Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.
Spring is gekomen in GJ,de dagen worden weer langer en blad groeit opnieuw aan de bomen. Een nieuw seizoen met vele mogelijkheden en een hele hoop nieuwe mensen. Mvg Het team
personal info Leeftijd: 24 years I have been walking on this world Partner: You can't winn my love. My love is my freedom. Don't try to winn my love, you only get a broken heart. Sagitta, my hunterbird, she shows me to be free. Paard: Danger, like the risks we take every day. Together we will go to where the wind us lead
Onderwerp: Re: If the silence rules, then we will meet, Mystenia za aug 24 2013, 04:39
De vogel wreef even langs zijn kap heen, maar hij reageerde er niet op. Het betekende alleen maar dat de vogel eigenlijk wou gaan jagen. Hij hief zijn hand op naar de vogel en de vogel sprong op zijn hand. Hij voelde de klauwen zacht in zijn huid, maar besteedde er geen aandacht aan. Hij bracht zijn hand naar voren, zodat de vogel genoeg ruimte had om haar vleugels uit te slaan. De roofvogel boog haar hoofd even sierlijk, alsof het gedag zei tegen Mystenia. Toen zette ze zich af, en spreidde ze haar vleugels, maar wel zo dat ze zowel Mystenia als Leonoor niet raakte. De roofvogel vloog naar het raam toe dat open stond. Binnen minder dan een seconde was de roofvogel verdwenen. De vogel had duidelijk niet genoeg gehad aan het ene stuk vlees. Niet dat het zo erg was. De vogel was meer dan genoeg in beweging, dus dik zou de vogel niet woorden. Hij had haar wel zien knikken terwijl hij had gesproken, maar nu was hij ergens toch wel erg nieuwsgierig naar wat Mystenia zou gaan antwoorden. Niet dat hij een oplossing verwachtte. Maar soms gaf Mystenia een andere hoek om van te kijken. Wat meestal wel verhelderend kon zijn en voor de oplossing kon zorgen. Hij had wel gezien hoe er een lichte glimlach op het gezicht van Mystenia was verschenen, soms was het wel prettig om de reacties van mensen te zien, vooral van Mystenia als ze haar kap niet ophad. Hij had de gevaarlijke blik in haar ogen wel gezien toen hij het over de bijeenkomst had gehad. Het was wel duidelijk geweest dat ze doordat hij dat ter sprake had gebracht een beetje was overvallen. Maarja, niet dat hem dat zoveel uitmaakte. Hij wou wel eens weten wat zij erover dacht, over de bijeenkomst, en over het gene wat hij eerst had gezegd. Ze keek hem aan en lachte, okey de zoveelste onverwachte wending, maar eigenlijk was het best voorspelbaar dat Mystenia zo reageerde, zo was ze eenmaal. De ogen van Mystenia stonden helemaal niet bezorgd, wat er op leek te wijzen dat ze een oplossing had gevonden, of iets wat voor een oplossing door kon gaan. Ik Begrijp je bezorgdheid Leonoor. Begon Mystenia vriendelijk, duidelijk klaar om een hele uitleg te geven. ”Maar vergeet niet dat er voor alles een oplossing is…” opnieuw lachte ze. Ergens vroeg hij zich af waarom ze zo onbezorgd kon lachen, maar hij had het gevoel dat hij daar wel snel achter zou komen. . ”Eerst en vooral, de koning ‘stond’ niet al te vast meer in zijn schoenen.” Mystenia legde de nadruk op stond. Hier zou het komen. ”Het is inderdaad waar dat door de raad er een verkeerd beeld is geschept van de koning. Er zijn inderdaad veel mensen van hoge adel die zich aan de kant van de oude raad voegden…” Daar was hij het wel mee eens. Maar niemand behalve de raad wist precies wie zich aan de kant van de oude raad had geschaard. Natuurlijk zou het er met geweld wel uitkomen, maar soms konden mensen je aardig verraden. Meestal kon je er dus niet op afgaan. Mystenia nam diep adem. Dit zou nog een lang gesprek worden. ”Maar Agenor heeft nu de touwtjes in handen. Hij zal een nieuwe raad vormen uit mensen die hij vertrouwd en waarschijnlijk zal hij ook mensen kiezen waarvan hij weet dat het volk hun ook vertrouwd.” Hij wist wel dat ze gelijk had, en hij had wel vertrouwen in de koning. Maar iets bleef er knagen. . ”Het zal moeizaam gaan en er zullen inderdaad mensen zijn die gaan twijfelen. Maar ik geloof er in dat we vertrouwen moeten hebben in onze koning.” En zoals gewoonlijk had Mystenia weer eens gelijk, naast het feit dat ze een andere kijk op het probleem gaf. Maar toch, hij bleef het onheilspellende gevoel houden dat er iets slechts stond te gebeuren.”Vergeet niet dat er ook nog genoeg mensen zijn die de koning wel vertrouwen. Machtige mensen… Mensen die de anderen wel vertrouwen. Als die mensen hun koning vertrouwen en de rest heeft vertrouwen in hun. Dan zullen de anderen geleidelijk aan hun twijfels vergeten en beginnen te geloven in de koning en de nieuwe raad.” Hij zag hoe ze haar glas oppakte en weer een paar slokken uit het glas. Hij zag die blik in haar ogen, die blik die haar ogen altijd hadden als ze de spanning brak. ”Trouwens als er dan nog mensen zijn dat hun koning niet vertrouwen dan stuur je er toch gewoon die ridder van je op hun af.” Mystenia lacht even. Hij kon de humor er wel van inzien, maar lachte niet. Hij had zich weer terug getrokken in de schaduwen. . ”Je hebt toch genoeg vertrouwen in Heer Myron de witte wolf… Zoals veel anderen!” Hij had vertrouwen in de ridder ja, maar toch. Tussen hem en de ridder was een hele andere band dan tussen hem en Mystenia. Hij zag hoe ze nog een slok nam en bleef zwijgen. Maar hij wist dat haar woordenvuur nog niet gestopt was, dat was te zien aan de blik in haar ogen. ”Verder als de grensbeveiliging is afgezwakt. Dan zorgen we er toch gewoon voor dat die terug word aangesterkt. Ik zal een bericht versturen naar de baronnen met daarin de opdracht om elk een paar van hun mannen naar de grensposten te steuren. Dat kunnen ze moeilijk weigeren…” Nee dat konden de baronnen inderdaad niet weigeren. Afgezien van het feit dat er anders een dreiging was dat Mystenia of een andere jager een bezoekje afbracht, en ze er op wees dat ze hun taak moesten doen, of de dood tegemoet moesten zien. . ”Als er inderdaad mensen zijn die informatie doorverkopen aan de buren. Dan is het onze taak om die mensen te vinden. Daarvoor zal ik een bericht sturen naar de grijze jagers in de lenen die het dichts bij de grens aanliggen en hun de opdracht geven om er op te letten.” Opnieuw stelde Mystenia een pauze in en nam een slok van het water. Op dit moment leek Mystenia bijna overal een oplossing voor te hebben, niet dat hij het erg vond, het was alleen maar gemakkelijker. ”Ik zal ook iemand sturen om te bevestigen of de geruchten van een eventuele oorlog waar zijn. Als onze buren zich voorbereiden op een aanval. Dan kan ons land dat ook… We hoeven niet te wachten op een bevestiging. Je kunt niet zeker genoeg zijn. Ik zal er persoonlijk voor zorgen, dat iedereen er op voorbereid is.” Mystenia lachte even naar hem. Er lag weer een speelse blik in haar ogen. Dit was nog niet voorbij. ”Maar Leonoor was het niet jij die zei dat ik niet ongerust moest zijn over de onoplettendheid van de ridders en de baronnen?” Vroeg Mystenia speels. Kijk, daar had je het al. Hij had dat inderdaad gezegd. Maar toen had hij even niet nagedacht over het feit dat de vijand aan de poort stond. Maarja, ze zou nog wel meer gaan zeggen. ”Was het niet jij die zei dat ik het over moest laten aan de nieuwe raad?” Hij ging er maar niet op in. Maar grinnikte wel even zachtjes, iets wat hij al heel lang niet meer had gedaan. Ze wuifde de woorden weg en dronk toen de rest van het water op. Hij keek naar haar en wachtte af wat ze nog meer ging zeggen. ”En ja het is tijd voor de bijeenkomst. Ik had het sowieso met je willen bespreken. De anderen moeten inderdaad op de hoogte worden gesteld en het is inderdaad ook tijd om de leerlingen hun test te geven. Zo weten we zeker dat ze naar het volgende niveau kunnen. Daar kunnen we de rest van het korps nog eens uitdrukkelijk op de feiten wijzen.” Het was duidelijk dat ze nog even wachtte voordat ze verder ging met praten. Hij dacht even na over haar woorden. ”Ik zou het liefst hebben dat de bijeenkomst zo snel mogelijk plaatst vind… We zullen het ook korter moeten houden dan anders. Vergeet niet dat het een moeilijke tijd is en als er inderdaad oorlog op komst is. Mogen we geen enkel teken over het hoofd zien!.” En opnieuw had ze gelijk. Hij had totaal geen moeite met het toegeven dat ze gelijk had. Pas als je toegaf dat de ander gelijk had, kon je inzien wat jezelf over het hoofd had gezien. Hij dronk zijn glas leeg en dacht even na, nadat hij het glas terug had gezet op de tafel. Hij liet het eerste onderwerp maar rusten. Het had geen zin om weer problemen op de oplossingen te zoeken, dan zouden ze hier nooit wegkomen. Hij had al wel gezien dat het al best donker buiten was geworden. Het zou een kwestie van een kwartier zijn voordat het zo donker was dat je geen hand voor ogen kon zien. En Mystenia moest langer dan een kwartier rijden om terug bij haar huis te komen. ”Dan zal je snel de uitnodigen eruit moeten sturen, en gaan controleren of het terrein nog een beetje bewoonbaar is” Zei hij. Hij keek nog steeds naar haar. Het zou nog wel een tijdje duren voordat de jagers in de uithoeken de uitnodiging zouden krijgen, en dan op tijd bij de bijeenkomst plek konden zijn. Hij leek nog ergens over na te denken, maar sprak zijn gedachten niet uit.
When the night begins, The shadow comes to get you To save you Or to kill you..
1591 woorden.
Mystenia Leider
Aantal berichten : 300
personal info Leeftijd: 22 in the prime of my life. Partner: My love My hero. Now your dead. now Your becom a star. Paard: Canavar.
Onderwerp: Re: If the silence rules, then we will meet, Mystenia zo sep 22 2013, 14:34
Het antwoord dat Leonoor gaf was waar. Kort en krachtig. Maar hij had gelijk. Ze knikte even licht en haar glimlach verdween weer even van haar lippen. Haar gedachten gingen weer even heen en weer; Moest ze zich echt druk maken om een paar roddels? Of waren het meer dan roddels alleen. Het was waar dat de koning zich even zwak had getoond. Maar niemand kon hem dat kwalijk nemen. Iedereen wist hoe groot het vertrouwen in zijn vader was geweest en zijn vader had de oude raad wel vertrouwd. Dus was het ook normaal dat Agenor de oude raad had vertrouwd. Dat vertrouwen was verkeerd, maar dat had niemand kunnen voorzien. Nu dat hij zelf een nieuwe raad kon opstellen zou dat veel verschil kunnen maken. Het probleem zou dus niet bij de koning liggen. Maar bij de mensen. Als de mensen echt geloofden dat Agenor vals was en alleen maar macht wilde hebben. Dan waren dat domme mensen. Agenor kon ze dan toch gewoon allemaal laten onthoofden. De mensen zouden na een tijdje wel beginnen in te zien dat ze een verkeerde gedachte hadden. Ze zullen het vertrouwen terug krijgen en alles zal terug goed komen. Het probleem was echter wel hoe lang dat zou duren. Nog erger was de gedachte aan hoe het zou gebeuren. Oorlog, hoe lang was het geleden? Als er een oorlog op komst was. Toch had ze ergens het idee dat een oorlog goed voor het land zou zijn. Waarom, Ze had geen idee. Maar het zou de mensen wel wakker schudden. Maar in oorlogen werden wel veel onschuldige levens geëist. Iets wat veel leed zou brengen in het land. Oorlog wie had het ooit uitgevonden? Welke legers hadden de eerste oorlog uitgevochten? Wie had er toen gewonnen? Welke namen hadden ze niet mogen vergeten? Maar waren toch weer verloren gegaan? Was er iemand die het antwoord wist? De eerste oorlog… Er was altijd een begin van alles. Was de eerste er gekomen door verkeerde keuzes? Door de verkeerde weg gevolgd te hebben. Als het een begin had, dan had het ook een einde. Maar een oorlog, dat bleef leven voor de eeuwigheid. Haat groeide in de mensen hun harten en zo raakten ze verzeild in een cirkel. Een cirkel die als maar door bleef draaien. Tot dat er misschien op een dag iemand uit de cirkel zou breken en zo het verband door snijden. Waarna de cirkel zou verdwijnen en er eindelijk weer vrede zou kunnen heersen. Maar vrede was zo iets kostbaars dat het ook gemakkelijk kon breken. Één verkeerde beweging, en verkeerd woord en de vrede kon veranderen in een gevecht op leven en dood. Bloed zou weer vloeien en de aarde zou voor de zoveelste keer rood kleuren. De hemel zou grijs en donker worden en zelfs de nacht zo een verschrikkelijke plek zijn. Met ogen die altijd keken; donkere ogen zonder emotie die je ziel uit je lijf rukten. Ook al zou je, je ogen sluiten, ook al zou je, je willen verstoppen. Die ogen zouden je blijven volgen en de mens zou weer eens verloren raken. Ze haalde rustig adem. Heel even opende ze haar mond. Ze wou wat zeggen. Maar haar lippen sloten zich al snel weer. Wat kon ze zeggen? De woorden die ze nog had zitten, waren vervlogen door haar gedachten gang. De vragen die ze had, gehad waren beantwoord en heel even was er weer die stilte in het vertrek. Aar blik gleed naar het raam en even vergat ze zelf dat Leonoor hier ook was. Oorlog, bloed, vuur, dood…. Ze had ze al allemaal mee gemaakt. Ze had al zo veel tranen vergoten. Zo veel levens genomen. Had ze schuld? Nee, geen schuld gevoel. Geen angst gevoel. Niets ze was het al lang geleden geleerd. Van af het begin, en nooit zouden die lessen uit haar geheugen worden gewist. Maar zelfs nu zouden er nog zo veel lessen moeten komen. Ze draaide haar hoofd weer naar Leonoor… Welke lessen had hij al allemaal geleerd? Haar bruine ogen straalden heel even ongerustheid uit. Maar in een fractie van een seconden stonden ze weer normaal. Alsof er helemaal niets door haar gedachten ging. ”Leonoor, je hebt de mannen van de oude raad laten leven.” Zei ze toen rustig. Terwijl ze opstond en naar het raam liep. Ze zag Canavar zijn ogen blinken. Heel even vergat ze de woorden die ze wilde zeggen. Maar die waren er snel weer. ”Wees zeker dat ze geen problemen zullen veroorzaken.” Ze draaide zich niet om. Haar blik was gericht op de hemel. ”Ik heb vertrouwen in jou. Maar niet in die mannen.” “Misschien was het een wijzere beslissing geweest om ze meteen allemaal het graf in te steuren.” Voegde ze er in gedachten bij. Je wist maar nooit wat er kon gebeuren. Er waren zo veel dingen die eigenlijk helemaal niet duidelijk waren. Ook al lagen ze nog zo voor de hand. Dingen die recht onder hun neus zaten en toch waren ze er blind voor. ”Zorg er voor dat je niets overkomt…” het kwam er uit als een fluistering. Niet meer dan dat. Een normaal mens zou het zelf niet gehoord hebben. Haar ogen bleven op de hemel gericht. De frisse lucht vulde haar longen. Ze ging zitten op de vensterbank en keek naar zijn gestalte. Wat zou ze er niet allemaal voor geven om zijn gezicht terug te zien… Ook al waren ze nu ouder. Nog steeds had ze zin om met hem in het rond te dollen. Om elkaar op de proef te stellen. terug vechten tegen elkaar, om te zien wat ze uit de en konden halen. Of vechten met elkaar, als een team. Maar ze waren een team, zoals gewoonlijk kon ze ook nooit echt lang boos op hem blijven. Niet dat ze nu boos was… meer bezorgd. Toch liet ze het nu niet meer merken en keek rustig naar zijn gestalte. Was er nog iets dat ze moesten bespreken of moesten doen? [1000]
Laatst aangepast door Mystenia op do sep 26 2013, 17:47; in totaal 1 keer bewerkt
Leonoor Commandant
Aantal berichten : 812
personal info Leeftijd: 24 years I have been walking on this world Partner: You can't winn my love. My love is my freedom. Don't try to winn my love, you only get a broken heart. Sagitta, my hunterbird, she shows me to be free. Paard: Danger, like the risks we take every day. Together we will go to where the wind us lead
Onderwerp: Re: If the silence rules, then we will meet, Mystenia zo sep 22 2013, 16:17
Hij bleef rustig zitten in de stoel en dacht even na. Dat was iets wat hij eigenlijk de laatste tijd veel te veel deed. Vroeger kreeg hij altijd op zijn kop als hij nadacht. Dan zei zijn mentor dat het voor leerlingen veel te gevaarlijk was om na te denken, of iets in die trant. Toch was hij toe altijd zo koppig geweest om te blijven denken, de dag dat hij zijn eikenblad had gekregen, was er niet een geweest die hij zich graag wou herinneren, bij al de andere die dat jaar hun eikenblad hadden gekregen was hun familie geweest, en bij hem? Niemand. Direct toen hij zijn eikenblad had gekregen, had hij zich uit de voeten gemaakt, en aangezien zijn oude mentor toen nog een klusje voor hem had gehad, had hij die met beide handen aangenomen en was vertrokken. Zijn mentor was met hem meegereden, en had gezegd dat het nu wel de tijd was om na te denken. Vanaf dat moment had hij er redelijk alleen voor gestaan, zoals altijd. Maar er waren van die zeldzame momenten dat Mystenia zich ermee bemoeide, en hij er niet alleen voor stond. Ze waren samen een goed team, en hopelijk zou dat nog een lange tijd zo blijven. Hoe vaak hadden ze al samen te strijden getrokken? Het was al zoveel keren geweest dat hij het niet eens meer wist. En eigenlijk wou hij het ook niet eens weten, soms moesten mensen niet alles weten, maar in onwetendheid gelaten worden. Voor het grotendeel van de mensheid was dat beter. Natuurlijk gold dat niet voor grijze jagers, zij waren altijd degene die het neusje van de zalm wouden weten. Soms kon het vermoeiend zijn om informatie te verzamelen in plaats van direct aan te vallen. Maar altijd was het gebleken dat hoe meer je wist over de gene waartegen je vocht, hoe meer je in het voordeel was. En meestal gaf informatie je ook de oplossing voor het probleem. Hij zag in zijn ooghoeken hoe Mystenia haar hoofd weer naar hem toe draaide. Hij richtte zijn aandacht op haar. Hij was een beetje overdonderd toen hij ongerustheid in haar bruine ogen zag, het was er maar even, en toen stonden haar ogen weer normaal, maar hij wist wel heel zeker dat hij het had gezien. Niet dat zijn lichaamstaal of gezicht zei dat hij het had gezien, of dat het hem iets had gedaan. Hij begon zich af te vragen waarover Mystenia zich zorgen maakte. Maar misschien zou ze zelf wel dat raadsel oplossen. Want ook hier, hoe meer informatie Mystenia gaf, hoe makkelijker de oplossing zou zijn, misschien niet in uitvoer, maar dat was dan wel weer voor latere zorg. Ergens zou hij er veel over voor hebben om even een kijkje te hebben in het hoofd van Mystenia, om haar zorgen te kennen, om er een oplossing voor op te vinden. ”Leonoor, je hebt de mannen van de oude raad laten leven.” Zei Mystenia toen opeens, Was dat waar Mystenia zich zorgen over maakte? Over de oude raad? Ze hoefde het alleen maar te vragen of een teken te geven, en hij zou ze persoonlijk allemaal een pijl door het hart heen jagen. Misschien had hij dat beter direct kunnen doen, bedacht hij zich nu pas. Dat zou in de toekomst misschien wel een heleboel problemen schelen. Zijn ogen volgde haar toen Mystenia opstond en naar het raam toe liep. Hij voelde even een licht briesje dat door het raam naar binnen toe kwam. Hij had een vermoeden dat ze er nog wat achteraan wou knopen, dus hij wachtte rustig af. Hij bleef zitten in de stoel, terwijl hij naar Mystenia keek die daar bij het raam stond. Hij keek even naar buiten, het begon al redelijk donker te worden. Je wist maar nooit wat er in deze bossen rond hing. Niet dat hij Mystenia onderschatte, die kon prima voor zichzelf zorgen, maar toch. Hij wist dat de reis terug naar haar leen nog wel redelijk een tijdje in het zadel was. En aangezien ze duidelijk al de hele dag op was, zou dat misschien nog een opgave worden. Niet dat hij zich daar zorgen over maakte. Mystenia stond haar mannetje wel. ”Wees zeker dat ze geen problemen zullen veroorzaken.” Zei Mystenia toen. Zijn ogen richtte zich weer op haar, ze had zichzelf nog steeds niet naar hem omgedraaid. Hij zou er voor zorgen dat de mannen geen problemen meer zouden veroorzaken, en anders, dan zou hij ze de dood injagen, net zo gemakkelijk als dat hij rovers de dood in zou jagen. Het leek erop dat Mystenia haar blik op de hemel werd gericht. Zouden er nog meer woorden komen? Of zou hij het hier mee moeten doen? . ”Ik heb vertrouwen in jou. Maar niet in die mannen.” Sprak ze toen. Hij hoorde ergens in haar stem een toon, eentje die hem vertelde dat hij de mannen misschien wel allemaal in het graf had moeten sturen toen hij daar de kans voor had. Hij zweeg, zoals gewoonlijk. Iets zei hem dat hij eigenlijk op moest staan, maar dat deed hij niet. Hij wou eerst weten wat Mystenia nog meer te zeggen had, want hij wist gewoon zeker dat ze nog iets moest zeggen. ”Zorg er voor dat je niets overkomt…” Hoorde hij toen. Het was niet meer dan een fluistering geweest, maar hij had het gehoord. Hij keek naar Mystenia die op de vensterbank ging zitten en naar hem keek. Maakte ze zich nou zorgen om hem? Hij had al zoveel dingen doorstaan, en hij moest nog een lange tijd mee, tenminste dat was zijn bedoeling. Langzaam kwam hij overeind en liep naar haar toe. Nu zij zat, was hij groter dan haar, als ze stond was hij ook iets groter dan haar, van binnen moest hij even glimlachen, maar dat was niet te zien op zijn gezicht, dat nog steeds in de schaduwen gehuld was. Hij stopte vlak bij haar. Hij keek naar haar. Ergens had hij de neiging om haar te troosten. Er verscheen een glimlach op zijn gezicht, de schaduwen verdwenen iets doordat hij zijn hoofd iets verplaatste. De glimlach werd zichtbaar. Even moest hij aan vroeger denken, en toen keek hij weer naar haar. Toen had hij het altijd grappig gevonden om Mystenia te plagen, en dat was niet veel veranderd. Ze had altijd een hekel gehad als hij haar haren weer eens door de war heen deed, ze riep dan altijd tegen hem dat ze hem wat aan ging doen. Meestal kwam het er op neer dat het uitbarstte in een gevecht, wat dan weer eindigde dat ze al rollend over de grond heen gingen en hij meestal had gewonnen. Voor een moment besloot hij even niet meer na te denken. Hij stak zijn hand uit en ging op haar hoofd door haar haren heen, net zoals hij vroeger had gedaan. Daarna trok hij even plagend aan een pluk voordat hij zijn hand weer onder zijn mantel liet verdwijnen. De glimlach op zijn gezicht was in een grijns veranderd. ”Volgens mij ben jij hier degene die op jezelf moet passen kleine” zei hij. Vroeger had hij haar meestal kleine genoemd, alleen maar om die blik in haar ogen te krijgen, die blik waarmee ze zich dan altijd op hem wierp, omdat ze er niet tegen kon dat mensen haar klein noemde. Even keek hij naar de zon, die al bijna aan de horizon stond. ”Volgens mij moet je maar naar huis kleine, voordat het echt donker is” zei hij, weer gebruik makend van de verkleining. Hij keek hij grijnzend aan. Even leek het weer vroeger, toen ze zich geen zorgen hadden hoeven maken, de dagen vol gestoei wat soms uitliep tot echte gevechten, maar altijd konden ze lachen om de verwondingen. Hij had geen flauw idee hoe Mystenia erop zou reageren, maar dat maakte hem op dit moment even niet uit. De grijns bleef op zijn gezicht staan, en was er voorlopig niet af te krijgen. Hij bleef half voor haar staan en keek op haar neer. Nu was het haar beurt, ergens wou hij testen of er nog ergens een spoor was van die Mystenia, die Mystenia van vroeger, die Mystenia waarmee hij een deel van zijn jeugd had gedeeld, degene die hij als zijn kleine zusje beschouwde. Hij zou zijn eigen leven geven om die van haar te redden, en dat had niks te maken met het feit dat ze zijn leider was, nee, dat had daar niks mee te maken. Dat had te maken met het feit dat hij een drang voelde om haar te beschermen, omdat hij haar zag als het zusje dat hij nooit gehad had. Niks van zijn gedachten was te zien op zijn gezicht, of in de grijns. Die grijns, die al lang niet meer op zijn gezicht had gestaan. Soms kon je dag wel heel raar lopen, heel erg raar.
Never forget, That the person you once knew, Always is somewhere, By you…
1500 woorden.
Mystenia Leider
Aantal berichten : 300
personal info Leeftijd: 22 in the prime of my life. Partner: My love My hero. Now your dead. now Your becom a star. Paard: Canavar.
Onderwerp: Re: If the silence rules, then we will meet, Mystenia do sep 26 2013, 17:34
Leonoor kwam voor haar staan. Ze gromde lichtjes. Doordat ze nu zo neer zat, was hij veel groter dan haar. Als ze nu zou recht staan zou het verschil kleiner zijn. Maar dan nog zou hij groter zijn. Ze hield er al niet zo van dat mensen groter waren dan haar. Ook al had haar lengte er wel voor gezorgd dat ze een grijze jager was geworden. Misschien ook deels omdat haar mentor haar had gevonden na die verschrikkelijke dag. Ze was nog steeds niet eens zeker of haar zusje het had overleefd. Maar maakte dat eigenlijk nog wat uit? Ze had alles opgegeven voor dit leven en ze hield van dit leven. Neen dit zou ze niet zomaar opgeven. Ze richtte haar blik weer op Leonoor. Haar lach was lichtjes verdwenen. Hij lach niet langer meer op haar lippen. Maar haar ogen waren wel nog altijd helder en doordat ze haar kap niet aanhad waren die duidelijk te zien. Het enigste wat ze kon zien van Leonoor zijn gezicht in die diepe schaduwen waren zijn ogen. Af en toe kon ze altijd wel een glimp vinden van die blauwe ogen. Die blauwe ogen waarin je zou kunnen verdrinken. Waren dat de ogen die zijn vijanden zagen? De blauwe ogen van de dood? Kille ogen van diegene bekend als de schaduw? Ze draaide haar hoofd een beetje weg van hem en keek weer naar buiten. De nacht, het was haar thuis en toch… toch waarom was de één er bang voor? Er waren zo veel mensen bang voor de duisternis. Bang voor het onbekende. Maar voor haar was elke stap daarbuiten een nieuw verhaal. Een nieuw avontuur dat ontrafeld kon worden. Maar voor anderen was het de hel. Ze draaide haar blik weer naar Leonoor. Ze verwachte niet echt een antwoord. Dat hoefde ook niet, ze hield wel van deze stilte. Haar ogen werden wat groter toen ze zijn hand zag bewegen. Hij legde zijn hand op haar hoofd! Ze voelde hoe hij haar haren door elkaar schudde. Net zoals hij vroeger had gedaan. Ze gromde even, was hij helemaal gek aan het worden? Om het nog erger te maken trok hij daarna nog wat plagerig aan haar haren. Misschien was hij gek aan het worden. Maar ze kon niet zeggen dat ze het echt erg vond. Hij was wel de enige die dit mocht doen. Als het hem niet was geweest dan zou hij al lang een vuist in het gezicht hebben gekregen. Dat had ze wel al vaker gedaan. Neen ze was niet echt iemand die met haar liet spelen. Maar Leonoor was duidelijk niet klaar met zijn geplaag. Volgens mij ben jij hier degene die op jezelf moet passen kleine” Ze keek hem recht aan en zag die grijns op zijn gezicht. Haar ogen vlamden lichtjes op. Hoe durfde hij haar klein te noemen? Trouwens was wat dat voor een zin? Was hij haar soms aan het bedreigen? Ze gromde nog wat harder, maar hield haar kalmte voor nu alle sinds. Maar zijn volgende woorden lieten haar van binnen ontploffen. ”Volgens mij moet je maar naar huis kleine, voordat het echt donker is” Ze had zin om recht te springen hem op de grond te duwen en aan te vallen. Dat had ze vroeger ook altijd al gedaan. Maar toen had ze het gevecht wel altijd verloren… Ze gromde even en ademde even diep in en uit. Neen als ze hem niet kon bevechten met kracht dan deed ze het maar met woorden. Toch voor nu in ieder geval. Ze lachte even naar hem en legde haar haren terug zo deftig mogelijk. Haar ogen stonden wat vals en uitdagend. ”Hu Alsof jij zo’n reus bent…” Ze keek weer even naar buiten en haar tweede plan kwam meteen al terug op in haar hoofd. Ze keek hem weer aan. ”Je hebt gelijk het is inderdaad al redelijk donker.” Ze lachte. ”Dus je vind het vast niet erg dat ik hier de nacht doorbreng.” Ze stond op en nu was het verschil in grote niet meer zo groot. Toch bleef hij nog altijd de grootste. ”e groentje?” Haar ogen flitsten even gevaarlijk en ze dacht terug aan hun tijd samen in training. Toen had ze hem altijd groentje genoemd. Tenminste altijd wanneer hij een fout had gemaakt. Hij had hier niet echt een fout gemaakt en ze wist niet wat zijn volgende beweging zou zijn. Maar het kon nog wel leuk gaan worden. Ze liep langst hem heen en ging weer zitten in de stoel waar ze daarnet had gezeten. Er lach een glimlach op haar gezicht en haar ogen lachten nog altijd mee. Zouden ze weer beginnen zoals ze vroeger hadden gedaan? Dat zou best wel een leuke verandering zijn. ”En als je me echt weg wilt, dan zul je me naar buiten moeten sleuren.” Ze draaide haar hoofd naar hem toe. ”Maar dat zal niet zo makkelijk gaan worden groentje.” Ze gaf hem een knipoog en ging weer eens goed in de zetel gaan zitten. Deze zetels zaten best wel goed. Bijna het zelfde als bij haar. Maar nog niet helemaal. Zou hij proberen om haar uit de zetel te sleuren? Dat zou pas wat worden. Toch had ze nog een ander plannetje. Maar dat zou ze pas beginnen uit te werken als het echt nodig was. Nu was het wachten op wat hij zou doen. Met hem wist je het nooit en ergens vond ze het erg dat ze nu niet kon gaan voorspellen wat hij zou doen. Zou hij haar weg sturen? Sleuren? Er uit vechten zoals vroeger? Of zou hij het anders gaan aannemen? Zou hij zeggen dat het goed was? Misschien was het beter om nog een plan uit te werken. Één voor het onverwachte. Maar hoe maakte je een plan voor iets dat je niet verwachte. Ze dacht goed na. Het onverwachte dat was wat een grijze jager altijd verwachte en zij was de leider van de jagers! [1000XD]
Leonoor Commandant
Aantal berichten : 812
personal info Leeftijd: 24 years I have been walking on this world Partner: You can't winn my love. My love is my freedom. Don't try to winn my love, you only get a broken heart. Sagitta, my hunterbird, she shows me to be free. Paard: Danger, like the risks we take every day. Together we will go to where the wind us lead
Onderwerp: Re: If the silence rules, then we will meet, Mystenia vr okt 04 2013, 20:35
Een koud briesje kwam door het raam naar binnen toe en speelde even met hun mantels. Zijn blauwe ogen waren op haar gericht, en op wat ze zou gaan doen. Hij hoopte dat hij in die ogen van haar weer voor even de oude Mystenia zou zien. Hij had haar wel licht horen grommen, maar dat maakte hem niet uit, soms leek Mystenia net op een verwilderde huiskat, eentje die in het wild kon overleven, maar zodra ze werd aangehaald ze in een heel ander persoon veranderde. Hij kende beide kanten door en door, en hij kon met beiden even goed overweg. Ook al had hij op zulke momenten als nu liever de lieve kant dan de kant die alles deed om te overleven. Hij had wel gezien dat haar lichtjes was verdwenen, maar hij kende Mystenia, het zou niet lang duren voordat die zou gaan reageren. Hij zag hoe ze haar hoofd iets draaide en weer naar buiten keek. Hij volgde even haar blik en keek naar de donkere nacht. De duisternis, zijn thuis. De een kon in de schaduwen lopen en er nooit vrede mee kunnen hebben, de ander kon in het licht lopen en zich nooit thuis voelen. Je had mensen die in het licht liepen en daar alles vonden wat ze nodig hadden, en je had mensen zoals hun, waarvan de duisternis en schaduwen hun thuis waren. Hij liep er zonder moeite, sommige liepen er met meer moeite, maar hij niet. Het was altijd al de plek geweest waar hij hoorde, en dat ontkende hij ook niet. Hij had het nooit ontkent, maar had het ook nooit verteld, dat hoefde ook niet eens, dat kon je zo wel aan hem zien. Hij had wel gezien dat toen hij zijn hand had bewogen dat de ogen van Mystenia wat groter waren geworden, dat was nou het leuke ervan als ze geen kap op had, dan kon je zien wat er plaats vond op het gezicht van de ander. Hij had haar wel horen grommen, maar zag in haar ogen een heel ander verhaal. Ze vond het niet, want als ze dat wel had gevonden, dan had ze hem al lang geslagen of wat anders aangedaan. Soms was het wel handig dat ze voor een deel samen waren opgegroeid waren en samen waren getraind, het had hun band alleen maar sterker gemaakt, en het feit dat hij haar commandant was, droeg ook nog bij aan het feit dat de band tussen hun erg sterk was. Ze had hem recht aangekeken toen hij haar kleine had genoemd, die vlammetjes die ze vroeger zo vaak in haar ogen had gehad, die waren zichtbaar geweest. Die oude Mystenia, die was er nog steeds, ze had alleen wat meer aanmoediging nodig om echt die oude Mystenia te tonen. Hij had haar opnieuw hoorde grommen toen hij de tweede zin had uitgesproken. De glimlach bleef op zijn gezicht staan, soms was ze zo makkelijk op de kast te jagen. Mystenia ademde even diep in en uit, hij had hoe haar ogen wat vals en uitdagend gingen staan, het was een begin. Hu Alsof jij zo’n reus bent…” Zei Mystenia, tja, daar had ze een punt, hij was geen reus, maar hij was wel groter dan haar. Mystenia keek weer naar buiten, alsof ze zeker wou weten dat het echt al donker was. . ”Je hebt gelijk het is inderdaad al redelijk donker.” Even lachte Mystenia, zijn glimlach werd wat breder, het was een van zijn lieveling geluiden, vroeger deed hij altijd alles om haar te laten lachen, maar dat was meer omdat toen ze elkaar hadden ontmoet ze nooit zoveel had gelachen. Toen al had hij zich voorgenomen om er voor te zorgen dat ze weer zou kunnen lachen. ”Dus je vind het vast niet erg dat ik hier de nacht doorbreng.” Haar woorden verbaasde hem niet eens, hij wist dat het nog een lange rit was terug naar haar leen, en hij had hier nog een bed vrij, dus in principe kon dat best, maar dat zou hij haar niet zomaar aanbieden. Een andere grijze jager had het niet eens in zijn hoofd gehaald om haar zo te beledigen, laat staan om haar niet direct na haar woorden de andere kamer aan te bieden, voornamelijk omdat ze hun leider was. Maar juist om dat feit deed hij het niet, hij behandelde haar niet als een verheven persoon, maar als een gelijke, net als op de manier waarom hij vroeger met haar om was gegaan. Mystenia stond op, het verschil in grote was er niet zo groot meer, maar toch was er wel verschil en was hij de grootste. ”hé groentje?” zei ze, hij zag hoe haar ogen gevaarlijk flitsen en hij schoot in de lach, vroeger als hij een fout had gemaakt, noemde ze hem altijd zo. Zeer toepasselijk om hem nu zo te noemen, vooral omdat hij nog geen fout had gemaakt, en ook niet van plan was om er een te gaan maken, maar dat lag dan ook weer aan het feit van wat iemand anders vond wat fout was. Hij bleef bij het raam staan en volgde haar met zijn ogen, ze liep langs hem heen en ging weer in de stoel van daarnet zitten. Er lach een glimlach op haar gezicht en haar ogen lachte nog steeds met haar glimlach mee. Hij hield weer op met lachen, want hij wist dat ze nog meer zou gaan zeggen. Een uitdaging, dat was altijd zo als ze hem noemde, dan volgde er altijd een uitdaging. ”En als je me echt weg wilt, dan zal je me naar buiten moeten sleuren.” Ze draaide haar hoofd naar hem toe, eigenlijk bracht ze hem nu op ideeën. ”Maar dat zal niet zo makkelijk gaan worden groentje.” Hij zag hoe ze hem na haar woorden een knipoog gaf. Hij lachte weer even. Het leven was nooit makkelijk, en als hij wou, dan zou hij het zo voor elkaar kunnen krijgen. Hij leunde even tegen de kozijnpost aan en keek naar haar. ”Je brengt me nu wel op ideeën” zei hij, het klonk gevaarlijk serieus. Hij keek naar haar, zijn blauwe ogen waren verborgen in de schaduwen, net zoals de rest van zijn gezicht, waardoor de lichte glimlach op zijn gezicht niet zichtbaar was. De makkelijkste weg was natuurlijk om haar de tweede kamer aan te bieden, maar hij ging nooit voor de makkelijkste weg, dat was namelijk te verwachten. Hij kon aan haar ogen zien dat ze zich om allerlei dingen voor bereidde, een jager was altijd voorbereid op het onverwachte, maar je moest wel goed oppassen dat je dan nog wel voorbereid was op het verwachtte, soms was je zo geconcentreerd op het onverwachte dat je het verwachtte vergat en dan daardoor verrast werd. Hij wist wel dat hij hier met Mystenia te maken had, dus dat hij niet zomaar van dingen uit kon gaan, maar soms was Mystenia best wel voorspelbaar op hoe ze zou gaan reageren. Hij had nu zoveel mogelijkheden, dat het niet zeker was welke hij uit zou gaan voeren. De vraag was of hij überhaupt een ervan uit zou gaan voeren. Hij keek naar Mystenia, hij zag die oude Mystenia weer, die soms de kop op stak, degene die hij soms miste, niet dat er iets mis was met de nieuwe Mystenia, nee, de nieuwe was veel zelfverzekerder en stond sterker in haar schoenen. Een mengelmoes van beiden, dat zou het beste zijn. Hij liep naar haar toe en stopte vlak bij haar, hij keek naar haar en liep toen langs haar heen, hij trok weer plagend aan haar haren, daarna liep hij verder door naar zijn eigen stoel en ging zitten. Hij keek rustig naar haar. ”Volgens mij heb je iemand in de steek gelaten kleine” zei hij toen, zijn gezicht was nog in de schaduwen gehuld. Hij doelde op Canavar die nog steeds zielig buiten stond, in de kou en niet in de stal. Danger had zich ondertussen al in zijn stal gewurmd, natuurlijk kon Canavar nog erbij in de stal, maar dan zou Mystenia eerst de deur open moeten zetten. Hij keek rustig naar haar, nu was het haar zet, hij wist dat hij haar tot het uiterste kon drijven door haar te blijven plagen, en dat was eigenlijk het liefste wat hij altijd deed, het leidde altijd tot hele leuke situaties. Je weet maar nooit wat je van hem kan verwachten, dus je moet altijd op je hoedde blijven.
Don’t think you get him, Don’t think you know him, Secrets are the best kept When you don’t talk about it..
1436 woorden
Mystenia Leider
Aantal berichten : 300
personal info Leeftijd: 22 in the prime of my life. Partner: My love My hero. Now your dead. now Your becom a star. Paard: Canavar.
Onderwerp: Re: If the silence rules, then we will meet, Mystenia di okt 08 2013, 19:20
Haar ogen volgden Leonoor. Ze had zin om te lachen en hard op. Ze was nieuwsgierig naar wat hij zou doen of zeggen. Maar ze verwachte wel een slimme zet. Het was eigenlijk ook wel een gevaarlijk spelletje. Ze wist dat Leonoor liever alleen was. Ze kon ook gerust nog terug rijden naar haar eigen leen. Alleen als ze hier kon blijven was het veel leuker dan dat ze nog weg moest. Daarbij kwam nog, dat ze eigenlijk wel redelijk moe was. Ze had een zware dag achter de rug. Niet dat ze het niet zou kunnen. Neen ze zou het zo zoen. Nu was het alleen leuk om een beetje te spelen. Elkaar te testen zoals ze zo vaak deden. Één fout en het kon fataal worden. Dus ze zouden goed moeten denken. Zo konden ze wel voor een tijdje bezig zijn. Ze waren alle twee goed. Dat moest ze gewoon toegeven. Allebei. ”Je brengt me nu wel op ideeën”[i] Ze knikte even. Als ze daar nog niet aangedacht had. Ja maar op het zelfde moment, had ze zelf ook honderden ideeën. Er was zoveel dat ze konden gebruiken. Zo veel dingen die ze konden doen. Toch elke keuze zou een verschil maken. Elke seconde kon alles al veranderen. Elk woord elke beweging… alles kon alles veranderen. Ze richtte haar blik weer eens ergens anders op. Ze gleed door het huisje heen. Er leek niets anders te zijn. Het was een gewoon jagershuis. Neen het was van Leonoor en dat maakte een verschil. Het was vreemd, er leek niets anders te zijn. Toch was er een andere energie die door het huis liep. Eerst zacht en dodelijk; nu leek het al wat opener. Het leek terug getrokken te zijn. Terug naar de schaduwen. Daar waar ze hoorden. Maar de schaduwen dat was ook haar thuis. Ze kende ze goed, heel goed. Maar deze, deze waren van Leonoor alleen en er was niets aan te doen. Ze had zin om te zuchten, maar bleef stil wachten. Nu zou zuchten er niet goed uit komen dat wist ze maar al te goed. Ze lachte even, zacht, maar het was niet luid op. Noch was het te zien op haar gezicht. Alleen maar in haar hoofd. Het leek op een zachte zomerdag. Alleen was het nu het einde van de herfst, bijna winter. Weer trok Leonoor aan haar haren. Deze keer gromde ze niet. Neen ze wachte nog altijd op zijn antwoord. Ja zeker. Ze wachte op zijn punt. Een punt die hij zeker zou maken. Iets dat ze vergeten was misschien? Maar was ze iets vergeten? Zo ver ze kou denken niet. Neen… Hij ging weer zitten in zijn eigen stoel. Ze wachte nog altijd. Ergens vroeg ze zich af of hij wel een antwoord zou geven. Maar zwijgen was toestemmen en dat wist Leonoor maar al te goed. Ze was dus ook wel blij wanneer ze zag dat hij iets zou gaan zeggen. Ook al kon ze zijn gezicht nu niet zien. Ze had zo een idee wat er nu op zijn gezicht te lezen stond. [i] ”Volgens mij heb je iemand in de steek gelaten kleine” Ze gaf geen kik. Er was geen emotie op haar gezicht te lezen. Ze wist dat hij doelde op Canavar. Haar paard. Haar goede oude vriend. Natuurlijk. Maar dacht hij nu echt dat ze hem vergeten was. Dat nooit. Neen dat zou ze niet doen. Ja ze had daarnet nog aan hem gedacht. Dat het koud buiten was. Maar een jagerspaard was meer gewend dan deze koude. Dat zou Leonoor ook wel weten. Trouwens er was nog altijd de stal. Daar kon Canavar ook altijd naartoe. Normaal gezien zou ze dan wel naar buiten moeten gaan. Maar eenmaal buiten dan zou ze waarschijnlijk ook niet meer binnen raken. Dus dat was geen optie. Ze dacht even terug. Welk slot hing er aan het stal? Ze keek hem even vragend aan. ”Ik weet niet wat je bedoelt?” Vroeg ze een beetje speels. Ze keek even naar buiten. Je kon Canavar nauwelijks zien. Toch wist ze waar hij was. ”Als je Canavar bedoelt…” Ze stopte even. Neen dit zou niet lukken. Ze zou zich niet laten doen door hem. Niet met deze streek. Ook al was het wel een goede steek. Want Canavar was heel erg dierbaar. Natuurlijk, dat was voor elke grijze jager zo. Dat moest nu eenmaal zo zijn. Als je geen band had met je paard. Dan was je geen echte jager. Ze lachte even naar Leonoor. ”Jij van iedereen zou moeten weten dat Jagers paarden tegen een stootje kunnen Groentje.” haar ogen vlamden weer even gevaarlijk op. ”Het kan geen kwaad, het zou zelfs een goed voor hem zijn.” Tja het was niet dat Canavar altijd in de stal zou kunnen blijven staan. Niet elke nacht. Dus één nachtje buiten kon geen kwaad. ”Trouwens welk slot had je ook al weer op je stal? Als hij wil kan hij er zelf naar binnen gaan.” Tja ze had Canavar ook eens een kunstje geleerd. Om het poortje van de stal open te doen. Dan hoefde zij het niet altijd te doen en het paard kon ook zelfs het poortje weer sluiten. ”Ik ben zeker dat Danger dat geen probleem zal vinden.” Ze keek Leonoor recht aan. Wat zou hij nu doen. Waar zou hij haar nu weer mee proberen weg te jagen. Zou het op een gevecht uitdraaien. Zouden ze binnen kort over de grond gaan rollen? Dat zou nog eens een zicht zijn. ”Dus ik denk dat ik wel kan blijven... Groentje.” Ze schonk hem een knipoog en lachte weer. Haar ogen lachten mee. Het was dankzij Leonoor dat ze weer kon lachen. Toen ze hem had ontmoet, was ze stil, onzeker en triest geweest. Het had ook wel een tijdje geduurd voor ze weer terug had kunnen lachen. Maar hij had er wel voor gezorgd en daar was ze hem zeer dankbaar voor. Dankbaarder dan ze zou willen… [1000XD]
Leonoor Commandant
Aantal berichten : 812
personal info Leeftijd: 24 years I have been walking on this world Partner: You can't winn my love. My love is my freedom. Don't try to winn my love, you only get a broken heart. Sagitta, my hunterbird, she shows me to be free. Paard: Danger, like the risks we take every day. Together we will go to where the wind us lead
Onderwerp: Re: If the silence rules, then we will meet, Mystenia wo okt 09 2013, 18:54
Rustig bleef hij in de stoel zitten terwijl zijn ogen op Mystenia gericht waren. Hij vroeg zich af wat er in het hoofd van Mystenia afspeelde, of ze de bedoeling van zijn woorden zou begrijpen, of zich totaal zou vergissen. Of dat ze zijn woorden anders zou begrijpen. Niet dat het iets voor Mystenia was, maar je wist het maar nooit. Ze zou toch wel begrepen hebben dat hij met die laatste woorden haar eigenlijk had uitgenodigd om hier te blijven, want anders had hij niet gezegd dat ze Canavar was vergeten. Want hij had met die woorden bedoeld dat ze het paardje maar eens binnen moest gaan zetten, hij wist wel dat paarden goed tegen de kou konden, maar je wist maar nooit hoe het weer eraan toe ging, naast het feit dat Canavar waarschijnlijk nog opgezadeld was. Hij bleef rustig naar haar kijken, en wachtte af wat ze zou gaan zeggen. Hij had haar wel zien knikken op de antwoorden die hij haar had gegeven, maar je wist maar nooit wat er in het hoofd van Mystenia plaats vond, het zelfde was over hem te zeggen. Hij had gezien hoe haar ogen door zijn huisje heen waren gegleden, waarschijnlijk om te kijken of er iets persoonlijks te vinden was, maar dat was bij hem niet het geval. Het leek een gewoon jagershuis, maar hij wist dat het heel anders was dan het huisje van Mystenia. Het was de energie die het huis dingen uit liet stralen. Bij Mystenia was die openlijk en vriendelijk. Bij zijn huis was het dodelijk en mysterieus, terug getrokken in de schaduwen, en het was duidelijk te zien aan Mystenia dat die dat door had. Hij hoorde haar even lachen, het was zacht, maar toch hoorde hij het. Hij had gezien dat er geen emotie op haar gezicht had gestaan toen hij had gesproken, hij wist dat ze wist dat hij het over Canavar had. Hij vroeg zich af welke conclusies haar gedachten hadden getrokken, hij kon niet wachten op wat ze nu zou gaan zeggen, maar aangezien zijn gezicht was gehuld in de schaduwen, was dat niet te zien. Ik weet niet wat je bedoelt?” Vroeg Mystenia toen. Maar hij hoorde de speelse ondertoon. Er verscheen even een lichtte glimlach op zijn gezicht. Hij zag hoe haar blik naar buiten gleed, duidelijk naar de plek waar Canavar zicht bevond. ”Als je Canavar bedoelt…” begon Mystenia, maar ze stopte, duidelijk wetend dat het niet zou gaan lukken met wat voor een spelletje ze wou gaan spelen. Het was duidelijk dat Mystenia niet in de andere betekenis van de woorden zou gaan trappen, in de streek versie, maar dat was niet wat hij bedoeld had met zijn woorden. Hij wist dat Canavar Mystenia dierbaar was, dat had elke jager met zijn paard. Zodra je een paard van een jager beledigde of verwonde, dan je kon je eigen graf wedden dat je met een boze jager te maken zou krijgen, en in de uiterste gevallen wel eens echt in het graf kon belanden. ”Jij van iedereen zou moeten weten dat Jagers paarden tegen een stootje kunnen Groentje.” Haar woorden vlogen door de kamer heen, maar deden hem niks. Hij zag hoe die vlammen weer terug kwamen in haar ogen, die vlammen die hij vroeger altijd had gezien, maar die de laatste tijd redelijk gedoofd waren. ”Het kan geen kwaad, het zou zelfs een goed voor hem zijn.” Vervolgde Mystenia toen haar woorden. Nog steeds had hij er niet op geantwoord. Ergens had Mystenia wel een punt, jagerspaarden waren eraan gewend dat ze niet altijd elke avond in een stal konden doorbrengen, het was het toppunt van verwennerij als de paarden in een stal stonden. Maar ergens vond hij het toch zielig voor Canavar dat de hengst de hele tijd opgezadeld door moest brengen. . ”Trouwens welk slot had je ook al weer op je stal? Als hij wil kan hij er zelf naar binnen gaan.” Hoorde hij haar toen vragen. Hij keek naar haar. Hij dacht even na, hij had er een grendel aanzitten, maar die zat helemaal bovenaan, en dan zo verstopt dat alleen als je wist waar hij zat, je hem kon openen. ”Ik ben zeker dat Danger dat geen probleem zal vinden.” Mystenia keek hem bij die woorden recht aan, alsof ze hem uitdaagde. Mystenia zou toch wel eens beter moeten weten dan hem uit te dagen. Want een uitdaging tegenover hem kon zeer gevaarlijk uitpakken. ”Dus ik denk dat ik wel kan blijven... Groentje.” Ze knipoogde naar hem en ze lachte. Er verscheen weer een lichtte glimlach op zijn gezicht. Het bleef fijn om Mystenia te horen lachen. ”Ik weet zeker dat Danger het wel prima zal vinden, het is alleen beetje zielig voor Canavar dat die de hele nacht zijn tuig zou moeten dragen” Zei hij, alsof hij haar er op drukte goed voor het beestje te zorgen, maar daarbij ook een uitnodiging aan hun had gegeven. Want met die woorden zei hij gelijk ook dat ze mocht blijven. Hij bleef naar haar kijken. Hij zou niet achter haar de deur sluiten. Want als hij eenmaal iemand uitnodigde, dan hield hij zich aan zijn woord en sloot hij niet zomaar de deur achter iemand. Ook al zou het wel grappig zijn om dan het gezicht van Mystenia te zien, maar hij deed het niet, vooral niet omdat Mystenia van hem verwachtte dat hij dat zou gaan doen. Er was ruimte genoeg aangezien hij geen leerling had, dus ze kon prima in de kamer overnachten die normaal voor de leerling bestemd was. Hij kwam langzaam overeind, aangezien hij Sagitta ook maar eens binnen moest roepen, hij wist dat de vogel er prima tegen kon om buiten te zijn, maar iets vertelde hem dat het niet lang zou duren voordat het ging regenen. Hij liep langs Mystenia heen en trok weer even speels aan haar haren. ”Ik zou maar opschieten kleine, voordat Canavar het je gaat verwijten dat je hem in de regen buiten opgetuigd laat staan” zei hij tegen haar, terwijl hij naar het raam toeliep. Het raam stond nog steeds open, buiten was het al erg donker. Hij floot even hoog en schril, een geluid dat rillingen over je rug heen liet lopen. Het duurde niet lang voordat er een hoge krijs terug kwam, eentje die zijn roep beantwoorde. Vleugel slagen klonken door de nacht heen. Opeens doemde Sagitta uit de schaduwen op, haar snelheid was zeer hoog, maar toch landde ze perfect op zijn arm die hij iets had uitgestoken. Hij sloot de ramen en draaide zich weer om naar Mystenia. Sagitta hield haar kopje schuin en keek naar Mystenia, alsof de vogel lichtelijk verbaasd was dat Mystenia hier nog was, en dat Leonoor haar niet uit zijn huis had gezet. Hij grinnikte even zachtjes en bleef bij het raam staan terwijl Sagitta op zijn schouder ging zitten. Zijn ogen waren gericht op Mystenia, maar daar was niets van te zien, omdat die waren gehuld in de schaduwen, schaduwen, het gene waar hij thuis was.
Shadows, In the shadows there are creatures You don’t want to meet, Rangers are one of them..
1192 woorden.
Mystenia Leider
Aantal berichten : 300
personal info Leeftijd: 22 in the prime of my life. Partner: My love My hero. Now your dead. now Your becom a star. Paard: Canavar.
Onderwerp: Re: If the silence rules, then we will meet, Mystenia do okt 10 2013, 18:18
Het was donker buiten. Toch had ze gemakkelijk de weg gevonden naar Canavar. Leonoor had haar toch kunnen overhalen. Maar het leek er op dat hij echt geen probleem had. Toch niet met het feit dat ze een nachtje zou blijven overnachten bij hem. Zijn zin, het had uitnodigend geklonken en ze was dus naar buiten gegaan. Ze vertrouwde er op dat hij de deur dus niet zo sluiten. Voor al omdat Leonoor zijn woord altijd hield. Oké hij had het niet echt uitgesproken maar toch en ze kende hem goed genoeg om te weten dat hij nooit iets zou doen wat voor de hand lag. Daar was hij een meester in, en soms heel soms, verwachte zelf zij niet wat hij deed. Maar dat zou ze niet gaan toegeven. Vooral niet omdat ze er wel van hield. Ze hield er van weer wat bij te leren over hem. Ze kende hem nu al zo lang. Maar toch bleef hij haar verrassen. Dat was juist het leukste aan Leonoor. De gesprekken de onverwachte dingen. Ook al kon hij haar ook goed woedend maken. Nu had hij gewoon geluk gehad. Maar de volgende keer… de volgende keer, zou ze niet zo blij zijn. Nou het was te zien wat hij deed en vooral hoe hij het zou doen. Met hem wist je het maar nooit. Leonoor deed de dingen op zijn manier en daar had ze geen probleem mee. Tenminste niet zolang alles goed ging. Toch ging hij er soms over en was ze goed pissig. Maar lang boos blijven. Neen dat kon ze niet. Zeker niet op hem. Dat was misschien een voordeel voor Leonoor. Of niet het kon ook een nadeel worden. Ze klopte Canavar even op de nek. Ze voelde hoe hij bromde. Hij wist meteen dat hij haar moest volgen. Ze liep rustig naar de stal, de deur stond nog altijd open. Ze had haar kap weer opgedaan. Die was lang genoeg af gebleven en ze voelde zich meteen weer wat beter. Leonoor deed nooit zijn kap af, en dat respecteerde ze. Ook al wilde ze die kap soms van zijn kop af rukken. Maar hij was een te goede vriend om hem dat aan te doen. Ze schudde haar hoofd zachtjes en bedacht zich dat Linde en Fernando nu alleen zouden zijn. Maar die twee zou ze ook moeten vertrouwen. Ze kende ze nu toch al lang genoeg om te weten hoe ze zouden reageren. Fernando zou er van gaan profiteren. Linde zou waarschijnlijk braaf blijven. Linde en Fernando konden ook al beter met elkaar om gaan. waar ze ook weer heel blij mee was. Eerst leken de twee elkaar te haten. Maar nu leken ze toch al betere vrienden te zijn. Ja ze had vaak kunstjes uitgehaald om de twee beter met elkaar om te laten gaan. Ze had ook gedreigd om ze weg te sturen. Vooral omdat ze niet goed waren in teamwork. Natuurlijk had ze het nooit gemeend. Ze was ook niet helemaal zot geworden. Trouwens ze zouden allebei geweldige jagers worden. Ja zeker, ze waren goed in wat ze deden en ze geloofde er in dat de twee naar het volgende level zouden gaan. Ook wist ze wel dat ze veel moeten leren. Heel veel, maar dat zou komen met de tijd. De tijd, misschien hadden ze die tijd niet. Oorlog? Oorlog, de duisternis, het bloed. Dat was haar thuis, duisternis, bloed, dood. Ze kon tegen al die dingen. Maar het woord oorlog, dat deed haar toch trillen en ze had geen idee waarom precies. Misschien was het omdat ze er al eens in had gezeten. Of misschien was het de gedachte alleen al. Hoe zou ze reageren wanneer het zo ver was? Zou ze dan breken? Dat nooit meer. Ze schudde haar hoofd weer. Ze mocht niet zo onzeker zijn. Neen dat mocht niet. Onzekerheid leidde tot de dood. Wat was je met de dood? Je liet er alleen maar dingen mee achter. Of je nam dingen mee, zoals geheimen… Geheimen. Welke? Canavar gaf haar een duw. Haar hand lag op het slot van de stal. Ze lachte even zacht. Canavar had gelijk en meteen liep deed ze de stal open en liep ze samen met haar paard naar binnen. Ze nam het zadel van hem af en hoorde hem weer brommen. Het was waar, het paardje was beter af zonder zadel. Dan nog op sommige momenten moesten de dieren lang met een zadel lopen. Langer dan één nacht… Ze schudde haar kop even en schonk hem nog een appel dat ze in haar zak had bewaard. Daarna zei ze goedenacht tegen hem en liep de stal weer uit. Ze sloot de poort goed af. Langzaam liep ze terug naar de deur. Zou het huisje weer die donkere schaduwen hebben? Zou het weer zo’n rilling geven. Niet dat ze bang was. Neen ze was nieuwsgierig naar de geheimen die er hingen. Geheimen die haar daar niet wilden. Toch hoe graag ze er ook in wilde duiken om ze op te lossen. Om haar neus er in te steken en ze lastig te vallen. Dat kon ze niet doen. Neen dat kon ze Leonoor niet aan doen. Ze nam even diep adem en liep het huisje weer binnen. Het was opener dan eerst. Ze keek niet naar Leonoor. Neen ze ging meteen weer zitten op haar stoel. Het voordeel aan haar kap was, dat Leonoor niet meer aan haar haren kon trekken en dat was toch een voordeel niet? Ze lachte zachtjes. Maar haar glimlach was niet zichtbaar. Niet in de schaduwen van haar kap. Zelfs haar bruine ogen waren nu verborgen. Het was vreemd, maar ze had zo opeens de zin om naar zijn verleden te vragen. Maar haar lippen bleven stil op elkaar geklemd. Neen dat kon ze niet doen. Niet bij hem, dus wiegde ze lichtjes in haar stoel. Neen, neen, neen, bleef ze herhalen. Ze zou het niet gaan vragen. Ze zou het niet doen. Ze wilde het niet. Ze wilde hem niet lastig vallen met haar vragen. Ze wilde hem niet in een ongemakkelijke situatie zetten. Toch was het gevoel groot. Dus besloot ze om een heel ander onderwerp te beginnen. ”Dus waar zal je de volgende keer naartoe gaan?” Haar stem trilde lichtjes. Haar stem trilde omdat niet de vraag was geweest dat ze had willen stellen. Maar het was wel de vraag die haar gedachten weer kon verzetten. Ze was zo blij dat Leonoor haar ogen nu niet kon zien. Want ze glansden van nieuwsgierigheid naar zijn verleden. Zijn verhaal, een verhaal vol van geheimen. [1100]
Leonoor Commandant
Aantal berichten : 812
personal info Leeftijd: 24 years I have been walking on this world Partner: You can't winn my love. My love is my freedom. Don't try to winn my love, you only get a broken heart. Sagitta, my hunterbird, she shows me to be free. Paard: Danger, like the risks we take every day. Together we will go to where the wind us lead
Onderwerp: Re: If the silence rules, then we will meet, Mystenia vr okt 11 2013, 19:42
Zijn blauwe ogen volgde haar terwijl ze overeind kwam en naar buiten toe liep, zich blijkbaar beseffend wat zijn woorden betekende, het had wel lang geduurd voor haar om ze door te hebben, langer dan normaal. Het was wel duidelijk dat Mystenia ver weg in haar gedachten zat. Toen zij de deur uit liep kwam hij overeind. Terwijl zij Canavar binnen zou zetten en zou afzadelen, zou hij het andere bed wel voor haar opmaken, was wel zo aardig. Sagitta bleef op zijn schouder zitten, alsof de vogel zijn schouder voor zichzelf had opgeëist en die niet meer aan iemand zou af staan. Even gleed zijn hand naar haar toe, zachtjes kriebelde hij de roofvogel achter haar oren. Daarna liep hij de lege kamer in. Het rook er fris, niet muf. Hoe lang hij ook wel bleef, het rook nooit echt muf in zijn huisje, en de wind die voor een lange tijd vrij spel had gehad in het huisje had elke geur van mufheid wel verdreven. Hij liet zijn blik even door de kamer heen glijden, het zag er niet echt gezellig uit, maar ook niet onvriendelijk. De kamer droeg niks van de sfeer die er in de rest van het huis heerste. Hier heerste geen stilte, nee eerder openheid. Hij liep naar de kast toe en opende die. Hij keek even naar de inhoud van de kast, totdat hij had gevonden wat hij zocht. Hij pakte de spullen uit de kast. Hij hoorde van buiten Danger even hinniken, alsof de hengst zich afvroeg waarom hij niet in zijn stal was, maar Canavar en Mystenia wel. Hij glimlachte even en trok de sprei over het matras heen. Hij was door de jaren heen zeer handig geworden met het opmaken van bedden, vroeger was hij dat niet geweest, en zijn mentor had hem dat altijd diep ingewreven. Toen ze weg waren gegaan, was hij daar nog net zo slecht in als toen ze bij Mystenia en haar mentor waren gekomen. Maar na vele malen bedden opmaken, had hij toch geleerd hoe je het snelst en het efficiënts een bed op kon maken. Hij legde het kussen neer en legde toen het deken uitgespreid neer op het matras, zodat zodra Mystenia naar bed wou gaan, ze niet zelf nog de hele zooi op hoefde te maken. Hij sloot de kastdeuren weer, Sagitta had de hele tijd op zijn schouder gezeten, alsof het niks was. De vogel had zijn bewegingen met nieuwsgierigheid gevolgd. Normaal zette hij haar altijd op de stok neer die aan de muur hing, de vogel hield ervan om op de stok te zitten, of om haar nachten door te brengen in het raamkozijn. Soms was de vogel even raar en onvoorspelbaar als hem. Opnieuw kriebelde hij de vogel achter haar kopje, als vogels konden spinnen, dan zou Sagitta dat zeker weten hebben gedaan. De grote roofvogel sloot al genietend haar ogen. Hij liep de kamer uit, terug naar de grotere kamer en ging weer in de stoel zitten, alsof hij nooit had bewogen. Hij hoorde voetstappen over de grond heen, het waren duidelijk de zachte voetstappen van Mystenia. Ze liep niet erg snel, maar dat maakte hem niet uit, hij had alle tijd van de wereld. Hij bleef rustig in de stoel zitten. Sagitta zat nog steeds op zijn schouder. Het gewicht op zijn schouder was zo vertrouwd geworden dat hij er niks tegen had als de vogel op zijn schouder zat. Hij had de sfeer zelf voelen veranderen, misschien was het wel eens goed geweest om Mystenia hier te hebben, de kilheid van het huisje leek wat te zijn verdwenen, maar het was er nog wel, maar het had zich terug getrokken naar de schaduwen, net zoals hij. Hij keek even naar de kaars die op tafel stond en kwam weer overeind. Het duurde niet lang voordat hij had gevonden wat hij zocht. Met gemak stak hij de kaars aan, de kaars wierp een licht donker spel op de muren en alles wat zich in de kamer bevond. Was wel zo gemakkelijk zo met een kaars, dan konden ze elkaar wel zien, in plaats van dat je tegen dingen aanliep. Hij ging weer zitten in de zeten en wachtte rustig af. Hij was meer iemand die soms afwachtte dan dat hij toesloeg. Even schoot hem weer de situatie met Fernando binnen, maar het leek hem niet zo’n heel verstandig idee om daar nu naar te gaan vragen. Hij had geen zin om dat nu nog uit te moeten gaan leggen. Dat zou later wel komen, als Mystenia er tenminste nog aan zou denken, en anders, dan wist hij dat bij de eerst volgende bijeenkomst, Fernando Mystenia haar er wel aan zou herinneren, maar het liefst had hij zulke dingen voor de bijeenkomst afgerond, vooral omdat het nogal raar zou zijn als de commandant en de leider elkaar te lijf zouden gaan, wie weet wat er daaruit voort zou komen. Hij hoorde de planken licht kraken en wist dat Mystenia nu ongeveer bij de deur was. Hij had zijn ogen gesloten en luisterde naar de geluiden om zich heen, zoals hij wel vaker deed. Dingen waren dan veel rustiger, en je kon dan beter nadenken. Hij hoorde de voetstappen dichterbij komen, en het dichtvallen van een deur. Het duurde niet lang voordat hij de stoel tegenover hem licht hoorde kraken, niet dat het kwam door het gewicht van Mystenia, nee, dat kwam meer door de stoel zelf. Hij hoorde haar even zachtjes lachen, maar toch. Zijn interesse was nog niet genoeg gewekt om zijn ogen te openen. Ergens had hij het vermoede dat Mystenia iets wou gaan vragen. ”Dus waar zal je de volgende keer naartoe gaan?” Hij hoorde hoe haar stem licht trilde. Het was voor hem duidelijk hoorbaar aan haar stem dat het niet de vraag was die ze eigenlijk wou stellen. Hij hield zijn ogen nog even gesloten. ”Overal en nergens, er zullen toch wel weer problemen zijn die zich aandienen, of een opdracht van jou opvolgen” zei hij simpel. Hij wist dat het stukje wat nu kwam best riskant was. Het was duidelijk dat Mystenia iets heel graag wou vragen, maar zich inhield en daarom maar het andere had gevraagd. ”Maar volgens mij was dat niet de vraag die je wou stellen Mystie” zei hij, terwijl hij tegelijkertijd zijn ogen open deed, even in een flits waren de oceaan blauwe ogen zichtbaar voor Mystenia, daarna waren ze weer verdwenen in de schaduwen. Hij maakte gebruik van haar bijnaam die hij haar vroeger had gegeven, naast kleine. Kleine gebruikte hij meestal om haar op dingen te wijzen of haar te irriteren, maar Mystie, dat was een heel ander geval. Zijn ogen bleven op haar gericht. Sagitta vloog op en landde op de schouder van Mystenia. De vogel trok met een zachte ruk de kap van Mystenia haar hoofd af. Hij zag de nieuwsgierigheid in haar ogen, en hij wist dat hij gelijk had gehad. Ook al had hij ook zonder het bewijs van de blik in haar ogen het ook zeker geweten. Er verscheen een lichtte glimlach op zijn gezicht, die even zichtbaar was voor Mystenia. Hij wachtte geduldig op wat komen zou. Hij had haar opnieuw een uitnodiging gegeven, het was aan haar of ze daar gebruik van zou maken of niet. De vraag was alleen of hij antwoord ging geven op haar vragen of niet, het was de vraag wat hij ging doen, zoals altijd bleef hij onvoorspelbaar.
Secrets from the past, Ocean blue eyes, When you go too far, Those eyes are the eyes of a killer..
1265 woorden.
Mystenia Leider
Aantal berichten : 300
personal info Leeftijd: 22 in the prime of my life. Partner: My love My hero. Now your dead. now Your becom a star. Paard: Canavar.
Onderwerp: Re: If the silence rules, then we will meet, Mystenia zo nov 10 2013, 11:00
Een beetje zenuwachtig wachte ze op een antwoord. Natuurlijk liet ze het niet merken. Langzaam aan begon de gedachte van haar vorige vraag te vervagen. De vraag die ze in plaats had gesteld was eigenlijk overbodig geweest. Ze wist al wat zijn antwoord zou zijn en ze wist net zo goed. Hoe onnozel die vraag was. Ze voelde zich nu ergens ook wel dom. Maar dat moest nu maar even. Haar ademhaling stopte even. Zo werd ze rustiger en kon ze alles vergeten. Opnieuw beginnen in haar gedachten. Niet verder na denken. Niet verder denkend aan alles. Heel even sloot ze haar ogen weer. Niet dat het zichtbaar was. Neen haar ogen waren verborgen in de schaduwen van haar kap. Waar ze gelukkig mee was. Ze was graag onzichtbaar. Mensen moesten niet naar haar kijken. Onzichtbaar in de schaduwen. Kijkend naar de bewegingen van al de anderen. Dat was wat ze graag deed. Waar ze goed in was. Haar blik gleed weer even naar buiten. Ja het werd donker. Vroeger was ze bang voor de duisternis. Rende ze altijd naar huis, waar de kaarsen brandde. Ook ’s nachts terwijl ze sliep, stond er altijd een kaars naast haar bed. De angst voor de duisternis was vervaagd tot een grootte liefde. Ze had die liefde gekregen door har mentor en door Leonoor. Ze herinnerde zich nog heel goed dat ze hem eerst vermeed. Juist omdat ze niet meer van mensen hield en zeker niet van vreemden. Als hij haar niet eerst had aangesproken dan had ze waarschijnlijk nooit iets tegen hem gezegd. Maar langzaam aan had ze hem toch leren te vertrouwen en hun teamwork was daarna veel verbeterd. Mystenia herinnerde zich nog zeer goed die zware storm. Het was pik donker. Maar echt zwart, je kon niets meer zien. De wind was sterk geweest. Het schreeuwde, het liet de bomen kraken. Alsof ze huilden van de pijn. Dat alles was niet zo erg geweest. Maar de bliksem dat was de pijl door haar hart geweest. Ze was toen doods benauwd geweest voor de bliksem en voor al de donder. Maar hoe oud was ze toen geweest? Leonoor had haar toen vast gehouden, heel de nacht. Hij had haar vertelt wat de donder eigenlijk wilde vertellen. Toen had ze voor de eerste keer naar hem gelachen. Ze kon nog heel goed zijn verbaasde blik zien. In die blauwe ogen van hem. Maar hij had toen ook een lichte glimlach gegeven. Na die dag was lachen voor haar geen probleem meer geweest. Toch niet meer bij hem. Hij had ook altijd wel een streek klaar staan om haar te doen lachen. Mystenia haar gedachten werden doorbroken door de stem van Leonoor. ”Overal en nergens, er zullen toch wel weer problemen zijn die zich aandienen, of een opdracht van jou opvolgen” Dat had ze al gedacht. Heel even dacht ze er over na om hem een opdracht te geven. Maar ze wist ook dat Leonoor zelf wel wist wat het beste was om te doen dus liet ze hem vrij. Ze wist dat ze zich geen zorgen hoefde te maken… Toch het grootste gedeelte van de tijd niet. Soms waren er wel dingen. Nu ze er zo over na dacht, had ze het gevoel dat ze iets aan het vergeten was. Maar ze kon er niet op komen. Ze had geen flauw idee wat ze kon vergeten. ”Maar volgens mij was dat niet de vraag die je wou stellen Mystie” Mystie. Hoe lang gelden was het dat hij haar zo had genoemd? Het was ook wel duidelijk dat hij het echt meende. Anders zou hij haar niet zo noemen. Ze wilde grommen maar hield het in. Ze was nu bijna vergeten wat ze wilde vragen. Maar Leonoor had het terug gebracht en nieuwsgierigheid brandde in haar. Hij had er maar niets meer over moeten zeggen. Of misschien had ze beter gewoon haar mond gehouden. Sagitta kwam weer op haar schouder zitten en trok haar kap af. Ze had geen emotie op haar gezicht. Maar ze wist dat haar ogen veel meer zeiden. Ze richtte haar blik snel weer naar buiten. Wat moest ze zeggen? Moest ze het echt vragen? Of kon ze gewoon wachten. Snel richtte haar blik weer op Leonoor. Haar ogen stonden vastberaden en ook vriendelijk. ”Je hebt gelijk…” Ze stopte even. Twijfelend of ze zijn bijnaam wel weer moest gebruiken. Het was zo lang geleden en nu hij een volwassen man was, leek het zo kinderachtig. ”Ik wilde je over je verleden vragen. Maar je hoeft er niet op te antwoorden.” Een kleine maar onzekere glimlach vormde zich rond haar lippen. ”Ik weet dat je het me ooit wel zult vertellen als je wilt…” Ze richtte haar blik weer op de duistere schaduwen die buiten schuilden. Sagitta ging weer bij Leonoor zitten. Opeens kreeg ze een beeld van Fernando in haar hoofd. Met een bloedende arm. Even dacht ze er over na om toch terug te rijden. Met haar leerlingen kon je het nooit weten. Maar dan weer, die keer was het niet Fernando zijn schuld geweest. Haar ogen werden groter. Woede speelde in haar op. Neen het was niet zijn schuld geweest. Ze richtte haar vlammende blik weer op Leonoor. Dit was weer iets typisch Mystenia. Het ene moment vriendelijk en het andere moment weer woedend. ”Trouwens Loor.” Haar stem klonk woedend. Maar ze sprak het wel kalm uit. ”Hoe durf je mijn leerling neer te schieten. Was je helemaal het noorden kwijt? Waarom zou je in hemelsnaam een leerling door de arm schieten? Ik weet dat Fernando lastig kan zijn maar om hem daarvoor meteen een pijl door het lijf te jagen!” Haar stem ging een beetje de hoogte in. Ze stond op haar vuisten waren gebaald. Dat was ze vergeten. ”Niemand komt aan mijn leerlingen!” Ze wees naar Leonoor zeer bewust dat haar kap nog altijd af was. ”Als je een probleem hebt, moet je dat niet met hun uitvechten maar met mij!” Ze was echt woeden. Vooral omdat het Leonoor was geweest dat Fernando door zijn arm had geschoten. ”je bent dan misschien wel commandant dat geeft je het recht nog niet om op mijn leerlingen te schieten. Wat had je toen wel in je hoofd?” Ze zag Leonoor graag heel graag. Hij was haar beste vriend. Meer dan dat zelfs. Hij was als een broer, neen zelfs dat was hij niet. Het was iets wat je niet zou kunnen verklaren. Maar dit. Dit zou ze hem toch niet zo snel vergeven. Hij had maar beter een zeer goede en duidelijke uitleg.
[Yes eindelijk gepost sorry dat je zo lang hebt moeten wachten^^ het is korter dan gedacht maar hoop toch dat het goed is XxXx (1100)]
Gesponsorde inhoud
Onderwerp: Re: If the silence rules, then we will meet, Mystenia