze kon hem als ze op de grond stond veel beter beschermen dan als dat ze op zijn rug zat. Een van de ridders kwam dichterbij, duidelijk met zijn zwaard in de aanslag om naar haar uit te halen. Bloodhunter reageerde snel. De nachtzwarte hengst steigerde opnieuw, een van zijn hoeven raakte het zwaard, wat uit de handen van de man vloog, een straaltje bloed liep over de hand van de man heen, de man was geraakt door een van de pinnen die onder de hoefijzers van de hengst zaten, het was nu wel duidelijk dat de pinnen daar niks voor niks zaten, en het doel van de pinnen was ook wel duidelijk geworden. Haar geharnaste vingers sloten zich om de teugels heen en ze keek even naar de hengst, het was niet de bedoeling dat hij direct iedereen verwondde, ook al was het wel zo dat die ridder haar niet lastig zou gaan vallen, anders zou die weer te maken krijgen met de hoeven van de nachtzwarte hengst. Langzaam ging de hengst weer op vier hoeven staan. Even keek ze hem aan, haar geharnaste hand lag even op zijn ijzeren masker op de plek waar zijn neus zat. De hengst leek even wat te kalmeren, maar de bloeddorst bleef staan in de zwarte ogen. In haar ooghoeken lette ze wel op, naar wat de ridders gingen doen. Haar helm beperkte wel haar zicht, maar beter met haar helm op, dan met haar helm af. Zonder haar helm zouden ze zien dat ze een vrouw was, en dat was iets waar de mensen om zich heen nog niet van af hoefde te weten. Ze liet de teugels van Bloodhunter weer los, de hengst bleef nu stil staan, maar de hengst was verre van rustig. De boodschap was goed aangekomen, kwam je te dicht bij zijn baasje, dan kon je een hoef verwachten met daaraan pinnen. Ze draaide zich weer om en keek naar de ridders, afwachtend op wat ze nu zouden gaan doen, of ze weer een aanval op haar zouden doen, of dat ze versterking zouden gaan roepen om haar de baas te kunnen. De vorige keer was het de Generaal geweest die de mensen had gestopt, maar deze keer was de man er niet. Heel even voelde ze haar arm kloppen, maar het was minder erg dan de dag ervoor, dan tijdens het toernooi. De paar uur rust en de rest van de tijd op de rug van Bloodhunter had haar goed gedaan. Heel even zag ze in haar ooghoeken de snob. De ridders voor haar leken even te bevriezen toen ze de snob zagen. Blijkbaar had de snob nogal hier een hoog aanzien, maar dat maakte haar niet uit. Ze keek weer naar de ridders voor haar, ze zag de twijfel in hun ogen. Twijfel of ze wel zo slecht was, omdat de snob haar had meegenomen. Maar één van de soldaten schudde even zijn hoofd, blijkbaar niet meer bang voor de snob die vlak bij haar stond. De man hield zijn zwaard losjes vast en rende toen op haar af, duidelijk van plan om haar een lesje te leren. Ze had bijna de neiging om te zuchten, maar dat deed ze toch maar niet. Blijkbaar was het zo dat elke keer dat ze dit leen inreed, dat het er op uitliep dat ze in een gevecht verzeild raakte. Ze bleef rustig staan en wachtte tot hij dichtbij genoeg was. Toen hij uithaalde stapte ze langs zijn zwaard heen, ze pakte zijn hand vast en trok hem verder, terwijl ze haar voet voor zijn voeten zette. Ze maakte een halve draai, haar mantel volgde haar en onttrok de ridder even aan het zicht. Toen ze weer goed stond, lag de man op de grond, zijn zwaard lag een paar meter verder op. Ze was veel sneller dan tijdens het toernooi, tijdens het toernooi had ze er meer een soort show van gemaakt, meer om ook het publiek bezig te houden, en dat deed ze hier niet. Dit was meer een soort spelletje, een wolf die met zijn prooi speelde, maar hem wel snel afmaakte. De wolf had niet zijn tanden laten zien, maar direct gereageerd. Naast het feit dat ze niet meer duizelig was, wat ook een stuk hielp. Dus als ze weer helemaal hersteld zou zijn, dan zou ze nog dodelijker en sneller zijn dan nu, vooral als het menens was. Ze keek in de richting waar de andere ridders stonden. Als ze problemen wouden, dan konden ze die krijgen. Ze had de boodschap wel duidelijk gemaakt, met haar en haar paard moest je niet sollen, want dan had je grote problemen. Er hing een kille en dreigende sfeer om haar heen, met haar moest je uitkijken. Ze zag de mannen twijfelen, haar aanvallen of toch niet? Het gene wat hun ook nog tegen hield, was het feit dat ze werd vergezeld door de snob. Ze zag hoe twee mannen zich uit het groepje losmaakte en op haar afliepen met getrokken zwaarden. Als ze haar echt wouden uitlokken, dan konden ze het krijgen ook. Maar geen wolf, nee, degene die de wolf aan zijn staart trok, die krijgt de rode duivel op zijn dak. Cruor zat nog in zijn schede, en ze had ook nog geen poging gedaan om het zwaard uit zijn schede te trekken en bloed te laten vloeien, maar dingen konden in een kwestie van een seconde veranderen. Haar ogen waren gericht op de twee naderende mannen, ze vroegen er zelf om, om wat er zou gaan gebeuren.
Never trust a black wolf Because there’s blood on her claws, Darkness in her eyes She’s hunting you..
3555 woorden
Myron
Aantal berichten : 212
personal info Leeftijd: 21,5 I'm still young, but how long have I to live? Partner: I'm not sure what love is. But when I find her, I will fight for it. Paard: Flamelight
Onderwerp: Re: A new way, don’t betray me or I will kill you. ~ Myron, (Baron Rinaldo) za nov 23 2013, 11:21
Het was vreemd hoe snel de sfeer veranderde. Het was alsof er een bom was afgegaan. Alsof er een geest was verschenen en alle mensen op slag betoverd waren. Neen het was nog anders. Het was angst voor iets dat ze niet kenden. Hij draaide zijn hoofd in de richting van vrouwe Scarlet. Wel vrouwe Scarlet. Je kon niet meer zien dat het een vrouw was. Ze had haar helm al een heel tijd geleden aangetrokken. Alsof ze een nieuw masker over haar heen wilde gooien. Een masker over het masker dat ze al aan had. Het masker dat die koude blik van haar was. Het masker die haar echte ik verborg voor de mensen. Als hij niet had geweten wie ze was. Zou hij ook bijna denken dat ze een man was. Toch kon je kleine verschillen opmerken. Tenminste als je goed keek. Maar het leek er op dat de wachters hier niet wilden kijken en dat ze ook vergeten waren dat hij er nog bij was. Hij was een beetje teleur gesteld in de wachters. Als hij hier was, dan moeten ze toch ook weten dat Vrouwe Scarlet voor hun de onbekende ridder. Geen kwaad in de zin had… Nou geen kwaad… Daar was hij zelf niet zo zeker van. Maar hij vertrouwde Vrouwe Scarlet ergens wel. Hij schudde zachtjes zijn hoofd terwijl hij keek naar het schouwspel. Het deed hem denken aan vroegere dagen. Dagen waarin de zon niet scheen. Donkere wolken als woedende mensen over de lucht rolden. Dagen in waarin de lucht vochtig was en mist over de wegen gleed. Als een hand die iedereen wou grijpen die hij tegen kwam. Dagen waarin de kraaien schreeuwden en hun zwarte ogen recht in je ziel keken. Alsof ze je dood konden voorspellen. Alsof ze iets zagen dat je zelf niet kon weten. Dagen waarop je het gevoel kreeg niet te kunnen ademen. Dagen waarin je het gevoel kreeg te sterven. Alsof iedereen en alles je zou zouden kunnen aan vallen en je mee sleuren naar de hel waar je behoorde. Dagen waarin al het slechte samen leek te komen klaar voor het gevecht. Dat gevoel kreeg hij terwijl hij zag hoe de wachters voorzichtig en toch beschermend op Scarlet af kwamen. Duidelijk dat ze haar wilden aanvallen. Zonder zelf maar eerst te vragen wat ze hier kwam doen. Hadden ze het gevraagd? Hij had het niet gehoord. Het leken wel zombies die een spook wilden opvreten. Iets wat onmogelijk was. Maar zombies hadden geen hersenen dus iets anders kon je er niet van verwachten. Hij zuchte even. Hij had wel wat anders verwacht van deze mannen. Sommigen keken naar hem, alsof ze ook bang voor hem waren geworden. Hij schudde zachtjes zijn hoofd en de mannen die dat zagen. Staken hun zwaard terug in de schede. De mannen die het niet hadden gezien kwamen maar dichter en dichter op vrouwe Scarlet af. Hij kon zien dat het Bloodhunter niet aanstond. Hij had ook wel een punt. Flamelight bromde even en Whiteshadow zat hem aan te staren. Alsof ze allebei wilden zeggen ‘doe er wat aan idioot.’ Hij keek naar zijn hond. Hij knikte en gleed uit het zadel van Flamelight. Goed hij ging maar even wat orde op gang zetten. Want er lag al een man op de grond. Myron stapte rustig op het zwaard af van de man en raapte het op. Hij hielp de man terug op zijn voeten. De wachters leken even te twijfelen en toch twee mannen stapten op Vrouwe Scarlet af. Hij schraapte zijn keel. Op slag stonden de mannen stil. Hij Duwde het zwaard van de man die naast hem stond terug in die zijn handen. Daarna stapte hij rustig naar Scarlet toe. Hij stopte naast haar en keek boos naar de wachters. Hun gezichten werden wat bleker. ”Ik had wel een vriendelijker welkom van jullie verwacht.” Zei hij rustig. Er lag een boze onder toon in zijn stem. ”The bloodwolf Is vanaf nu één van ons. Toon wat respect!” de wachters staken hun zwaard terug in de schede. Je kon zien dat ze zich schuldig voelden. Hij kruiste zijn armen en wachte op een reactie. De wachters bogen hun hoofd voor Vrouwe Scarlet. ”vergeef ons. We hadden niet zo snel moeten handelen. Het spijt ons dat dit is uitgelopen tot een misverstand!” Zei één van de wachters de anderen knikten. ”We heten U graag welkom in dit leen.” De wachten bogen nog eens en gingen daarna terug op hun post staan. de wacht die gesproken had keek hem vragend aan. Myron knikte alleen. Waarna de man terug naar zijn post ging. Myron zelf voelde zich ook schuldig tegen over vrouwe Scarlet. Hij draaide zich naar haar toe. ”Sorry voor dit…” Hij kon niet veel meer zeggen want daar kwamen al twee stal jongens aan gelopen. De één nam Flamelight vriendelijk mee. De andere zat te staren naar Bloodhunter. Niet zeker wat hij moest doen. Myron kreeg een glimlach op zijn gezicht. Wetend hoe Bloodhunter kon reageren. Maar alles zou wel goed komen. Hij tikte even met zijn hoofd naar het kasteel. Als teken dat Vrouwe Scarlet hem maar moest volgen. Hij was zo benieuwd naar Rinaldo. Hij wist niet zeker of de baron hem nu al verwachte en hij vroeg zich ook af of de baron het een verassing zou vinden dat Vrouwe Scarlet er zou zijn. Maar ook hij kende zijn oude leermeester en hij wist al goed genoeg dat als de man verrast was. Dat zeker niet zou tonen. Soms was die man echt één groot vraagteken. Maar wat kon hij er aan veranderen? Rinaldo zou niet meer veranderen. De man was goed zoals hij was en als de man zou veranderen. Kon het slechte gevolgen hebben voor de rest van het leen. Van het land… Maar de man was sterk. Niet alleen van lichaam maar van geest. Niet alleen dat maar de man dacht tenminste na over zijn daden. Echt over alles wat de man deed. De deur ging soepel open en met zachte stappen betrede hij het kasteel. Het was koel in de hal. Kaarsen aan de muur gaven een rustig beeld af. Verse bloemen versierden de randen. Een gigantisch tapijt leek de bezoekers te verwelkomen. Verder was het stil. Je kon als je goed zou luisteren je eigen hart kunnen horen kloppen. Zijn voedstappen werden gedempt door het tapijt. Vroeger als leerling had hij hier graag gelopen. Voor al op zijn blote voeten. Dit tapijt was zo zacht geweest. Waarschijnlijk was het dat nog. Maar nu kreeg hij de kans niet meer om er met blote voeten over te lopen. Hij droeg niet zo graag schoenen. Hij had van zijn moeder geleerd om de aarde echt te voelen en met schoenen ging dat niet. Thuis liep hij dus altijd op zijn blote voeten. Ook in het bos durfde hij zijn schoenen een af te gooien. Toen hij hier had gewoond bij de baron had hij altijd rondgelopen op blote voeten. Rinaldo had hem veel toegeschreeuwd. Maar dat had hem niet tegen gehouden. Hij had hier vaak gelegen. Starend naar het plafond. Waar prachtige schilderingen op stonden. Zijn ogen gleden heel even naar boven. Ja ze waren er nog altijd. Veel mensen zagen ze niet. Ze zagen het niet omdat ze niet op keken. Wanneer iemand dan vroeg hoe ze het plafond hadden gevonden. Stonden ze verbaast te happen. Het was alleen jammer dat mensen er niet altijd naar keken. Hij zelf durfde het soms ook te vergeten en zo vaak kwam hij hier nu ook niet meer. Hij stapte rustig op de trap af. De trap was gemaakt van marmer. Maar de randen waren hand gemaakt uit hout. Er waren prachtige vormen uit gehakt. Daarna prachtig glad geschilderd en nu leek het iets dat er eigenlijk niet bij hoorde. Verder waren de muren sober van het kasteel. De ramen waren gewone ramen. Af en toe was er wel eens een glasraam. Met prachtige schilderingen die de geschiedenis van dit leen en zijn mensen toonde. Vroeger had hij er gewoon naar zitten te staren. Niet begrijpend wat er zo speciaal aan was. Tot dat de baron hem het verhaal had verteld. Sinds dien waren ze letterlijk tot leven gekomen. Ze waren beginnen te bewegen en dat deden ze nu nog. Ze spraken tot zijn verbeelding. Alsof hij ook een raam was die er tussen hoorde. Hij stapte rustig verder. Hij kende de plek als zijn broekzak. Hij zou blind mogen zijn. Nog zou hij de weg weten. Er veranderde letterlijk niets. Alle spullen stonden na al die jaren nog altijd op de zelfde plaats. Er was niets bijgekomen en er was niets verdwenen. Myron zou er ook niets aan willen veranderen. Het was prachtig zoals het was en het veranderen zou een schande zijn. Het zou een litteken worden in dit kasteel. Hij wist dat veel mensen die hier leefden het zelfde dachten. Als er iets weg was, dan vroegen de mensen heel het kasteel rond waarom het weg was en waar het precies was. Snel genoeg stond het er dan weer en kon de rust terug in het kasteel komen. Zijn gouden ogen keken door de gangen. Als je zijn blik nu zou zien. Zou je denken dat hij iets kon zien dat onmogelijk te zien was voor een ander. Het was ook zo. Hij kon hier makkelijk zijn verleden terug vinden. Als een schilderij dat tot leven kwam op de muren. Zo kon hij zijn herinneringen zien in dit kasteel. Herinneringen waar hij gelukkig van werd. Herinneringen die hij altijd wel zou willen kunnen blijven zien. Herinneringen dat hij graag nog eens zou willen mee maken als dat een kon. Het was makkelijk genoeg om te zeggen dat als je een herinnering had. Dat je er terug was. Maar een herinnering was nog iets heel anders dan het echte ding. Het had een ander gevoel. Omdat je als je het meemaakte vaak niet wist hoe mooi het was. Je wist vaak niet hoe mooi die belevenis was. Tot je het voorbij was. De gangen waren rustig. Het vroege ochtendlicht vulde de gangen. Alsof het hem en Vrouwe Scarlet wilde verwelkomen. Na een lange tijd weg geweest te zijn. Verder was het redelijk verlaten. Af en toe zag je iemand kuisen. Met een glimlach op het gezicht. Alsof ze gelukkig waren hier te mogen werken. Hij zelf had ook een lichte glimlach op zijn gezicht. Die nog groter werd toen ze voor de deur van het bureau van baron Rinaldo stonden. Hij wist dat de man hier was. Hij wachte even voor hij op de deur kloppen. Hij hoefde niet hard te kloppen. Neen de deur was dik en groot. Toch ging het geluid van een kloppende vuist er gemakkelijk door. Nu was het alleen nog wachten op het antwoord. Hij voelde zijn hard een klein sprongetje maken. Daarna was het weer verdwenen. Was hij weer de gewone Myron. Klaar om het gevecht aan te gaan met zijn oude mentor. Het zou een gevecht worden. Geen gevecht met zwaarden. Geen gevecht dat ze op elkaar zouden kloppen. Maar een gevecht van woorden. Geen boze woorden. Maar woorden die ze zouden uitspreken waarvan alleen zij twee de betekenis echt zouden weten. Een soort test om te zien wie er echt gelijk had. Om te zien of ze elkaar wel echt begrepen. Ze hadden nooit veel woorden nodig. Alsof ze elkaars gedachten konden lezen. Maar hij wist ook wel dat baron Rinaldo meer met Vrouwe Scarlet zou bezig zijn. Daar zag hij nu het meeste naar uit. Wat voor gesprek zou het worden. Myron kon niet zeggen wat vrouwe Scarlet zou gaan doen. Maar Baron Rinaldo kon soms ook verrassend uit de hoek komen. Zijn hand lag al op de klink om de deur te openen. Toen hij eindelijk de stem van de man hoorde. Zachtjes duwde hij de deur open. Zijn ogen gingen meteen naar de man toe. Terwijl hij Vrouwe Scarlet als eerste doorliet. [2000] "He don't know what dreams you have. But he will make them real... Onley for you."
Scarlet
Aantal berichten : 272
personal info Leeftijd: 21 years I'm already on this world fighting the rest. Partner: So not, I'm love my freedom and will stay forever like that Paard: My dangerous Bloodhunter brings me where I need to go
Onderwerp: Re: A new way, don’t betray me or I will kill you. ~ Myron, (Baron Rinaldo) za nov 23 2013, 14:13
Rustig bleef ze staan, afwachtend op wat er zou gaan komen, op wat de mannen zouden gaan doen. Ze had al bewezen dat ze sneller was dan dat ze leek in haar harnas. Daarnaast stond er nog een dreiging van een grote zwarte hengst achter haar. En een paar honderd kilo woedend paard wou je niet hebben, vooral niet omdat de hengst redelijk zwaar bewapend was, zwaarden zouden niks tegen de hengst uithalen, maar hij zou hun gemakkelijk kunnen vertrappen, afgezien van de pinnen die onder de hoeven van de hengst zaten. Ze wist dat de hengst bij het minste of geringste naar voren zou springen en de twee mannen die op haar afkwamen aan zou vallen. Ze was niet bezorgd om de hengst, nee die kon zichzelf wel redden, ze was meer bezorgd over de soldaten. Als je Bloodhunter eenmaal boos had, dan zou de hengst niet stoppen voordat hij bloed zag. De hengst had al bloed doen vloeien en zou niet aarzelen om dat opnieuw te doen als dat betekende dat hij haar zou kunnen beschermen. Ze wist dat de hengst dat zou gaan doen, maar ze zou hem niet tegen gaan houden. Het was goed dat hij zo beschermend over haar was. Het was altijd zij en hem tegen de wereld. Zij kwam op voor hem, en hij kwam op voor haar, dat was hoe ze al die jaren hadden overleefd. Allebei waren ze door hun omgeving gestempeld geweest als gevaarlijk en uitschot. Maar toen ze elkaar hadden gevonden, toen was dat veranderd. Ze waren minder als buitenstaanders behandeld, ze werden vooral gevreesd, beiden buiten gesloten van al het andere tot ze elkaar vonden. Ze waren nog steeds gevaarlijk, maar daarnaast werden ze ook gevreesd en ze waren niet meer in de hand te houden. De baron van haar vorige verblijfplaats had haar in de hand willen houden, haar bij zich willen houden. Want een gevaarlijke ridder die gevreesd wordt, daar hebben mensen ontzag voor, en die laten ze hun gang gaan zonder vragen te stellen. En dat was wat de baron nodig had gehad. Helaas had de man te laat beseft dat ze onhandelbaar was, en ongelofelijk onvoorspelbaar. Ze weigerde om als pion te worden gebruikt, en daar had de baron zelf de gevolgen van moeten dragen dat hij wel geprobeerd had haar een pion te laten worden. Ridder na ridder was gekomen om haar te temmen. En altijd hadden Bloodhunter en zij tegen hun gevochten, omdat die ridders haar met geweld klein wilden krijgen. Maar op een of andere manier was de snob anders geweest. Toch had ze na al die tijd nog steeds het gevoel dat ze hem ergens van kende, van voordat hij in het leen opdook. De snob had haar een weg naar buiten geboden, een weg die ze had ingeslagen zonder er twee keer over na te denken. Ze zag hoe de twee mannen op haar afliepen, klaar om toe te slaan. Ze deed niks, nog niks. Cruor zat nog in zijn schede, ze wist dat zodra ze haar zwaard zou trekken, dan zou er veel meer bloed gaan vloeien. Ze hoorde het zachte geluid van ijzer over klinkers heen. Ze had ongeveer een idee van wat Bloodhunter zou gaan doen zodra de mannen dichtbij genoeg zouden zijn. De zwarte hengst zou ze gewoon omver lopen. De hengst zag er dan imposant uit, hij was niet zoals die showpaarden die er alleen maar imposant uitzagen en verder niks konden. De hengst zou veel gewonden kunnen maken als het nodig was. Als het echt nodig was, dan zou ze Cruor trekken, maar dan kon ze niet meer garanderen dat er geen doden zouden gaan vallen. Bloodhunter was zeer onvoorspelbaar als het om zijn baasje ging. Eén ding was duidelijk, als de mannen dichterbij zouden komen, dan konden ze er op rekenen dat ze gewond zouden gaan raken. Als twee zwarte schaduwen bleven ze staan, klaar om te reageren als de mannen dichterbij zouden komen. Zwart, de kleur van de dood, de kleur van de nacht, van de duisternis. Het was niet het gene wat je het liefste tegen kwam, vooral niet als het een kleur van een ridder was. De zon scheen zwakjes. Een vogel vloog over. Ze kon haast voelen hoe Bloodhunter zijn spieren spanden, één stap dichterbij, en dan zou de hengst langs haar heen gaan, en de mannen aanvallen, de mannen zouden hun dood in de ogen kijken, de zwarte ogen van de nachtzwarte hengst, met daarin de bloeddorst. Ze voelde hoe benauwd de sfeer was, maar haar maakte het niet uit. Hoe het ook zou lopen, zij zou hier levend vandaan lopen, de vraag was alleen of de andere ridders dat ook zouden doen. Ze bleef rustig staan, ze had geen verdediging pose aangenomen of een aanval pose, maar als het moest kon dat zo veranderen. De wind speelde even zachtjes met haar zwarte mantel die een beetje heen en weer wapperde. Ze zag in haar ooghoeken wat bewegingen maar reageerde er niet op. Als je je aandacht liet verslappen, dan zouden de mannen haar nog kunnen raken ook. Iemand schraapte zijn keel, de snob. De twee mannen voor haar stonden op slag stil, alsof ze bevroren waren door het stem geluid van de snob, ook al was het alleen maar een geluid en niet eens woorden. Ze zag hoe de snob haar blikveld binnen liep, het was wel duidelijk dat de mannen voor haar niet meer in staat waren om te bewegen, blijkbaar bevroren door het feit dat de snob had ingegrepen. De snob stopte naast haar, ze kon in zijn gouden ogen zien dat hij boos was. Maar hij was niet boos op haar, hij was boos op de wachters. Ze nam het de wachters niet kwalijk, als de snob wist wat er zich hier een paar weken geleden had afgespeeld, dan had hij het de wachters ook niet kwalijk genomen. Ze wist dat de mannen gewoon hun werk deden, en als aan hun was verteld dat zij op moesten passen voor een zwarte ridder, dan kon ze begrijpen dat ze haar aanvielen. Ze had gezien hoe de gezichten van de wachters voor haar wat bleker waren geworden bij het aanblik van de snob. ”Ik had wel een vriendelijker welkom van jullie verwacht.” De stem van de snob klonk rustig, maar ze kon duidelijk de boze ondertoon in zijn stem horen. Ze had die ondertoon wel vaker gehoord bij de baron als ze weer eens hem dwars zat. ”The blood wolf Is vanaf nu één van ons. Toon wat respect!” Ze had niet verwacht ooit nog dat te horen uit de mond van de snob. Ze zag hoe de wachters hun zwaarden terug stopten in hun schedes, blijkbaar hadden ze begrepen dat ze geen gevaar voor hun was. Dat was waarschijnlijk de zoveelste fout die ze zouden gaan maken. Ze was immers trouw aan niemand behalve aan de kroon, ze zou zich dus makkelijk tegen deze wachters kunnen keren, maar ze had hun niet vermoord, zelfs niet toen ze daar uitgebreid de kans voor hadden gekregen. Ze had hun alleen ontwapend meer niet, dat had hun toch wat moeten zeggen. Ze zag in haar ooghoeken hoe de snob zijn armen kruisten. Op de gezichten van de wachters voor haar was te zien dat ze zich schuldig voelde. ”vergeef ons. We hadden niet zo snel moeten handelen. Het spijt ons dat dit is uitgelopen tot een misverstand!” Zei een van de wachters. Ze zag hoe de andere mannen instemmend knikte. Ze had hun al lang vergeven. Ze wist dat hun orders waren, ergens had ze het vermoeden dat ze de bron wel snel tegen zou komen. De generaal, degene die de wachters de opdracht had gegeven om de zwarte ridder aan te vallen. Ze knikte even als teken dat het hun vergeven was. ”We heten U graag welkom in dit leen.” De wachters bogen nog een keer. De meeste van hun gingen weer terug naar hun post, maar de man die had gesproken bleef nog even staan. Ze zag de wisseling zonder woorden wel tussen de wacht en de snob, maar het deed haar niks. Ze zag hoe de snob zich naar haar om draaide. Ze keek naar hem, afwachtend op wat hij zou gaan zeggen. ”Sorry voor dit…” De snob kreeg de kans niet om zijn zin af te maken, want er kwamen twee stal jongens aanlopen. Ze had wel zo’n idee wat de snob had willen zeggen, duidelijk voelde de snob zich ook schuldig. Ze nam het hun niet kwalijk, maar dat zou ze niet zomaar hard op zeggen. Ze zag hoe één van de twee jongens het paard van de snob meenam. De andere staljongen bleef op een afstandje van Bloodhunter staan, niet wetend wat hij moest gaan doen. Ze zag hoe de snob moest glimlachen, ze keek weer naar de staljongen. Ze wist dat Bloodhunter het niet toe zou staan dat iemand anders dan haar hem af zou tuigen of hem ook maar aan zou raken. Ze draaide zich naar Bloodhunter om. De hengst liep dichter naar haar toe. Even legde ze haar hand op de neus van de hengst. IJzer op ijzer. Het ijzer van haar harnas tegen het ijzer van zijn masker. Beiden zwart. Ze keek de hengst even aan. Ze haalde haar hand weer van zijn neus af, de hengst schudde even wild met zijn hoofd. Ze draaide zich weer om. Bloodhunter stapte voorbij haar, de hengst liep in de richting van de stallen zonder op de staljongen te wachten. Toen de jongen dichter bij het paard kwam, flitsten de hoeven van het paard vlak voor de jongen langs, de boodschap was duidelijk, de zwarte hengst wou met rust gelaten worden. De hengst verdween in de stal, ze wist dat de hengst ergens wel een plek zou vinden, zo’n kasteel had altijd wel lege boxen. Ze zag hoe de snob met zijn hoofd in de richting van het kasteel tikte, als teken dat ze hem moest volgen. Ze liep achter hem aan, ergens was ze wel nieuwsgierig naar hoe dit kasteel er van binnen uitzag, en naar Baron Rinaldo. Ze wou wel eens weten hoe de man in elkaar stak, en of het een lafaard zou zijn, of eentje die respect had voor zijn ridders. Ergens verwachtte ze dat wel, als dat niet het geval zou zijn, dan was het niet logisch dat de snob naast haar best vriendelijk was. Ze liep rustig achter de snob aan. De deur het kasteel in ging soepel open en ze liepen naar binnen toe. Het was redelijk koel in de hal, maar niet onprettig. Kaarsen aan de muur gaven een gezellige sfeer, de bloemen aan de randen versterkte dat beeld alleen maar. Ze keek even naar het tapijt wat op de vloer lag. Dit was heel anders dan de kastelen waar ze normaal in kwam. Dit kasteel was vriendelijk en open voor zijn bezoekers, terwijl normaal kastelen niet veel decoratief hadden en een botte sfeer uitstraalde. Hun voetstappen werden gedempt in het tapijt. Ze keek naar het kleurenspel dat de kaarsen op de vloer lieten spelen. Het was hier niet donker eerder licht. Ze keek naar de dingen die hier stonden. Ze volgde de snob toen die de trap opliep. Ze keek beter naar de trap, het leek wel marmer maar dat wist ze niet zeker. Ze wist wel dat er vele manuren in hadden gezeten om het zo mooi af te maken. Ze liep rustig achter de snob aan, soms zag ze in een paar ramen glas in lood zitten. Het zag er mooi uit, maar het sprak haar niet aan. Ze waren mooi om naar te kijken, maar de beelden hadden geen invloed op haar kille hart. De snob leek hier duidelijk de weg te weten, waarschijnlijk had hij hier gewoond, anders dan zou je nooit zo goed de weg weten in zo’n kasteel. Ze keek naar hoe het ochtendlicht de gangen vulde, alsof het hun verwelkomde. Af en toe zag ze iemand in de andere gangen lopen, maar verder waren de gangen leeg, alsof de meeste mensen nog sliepen. Ze zag hoe de snob stopte bij een grote deur, ze had gezien hoe de glimlach op het gezicht van de snob steeds groter was geworden, de man was blij om hier weer terug te zijn. Ze keek naar de deur, daar achter kon een nieuwe weg liggen, maar als de man achter die deur dacht dat ze vriendelijk zou zijn, dan zou die dat nog gaan berouwen. De snob klopte op de deur, het was niet hard, maar blijkbaar hard genoeg om aan de andere kant van de deur te horen. Ze was niet bang of nerveus wat haar te wachten zou staan. Het kon nooit slechter wezen dan hoe het hiervoor was geweest. Ze zou niet haar tong inhouden omdat de man achter de deur de baron van dit leen was. Nee, ze zou zich niet voor een ander voordoen of op haar tenen gaan lopen omdat hij de baron was. Als hij haar respect wou, dan moest hij dat eerst maar verdienen. Ze hoorde een lage stem, de snob duwde de deur open en liet haar voorgaan. Ze stapte zonder aarzelen het vertrek binnen. Haar blik viel op een man die achter een bureau zat, bruin haar en een korte bruine baard. Ze zag het litteken wel dat over zijn rechteroog heen liep, maar veel deed het haar niet. Zoals ze hem nu in kon schatten was hij niet iemand die andere mensen zijn werk op liet knappen, dat was wel te zien aan zijn houding. Een beweging aan de zijkant van het bureau was wat haar aandacht trok. Ze draaide haar hoofd en zag daar de generaal staan. Dezelfde als een paar weken terug. Ze zag de ongeloof en de verbijstering op het gezicht van de man, maar ze zag ook hoe bleek de man was geworden. ”Wat? Hoe?” de man leek niet uit zijn woorden te komen. Ze kwam wat dichterbij en stopte toen. Haar hoofd was iets gedraaid in de richting van de generaal. Het was wel duidelijk dat de man niet verwacht had haar ooit nog te zien, en de man had blijkbaar zijn mond gehouden over het voorval, anders zou de snob naast haar en de baron het wel weten, en dan was het onthaal heel anders geweest. Ze hoorde het zachte gesis van ijzer over ijzer en zag hoe de generaal zijn zwaard trok, hij was van plan zijn baron tegen de zwarte ridder te beschermen. Ze kon het hem niet kwalijk nemen. Ze liet Cruor gewoon in zijn schede zitten, ze had geen zin om ook in de vertrekken van de baron te moeten vechten. Ze bracht haar handen omhoog en haalde de helm van haar hoofd af. Haar lange bloedrode haren kwamen onder haar helm tevoorschijn en vielen over haar rug heen. Haar kille groene ogen richtte zich op de generaal. Ze zag hoe verschrikt de man naar haar keek, alsof het nooit in hem op was gekomen dat zij een Vrouwe was. “Maar, u bent een Vrouwe” stammelde de man uit. De punt van het zwaard van de generaal ruste op de vloer. De man trilde lichtjes. Even maakte het haar niet uit dat ze in het bijzijn van een baron was. ”En toch beten u en uw ridders in het stof en niet ik” zei ze, doelend op wat er een paar weken geleden was gebeurt. Zij was degene die langs zijn ridders was gekomen zonder gewond te raken. Die hun beste leerlingen in het stof had laten bijten, evenals de ridders die generaal toen bij zich had. De man werd nog wat bleker. Ze had er een haat aan als mannen dachten dat vrouwen niks konden, simpel genoeg om het feit dat ze vrouwen waren. Maar in haar groene ogen was niks anders te zien dan kilte. Het leek bijna alsof de generaal een zenuwinzinking kreeg, het deed zijn eer niet goed dat hij en zijn ridders waren verslagen door een vrouw. Ze richtte haar blik weer op de baron. Ze had duidelijk gemaakt dat ze niet iemand was die met zich liet sollen. Dat was niet iets wat de baron voor haar moest vergeten, de vorige was dat wel vergeten en dat had hem veel ellende opgeleverd. Soms waren de meest onschuldige dingen hetgene waar je het meeste voor moest uitkijken. Ze wist niet wat de baron van haar vond, en ergens maakte het haar ook niet uit, de man mocht denken wat hij wou, zolang de man maar niet dom genoeg was om haar proberen te temmen. Ze was dan een Vrouwe, maar ze was verre van zwak. Ze had een reputatie opgebouwd, ze was een ridder geworden die de meeste mensen vreesden, en dat allemaal als een vrouw en niet als een man. Haar groene ogen bleven op de man gericht, nu was hij aan zet.
Never trust a black knight, They were born from darkness, And in the end, Darkness is all that remains…
2843 woorden.
~ { Baron Rinaldo}
Baron- rinaldo
Aantal berichten : 16
personal info Leeftijd: 46... Not a word about it understood! Partner: I love my wife even though she is no longer in this world. Paard: miracle
Onderwerp: Re: A new way, don’t betray me or I will kill you. ~ Myron, (Baron Rinaldo) za nov 23 2013, 17:20
Hij gromde lichtjes. De kaarsen al half weg gesmolten. Buiten nog altijd de donkere hemel. Hij had niet veel interesse meer in de woorden van de man die nu in zijn kamer stond. De generaal had hem wakker gemaakt! Midden in de nacht was de man komen aankloppen. Zogezegd om belangrijke zaken met hem te bespreken. Rinaldo had zijn verzoek geaccepteerd wetend welke tijden het waren. Maar hij had de man beter kunnen afwijzen. Ze zaten hier nu al meer dan 5 uur in zijn kantoor en de man had nog niets nieuws verteld. De generaal ging maar door met praten. Alsof de man niet meer kon stoppen. Hij luisterde, maar hoorde de woorden nog maar half. Met elke minuut werd hij bozer. Toch liet hij het niet merken. Hij was boos op de generaal om hem wakker te maken midden in de nacht. Zijn tijd af te nemen. Tijd dat hij kon gebruiken voor betere zaken. Toch leek de generaal overtuigt te zijn dat hij ook nieuwe dingen aan het vertellen was. Hij had de man al verteld dat hij alles al had gehoord wat er uit de man zijn mond kwam. De generaal was stil geweest voor een paar minuten. Niet zeker wetend of hij wel door moest gaan. Maar had toen gezegd dat hij echt nieuws gehad dat de baron nog niet wist. Dus hij was blijven luisteren. Maar niets nieuws was er uit gekomen. Nu wachte hij alleen maar op de ochtend die zou komen. Hoe lang kon het nog duren? De zon zou zo wel aan de hemel staan. Rinaldo hief zijn hand op. Hij stond op en de generaal viel meteen stil. ”Ik heb veel respect voor u generaal. Dat verdient u ook. Maar u verspilt mijn tijd hier. Alles wat u hier de laatste 5 uur heeft staan vertellen is oud nieuws. Ik kan mijn tijd beter gebruiken dan te zitten wachten op nieuws dat ik nog niet heb gehoord. U weet net zo goed als ik in welke tijd we terecht zijn gekomen!” Hij sprak kalm. Hij wilde de generaal zeker niet beledigen. Toch bij de laatste zin was zijn stem wat zwaarder geworden. De man staarde hem aan. Alsof de man niet kon geloven wat hij net had gezegd. Hij kende de man al lang, het was een goede vriend. De man was één van de weinigen die hem had zien veranderen. De generaal knikte en boog zijn hoofd even. Toch leek het er op dat de man echt nieuws had. Maar het gewoon niet durfde uit te spreken. ”Mag ik weten wat u bedoelt met uw tijd beter te gebruiken?” vroeg de man. Rinaldo keek de man lang aan. Hij schudde zachtjes zijn hoofd en zuchte. ”Denkt u eerst eens na over u zelf. Kunt u uw tijd ook niet beter ergens anders gaan verdoen dan mij oud nieuws te vertellen?” De man zweeg weer en leunde van de ene been naar de andere. Rinaldo ging weer zitten. ”Ik ben van plan om één van de grenzen zelf te gaan controleren.””U Heer!” De stem van de generaal ging de hoogte in. Rinaldo keek de man zwijgend aan en de Generaal vermande zich een beetje. Hij knikte om toch nog een antwoord te geven op de vraag van de generaal. De man kwam meteen in opstand. ”Maar heer u bent hier nodig in dit leen! Kunt u niemand anders steuren?” De stem van de man ging weer de hoogte in. De man schreeuwde bijna en leek te beseffen tegen wie hij aan het spreken was. De generaal boog zijn hoofd. Rinaldo wuifde het weg. Hij was juist blij dat de man zo bezorgd was. ”Generaal u moet u geen zorgen over mij of dit leen maken. Ik weet perfect hoe ik alles moet regelen. Mijn rechterhand zal het leen voor de tijd dat ik weg ben overnemen. Verder ga ik niet alle grenzen zelf controleren. Neen dat zo te veel tijd in beslag nemen en zoals ik al zei veel tijd hebben wij niet.” Hij stopte even en keek naar de man die even knikte. De man leek het te begrijpen. ”Ik zal één van mijn beste mensen naar de andere grens steuren om te controleren. Verder zullen de grijze jagers de twee andere grenzen controleren.” De generaal keek meteen op bij de naam grijze jagers. ”Jagers?” Hij kon zien hoe de man trilde. Rinaldo kreeg een kleine glimlach op zijn gezicht en knikte. ”Ja alles is geregeld met hun leider.” De generaal knikte weer. Alsof hij niet tegen wou of durfde te spreken. Het werd weer stil en Hij leunde op zijn ellebogen. Zijn handen samen gevouwen en dicht bij zijn lippen. De generaal staarde naar de muur alsof die in gedachten verzonken was. ”Ik heb zo’n gevoel dat u toch iets nieuws te vertellen heeft. Maar het niet durft uit te spreken. Zei hij rustig en keek weer naar de man. De generaal knikte. Op het moment dat de man iets wou gaan zeggen werd er op de deur geklopt. Rinaldo draaide even met zijn ogen. ‘Wat nu weer?’ Dacht hij geërgerd. Hij gaf antwoord aan de persoon of personen die achter de deur stonden. De grote door ging soepel open en al zijn boze gedachten verdwenen meteen toen hij het witte haar zag. Zijn blik krijste die van Heer Myron en opslag voelde hij zich opgelucht. Myron liet de zwarte ridder eerst binnen. Rinaldo ging wat rechter zitten. Blij om die ridder hier te zien. Hij keek weer naar Myron en hij wist dat de jongen hem begreep. Maar voor hij ook maar iets kon zeggen werd hij weer onderbroken. Zijn ogen gingen naar de generaal. Die starend naar The Bloodwolf keek. Ongeloof op het gezicht van de man. Rinaldo keek Geïnteresseerd naar het schouwspel. Niet zeker wat er eigenlijk aan het gebeuren was. Heel even keek hij weer naar Myron. Die duidelijk ook niet wist wat er gaande was. Hij focuste zich op de Generaal. ”Wat hoe?” Vroeg de man aan Vrouwe Scarlet. Rinaldo bleef zwijgen. Wachtend op wat er eigenlijk zou gaan gebeuren. Hij zag hoe de generaal zijn zwaard trok. Iets wat hij niet van de man had verwacht. Je kon zien dat de generaal Vrouwe Scarlet al eerder had ontmoet. De man leek zijn zwaard te trekken om hem te verdedigen. Maar de ridder in het zwaard bleef stil staan. Ze deed niets. Hij zuchte zachtjes. De generaal zou toch beter moeten weten! Als de man goed nadacht dan moest hij weten dat de ridder in het zwart hier niet was om kwaad te doen. Anders was ze heel anders binnen gekomen en zou ze niet geaarzeld hebben om hem aan te vallen. Verder was er nog altijd Myron en je kon heel duidelijk zien dat heer Myron van hier was… Hij zag hoe vrouwe Scarlet haar helm uitdeed. Haar bloed rode haren kwamen golvend over haar schouders. Ze was prachtig, sterk en haar groene ogen stonden stil. Zijn blik ging meteen weer naar de generaal. De man leek stil te vallen. ”Maar u bent een vrouwe?” Zei zijn oude vriend verbaast. Hij kreeg een kleine glimlach op zijn gezicht. Na 5 uur zich zitten te vervelen was er eens wat interessant. Wat hem wel wat boos maakte was de manier waarop de generaal verbaast was. Er waren meer vrouwelijke ridders. Niet veel maar er waren er wel en toch bleven vele er verbaast over staan. Vrouwen waren even goed als mannen al niet beter. Hij wilde wat zeggen maar vrouwe Scarlet was hem voor. ”En toch beten u en uw ridders in het stof en niet ik” De woorden van vrouwe Scarlet sneden door de kamer. De generaal zweeg meteen. Hij keek rustig naar Scarlet. Haar kille groene ogen nu op hem gericht. Een vriendelijke glimlach verscheen op zijn gezicht. Hij was gericht op haar. Maar verdween snel weer toen hij zijn aandacht weer op de generaal vestigde. ”Generaal u stelt me teleur.” Zei hij rustig. De man leek wakker geslagen te worden en keek verschrikt naar hem. Hij deed het teken met zijn hand dat de man zijn zwaard weg moest steken. Wat de man ook meteen deed. ”U van alle mensen zou respect moeten tonen voor vrouwelijke ridders. Het zou niet zo’n verrassing moeten zijn. Vrouwe Scarlet is niet de enigste en dat weet u net zo goed als ik.” Hij zag hoe de man slikte. De generaal wist maar al te goed dat hij gelijk had. Maar voor de man iets kon zeggen. Stond Rinaldo op en liep rond zijn bureau. Hij legde even zijn hand op de schouder van de generaal. Om te tonen dat hij het ergens ook wel begreep. Toch bleef hij teleurgesteld in de man. De blik die de generaal hem gaf. Maakte het duidelijk dat de man dat wist. Rinaldo ging voor zijn bureau staan. Hij keek even naar Myron en in de jongen zijn blik wist hij dat Vrouwe Scarlet niet echt de beste welkom had gehad. ”Het spijt me vrouwe Scarlet. U verdient een beter welkom dan dit.” Hij richtte zijn blik weer naar haar. ”Maar mag ik u op zijn minst toch welkom heten in dit leen. Ik hoop dat u zich hier thuis zult voelen.” Hij knikte naar Myron. ”Ik ben heel blij dat u er weer bent heer Myron.” Normaal zou hij niet zo formeel tegen zijn oude leerling spreken. Maar nu de generaal hier was. Leek dat toch maar het beste om te doen. Hij draaide zijn hoofd weer naar de generaal. De man keek hem een beetje onzeker aan. ”Mag ik vragen hoe jullie elkaar kennen?” de vraag was naar hun beide gericht en het kon hem niet zo veel schelen wie er zou antwoorden. Zolang hij maar een antwoord kreeg. Hij keek naar de generaal die nu nog onzekerder leek. Alsof zijn eer gekwetst was of zo iets. ”Generaal u moet zich niet verbergen achter u eer. Het is geen schande een gevecht te verliezen tegen een sterkere ridder.” De man keek weer op. ”Zou u zich ook zo voelen als het een man was geweest?” De generaal schudde zijn hoofd… ”Lat mij u dit vragen dan: Wat is het verschil?” de generaal kon niets zeggen en bleef zwijgen. De baron rechte zijn rug. ”Dan zal ik het u vertellen. Het enigste verschil is uw gedachten. De gedachte van een vrouw dat een man verslaat. Doordat vrouwen zwak worden afgebeeld. Daardoor is het een vernedering voor u en uw mannen.” Hij keek zijn vriend recht aan. De man bleef hem aan kijken. De blik van de man verstrakte weer. Alsof hij de woorden van Rinaldo wel kon begrijpen. ”Maar in plaats van u vernedert te voelen zou u trots moeten zijn. Het is een teken dat die gedachte alleen verkeerd is en het bewijst dat vrouwen zich zelf wel kunnen beschermen! U zou trots moeten zijn om een ridder als haar te hebben in dit land. En respect moeten tonen. Niet luisteren naar gedachten die u zich zelf wijsmaakt![b] De generaal boog zijn hoofd. Wetend dat hij gelijk had. Hij kon wel zien dat de man zijn twijfels nog had. Maar toch het begon te komen. De generaal boog ook heel even zijn hoofd naar vrouwe Scarlet. ”Mijn excuses vrouwe.” Zei de man. Er verscheen een glimlach op Rinaldo zijn gezicht en hij knikte. Blij met de excuses. [b]”Zo nu dat duidelijk is zou ik graag een antwoord hebben op mijn eerste vraag.” Hij keek van de generaal naar vrouwe Scarlet wachtend op een antwoord. Hij keek ook heel even naar Myron die duidelijk eens was met de woorden die hij net had uitgesproken. Hij was blij dat zijn leerling hem tenminste begreep. Maar ja zoals ze zeiden de leerling word de meester en misschien was de tijd er wel dat Myron zijn meester zou gaan worden. Hij richtte zijn focus weer op de twee anderen in het kantoor. Wachtend op de woorden. [2000]
Scarlet
Aantal berichten : 272
personal info Leeftijd: 21 years I'm already on this world fighting the rest. Partner: So not, I'm love my freedom and will stay forever like that Paard: My dangerous Bloodhunter brings me where I need to go
Onderwerp: Re: A new way, don’t betray me or I will kill you. ~ Myron, (Baron Rinaldo) za nov 23 2013, 18:51
Voor even hing er een stilte in de vertrekken. Ze bleef rustig staan. Ze had haar helm in haar linkerhand. Haar kille groene ogen waren nog steeds op de baron bericht. Ze had wel de lichtelijk geïrriteerde blik van de baron gezien vlak voordat de Generaal was begonnen met spreken. Ergens had ze het vermoeden dat de generaal hier al langer geweest dan een paar minuten. Het was nog redelijk vroeg in de morgen, ergens was ze verbaasd dat baron Rinaldo al wakker was. Ze was er aan gewend dat een baron pas ’s middags iets productiefs ging doen. Maar deze baron was duidelijk uit een ander hout gesneden, en dat was maar goed ook, want ze had geen zin in een herhaling van de afgelopen paar jaar en als dat het wel zou worden, dan zou ze net zo snel verdwijnen als dat ze was gekomen. De baron had verbaasd gekeken toen de Generaal zijn zwaard had getrokken, voor haar was het meer dan natuurlijk dat er meerdere keren per dag zwaarden op haar werden gericht. Ze was eraan gewend, en het maakte haar ook niks meer uit. Toch vond ze het ergens wel frustrerend dat zelfs hier in de vertrekken de baron zwaarden op haar werden gericht. Als ze echt Baron Rinaldo wat aan had willen doen, dan was de snob niet met haar mee gegaan en dan had ze hier nu ook niet zo kalm gestaan. Als ze hier was gekomen om te moorden, dan was er al heel veel bloed gevloeid, terwijl het nu was gebleven bij een paar ridders die buiten te dicht bij Bloodhunter in de buurt waren gekomen. Ze had wel gezien hoe de baron even naar haar had gekeken toen ze haar helm af had gedaan, maar zoals altijd negeerde ze zulke dingen. De glimlach op het gezicht van de baron was haar ook niet ontgaan. Ze had vroeger geleerd dat niemand je rug had, en je zelf op je omgeving moest letten. Tot een paar weken geleden had ze er altijd alleen voor gestaan, totdat de snob opeens op kwam dagen, en al meerdere keren haar rug had gehad. De Generaal had nog steeds niks gezegd, evenals baron Rinaldo of de snob. Misschien verbijsterd dat ze zo sprak? Of zat er iets anders achter? Ze wist het niet, en ze was niet van plan zich te verontschuldigen voor wat ze had gezegd. Ze had enkel de waarheid gesproken. Dat de andere twee mannen in het vertrek niet wisten waar het over ging, dat was niet haar probleem. Ze zag hoe de baron rustig naar haar keek en naar haar glimlachte. Wat voor een indruk ze op hem had gemaakt, dat wist ze niet, maar dit kon nog een interessant gesprek worden. Ze kon de man voor zich niet helemaal inschatte, maar zo op het eerste gezicht leek baron Rinaldo een openlijke en vriendelijke man, wat ergens ook wel te zien was aan de inrichting van zijn kasteel en aan dit vertrek. Baron Rinaldo richtte zijn aandacht op de generaal, ze zag hoe de glimlach van het gezicht van de baron verdween. Haar groene ogen richtte zich weer op de generaal, ze had nog geen eens een blik geworpen op de snob die naast haar stond. Maar ergens had ze het vermoeden dat de snob een leerling was geweest van baron Rinaldo. Ze had iets van uitwisseling van blikken gezien, tenminste dat dacht ze, maar zeker weten wist ze dat niet. ”Generaal u stelt me teleur.” sprak baron Rinaldo rustig tegen de Generaal. De man keek net als een geslagen hond, zo zielig, maar ze had geen medelijden met hem. Ze had zelden medelijden met mensen, meestal vond ze dat wat mensen over hun heen kregen, dat het hun verdiende loon was. Ze zag hoe baron Rinaldo een teken maakte met zijn hand, direct na dat teken stopte de Generaal zijn zwaard weg. Het was best een grappig gezicht geweest, een bijna totaal verstarde Generaal die zijn zwaard had getrokken, als enige in het gezelschap. Heel lang duurde het niet voordat baron Rinaldo weer begon te spreken. ”U van alle mensen zou respect moeten tonen voor vrouwelijke ridders. Het zou niet zo’n verrassing moeten zijn. Vrouwe Scarlet is niet de enigste en dat weet u net zo goed als ik.” Ze kon zelfs van de plek waar ze stond zien hoe de man moest slikken bij de woorden van baron Rinaldo. Ze keek even naar baron Rinaldo, normaal spraken mannen niet zo over vrouwelijke ridders, de meeste mannen die ze tegenkwam, zeiden altijd dat het ridderschap geen werk was voor een vrouw. En toch waren er een handjevol vrouwen die wel ridders waren. Maar net zoals haar gingen ze op in hun harnas, spraken zelden om niet met hun stem te verraden dat ze een vrouw waren, zette nooit hun helmen af omdat hun gezicht zou vertellen dat ze met een vrouw hadden te maken en niet met een man. Als ze in harnas reisde, dan reisde ze altijd met haar helm op. Maar weinigen hadden tegenwoordig nog de skills om harnassen te herkennen, dus ze nam het mensen ook niet kwalijk als ze haar voor een sir aannamen. Het maakte dingen altijd een stuk makkelijker als je voor sir werd aangezien, wat nog een reden was om te verbergen dat de persoon in het harnas eigenlijk een vrouw was. Ze zag dat baron Rinaldo opstond en om zijn bureau heen liep. De hand van de baron eindigde vriendschappelijk op de schouder van de Generaal, blijkbaar om aan te tonen dat de baron wel de Generaal begreep. Toch leek er iets van teleur gesteldheid in de ogen van baron Rinaldo te zien. Ze zag de blik in de ogen van de Generaal wel, de man zag er nog steeds uit als een geslagen puppy die wist dat zijn eigen boos op hem was. Misschien een rare vergelijking, maar daar kwam de man nu het beste mee overheen. Ergens vond ze het wel grappig, maar haar groene ogen lieten niks anders zien dan kilheid. Baron Rinaldo ging voor zijn bureau staan, ze zag de blik van de baron langs haar heen glijden, naar de snob die naast haar stond. Ze bleef rustig naar baron Rinaldo kijken, het ging haar niks wat die twee te bespreken hadden. Ze was de snob dankbaar dat hij haar uit dat leen had gehaald, maar daar bleef het ook bij. En ze peinsde er niet over om hem dat in woorden te vertellen, dat zou hij maar op moeten hebben gemaakt uit het feit dat ze hem niet meer had aangevallen. ”Het spijt me Vrouwe Scarlet. U verdient een beter welkom dan dit.” sprak baron Rinaldo. Normaal gesproken zou ze misschien wat hebben gezegd, maar dat deed ze nu niet, de baron was nog niet uitgesproken. ”Ik ben heel blij dat u er weer bent heer Myron.” de woorden van baron Rinaldo waren formeel, maar niet al te formeel. Ze zag hoe de baron weer zijn hoofd draaide naar de Generaal. [i ”Mag ik vragen hoe jullie elkaar kennen?”[/i] de vraag kwam niet onverwacht, zoals ze al had gedacht, had de Generaal niks over het voorval tegen de baron gezegd. Ze wist dat de vraag aan beiden was gericht, maar ze zweeg nog even. De Generaal leek steeds onzekerder geworden, de eigenwaarde van de Generaal had een harde opdoffer gekregen door het besef dat hij was verslagen door een vrouw, en dat diezelfde vrouw nu in hetzelfde vertrek stond als hem. ”Generaal u moet zich niet verbergen achter u eer. Het is geen schande een gevecht te verliezen tegen een sterkere ridder.” De woorden van baron Rinaldo leken uit het niks te komen. Maar ze hadden wel een uitwerking op de Generaal. De man keek direct op, alsof baron Rinaldo recht in de roos had geschoten met zijn woorden. ”Zou u zich ook zo voelen als het een man was geweest?” vroeg de baron aan de Generaal, ze kon zo het antwoord wel weten, nee de man zou zich dan niet zo hebben gevoeld. Ze zag hoe de man zijn hoofd schudde, soms waren mannen vreselijk voorspelbaar, vooral als het om hun eer ging. ”Laat mij u dit vragen dan: Wat is het verschil?” de generaal zweeg, de man kon van angst niks zeggen of hij wou niks zeggen. Ze zag hoe de baron zijn rug rechtte, klaar om de man voor zich eens wat te gaan vertellen. ”Dan zal ik het u vertellen. Het enigste verschil is uw gedachten. De gedachte van een vrouw dat een man verslaat. Doordat vrouwen zwak worden afgebeeld. Daardoor is het een vernedering voor u en uw mannen.” de woorden van baron Rinaldo verbaasde haar een beetje, maar dat was niet te zien. Het leek erop dat baron Rinaldo een heel ander zicht had op vrouwelijke ridders dan dat de meeste mannen hadden. Ze bleef naar het tweetal kijken, ze mocht de baron wel, hij kon goed met zijn naasten omgaan, en had geen vooroordeel zodra het om vrouwelijke ridders ging. Ze zag hoe de blik van de Generaal wat verstrakte, alsof de man de baron wel begreep, maar het ergens gewoon niet wou geloven. ”Maar in plaats van u vernedert te voelen zou u trots moeten zijn. Het is een teken dat die gedachte alleen verkeerd is en het bewijst dat vrouwen zich zelf wel kunnen beschermen! U zou trots moeten zijn om een ridder als haar te hebben in dit land. En respect moeten tonen. Niet luisteren naar gedachten die u zich zelf wijsmaakt! Ze luisterde naar de woorden van de baron. Ze zag hoe de Generaal zijn hoofd boog, wat aangaf dat de man wist dat de baron gelijk had. Toch kon zij nog zijn twijfels zien. Ze was lichtelijk verbaasd over het feit dat de baron zijn Generaal eens haarfijn uit had gelegd over hoe het nou zat, en dat hij niet de man gelijk had gegeven over het feit dat het onlogisch was dat een vrouw het werk van een ridder aankon. Ze zag hoe de Generaal naar haar keek. ”Mijn excuses Vrouwe.” hoorde ze de Generaal zeggen. Ze knikte even, als teken dat ze zijn excuses had aanvaard, ze keek er onderhand niet meer van op dat mensen zo over haar dachten. Ze zag een glimlach op het gezicht van baron Rinaldo verschijnen. ”Zo nu dat duidelijk is zou ik graag een antwoord hebben op mijn eerste vraag.” de woorden van baron Rinaldo waren niet meer dan logisch. Ze zag hoe de man even naar de Generaal keek en toen naar haar. Weer zag ze even een glimp van een uitwisseling zonder woorden tussen de snob en de baron, maar ze zei er niks over. Baron Rinaldo keek afwachtend, afwachtend op het antwoord van de vraag. Ze wist dat het niet echt een prettig antwoord zou gaan worden, vooral niet omdat het niet een al te mooi verhaal was. Ze wist dat ze de baron niet al te lang moest wachten, en de Generaal zag er niet uit, alsof die nog zijn mond open zou trekken om antwoord te geven op de vraag. ”Een paar weken geleden werd ik met een brief naar dit leen toegestuurd, die afgegeven moest worden bij de ridderschool, onderweg kwam ik een leerling tegen, die toen ik verder reed zonder te antwoorden naar de ridderschool toe ging om daar de rest te waarschuwen. Toen ik daar aankwam, stond er een groep ridders te wachten, zonder veel aanleiding vielen zij aan. Aangezien ik de instructies had om de brief aan de Generaal te geven, was de enige oplossing om bij de Generaal te komen, door de groep ridders heen.” sprak ze, ze zag hoe de Generaal nog even wat witter werd toen die terug dacht aan het gevecht wat toen was ontstaan. Ze keek weer naar de baron. ”Niet dat u ridders daar al te ernstig gewond bij zijn geraakt” misschien was dat nog wel verstandig om te zeggen, voordat de baron misschien een conclusie zou trekken die niet waar was. ”Ik leverde de brief af, en verbleef enkele uren op de ridderschool terwijl de Generaal het antwoord op de brief schreef. Die uren bracht ik door in de arena, waar ze hadden bedacht om de beste leerlingen en een paar ridders tegen mij te laten duelleren. Uiteindelijk daagde de Jonker van de ridderschool me uit voor een duel, wat er tot leidde dat de man gewond raakte. Niet lang daarna kwam de Generaal terug met de brief, en ben ik weer vertrokken, zonder een woord te spreken.” zei ze, er was geen emotie aan haar te zien, haar groene ogen bleven kil staan, zoals altijd. ”Het is redelijk logisch dat u mannen me beneden aanvielen, aangezien ze niks minder dan hun werk deden.” voegde ze er aan toe. Het deed haar niet veel dat ze was aangevallen, daar was ze onderhand wel aangewend. Ze had een paar van de ridders wel herkend, die had ze in het stof laten bijten een paar weken geleden toen die te dichtbij waren gekomen. Soms wouden mannen wraak, ook al was dat niet het slimste om te doen, vooral niet als die persoon je al een keer had verslagen. De mannen hadden enkel hun instructies gevolgd, het weren van de zwarte ridder, sommige deden dat uit wraak, anderen simpel omdat hun was opgedragen en omdat ze geen herhaling van de vorige keer wouden. Ze bleef baron Rinaldo rustig aankijken, ze had heel wat details achterwege gelaten vooral bloederige details. Dat waren dingen die mensen niet hoefde te weten. Als de baron een beetje logisch na zou denken, dan zou die het zelf wel kunnen bedenken. Ze deed er zeer nuchter over, niet luchtig alsof het een kleine moeite was, nee. Ze gaf ook niemand de schuld van haar ontvangst van daarnet, het waren simpel weg de natuurlijke reacties van de mannen geweest. Misschien was het heel anders geweest als ze haar identiteit had prijsgegeven, maar dat deed ze maar zelden als ze in harnas was. Soms leidde dat alleen maar tot meer problemen in plaats van minder problemen en als de baron dat niet zou snappen, dan was hij toch minder intelligent dan dat ze had gedacht. Ze keek baron Rinaldo aan, afwachtend op wat de man nu zou gaan, op wat er nu zou gaan volgen.
All that’s left Of the one that was before Is the darkness And the coldness in her green eyes..
2411 woorden.
Myron
Aantal berichten : 212
personal info Leeftijd: 21,5 I'm still young, but how long have I to live? Partner: I'm not sure what love is. But when I find her, I will fight for it. Paard: Flamelight
Onderwerp: Re: A new way, don’t betray me or I will kill you. ~ Myron, (Baron Rinaldo) za dec 07 2013, 19:10
Zijn blik ging automatisch naar de baron en hij lachte zacht. Zachtjes deed hij de deur achter zich dicht. Er was niets verandert. Het leek alsof hij nooit weg was geweest. Zijn blik ging echter ook naar de man die bij de baron stond. Hij herkende de man gemakkelijk. Het was de generaal. Die man was vaak bij zijn oude leermeester geweest. Hij wist dat de twee goede vrienden waren. De generaal leek echter geschokt. Hij stond schuins naast vrouwe Scarlet en zijn blik gleed weer naar de baron. Hij kon de vraag van de baron goed verstaan toen hun ogen kruisten. ‘Wat is er met de generaal.’ Maar hij wist het zelf niet. Hij zou er geen antwoord op kunnen geven. Hij concentreerde zich even op Scarlet. Natuurlijk kon je niets aan haar zien. Ze had haar helm nog op en zelfs als ze geen helm op had gehad. Dan twijfelde hij er niet over dat haar ogen even koel en koud zouden staan zoals altijd. ”Wat hoe?” Hoorde hij de man tegen vrouwe Scarlet zeggen. Hij had helemaal geen idee wat er aan de hand was. Kende de twee elkaar? Myron zijn hand ging automatisch naar zijn zwaard toen hij zag hoe de generaal zijn eigen zwaard trok. Wat was er aan de hand. Myron zou de man vrouwe Scarlet niet laten aanvallen. Maar het leek er meer op dat de man de baron wilde beschermen. Waarom, wat was er gebeurt tussen die twee? Waarom reageerde de generaal zo? Scarlet echter deed niets. Zij bleef rustig staan alsof er niets aan de hand was. Myron zijn gouden ogen flitsten even. Zijn hand geleed weer van zijn zwaard. Hij deed zelfs een paar stappen achteruit waardoor hij tegen de deur kon leunen. Hij zag hoe vrouwe Scarlet haar helm af deed en haar vurige haar, haar prachtige gezicht omlijsten. Haar groene ogen kil als altijd. Maar ze leken wel te schijnen in het donker. Er kwam een lichte glimlach op zijn gezicht toen hij de reactie van de generaal merkte. Die heer leek te blokkeren. Alsof hij een standbeeld was geworden en er iets helemaal niet klopte. ”Maar u bent een vrouwe?” Je kon de verbazing in zijn stem horen. Waardoor zijn glimlach alleen nog wat groter werd. Hij lachte de man niet uit. Neen zeker niet. Hij had veel respect voor de man. Maar hoe de heer nu reageerde was wel een beetje lachwekkend. ”En toch beten u en uw ridders in het stof en niet ik” Dat was wel iets wat hij had kunnen verwachten. Zeker van een vrouw als Scarlet ze kon haar mannetje wel staan. Het was duidelijk dat de twee elkaar hadden ontmoet in een gevecht. Het was duidelijk dat de generaal toen had verloren. Dus het was duidelijk dat de generaal zijn eer aan het verliezen was. Hij wilde zijn mond open doen. Maar zijn baron hield hem tegen. Dus zweeg hij en luisterde rustig verder naar het gesprek. Hij wist heel goed dat de baron de generaal wel op zijn plaats zou kunnen zetten. Zonder de man echt te kwetsen of zijn eer te kregen. ”Generaal u stelt me teleur.”Hoorde hij Rinaldo zeggen. Het was rustig gezegd. De generaal echter.. Het leek alsof de man een klap had gekregen. Hij zag hoe Rinaldo het telen deed dat de man zijn zwaard moest weg steken. Wat die heer natuurlijk deed. ”U van alle mensen zou respect moeten tonen voor vrouwelijke ridders. Het zou niet zo’n verrassing moeten zijn. Vrouwe Scarlet is niet de enigste en dat weet u net zo goed als ik.” Het was duidelijk dat de man deze woorden helemaal niet had verwacht. Hij zelf stond er echter niet versteld van. Hij wist hoe goed de baron uit de hoek kon komen met die dingen. Hij keek stil toe hoe het verder ging. Hoe Rinaldo voor zijn bureau ging staan. Hij keek de baron recht aan. De man keek ook naar hem. Het was duidelijk dat zijn oude leermeester wist wat er allemaal gebeurd was. Hij voelde al hoe de baron vrouwe Scarlet wilde excuseren. Of tenminste alles zou proberen goed te maken. ”Het spijt me vrouwe Scarlet. U verdient een beter welkom dan dit.” Hij keek even naar vrouwe Scarlet. Maar hij kon haar niet beschrijven. Neen hij kon haar beschrijven. Alleen niet met woorden. Niet nu, niet hier. ”Maar mag ik u op zijn minst toch welkom heten in dit leen. Ik hoop dat u zich hier thuis zult voelen.” Myron kreeg een glimlach op zijn gezicht. Dat hoopte hij ook. Met heel zijn hart hoopte hij dat ze hier vrij kon zijn. Niet alleen van haar oude baron. Maar ook van de rest. Hij knikte naar Myron. Wat dat ook mocht zijn. ”Ik ben heel blij dat u er weer bent heer Myron.” Zijn blik gleed naar de baron toe. Hij knikte en schonk Rinaldo een vriendelijke glimlach. Hij was ook blij terug te zijn. Myron richtte zijn blik weer op de generaal die verschrikkelijk stil was geworden. Hij wachte af op een antwoord. Of op een reactie van Scarlet. Maar het was Rinaldo die verder sprak. ”Mag ik vragen hoe jullie elkaar kennen?” Dat was een vraag waar hij zelf ook graag een antwoord op wou hebben. Helaas het bleef stil niemand gaf een antwoord. Hij keek van de generaal naar vrouwe Scarlet. Hij wist dat je geen antwoord kon verwachten van vrouwe Scarlet dus het was aan de generaal. Maar die leek zijn mond niet open te willen doen. ”Generaal u moet zich niet verbergen achter u eer. Het is geen schande een gevecht te verliezen tegen een sterkere ridder.” Nu kwam het. Nu kwam de echte steek. De slag die iedereen kreeg. Die iedereen wakker zou gaan maken. ”Zou u zich ook zo voelen als het een man was geweest?” Natuurlijk niet. ”Laat mij u dit vragen dan: Wat is het verschil?” Hij wilde er zo graag antwoord op geven. Maar het was niet voor hem. De vraag was niet voor hem. Dus bleef hij zwijgen. Helaas gaf de generaal ook geen antwoord. Hij zag hoe Rinaldo zich rechte. Klaar voor de echte waarheid ”Dan zal ik het u vertellen. Het enigste verschil is uw gedachten. De gedachte van een vrouw dat een man verslaat. Doordat vrouwen zwak worden afgebeeld. Daardoor is het een vernedering voor u en uw mannen.” Hij zag hoe de generaal de woorden van de baron leek te begrijpen. Alsof hij ze al eerder had gehoord. Maar ze gewoon was vergeten. Alsof de woorden wel vaker waren uitgesproken. ”Maar in plaats van u vernedert te voelen zou u trots moeten zijn. Het is een teken dat die gedachte alleen verkeerd is en het bewijst dat vrouwen zich zelf wel kunnen beschermen! U zou trots moeten zijn om een ridder als haar te hebben in dit land. En respect moeten tonen. Niet luisteren naar gedachten die u zich zelf wijsmaakt! Hij zag hoe de generaal zijn hoofd boog. Hoe de man respect toonde. Rinaldo verdiende ook respect! Je kon zien dat de man nog zijn twijfels had. Maar niet in wilde gaan op de woorden van de baron zelf. Daar was hij maar al te blij mee. Want een gevecht van woorden kon je niet winnen van Rinaldo. ”Mijn excuses vrouwe.” Er verscheen een lichte glimlach op zijn gezicht. Hij had nu wat meer respect voor de generaal. Die zo openlijk zijn excuses aan Scarlet toonde. ”Zo nu dat duidelijk is zou ik graag een antwoord hebben op mijn eerste vraag.” Ja dat waren ook woorden waarop hij wachte. Hij keek de baron ook even recht aan. Hij wist dat zijn oude leermeester hem begreep. Nu was het wachten op een antwoord van één van de twee. Hij keek naar de generaal en terug. Daarna keek hij naar Scarlet. Hij had zo’n gevoel dat ze haar mond ging open doen. Omdat het duidelijk genoeg was dat je geen woord meer uit de generaal zou krijgen. ”Een paar weken geleden werd ik met een brief naar dit leen toegestuurd, die afgegeven moest worden bij de ridderschool, onderweg kwam ik een leerling tegen, die toen ik verder reed zonder te antwoorden naar de ridderschool toe ging om daar de rest te waarschuwen. Toen ik daar aankwam, stond er een groep ridders te wachten, zonder veel aanleiding vielen zij aan. Aangezien ik de instructies had om de brief aan de Generaal te geven, was de enige oplossing om bij de Generaal te komen, door de groep ridders heen.” Hij lachte. Hij hoorde haar stem graag. Het kwam zo bekend voor. Het kwam hem bekend voor en niet alleen dat. Hij kreeg er een rustig gevoel van. Alsof hij haar al eeuwen kende en haar vertrouwde. Maar hij kende haar nog maar net en vertrouwde hij haar? Ergens wel… Maar hij wist ook hoe gevaarlijk ze kon zijn. ”Niet dat u ridders daar al te ernstig gewond bij zijn geraakt” Hij had moeite om zijn lach in te houden. Toch bleef hij stil. Terwijl hij van binnen bijna omver viel. Hij kon zien hoe de generaal ook geschokt was op die woorden. Hij had wel zo iets kunnen verwachten van vrouwe Scarlet. ”Ik leverde de brief af, en verbleef enkele uren op de ridderschool terwijl de Generaal het antwoord op de brief schreef. Die uren bracht ik door in de arena, waar ze hadden bedacht om de beste leerlingen en een paar ridders tegen mij te laten duelleren. Uiteindelijk daagde de Jonker van de ridderschool me uit voor een duel, wat er tot leidde dat de man gewond raakte. Niet lang daarna kwam de Generaal terug met de brief, en ben ik weer vertrokken, zonder een woord te spreken.” Nu was de vraag welke brief ze eigenlijk had moeten leveren. Wat er in had gestaan. Maar vooral waarom. Hij had zo’n gevoel dat Rinaldo dat nog wel zo gaan vragen. Tenminste als de man het echt wilde weten. Het kon ook zijn dat de man het zo zou gaan laten. Omdat hij er niet verder op in wilde gaan. Hij was ook een beetje verwondert dat vrouwe Scarlet zo veel had gesproken. Niet dat ze veel keuze had gehad. ”Het is redelijk logisch dat u mannen me beneden aanvielen, aangezien ze niks minder dan hun werk deden.” Er verscheen weer een glimlach op zijn gezicht. Okay nu bergreep hij waarom zijn mannen of de mannen van dit leen zo hadden gereageerd. Maar nu zouden ze dat niet meer doen. Zeker niet als Vrouwe Scarlet officieel een lid van dit leen zou worden. Hij keek terug naar de baron. De man, een tweede vader. Hij wist zeker dat de man ook zijn vader in het echt had gekend. Want de man had zo vaak gezegd dat hij zo op zijn vader leek. Maar verder had de man er nooit op in gegaan. Hij had mogen smeken en al. Het enigste wat hij er uit had gekregen was dat hij ooit net zo zou worden als zijn vader. Sterk, trouw. Iemand om te eren. Maar daar had hij zijn twijfels nog over. Toch vertrouwde hij op de baron. De man hoefde het niet te zeggen. Natuurlijk niet. Ooit zou hij er wel eens achter komen. Ooit zou hij terug zijn eigen familie hebben. Een familie die hij zou beschermen met zijn leven. Hij zou zijn familie niet laten vallen. Hij wilde niemand meer laten vallen. Zijn vrienden niet en ook geen vreemden. Hij had een zwaard die beschermde. Hij hoorde de woorden van de baron nog zo goed. ”Met één zwaard kan je niet iedereen beschermen.” Zijn antwoord was simpel geweest. ”Al zijn het vreemden mensen die ik tegen kom op straat. Die mensen kan ik beschermen met één zwaard. Dat zal ik!” Verder had de man er nooit meer een woord over gesproken. Misschien was de baron het ook al lang weer vergeten. Hij wist dat de man toen bleef zwijgen. Omdat het de waarheid was. [2000] "The trust he has... Is a trust that can't be broken. It only can be destroyed!"
Baron- rinaldo
Aantal berichten : 16
personal info Leeftijd: 46... Not a word about it understood! Partner: I love my wife even though she is no longer in this world. Paard: miracle
Onderwerp: Re: A new way, don’t betray me or I will kill you. ~ Myron, (Baron Rinaldo) do jan 02 2014, 18:39
Hij had al lang door dat hij geen antwoord zou krijgen van de Generaal. Het was alsof die man zijn tong was afgesneden en dat ze zijn tong aan de honden hadden gegeven. Maar hij wist wel beter. Het was weer de eer dat de kop op stak. Zijn enige hoop hier was Vrouwe Scarlet. Ja en hij verwachte daar ook niet zo veel van. Moest hij weer een heel verhaal doen? Of zou er toch één van de twee antwoord geven? Hij keek langzaam van de één naar de ander. Iedereen had wel al iets gezegd. Behalve Myron, die bleef stil staan kijken en luisteren. Maar hij wist dat de gedachten van de jongen alle kanten opgingen. Hij wist ook wel dat de jonge man al een paar keer zijn mond had kunnen open trekken. De jongen had waarschijnlijk ook al een paar keer, iets goed zijn zin willen zeggen. Maar ergens was hij blij dat zijn oude leerling dat niet had gedaan. Hij wist hoe Myron kon zijn en hij wist hoe de generaal kon zijn en dat zou nog verkeerd kunnen aflopen. Trouwens hij wist ook hoe hij zelf was, en waarschijnlijk zou hij wel de kant van zijn oude leerling kiezen en dan zouden de poppen helemaal aan het dansen zijn. Ja dat zou waarschijnlijk niet goed komen. Dus hopelijk hield Myron zijn mond, toch voor nu. Maar de generaal mocht wel zijn mond open trekken en Vrouwe Scarlet gerust ook. Hij keek weer naar de generaal die nog altijd zijn tong was verloren. Toen hoorde hij de eerste zin van Scarlet en de jonge vrouw verbaasde hem wel een beetje. ” ”Een paar weken geleden werd ik met een brief naar dit leen toegestuurd, die afgegeven moest worden bij de ridderschool.” Dus vrouwe Scarlet zou het verhaal gaan vertellen. Het eerste dat in zijn gedachten kwam was, waarom een brief? Wat stond er in die brief? Hij had nooit van een brief gehoord. Heel even ging zijn blik weer naar de generaal. Hield de man toch iets achter? Of was het echt niet belangrijk? ” onderweg kwam ik een leerling tegen, die toen ik verder reed zonder te antwoorden naar de ridderschool toe ging om daar de rest te waarschuwen.” Waarom had hij het gevoel dat hij wist wie die leerling was? Hij had al ergens zo’n verhaal gehoord. Maar waar? ” Toen ik daar aankwam, stond er een groep ridders te wachten, zonder veel aanleiding vielen zij aan.” Ergens was hij blij dat zijn ridders zo voorzichtig waren. Maar aan de andere kant vond hij het verschrikkelijk dat zijn ridders vrouwe Scarlet hadden aangevallen zonder enige aanleiding! Had hij zelf niet geleerd te wachten tot dat hij zeker was van het kwaad? Leerden ze dat niet meer aan mensen? Was het nu echt alleen nog maar aanvallen? ” Aangezien ik de instructies had om de brief aan de Generaal te geven, was de enige oplossing om bij de Generaal te komen, door de groep ridders heen.” Er verscheen een lichte glimlach op zijn gezicht. Nauwelijks zichtbaar. Hoe vrouwe Scarlet dat zei, het was gewoon komisch. Vooral omdat het ook nog waar was. Hij zelf zou het waarschijnlijk wel wat anders hebben opgelost. Maar hoe dan ook. Vrouwe Scarlet had wel haar plicht gedaan. Hoe ze het ook had opgelost, ze had haar taak duidelijk volbracht. ”Niet dat u ridders daar al te ernstig gewond bij zijn geraakt” Hij moest toch even slikken om niet in lachen uit te barsten. Hij zou willen zeggen dat, dat heel gerust stellend was. Maar hij kon momenteel toch geen woord uitbrengen of hij zou dubbel slaan van het lachen. Natuurlijk wilde hij vrouwe Scarlet en de generaal ook niet beledigen. Waarschijnlijk zou nu lachen verkeerd worden opgenomen en dat wilde hij wel vermeiden. ”Ik leverde de brief af, en verbleef enkele uren op de ridderschool terwijl de Generaal het antwoord op de brief schreef. Die uren bracht ik door in de arena, waar ze hadden bedacht om de beste leerlingen en een paar ridders tegen mij te laten duelleren.” Waarom? Ze had de brief toch al afgegeven? Dan hadden ze toch moeten weten dat er niets mis mee was. Dat ze gewoon haar werk had gedaan. Hoe dom konden mensen zijn. “Uiteindelijk daagde de Jonker van de ridderschool me uit voor een duel, wat er tot leidde dat de man gewond raakte. Niet lang daarna kwam de Generaal terug met de brief, en ben ik weer vertrokken, zonder een woord te spreken.” Hij knikte, misschien was het wel eens goed geweest voor de jonker. De man zou er waarschijnlijk wel eens van geleerd hebben. Misschien, dat wist hij natuurlijk niet. Die man zou waarschijnlijk nooit veranderen. Hard, zelfzeker, ietsje te zelfzeker… “Het is redelijk logisch dat u mannen me beneden aanvielen, aangezien ze niks minder dan hun werk deden.” Hij was blij dat vrouwe Scarlet het zo opnam. Maar hij vond het toch niet zo heel erg logisch. Hij knikte. Veel zeggen had hij daar nu niet tegen het was gebeurt en hij kon de tijd niet veranderen. Als hij dat wel zou kunnen, dan had hij al veel andere dingen gedaan. Hij zuchte even en draaide zich om naar de generaal. ”U kunt gaan generaal.” Hij kon zien dat de man zich onzeker voelde. Maar er was niets meer voor hen om te bespreken. De man bleef nog even staan boog zijn hoofd en verliet de kamer. Hij zuchte nogmaals en ging terug gaan zitten in zijn stoel. Hij draaide zijn stoel wel naar het raam toe. Zodat hij heel even naar buiten kon kijken. Het zag er misschien onbeleefd uit. Maar toch hij moest hier even over denken. Toch het duurde niet lang voor hij Vrouwe Scarlet en Myron weer aankeek. Hij was blij dat ze er waren. Er was zo veel dat hij nog moest uitleggen en zeggen. Zo veel dingen die nog gedaan moesten worden. Zoveel werk en zo weinig tijd… Hij zuchte nogmaals. ”Nogmaals mijn excuses voor dit welkom vrouwe Scarlet. Ik ben heel blij dat u er bent.” Zei hij voor hij zijn blik weer op Myron richtte. ”En ik ben ook blij dat je zo snel bent gekomen Myron. Ik heb een belangrijke missie voor je.” Hij lachte naar zijn oude leerling. Maar eerst zou hij de zaken verder regelen met vrouwe Scarlet. Ze was hier welkom natuurlijk. Maar zij zelf zo ook wel weten wat voor regels er waren met het veranderen van een Leen… Een hoop papier werk natuurlijk voor hem. Maar hij had ook zo’n gevoel dat hij nog problemen zou krijgen met de andere baron. Ook had ze nog een plaats nodig om te verblijven. Er waren genoeg huisjes in het dorp die vrij stonden. Dus dat zou ook niet zo’n groot probleem worden. Toch zou hij er eerst een moeten zoeken die toegankelijk was en aan haar eisen voldeed. Hij zou niet zomaar een krot geven aan iemand als haar. Hij zou sowieso nooit een krot geven aan iemand. ”Maar eerst vrouwe Scarlet over uw verblijf plaats. We hebben een paar kamers vrij in het kasteel, als U wenst kunt u hier verblijven tot we een huis voor u hebben gevonden. Natuurlijk is dit geheel uw keuze.” Hij schonk haar een lichte glimlach en keek even naar Myron. Iets in de ogen van de jongen zei.; “Ze mag ook bij mij verblijven.” Maar dan zat er ook iets tussen van. “Of misschien toch beter van niet…” Het was lachwekkend. Maar hij hield zijn glimlach in. Hij kende zijn leerling te goed. ”Maar voor we een huis voor u kunnen vinden zou ik eerst graag weten welke eisen u heeft. U mag me echt alles vragen.” Nu was het wachten. Hij wilde altijd het beste voor zijn mensen en aangezien Vrouwe Scarlet nu ook bij de familie behoorde. Wilde hij dus ook het beste voor haar. Maar hij wist ook wel dat hij zich niet teveel zorgen over haar moest maken. Hij wist dat Myron voor haar zou gaan uitkijken. Ook al wilde Scarlet dat misschien niet. [1350]
Scarlet
Aantal berichten : 272
personal info Leeftijd: 21 years I'm already on this world fighting the rest. Partner: So not, I'm love my freedom and will stay forever like that Paard: My dangerous Bloodhunter brings me where I need to go
Onderwerp: Re: A new way, don’t betray me or I will kill you. ~ Myron, (Baron Rinaldo) za jan 18 2014, 15:29
De stilte bleef in de kamer hangen, alsof alle drie de mannen erover na moesten denken. Ze begreep niet echt wat er was om over na te denken. Ze had gedaan wat er van haar gevraagd was toen ze de brief moest bezorgen. Ze wist wat er in de brieven had gestaan, maar ze zou enkel vertellen wat er in had gestaan als de baron Rinaldo daarna zou vragen, ze had geen zin om de man direct de stok op te jagen met de gegevens die in de brieven stonden. Ze zou zo uit haar hoofd verschillende belangrijke berichten kunnen neerschrijven, berichten die door de meeste mensen niet getolereerd zouden worden. Ze had dan geen respect voor haar oude baron, maar dat betekende niet dat ze direct elk detail aan deze drie mannen zou gaan vertellen. Niet omdat ze haar oude baron wou sparen, nee, de mannen hier om haar heen moesten eerst haar respect en vertrouwen verdienen, ze wou ook weer niet te boek komen te staan als een verrader, iemand die alles direct aan andere door vertelde, dat was verre van wie ze werkelijk was. Als ze aan haar zouden vragen wat er in de brieven stond, dan zou ze daarop antwoorden, maar enkel omdat ze het vroegen. Ze wist wat er in de laatste brieven had gestaan, misschien zou het nog wel belangrijk kunnen zijn voor de snob en baron Rinaldo, aangezien de brieven over de snob waren gegaan. Haar ogen richten zich even op de Generaal, de man had het duidelijk niet aan baron Rinaldo verteld, misschien juist wel om wat er in de brieven had gestaan, en omdat de Generaal het verzoek had afgewezen. Ze wist dat de inhoud van de brief er ook voor een deel mee had te maken gehad hoe de mannen haar hadden ontvangen. Als die twee andere het zouden weten, dan zouden de poppen aan het dansen zijn. Dan had haar oude baron veel uit te leggen, tenminste als ze de reden waarom zouden snappen. De reden was redelijk simpel, en juist daarom dachten vele mensen er niet aan. Misschien zou de snob het wel weten, maar dan zou dat alleen maar zo zijn omdat de snob de baron zelf had ontmoet. Soms kon je meer over mensen zeggen wanneer je ze had ontmoet, soms kon je dan hun gedachten patronen begrijpen, maar over het algemeen niet, vooral niet als het om de baron ging. Zij wist waarom, wat de reden was, en het was maar goed dat de Generaal het verzoek had afgewezen, want anders zouden ze hier nu niet zo gestaan hebben. De meeste mensen dachten dat hun brieven veilig waren als die met een ridder meegingen, bij haar was dat echter niet het geval. De instructies waren altijd duidelijk geweest van de baron, lees de brieven, leer de brieven. Vooral als het ging om belangrijke berichten, want dan moest elk bewijs vernietigd worden, en dan moest het bericht worden overgebracht in de vorm van een ridder. De meeste mensen vergaten na een tijdje de berichten, maar zij niet, vooral die twee berichten niet. Nu ze erover na dacht was het maar goed ook dat de Generaal niks verteld had aan baron Rinaldo, want dat zou dingen nog moeilijker kunnen maken dan dat het was, als het boven water zou komen, dan zou baron Rinaldo vanzelf wel begrijpen dat de Generaal het niet voor niks had achtergehouden. Alles wat mensen deden gebeurde met een reden, bewust of onbewust. Als de Generaal toen het bericht aan baron Rinaldo had gegeven, dan had baron Rinaldo direct de snob terug naar zijn leen gehaald, wat er dan tot had geleidt dat zij nog steeds in haar oude leen zou zijn, iets wat nou ook weer niet het beste alternatief was, nee zelfs verre van dat. Soms was de baron zeer dom om juist haar de brieven te laten bezorgen, er was zoveel bewijs van die brieven, zoveel acties die niet helemaal goedgekeurd waren, verbonden die nooit zwart op wit waren bevestigd, dingen die een paar belangrijke mensen zeer konden schaden. Ze kon niet meer de alleroudste berichten herinneren, maar de meest recentelijke wel. De adels dachten over het algemeen dat ze overal mee weg konden komen, maar dat was bij haar toch echt niet het geval. Ze was dan misschien een ridder, ze was niet van adellijk bloed en dat zou ze ook nooit zijn, ze had niet het gevoel om andere adel mensen te beschermen, iets wat de meeste adel mensen wel hadden. Het maakte haar niets uit als ze een paar adelmensen ter val zou brengen. Ze was een ridder waar zowel geboefte als adel voor uit moest kijken. Een ridder die je niet te veel kon vertrouwen met de diepste geheimen, want op een bepaald punt zou ze die geheimen tegen je gebruiken. Ze had het al een aantal keer voor elkaar gespeeld, en daarmee waren kleine schakels in het spel weggevallen. Nu de raad was verdwenen waren dingen een stuk makkelijker geworden. Als ze al het belastende materiaal vrij zou geven, dan zouden er een heleboel mensen in de kerkers verdwijnen. Het was meer dan logisch dat er mensen waren die op haar jaagde, dat er mensen waren die haar liever dood dan levend zagen. De baron had haar zo behandeld om haar onder de duim te houden, om er voor te zorgen dat de geheimen nooit naar buiten zouden komen, maar daar was de baron zeer in gefaald. Het had er meer voor gezorgd dat ze nog rebelser was geworden dan dat ze al was geweest, ooit op een dag zou de man er spijt van krijgen dat hij haar zo had behandeld, dat hij juist haar al die brieven had laten bezorgen, maar nu was niet het moment, nog niet, toch had ze ergens het gevoel dat het niet al te lang meer zou gaan duren voordat meer mensen zouden vallen, dat er meer geheimen onthuld zouden worden. Maar of ze daar een deel in zou spelen, dat wist ze niet. Ze zou de mensen van adel niet in bescherming nemen, als haar koning haar vroeg om informatie, dan zou ze die geven. Als baron Rinaldo vroeg om informatie dan zou ze die geven, ze had een gevoel dat ze baron Rinaldo kon vertrouwen, zelfs al kende ze de man nog niet zo lang. Misschien lag het aan het litteken die vele mensen af zou schrikken, maar het voor haar aanblik alleen maar vriendelijker maakte, of misschien waren het wel zijn ogen die zo vriendelijk maar vastberaden de wereld in keken. Het was haar wel duidelijk geworden dat baron Rinaldo heel anders was dan haar oude baron. Haar oude baron zou het nooit voor haar hebben opgenomen en zijn eigen generaal tegen hebben gesproken, maar baron Rinaldo had dat wel gedaan, en daarmee had de man al meer respect van haar verdiend dan dat haar oude baron in al die jaren bij elkaar had verdiend. Ze keek rustig naar baron Rinaldo, ze had wel gevoeld dat de man bij sommige van haar zinnen vragen had, en dat hij bij andere in de lach had willen schieten, ze had hetzelfde gevoel bij de snob. Het maakte haar niet uit, het klonk ergens ook wel komisch, als een verhaaltje, iets wat niet waar was, maar het was verre van dat. Ze had geen flauw idee wat baron Rinaldo ervan te zeggen had, of de man haar vragen ging stellen, het maakte haar eigenlijk ook niet al te veel uit. Haar kille groene ogen bleven gericht op de man, de hele tijd dat ze hier was, was de emotie in haar ogen niet een keer veranderd, de kilte in haar groene ogen hoorden daar thuis, haar groene ogen zonder de kilte, was iets wat niet normaal was. De kilte in haar ogen verdween nooit, soms was er een andere emotie naast te zien, maar nooit lang en nooit zonder dat die kilte in haar ogen bleef. Sinds die ene dag was die kilte in haar ogen gekomen, als teken dat ze nergens meer om gaf, ze had alles verloren, en dat was iets wat haar hart kil had laten worden. De kilte in haar hart zou daar altijd blijven, evenals de kilte in haar ogen. Ze had de gezichtsuitdrukkingen van baron Rinaldo wel een paar keer zien veranderen van nadenkend naar iemand die moeite had zijn adem in te houden om niet te lachen. Van haar had hij best mogen lachen, ze voelde zich er toch niet beledigd door, maar misschien was dat voor de Generaal wel een heel ander verhaal. Ze had al wel lang doorgehad dat de eer voor de Generaal bijna alles was, dat had de man wel bewezen met zijn reactie op toen ze haar helm van haar hoofd af had gehaald. Ze bleef rustig wachten en zei geen woord meer, ze zou de mannen in het vertrek alleen laten met hun gedachten en ze niet uit hun gedachten halen, baron Rinaldo had duidelijk veel om over na te denken en ze wou de man daarmee niet storen. De man had het voor elkaar gekregen om al een beetje van haar respect te verdienen, iets wat maar weinigen lukten in zo’n korte tijd. Maar dat zou niet betekenen dat ze daarvoor op haar tenen zou gaan lopen, ze was wie ze was, en niemand zou daar ook maar iets aan kunnen veranderen, zelfs niet de mensen die ze respecteerde. ”U kunt gaan generaal” de woorden van baron Rinaldo vlogen door de kamer heen. Haar ogen waren even gericht op de generaal, zelfs voor haar was het duidelijk dat de man niet op zijn gemak was, en ergens had ze het grote vermoeden dat zij daar de oorzaak van was. De man boog zijn hoofd even in de richting van baron Rinaldo en verliet toen de kamer. Ze bleef rustig staan, even waren haar ogen gericht op het uitzicht van het raam waardoor ze niet merkte dat baron Rinaldo terug was gegaan naar zijn stoel en hun even de rug toe had gedraaid. Ze keek naar de sneeuwvlokken die neer kwamen vallen, ergens gaf het een geruststellend gevoel, die dwarrelende sneeuwvlokken, maar aan de andere kant zorgde het voor een steek van pijn, een steek van pijn die niet eens in de buurt van haar kille blik kwam. Winter betekende maar één ding, Kerstmis. Als er één ding was wat ze echt haatte dan was het Kerstmis. Ze had geen flauw idee hoe het hier aan toe ging met Kerstmis, maar ergens zou het wel iets met een groot feest te maken hebben. Elke baron hield van Kerstmis, al ging het dan alleen maar om het feit om veel te eten, burgers hielden van Kerstmis omdat ze dan uitgenodigd werden door hun baron voor het feest. Zij daarin tegen zorgde er altijd voor dat ze zich uit de voeten maakte zodra het feest begon. Ze nam altijd de wacht over van mannen die gezinnen hadden die op hun wachten, zij nam de opdrachten over van ridders die eigenlijk bij hun Vrouwe wouden zijn. Mensen waren altijd blij dat zij hun werk wou doen met Kerstmis, ook al begreep niemand waarom ze het wou doen. Haar ogen bleven naar de dwarrelende vlokken kijken, Kerstmis was het gewoon niet voor haar, en ze zou er voor zorgen dat ze ook deze Kerstmis zou ontlopen, zelfs als dat betekende dat ze een paar dagen erop uit zou trekken zonder doel, misschien zou ze dan de omgeving wat meer kunnen verkennen, om de gebieden te ontdekken en zich hier wegwijs te maken. Ze hoorde een licht krakend geluid wat haar uit haar gedachten wegtrok, ze zag dat de stoel van baron Rinaldo alweer was omgedraaid. Haar ogen verlieten de dwarrelende sneeuwvlokken en vestigde zich weer op baron Rinaldo. Ze hoorde baron Rinaldo even zuchten, waarschijnlijk dacht de man aan het papierwerk dat het hem zou kosten om er voor te zorgen dat alles goed geregeld werd met haar oude baron. Ze kon de man zoal vertellen dat het geen gemakkelijk klus zou gaan worden. ”Nogmaals mijn excuses voor dit welkom vrouwe Scarlet. Ik ben heel blij dat u er bent.” sprak baron Rinaldo, ze reageerde niet. Het welkom maakte haar echt niet uit, ze was er aan gewend, niet dat ze dat zomaar zou vertellen aan de twee mannen in het vertrek. Overal waar zij kwam volgde meestal duistere dingen. Ze zag dat baron Rinaldo zijn blik richtte op de snob die wat achter haar stond. ”En ik ben ook blij dat je zo snel bent gekomen Myron. Ik heb een belangrijke missie voor je.” ze zag hoe baron Rinaldo naar de snob lachte, de man was duidelijk zeer blij dat de snob weer hier was. Ze zag hoe baron Rinaldo zijn aandacht weer vestigde op haar, ze hield er niet al te veel van als ze in het middelpunt van de belangstelling stond. Ze was altijd meer de ridder in de schaduwen, de ridder die werd gevreesd omdat die dingen uitvoerde, maar nooit een heldenfestijn wilde om te worden bedankt. Ze was een van de stille ridders, ridders waar je voor moest oppassen. ”Maar eerst Vrouwe Scarlet over uw verblijf plaats. We hebben een paar kamers vrij in het kasteel, als U wenst kunt u hier verblijven tot we een huis voor u hebben gevonden. Natuurlijk is dit geheel uw keuze.” de woorden van baron Rinaldo waren vriendelijk evenals de glimlach die de man haar schonk, toch antwoorde ze nog niet, ze had het gevoel dat baron Rinaldo nog iets wou gaan zeggen, en dat wou ze eerst horen voordat ze antwoord ging geven op de keuze die hij haar voor had gelegd. Ze had in haar oude lenen altijd buiten het kasteel gewoond, simpel om het feit dat ze niet de hele tijd aangestaard wou worden om het feit dat ze een Vrouwe was, een Vrouwe die ook nog eens een ridder was. ”Maar voor we een huis voor u kunnen vinden zou ik eerst graag weten welke eisen u heeft. U mag me echt alles vragen.” sprak baron Rinaldo nu. Ze keek de man aan. Ze had niet zoveel eisen, eigenlijk had ze er maar twee, en het ging eigenlijk meer om Bloodhunter dan om comfort voor zichzelf. De hengst was het belangrijkste in haar leven, en zij in zijn leven. No way dat ze de hengst hier in de kasteel stallen zou laten staan, de hengst was sinds de dag dat ze hem had ontmoet altijd bij haar geweest. Ze keek naar de man. ”Als het mogelijk zou zijn zou ik graag een huis willen met een stal en wat land erbij, niet dat er wat mis is met uw stallen, maar ik hou Bloodhunter liever bij me. “ sprak ze, ervoor zorgend dat ze baron Rinaldo niet beledigde. Er was niks mis met de stallen van het kasteel, maar het was geen plek voor Bloodhunter, dit was beter zowel voor het humeur van Bloodhunter, als voor de veiligheid van de andere paarden. Ze had verder geen eisen voor waar het huis aan moest voldoen, zolang het een huisje was met daarnaast een stal en wat land waar Bloodhunter zich op kon uitleven, dan vond zij het prima. Het voordeel was ook dat zodra je een huisje met wat land had, dat je buren verder bij je vandaan lagen. Niet dat ze een haat had aan mensen, nee, dat niet. Maar ze had liever niet dat mensen zich met haar gingen bemoeien en er steeds op de vingers keken. Ze was altijd iemand geweest die liever op zichzelf was, dan met andere mensen. Ze keek naar baron Rinaldo, hopend dat de stal met wat land erbij niet teveel was gevraagd, maar niks gaf ook maar iets weg van haar emoties, haar groene ogen bleven kil staan, en aan haar lichaamstaal veranderde niks. Ergens zou het toch wel duidelijk moeten zijn voor baron Rinaldo dat Bloodhunter haar paard was, anders had ze niks over de stallen gezegd. De hengst droeg net zo’n afschrikwekkende naam als dat zijn ruiter. Het maakte ook wel duidelijk dat ze niet van plan was om de hengst iets te laten overkomen, een band tussen paard en ruiter is een band die je niet moet proberen te breken, vooral niet als het om zo’n gevaarlijk duo gaat, voor de veiligheid van baron Rinaldo en zijn burgers hoopte ze maar dat de man dat onderstond. Niemand moet het ook maar wagen om Bloodhunter van haar te scheiden, want dan heb je grote problemen, hele grote problemen.
Not one emotion Can surpass the coldness in her eyes. Not a single thing can change who she is, And you better can’t forget that..
2791 woorden.
Gesponsorde inhoud
Onderwerp: Re: A new way, don’t betray me or I will kill you. ~ Myron, (Baron Rinaldo)
A new way, don’t betray me or I will kill you. ~ Myron, (Baron Rinaldo)