Wilt u reageren op dit bericht? Maak met een paar klikken een account aan of log in om door te gaan.
Spring is gekomen in GJ,de dagen worden weer langer en blad groeit opnieuw aan de bomen. Een nieuw seizoen met vele mogelijkheden en een hele hoop nieuwe mensen. Mvg Het team
personal info Leeftijd: 24 years I have been walking on this world Partner: You can't winn my love. My love is my freedom. Don't try to winn my love, you only get a broken heart. Sagitta, my hunterbird, she shows me to be free. Paard: Danger, like the risks we take every day. Together we will go to where the wind us lead
Onderwerp: Re: The time of the end has come, so we fight till the end ~ Myron zo okt 07 2012, 13:53
Hij opende zijn ogen toen hij geluiden hoorde in de kamer. Binnen een fractie van een seconde stond hij naast zijn bed. Hij spande de pees van de boog en hield de boog vast. Stap voor stap liep hij naar de deur toe. Langzaam duwde hij de deur open. Een zwarte pijl lag op zijn boog. Toen hij zag dat het heer myron was liep hij rustig de kamer in. Hij stopte de pijl terug in de koker en hing de boog over zijn rug heen. Hij keek naar de ridder. Hij zag dat de ridder iets naar hem toegooide. Hij ving het op, hij las het niet eens. Hij wist al wat er in zou staan. Wist jij hier van? Hoorde hij de ridder zeggen. Hij legde het document op de tafel, zonder het uit te rollen of het te lezen. Hij liep langs de ridder heen, naar het raam toe. Hij bleef er voor staan en sloot zijn ogen even. Een moment lang leek het alsof hij niks zou gaan zeggen, maar dat was fout. Hij zou wel degelijk iets gaan zeggen, maar dat zou de ridder waarschijnlijk niet al te leuk vinden. Hij opende zijn ogen weer, en keek naar de lucht, die al vaag oranje begon te worden van de opkomende zon. ” ga zitten heer myron” zei hij als eerste. Hij bleef met zijn rug naar de ridder toe staan. Gewoon, omdat hij ergens het niet voor elkaar kon krijgen om zich om te draaien. Zijn ogen keken naar de nacht die langzaam dag werd. Hij bleef zo staan, heel even wist hij niet waar hij moest beginnen, maar daarna wel. “Jouw vader werd gevonden aan de rand van de rivier, op de dag dat de witte wolf uit rijden was. De baron nam je vader mee naar huis. Je vader was toen een paar maanden oud. Hij werd opgevoed als de jongste zoon van de baron” zei hij. Hij bleef met zijn rug naar de ridder toe staan. Hij wist dat de waarheid soms te confronterend was om te begrijpen. Maar het werd tijd dat de ridder de waarheid wist, anders zouden ze hier niet levend uitkomen. Nouja, dan zou de ridder er niet levend uitkomen, en dat was iets wat hij zou voorkomen. Ze moesten immers nog naar de fokkerij, en daar de klus af handelen, en dan terug naar hun eigen leen. Hij bleef nog even zwijgen voordat hij verder ging met praten. Hij hoopte dat de ridder nu begreep dat hij eigenlijk geen familie was van de eerste witte wolf, maar geadopteerd, maar dat de vader van de ridder wel was opgevoed als de jongste zoon van de witte wolf. “Het document werd nog wel gevonden, vlak voordat de kamer verzegeld werd. De jongste zoon, nam dit gebied over, totdat er uit kwam dat hij was geadopteerd. De middelste zoon nam de troon over, en de jongste vertrok, naar het leen waar hij nu woont” zei hij. Hij wist dat dit nog niet alles was, hij moest heer myron ook de rest vertellen. Want tot nu toe leek het allemaal nog vaag. Hij bleef met zijn rug naar de ridder toe staan. “De oudste zoon en de middelste zoon hadden allebei een zoon. De bedoeling was dat de zoon van de middelste het overnam. De twee neefjes konden het goed met elkaar vinden. De zoon van de middelste was niet echt geïnteresseerd in het baron zijn, maar in iets heel anders. Op een dag de zoon van de oudste besloot dat het zijn geboorterecht was om dit leen te beheersen. De zoon van de middelste zoon verdween, zonder terug te worden gevonden. Ze lieten in de tombe de naam van de verdwenen zoon neer zetten. De oude baron overleed, en de huidige baron nam het leen over.” zei hij. Hij keek niet naar de ridder. Hij had niet alles verteld, maar dat hoefde niet. De ridder wist was hij had moeten weten. Hoe het met de zoon van de middelste zoon was afgelopen, dat was een verhaal wat niemand anders hoefde te weten. Dat was een verhaal, wat niemand zou begrijpen, en wat niemand hoefde te begrijpen, niemand hoefde het te weten. Het verhaal van de verdwenen zoon, was tegelijkertijd verdwenen toen de naam van de zoon in de tombe verscheen. Het zou mensen doen breken om dat verhaal te horen, dus zou het nooit verteld worden. Hij had nu met eigen ogen gezien wat voor een leed de baron had aangericht, en dat zou niet nog een keer gebeuren. Hij bleef daar staan, zwijgend het raam uit starend. Hij zei niks, en hij verwachtte ook niet dat de ridder iets zou zeggen. De wind die door het raam binnen waaide zorgde ervoor dat zijn mantel zacht heen en weer wuifde, waardoor hij er soms wel leek te staan, en dan weer niet. Zijn kap liet zijn gezicht in de schaduw zitten, zoals het hoorde. Hij had zijn verleden verbannen en het was tijd om er mee af te rekenen, zonder dat iemand wist wat zijn verleden was. Zelfs Mystenia wist niet wie hij was.
His World excist from secrets If you think you have found one It turns out that it’s an death end. No one will understand him, Because he don’t want that..
Myron
Aantal berichten : 212
personal info Leeftijd: 21,5 I'm still young, but how long have I to live? Partner: I'm not sure what love is. But when I find her, I will fight for it. Paard: Flamelight
Onderwerp: Re: The time of the end has come, so we fight till the end ~ Myron zo okt 07 2012, 16:15
De jager deed niets met de rol. Alsof hij al wist wat er in zou staan. Alsof hij het al gelezen had. Hij zag hoe de jager de rol neerlegde en langs hem liep. Myron was ergens woedend. Waarom had niemand hem dit ooit verteld. Waarom wist hij dit niet. Hij kon zich niet eens herinneren hier ooit gewoond te hebben. Hij zag hoe de jager bleef staan voor het venster. Het leek er zelfs op dat de jager zelfs helemaal geen antwoord zou geven. Woede borrelde in hem op. Hij wilde de vraag weer stellen. Maar hij hoorde de stem van de jager. “Ga zitten heer Myron.” Hij wilde helemaal niet gaan zitten. Dus bleef hij gewoon staan. zijn blik op de jager gezicht die met de rug naar hem toe gedraaid was. Alsof de jager niet eens naar hem kon kijken. Hij bleef staan en wachte op een uitleg. Die moest hij gewoon hebben. Desnoods ging hij naar de baron zelf. “Jouw vader werd gevonden aan de rand van de rivier, op de dag dat de witte wolf uit rijden was. De baron nam je vader mee naar huis. Je vader was toen een paar maanden oud. Hij werd opgevoed als de jongste zoon van de baron” Hij hoorde de woorden van de jager wel. Maar tegelijke tijd bleef alles stil. Zijn vader had hem daar nooit iets over vertelt. Niet eens zijn moeder. Zijn naam stond in het document. Dus hij moest al geboren zijn. Ook de naam van zijn zus stond in het document dus hij moest zeker drie geweest zijn. Hoe kon het dan zijn dat hij hier niets van wist. Er werd ook nooit iets tegen hem gezegd. “Het document werd nog wel gevonden, vlak voordat de kamer verzegeld werd. De jongste zoon, nam dit gebied over, totdat er uit kwam dat hij was geadopteerd. De middelste zoon nam de troon over, en de jongste vertrok, naar het leen waar Je nu woont” Dus zijn vader was een baron geweest. Hij was de zoon van een baron? Hij kon er niet aan uit dat hij het niet eens wist. Oké misschien was zijn vader dan misschiet. Niet heel erg lang een baron geweest. Maar hij was het wel geweest. Het was trouwens de wens van heer Hendrik dat zijn vader de troon over zou nemen. Daarna zou hij normaal moeten komen. Dat had Heer Hendrik zelf geschreven. De troon zelf kon hem niets schelen. Voor zijn part mocht heel het kasteel tot de grond gelijk gemaakt worden. Hij vond alleen dat de wens van de baron gerespecteerd moest worden. Ook al was zijn vader dan een adoptie kind geweest. Hij had de naam gedragen van de Oude baron. “De oudste zoon en de middelste zoon hadden allebei een zoon. De bedoeling was dat de zoon van de middelste het overnam. De twee neefjes konden het goed met elkaar vinden. De zoon van de middelste was niet echt geïnteresseerd in het baron zijn, maar in iets heel anders. Op een dag de zoon van de oudste besloot dat het zijn geboorterecht was om dit leen te beheersen. De zoon van de middelste zoon verdween, zonder terug te worden gevonden. Ze lieten in de tombe de naam van de verdwenen zoon neer zetten. De oude baron overleed, en de huidige baron nam het leen over.” Hoorde hij de jager nog zeggen. Hij keek naar de jager. Maar draaide zich toen meteen weer om en liep de deur uit. Niet omdat hij boos was. Maar hij had tijd nodig om er over na te denken. Onder tussen wou hij de baron ook betrappen op een fout. Het enigste wat hij nodig had was een kans. Hij gooide de deur zo hard dicht dat de wachters naast de duur waker schoten. Geschrokken keken ze naar hem. Hij keek niet eens terug. Hij liep gewoon de trappen af en ging meteen op weg naar de stallen. Hij wist niet wat de jager er zou van denken. Hij herhaalde de woorden van de jager keer op keer. Hij had verschillende kanten. Niet veel mensen konden die kanten uit elkaar houden. Hij dus wel. Zijn verleden had daar voor gezorgd. Nu had hij weer een deel van zijn verleden ontdekt. Terwijl hij het eigenlijk wilde vergeten. Terwijl hij door de gangen liep werd hij rustiger en legde hij zich er bij neer. Het was gebeurd en het enigste wat nu telde was dit rijk beschermen van de vrede baron. Zachtjes stapte hij de stallen binnen. Hij vond Flamelight al snel. De merrie tikte met haar neus tegen zijn hand. Hij begon zijn paard te kamen. Dat liet hem relaxen. Hij werd er rustiger van. Terwijl hij zijn gedachten liet rusten. Hij hoorde achteraan de stal wel wat geluid. Maar hij bestede er niet te veel aandacht aan. Als iemand hem nu zou storen. Wie dan ook zou hij misschien een vuil spelletje beginnen te spelen. Hij zou zich concentreren op het beleid van de baron ongedaan te maken. Opeens schrok hij ook even op. De jager had enorm veel gezegd. Een glimlach vormde zich rond zijn lippen. Misschien was het toch weer dat hij iedereen aan het praten kon krijgen. Hij hoorde de deur van de stal waar hij nu instond open gaan. Van uit zijn oog hoeken zag hij een gebochelde man. Hij draaide zich langzaam om en zag de man die hij eerder had gezien. Zijn ogen toonden geen enkele emotie. Nu zou het spel echt beginnen. De man schrok precies toen hij zijn blik kruiste. Hij kon wel raden dat dit de contact persoon van de baron was. Hij deed een vragend gebaar naar de man. Die snel weer verdween. Hij kon wel al raden wat die man nu zou gaan zeggen tegen de baron. Hij draaide zich weer om en ging verder met het kommen van Flamelight. De merrie bromde even. Hij klopte haar op haar nek. Er was zou veel aan het gebeuren. Maar hoe zou het eindigen?
Leonoor Commandant
Aantal berichten : 812
personal info Leeftijd: 24 years I have been walking on this world Partner: You can't winn my love. My love is my freedom. Don't try to winn my love, you only get a broken heart. Sagitta, my hunterbird, she shows me to be free. Paard: Danger, like the risks we take every day. Together we will go to where the wind us lead
Onderwerp: Re: The time of the end has come, so we fight till the end ~ Myron ma okt 08 2012, 17:34
Hij bleef bij het raam staan, alsof hij wist dat hij de ridder boos had gemaakt met zo afgezonderd te blijven staan, maar dat maakte hem niet echt uit. Hij wist dat de ridder was blijven staan toen hij was begonnen met praten, tja dat was iets wat de ridder moest weten. Hij bleef bij het raam staan toen hij klaar was met vertellen, hij hoorde geen reactie, geen woord van de ridder, maar dat maakte hem niet uit. Hij kon ongeveer voorspellen wat er in de ridder omging. Waarschijnlijk had het te maken met woede en onmacht, maar ook verdriet. Hij wist dat de jager even naar hem keek, maar daarna hoorde hij voetstappen die zich verwijderde. Hij hoorde met welke kracht de deur dichtsloeg. Vlak daarna hoorde hij de wachten geschrokken mompelen. Hij bleef rustig voor het raam staan. Hij wist dat de waarheid confronterend was, en daarom liet hij de ridder ook gewoon zijn gang gaan. Hij wist wel waar de ridder naar toe ging, als hij soms zelf gefrustreerd was, dan hield Danger borstelen het beste. Hij bedacht zich dat het zelfde het geval was bij de ridder. Hij zag de ridder naar de stal toe lopen. Hij besefte ondertussen dat hij veel had gezegd, meer dan normaal. Hij draaide zich om en fronste een zijn wenkbrauwen. Deze missie moest maar snel afgehandeld worden, straks werd hij ook zo’n kletskous als de andere jagers, en dat was iets waar hij niet om gelegen zat. Hij voelde een lichte bries langs de mantel heen glijden. Hij liep weg van het raam, zijn kamer in. Zijn boog bungelde nog steeds op zijn rug. Heel even had hij de neiging zijn kap af te doen, maar daarna besloot hij dat niet te doen. Straks kwam een van de bedienden binnen lopen, en dan was het gebeurt. Hij zuchtte even en sloot zijn ogen, hij bleef zo een tijdje staan, verzonken in zijn gedachten, maar opende daarna weer zijn ogen. Weg was de Leonoor van een paar minuten geleden. Het gene wat hij nu was, was iets wat je niet tegen wou komen. Als dit spelletje nog lang zou duren, dan zou hij er zelf een eind aan maken, door de baron een pijl door zijn hart heen te schieten. Alleen de ridder wist wat hij was, gelukkig maar, anders had de baron hem echt niet zijn wapens laten houden. Hij liet de boog over zijn rug heen liggen. Hij keek even naar de stand van de zon, die nog laag aan de horizon stond. Hij liep het vertrek uit, de wachters waren weer in slaap gevallen. Hij liep door de gangen heen, hij wist aan welke kant de baron sliep, maar daar ging hij niet heen. Hij liep verder de trappen af, totdat hij op een andere binnenplaats kwam. Er waren hier geen wachten, het zag er verlaten uit. Hij herinnerde zich even de geluiden van vroeger, er had hier een krijgsschool gezeten, maar die zat hier nu niet meer. Het veld zag er nog het zelfde uit. Hij zette een paar doelen op en liep toen naar de andere kant van het veld. Ergens vond hij het zonde dat dit veld niet meer gebruikt werd. Hij draaide zich om, de doelen waren niet groter dan kleine puntjes vanaf deze afstand, maar dat maakte hem niet uit. Hij haalde een pijl uit zijn koker en binnen een fractie van een seconde lag die op zijn boog en was deze afgeschoten. Hij liep een paar meter verder en ondertussen schoot hij nog een paar pijlen af. Hij was nauwelijks zichtbaar op de plek waar hij stond. Iemand die toekeek, zou alleen maar het gezoef van pijlen horen. Na een paar minuten had hij nog een paar pijlen in zijn koker zitten. Hij liet die erin zitten, je wist het immers maar nooit. Hij liep naar de doelen toe en trok zijn pijlen er soepel uit. Hij bekeek even of ze niet beschadigt waren, maar dat waren ze niet. Hij liep terug naar waar hij net had gestaan. Hij bleef doodstil staan toen hij het figuur van de baron zag verschijnen. Hij viel niet op doordat hij op een schaduw plek stond. Hij keek naar de baron, zich afvragend wat deze hier kwam doen, en tegelijk zich afvragend of hij niet een pijl door het hart van de baron heen kon jagen. Hij besloot maar om het niet te doen. Hij bleef in de schaduw staan, totdat de baron weer verdwenen was. Hij draaide zich om en verdween in de schaduwen. Dit spelletje was nog lang niet voorbij..
He don’t believe in fairytales He knows the world to well for that. He shoot like the shadow He follows his own way..
Myron
Aantal berichten : 212
personal info Leeftijd: 21,5 I'm still young, but how long have I to live? Partner: I'm not sure what love is. But when I find her, I will fight for it. Paard: Flamelight
Onderwerp: Re: The time of the end has come, so we fight till the end ~ Myron di okt 09 2012, 18:24
Hij bleef Flamelight nog een hele tijd kammen. Maar ook daarna bleef hij nog een paar uur in de stallen. Er kwam hier gewoon echt niemand. Wat hij persoonlijk raar vond. Normaal gezien moesten de stallen gewoon vol zitten met leven. Hier hoorde je nauwelijks je eigen adem. Het stro en hooi was hard en echt niet mooi van kleur. Het leek echt alsof heel dit leen gewoon een dood gebied was. Alsof de mensen alleen nog omhulsels waren en dat hun geesten hun lichaam al lang verlaten hadden. Het waren precies lijken die niet wisten dat ze in hun graf moesten gaan rusten. Allemaal wit en angst in de ogen. Alsof er niets anders was dan duisternis en leegte. Maar zoals iemand ooit tegen hem had gezegd ‘er is geen leven mogelijk in de duisternis.’ Deze mensen leefden niet echt. Ze hadden geen leven. Dit leen was de duisternis zelf. Dat zou alleen maar kunnen opgelost worden als de baron stierf. Of zijn troon overgaf. Dan zouden de mensen en dit gebied eindelijk bevrijd zijn. Dan zou de zon weer beginnen te schijnen en zou er nieuw leven ontstaan. Maar ze zouden eerst een gevaarlijk spelletje moeten spelen. Hij wist niet hoe het zou eindigen. Maar Myron had zo wel een idee. Dat idee maakte hem een beetje nerveus. Maar hij zou het niet laten merken. Hij vreesde er wel voor. De jager zou er dan waarschijnlijk tussen komen. Maar dat was juist wat hem zou nerveus maakte. Hij wilde dat niet, niet om wat je zou verwachten. Het lot was het lot en wat gebeuren moet zal geschieden. De middag was waarschijnlijk al lang voor bij toen hij de stal eindelijk uit kwam. Hij was de woorden van de jager nog niet vergeten. Maar hij wilde het liever ook vergeten. Hij wist het en dat was juist ook gevaarlijker voor hem. Het was koud buiten. Maar hij had het warm. Toch liet hij het maar zou. De zachte sneeuw kraakte zachtjes onder zijn voeten. Ook hier buiten was alles verlaten. Je kon alleen verlaten voetstappen in de sneeuw zien. Misschien was het beter als hij in de stallen bleef. Hij had zien om te gaan rijden. Maar hij wist ook wel dat, dat onmogelijk zou zijn. Hij stapte dus maar verder verdrongen in zijn eigen gedachten werd hij verrast toen de baron voor hem stond. Hij boog even zijn hoofd als begroeting. De ogen van de baron stonden vriendelijk. Maar hij wist o zo goed dat het vals was. Hij bleef gewoon zoals altijd. De wachters de bij de baron waren leken het niet te begrijpen. Hij ging aan de kant om de baron door te laten. Die knikte eens tevreden en stapte toen ferm voort. Toen de baron uit het zicht was verdwenen, schudde hij zachtjes zijn hoofd en liep zelf door. Hij snapte de baron niet. Hoe meer hij er aan dacht hoe minder om eerlijk te zijn. Wat verder op stonden er twee wachters naar hem te staren. De angst uit hun ogen was licht verdwenen. Maar ze keken niets begrijpend. Alsof ze niet konden begrijpen waarom hij geen kik gaf. “Goede middag.” Begroete hij hun vriendelijk en zo stralend mogelijk. Ze keken tevreden en vriendelijk terug. Als je hem met rust liet dan zou hij jou ook met rust laten. Als je hem niet misdeed was hij vriendelijk en beleefd. Als hij je mocht dan zou hij je beschermen met zijn eigenleven. Hij zou de regels volgen en zijn taken uitvoeren. Als je over de lijn ging en hij betrapte je op fouten dan lapte hij de regels aan zijn laars en zou je er van leren. Het was ook beter hem niet boos te maken en je kon beter vergeten met hem in discussie te treden want hij zou toch winnen. Hij werkte graag en goed samen. Ook al was hij dan vaak liever eens allen. Opgesloten zitten was niets voor hem. Hij liep liever buiten om streken uit te halen. Zo zat hij een beetje in elkaar. Hij hield van spelletjes spelen met zijn vijanden en zo angst in hun harten blazen. Zo probeerde hij het ook een beetje met de baron te doen. Hij had ergens wel het gevoel dat het werkte. Hij zou nu ook proberen de harten van de wachters en de bedienden te winnen. Een beetje een verdeel en heers tactiek. Maar de baron was een harde noot om te kraken en het zou zeker nog veel tijd vergen. Hij liep de weg weer terug. Hij zou deze middag niet eten. Veel honger had hij eigenlijk niet. Trouwens een keer een dag met wat minder eten was ook niet zo slecht voor het lichaam. Rustig liep hij de trappen weer op. Terug naar hun verblijf plaats. Maar hij werd op zijn weg verstoord door het geluid van stuk brekende borden. Hij deed een paar stappen achteruit en keek een gang in. Daar stond het dienst meisje dat hun naar hun kamer had begeleid gehurkt over een hele boel gebroken borden. Hij zag hou tranen over haar wangen liepen. Verschrikt keek ze op toen hij een klein beetje bewoog. Hij kruiste haar blik. Meteen ging ze verder aan de slag. Maar dan nog sneller dan eerst. Hij zou normaal gezien doorgelopen zijn. Maar dit meisje leek echt van slag te zijn. Langzaam liep hij naar haar toen en zonder een woord te zeggen hielp hij de scherven op te rapen. Hij zag wel hoe ze keek. Toch van uit zijn oog hoeken. Ze leek verbaast te zijn. Hij was hier wel redelijk handig en in een minuut of twee was alles opgeruimd. Hij stond weer op en nog verbaasder dan eerst keek het meisje naar hem op. ”Met twee is altijd beter dan alleen.” zei hij en schonk haar een glimlach en een knip oog. Haar tranen droogden al snel en daarna draaide hij zich om. In zijn normale tempo liep hij verder naar de kamer. Toen hij de hoek weer om ging zag hij dat het meisje recht was gestaan. Maar nog altijd naar hem staarde. Met een mooie maar onbekende blik. Een blik dat hij nog niet veel had gezien. ‘Dankbaarheid en een deel liefde. Geluk’ het deed hem goed om iemand in dit kasteel eens zo te zien. Zachtjes liep hij de kamer binnen en ging hij zitten. Het leek er op alsof er niets was gebeurd. Alsof hij heel dat gedoe van heer Hendrik en zo zelfs niet kende. Hij keek in het vuur van de haart. Die leek te dansen en het hout deed schroeien. Het zag er gezellig uit. Langzaam verscheen er een lach op zijn gezicht. Alsof deze plek om te lachen was. Maar dat was het ook en als je het hem zou vragen. Dan zou hij je er zeker van kunnen overtuigen.
Leonoor Commandant
Aantal berichten : 812
personal info Leeftijd: 24 years I have been walking on this world Partner: You can't winn my love. My love is my freedom. Don't try to winn my love, you only get a broken heart. Sagitta, my hunterbird, she shows me to be free. Paard: Danger, like the risks we take every day. Together we will go to where the wind us lead
Onderwerp: Re: The time of the end has come, so we fight till the end ~ Myron vr okt 12 2012, 00:23
Hij liep weer door de gangen heen, hij wist niet waarom. Hij zag dat de wachten huiverde zodra hij langs hun liep. Soms was hij zichtbaar voor hun ogen, en op andere momenten weer niet. Hij hoorde het gefluister van de wachten. En slikte even. “zou dat de geest van de verdwenen zoon zijn” hoorde hij zacht fluisteren, hij sloeg er geen acht op. Niemand wist dat hij het was, misschien was het maar beter dat ze hem aanzagen als een geest, en niet als de bediende van de ridder. Maar iedereen had het mis, maar in iedereen die zijn eigen waarheid geloofde, ook al was het een leugen, iedereen voelde een natuurlijke angst. Maar elke leugen bevatte een klein deel van de waarheid, alleen niemand anders wist de complete waarheid. Hij bleef door de gangen heen dwalen, maar liep toen de zon voorbij zijn hoogtepunt was naar buiten toe. Hij liep door de schaduwen heen, naar de stal toe. Hij zag nog even de schaduw van de ridder verdwijnen, maar ging hem niet achterna. In plaats daarvan liep hij naar een van de achterste stallen toe. Danger stond daar, het paardje was nog steeds opgezadeld en leek redelijk opgefokt te zijn. Hij schudde even zijn hoofd en liep naar het paardje toe. Hij maakte de singel los en tilde het zadel van Danger zijn rug af. Hij zag hoe het paardje hem aankeek. Hij maakte enkele riempjes los, zodat het hoofdstel van het hoofd van Danger afgleed. Hij glimlachte even en zag dat het paardje hem dankbaar aankeek. Hij liep de box uit, en fikste een emmer met eten. Hij zette het bij Danger neer, en pakte een borstel. Met grote en zachte streken borstelde hij de vacht van het paardje. Hij vond het ergens best verontwaardigend en beledigend dat niemand Danger te eten had gegeven, maar hij wist ook dat zodra hij niet in de buurt kwam en een ander wel, dat het paardje zich als een duivel kon gedragen. Hij ging op in zijn gedachten terwijl hij het paardje bleef borstelen. Het was rustgevend en gaf hem tegelijk de mogelijkheid om eens goed na te denken over wat ze nu moesten doen. Hij kon merken aan de kou dat het nog steeds sneeuwde. Altijd die sneeuw, je zou er maar een hekel van krijgen, maar dat had hij niet, het hoorde gewoon in het noorden, zoals in het zuiden het bijna altijd warm was, zo was het in het noorden bijna altijd koud. Hij bleef Danger borstelen, hij wist dat hij niet te veel moest borstelen, omdat in dit tijdstip van het jaar een dikke vacht cruciaal kon zijn voor een paard. Hij krabde de grond uit de hoeven van Danger. Hij klopte het paardje op zijn hals, heel even dacht hij aan de mogelijkheid om Danger weer op te zadelen en gewoon de poort uit te rijden, desnoods moest hij dan een paar wachters neer schieten, maar hij wist het moment daarna zeker dat hij dat nooit zou doen. Dan zou hij de ridder achterlaten, hij zou onschuldige mensen doden, en het zou eruit zien alsof hij ergens voor weg vluchtte, en dat laatste had hij vaak genoeg gedaan in zijn verleden. Dit keer zou hij dat alleen niet doen. Hij zou deze missie afmaken, wat de prijs ook zou zijn, maar een ding wist hij zeker, de ridder zou er levend uit komen, daar zou hij zelf wel voor zorgen. Hij leunde tegen Danger aan en voelde de natte neus van het paardje tegen zijn hand aan. Hij aaide met zijn hand over de neus van het paardje heen. Hij zou wel iets bedenken, hij had al een plan, maar het was altijd goed om een ander plan achter de hand te houden, en ook dit keer had hij een extra plan achter de hand, en misschien was dat maar beter ook. Zijn gezicht bleef verborgen in de schaduwen, de fakkels wierpen lichtte schaduwen in de stal, waardoor hij er niet leek te zijn. Maar hij was er wel, en dat was iets waar je altijd mee rekening moest houden. Ook al zie je hem niet, hij is er toch altijd, wachtend op zijn kans om toe te slaan. Dit spelletje was nog niet voorbij, maar vanaf dit moment zou hij het spelen met zijn eigen spelregels volgen, en wie dat niet aanstond dat was niet zijn probleem. Vanaf nu, zou het anders gaan.
He’s not the man you think he’s He don’t show his face He plays this games with his own rules So make sure you’re not his enemy..
Myron
Aantal berichten : 212
personal info Leeftijd: 21,5 I'm still young, but how long have I to live? Partner: I'm not sure what love is. But when I find her, I will fight for it. Paard: Flamelight
Onderwerp: Re: The time of the end has come, so we fight till the end ~ Myron za okt 13 2012, 18:30
Het vuur gaf een heerlijke warmte af. Langzaam maar zeker viel hij in een diepe slaap. Hij was moe van de lange nacht en de lange en moeilijke dag. Ook al had hij dan nog niet zo veel gedaan. Terwijl hij zijn blik de hele tijd op het vuur richtte viel hij in slaap. Ergens ver van tijd en ruimte op een rustig gras velt, waar de wind het gras deed buigen. Vredig zou je kunnen zeggen. Ja tot dat gehuil op kwam steken, donkere wolken de hemel bedekten en in de verte rode ogen door de struiken te zien was. Wolven stormden op hem af. rennen kon hij niet doen. Al snel was hij al omsingeld. Grommende, happende muilen kwamen bijna tot bij hem. “Wat, wat moeten jullie.” Schreeuwde hij uit, door de harde wind. De wolven bogen hun hoofden, een flits kwam op, gehuil. In een op waai van stof dat een wolven kop toonde met twee brandende rode ogen. Door het stof een gestalte. Drie flitsen.. Drie donkere gestalten. Zijn goud gele ogen glansden… Zijn gezicht trok boos en nieuwsgierig. Hij deed zijn hand voor zijn ogen voor het stof. Om te zien wie er uit kwam. Maar alles wat hij kon zien waren de zwarte gestalten en de rode brandende ogen. Alsof hel op zich zelf naar hem leek te kijken. Hij voelde druppels zweet van zijn hoofd rollen.. Het was warm rond hem. Heet als vuur en vanaf dat hij daar aan dacht kwam overal van rond hem vuur op. Hij stond nu in een kleine cirkel zwarte aarde. Voelde hij angst? “Nee!” Schreeuwde hij en zijn blik veranderde in vastberadenheid en er kwam een lach op zijn gezicht. De zwarte gestalten stonden er nog altijd. Maar hun blik was veranderd… Alsof ze niet uit het vuur konden ontsnappen. Hij ademde rustig en zijn eigen ogen branden van alle emoties. Maar geen angst. “kom me maar halen als je durft.” Schreeuwde hij. Terwijl hij naar zijn zwaard greep. Hij trok het ding uit de schedel. Het vreemdste was. Hij hoorde het metaal niet. “Hu?” Zijn ogen gingen wijd open van verbazing. Geen geluid. Opeens leek hij wakker te worden in de droom zelf. Hij verstond opeens dat dit niet echt kon zijn. Hij wist dat het een droom was. Hij wierp zijn zwaard in het vuur en keek naar de gestalten. “Kom me halen!” Schreeuwde hij weer. “Ik heb geen vrees voor de duisternis. Want er is geen leven in de duisternis.” Schreeuwde hij daarna. Hij zag hoe alles zwart werd. Half slapend zat hij te wringen in zijn stoel. Alles wat hij had uitgesproken in zijn droom. Had hij ook echt uitgesproken. Iedereen kon zijn woorden opgevangen hebben. Langzaam maar zeker werd hij weer wakker. Hij ademde langzaam in en uit en het eerste wat hij deed was naar zijn zwaard grijpen. Die ging nog altijd waar hij hoorde. Daarna keek hij de kamer rond. Hij wist dat het zinloos zou zijn om naar de jager te zoeken. Dus ging hij gewoon maar naar zijn kamer. Waar hij zijn harnas uit deed en zich verfriste. Het vreemdste was dat zijn litteken verschrikkelijk brandde. Hij had het nog nooit zo erg gevoelt als nu. Maar het koele water deed het brandende gevoel. Lichtjes wegtrekken. Hij ontspande zich een beetje. Hij was nog steeds op alles voorbereid. Alsof die droom echt was. Alsof hij echt tegen de geesten van hel zou gaan vechten. Hij had ook twee dolken aan zijn riem. Als iemand nu de verkeerde keuze zou maken om hem te storen. Dan wist hij niet zeker of hij zich zelf zou kunnen tegen houden om de dolken te werpen. Hij keek in de kom met water en zag zich zelf. Zijn ogen glansden en zijn haar was nog altijd wit. Maar het water werd verstoord door een druppel met rode vloeistof. Langzaam ging zijn hand naar zijn schouder en hij voelde aan zijn oude wonde. Zijn ogen werden groter, zijn hand ging vol met bloed. Langzaam keek hij over zijn schouder en de verassing werd nog groter. Heel zijn litteken was opengehaald en was weer en gehele wonde. Zijn gezicht vertrok van woede en woede glansde in zijn ogen. Wie dit ook gedaan had, en hij had al zo’n idee wie. Die zou er niet levend uitkomen. Weer vormde een lach zich voor zijn ogen. Hij kon deze wonde niet zelf verzorgen. Hij zou hulp moeten vragen aan de jager. Iets wat hij eigenlijk niet wilde doen. Maar als zijn wonde was opgebonden zou hij de griezel die dit had gedaan zoeken en hem een lesje leren. Hij zakte even door zijn knieën. De pijn was niet zo erg als de eerste keer. De wonde was ook niet zo diep. Maar het deed hem denken aan zijn verleden. Hij beet het van zich af en stond snel op en liep de kamer uit. Terug naar de living. Hij zou de Jager toch niet kunnen zien. Dus zou hij maar moeten roepen. ”Leonoor, zou je me alstublieft willen helpen?” Sprak hij luid en duidelijk uit. Het was ook de eerste keer dat hij zo hulpeloos klonk en dat hij Alstublieft tegen de jager had gezegd. Maar hij was nu ook wel redelijk hulpeloos en alleen. Leonoor zou hij kunnen vertrouwen. Hij zocht de kamer rond. Opzoek naar zijn vriend. Als hij Leonoor wel een vriend mocht noemen. Maar wie anders kon hij hier vertrouwen? Op wie anders zou hij hier kunnen rekenen? Hij wist dat hij alleen Leonoor hier kon vertrouwen. Hij hoopte alleen dat Leonoor hem ook zo kon vertrouwen als dat, dat hij zelf in de jager geloofde en vertrouwde.
Leonoor Commandant
Aantal berichten : 812
personal info Leeftijd: 24 years I have been walking on this world Partner: You can't winn my love. My love is my freedom. Don't try to winn my love, you only get a broken heart. Sagitta, my hunterbird, she shows me to be free. Paard: Danger, like the risks we take every day. Together we will go to where the wind us lead
Onderwerp: Re: The time of the end has come, so we fight till the end ~ Myron za okt 13 2012, 23:53
Hij keek naar Danger en heel even glimlachte hij, hij wist dat hij niet lang hier in de stal kon zijn, zelfs al was het kalmerend. Hij klopte het paardje op zijn hals en kriebelde Danger daarna achter zijn oren. Hij wist dat hij terug moest naar de kamer waar de ridder misschien was. Hij wist dat hij het niet echt goed aangepakt had met de ridder, maar toch. Het verhaal wat zich af had gespeeld in dit kasteel kon je niet zo een twee drie uitleggen, het andere was ook dat niet iedereen alles wist. Hij bleef Danger achter zijn oren kriebelen. Hij dwaalde even af met zijn gedachten, maar werd direct terug gebracht toen hij een zachte neus in zijn buik voelde. Hij haalde zijn hand van de hals van het paardje af en liep de box uit. Hij deed het touw er niet voor, hij liep nog naar de voerkamer toe en haalde nog wat haver voor Danger, want het zag er niet naar uit dat iemand anders het paardje eten zou gaan geven. Hij zette de voeremmer bij het paardje neer en vulde de emmer met water bij. Hij zag dat het paardje niet begon met eten, redelijk logisch als dit de tweede bak met voer was, het paardje wist zelf wel wat het beste voor zichzelf was. Hij keek nog even naar Danger en liep daarna de stal uit. Hij voelde de kou van buiten toen hij de stal uit liep. Snel liep hij door de schaduwen heen naar de rest van het kasteel toe. Hij glipte naar binnen zonder dat iemand hem opmerkte. Ergens vond hij het wel belachelijk dat hier niemand goed op wacht stond, maar blijkbaar dacht iedereen dat niemand zo gek was om op dit tijdstip van de dag naar buiten toe te gaan, of dat iemand van plan was om het kasteel te verlaten, alleen hielden ze dan geen rekening met hem. Hij liep door de gangen heen, heel even dacht hij er over na om terug te gaan naar de gang waar alle schilderijen hingen en dan naar de kamer toe waar de baron had gezeten. Maar uiteindelijk besloot hij dat toch maar niet te doen. Hij liep rustig verder, dit gaf hem een rust gevend gevoel. Alleen door de gangen heen lopen, zonder dat iemand je tegen hield, of dat er andere mensen waren die de stilte verstoorde. Je kon zijn voetstappen nauwelijks horen. Hij was er voor getraind, en juist dat maakte dat hij hier van genoot, omdat niks deze elementen verstoorde. Iets trok zijn aandacht, snel liep hij verder, zijn gedachten waren weer goed wakker geroepen, en zijn spieren stonden op scherp. Hij zag de kamer waar hij en de ridder verbleven. Hij vond het raar dat er geen wachten meer voor de deur stonden, alsof iets ze weg had gejaagd. Hij opende de deur en hoorde vaag gemompel uit de kamer van de ridder. Hij besloot maar niet de kamer van de ridder in te lopen, je wist sommige dingen maar nooit. Hij liet de boog op zijn rug zitten en liep naar de schaduwen toe. Hij leunde tegen de muur aan. Hij sloot heel even zijn ogen, zelfs overeind kon hij nog in slaap vallen, Hij hoorde gestommel en met een ruk opende hij zijn ogen, maar hij bleef doodstil staan. . ”Leonoor, zou je me alstublieft willen helpen?” hoorde hij de ridder zeggen. Hij zag de ridder uit zijn kamer komen. Het eerste wat hem opviel was het bloed aan de hand van de ridder. Hij zette een stap naar voren, waardoor het net leek alsof hij uit de muur kwam. Hij had wel de toon van de ridder gehoord, het leek hulpeloos. Maar eigenlijk had meer het woord alstublieft ervoor gezorgd dat hij zich meer zorgen begon te maken. Niemand zei alstublieft tegen een grijze jager, en al helemaal niet tegen hem. Hij liep naar de ridder toe en keek naar hem. Zijn gezicht was nog steeds verborgen in de schaduwen van zijn kap, een ding zou niet veranderen, en dat was dat hij nooit zijn mantel af zou doen. Soms dacht men dat het met hem vergroeid was, maar dat was niet zo. Daar was een totaal andere reden voor. Hij zette even een paar passen en keek naar de wond op de schouder van de ridder. Hij gebaarde met zijn hand dat de ridder moest gaan zitten. Hij liep zijn kamer in en kwam even later de kamer weer uit. Hij had uit de kast een doek gehaald. Hij had uit de zadeltassen een verband gehaald. Hij legde de spullen op de tafel die er stond. Hij fikste een schaal met water en zette dat erbij. Hij haalde nog iets uit zijn kamer en liet een paar druppels in het water vallen. Hij zette het flesje naast de schaal met water. Hij keek even naar de ridder, zonder dat zijn ogen zichtbaar waren. Hij wist wat hij deed, soms liep je als grijze jager tijdens je werk wonden op, en dan moest je in je eentje er voor zorgen dat je het schoon kreeg en verbond, en dan verder kon gaan met je werk. “dit kan een beetje zeer doen” zei hij toen. Hij wist dat het spul best hard kon bijten in de wond, maar dat hielp wel het beste. Hij doopte de doek in het water en drukte dat zacht op de wond. Hij maakte de wond schoon. Hij bekeek de randen even van de wond, dat hoefde niet gehecht te worden. Hij legde iets van een blad ertussen en bond toen het verband vast, hij zei verder geen woord. Toen hij klaar was ruimde hij de spullen weer op, hij wist dat het spul eerst verdovend zou werken, maar daarna gigantisch zou gaan bijten, zodat de bacteriën verdwenen en de bloedcellen hun taak beter uit konden voeren. Zijn boog hing nog steeds op zijn rug. Hij ging in een van de ramen zitten toen hij klaar was. Hij keek even naar de ridder, ongeveer nu zou het spul moeten gaan bijten. Hij keek daarna naar buiten, naar de horizon die licht gekleurd werd. Twee dagen zaten ze hier al, en eigenlijk begon hem dat de keel uit te hangen. Hij wist dat hij zijn training gewoon door moest laten gaan, dat hoorde gewoon bij wat hij deed. Het beroemde gezegde van de grijze jagers gelde niks voor niks. Hij sloot heel even zijn ogen, maar opende ze daarna weer. Dit rond hangen moest maar eens gauw afgelopen zijn, anders zou dit nog slecht af kunnen lopen.
You think he has no feelings But know he have feelings. He only hide it behind a mask That you can’t break..
Myron
Aantal berichten : 212
personal info Leeftijd: 21,5 I'm still young, but how long have I to live? Partner: I'm not sure what love is. But when I find her, I will fight for it. Paard: Flamelight
Onderwerp: Re: The time of the end has come, so we fight till the end ~ Myron za okt 27 2012, 10:13
Langzaam aan voelde hij hoe zijn schouder begon te branden. Hij verbeet de pijn. Hij was Leonoor heel dankbaar. Maar hij kon het nu gewoon niet zeggen. Leonoor had gezegd dat het zo kunnen branden. Maar hij had geen zin gehad om er op te antwoorden. Nu zat hij hier nog altijd op de stoel. Zijn wonde goed verband en goed ontsmet. Hij was eigenlijk wel een beetje verbaast geweest dat een jager zo goed wonden kon verzorgen. Niet dat het zo’n diepe wonde was en niet dat het zodanig veel zeer had gedaan. Maar nu was het wel een zwakke plek. Niet te min riep het weer zijn verleden naar boven. Het verleden dat hij liever zou willen vergeten. Leonoor was naar het raam gegaan. Zonder nog een woord te zeggen. Wat waarschijnlijk wel beter was. Hij zou niet eens weten wat te zeggen. Hij wist alleen dat hij hier zo snel mogelijk weg wilde. Ergens had hij het gevoel dat hij deze plaats nooit zou kunnen verlaten. Hier zat wel een deel van zijn geschiedenis in. Ook al was hij hier waarschijnlijk nooit eerder geweest. Langzaam stond hij op. Hij voelde zich levenloos. Alsof hij een geest was die niet wist waar naar toe te dolen. Hij vergat de pijn in zijn schouder en hij verdreef de gedachten. Ergens in hem was een geheel nieuwe kant van hem opgekomen; Hij was nu vastberadener dan ooit. ”Bedankt Leonoor.” Zei hij met een vaste en diepe stem. Niet meer zo hulpeloos en breekbaar als daarnet. Hij liep de kamer weer in. Maar hij liet de deur wel open staan. Het kon hem eigenlijk niet veel schelen of de jager nu wel of niet zag wat hij deed. Hij waste snel het bloed van zijn arm en kleedde zich weer om. Daarna nam hij een appel en at de langzaam op. Alsof er helemaal niets gebeurd was. Het brandende gevoel nam langzaam ook af. Weer begon hij te staren in het vuur. Er moest nu wel een uitdaging komen. Maar misschien wist de baron ook dat hij dat verwachte en zou de baron wachten tot op het moment dat hij het niet meer verwachte. Maar dan zou de baron de wonde wel weer de kans geven om te genezen. Dat was dan weer in het nadeel van de baron. Maar zo kon je verder blijven denken en je blijven zorgen maken tot op het laatste moment. Hij had de baron zien vechten. Hij had gezien dat er iets mis was met de schouder. Maar hij vertrouwde de baron niet. Hij had ergens het gevoel dat het evengoed een misleiding kon geweest zijn. Hij wist ook wel ergens als hij zou verliezen. Dat de jager hem zou beschermen. Maar dat wilde hij juist vermeiden. Als hij het aan zou gaan met de baron. Zou het lot moeten bepalen wie er won en wie de sterkste was. Als hij in dat gevecht zou moeten sterven. Dan zou hij ook sterven. Zonder enige tussen komsten. Maar als dat een deal zou worden met de baron… Neen die man zou zich niet aan de regels houden. Dus hij had net zo veel kans om zelf geschoten te worden als hij te dicht kwam bij de baron. De gedachten bleven maar binnen stromen. Maar het was niet omdat de baron zich waarschijnlijk niet aan de regels wilde houden dat hij dat niet moest doen. Hij schrok wakker uit zijn gedachten door een hard gebonk op de deur. Hij schudde even zijn hoofd en keek naar het raam. Waar Leonoor normaal moest staan. ergens had hij het gevoel zelf de deur moeten te openen. Langzaam stond hij op en nog langzamer deed hij de deur open. De commandant stond nu voor zijn neus. Er lag een angstige blik in zijn ogen. Myron had daar en tegen een zeer strenge blik vast genomen. De man voor hem leek ook een beetje nerveus en toen ze elkaars blik raakten. Leek zijn angst nog groter te worden. Ergens diep in hem had hij medelijden met de man. Maar hij kon zich nu niet voor houden om zwakjes over te komen. Hij knikte even en wachte op de woorden van de man. ”D..De B.. Baron.” De man slikte even en begon met een vastere stem weer opnieuw. Maar nog steeds leek hij niet zeker te zijn van de woorden. ”De Baron… Daagt U Heer Myron de witte wolf uit tot een duel.” Hij knikte even en een glimlach kwam op zijn gezicht. Deze keer had hij dus toch gelijk gehad. Als het op duels aan kwam. Nou ja daar was hij de specialist in. ”Gaat u in op zijn uitdaging?” Vroeg de commandant zenuwachtig weer. Hij schudde zijn hoofd. ”U kunt zeggen tegen de baron dat als hij een duel wilt. Hij het kan krijgen. Maar dan moet hij wel eerst het lef hebben om me persoonlijk en in levende lijve te komen uitdagen.” De man deed een paar stappen achteruit bij de strenge woorden. ”Dus dat is een nee?” Hij knikte en zag de blik weer veranderen. ”Ja dat is een nee. Tot de Baron het zelf komt vragen.” Zei hij weer streng. Zonder nog iets te zeggen sloot hij de deur en ging weer zitten in de stoel. Nu zou het alleen nog een kwestie van tijd zijn. Maar hij twijfelde wel even of de baron het lef had om hem te komen uitdagen.
(Sorry dat je zo lang hebt moeten wachten... <3)
Leonoor Commandant
Aantal berichten : 812
personal info Leeftijd: 24 years I have been walking on this world Partner: You can't winn my love. My love is my freedom. Don't try to winn my love, you only get a broken heart. Sagitta, my hunterbird, she shows me to be free. Paard: Danger, like the risks we take every day. Together we will go to where the wind us lead
Onderwerp: Re: The time of the end has come, so we fight till the end ~ Myron za okt 27 2012, 14:11
Hij bleef bij het raam staan, met zijn rug naar de ridder toe. Het ging hem verder niks aan, hij had wel kunnen raden waar het litteken van kwam, daar hoefde je geen waarzegger voor te zijn. Hij sprak er dus verder ook geen woord over. Hij keek uit over de velden heen, het leek hier zo vreedzaam, maar tegelijkertijd ook zo kill, hij kon er geen vat meer op krijgen. Vroeger was dit een van de mooiste lenen, zelfs als het bedekt was met sneeuw, de bevolking had het goed onder de oude baron, maar dingen veranderen, mensen veranderen, maar dat gevoel veranderd nooit. Hij beet even zacht op zijn onderlip, maar daarna niet meer, oude gewoontes moest je laten. Hij werd half rusteloos van het hier zo zitten. Als dat duel er zou komen, en dat zou snel komen, dan vroeg hij zich af hoe de ridder erop zou reageren. ”Bedankt Leonoor.” Hoorde hij de ridder zeggen, hij kon direct aan de stem van de ridder horen dat die zijn vastberadenheid weer had gevonden. ”Geen dank” zei hij, hij had gewoon gedaan wat hij voor ieder ander ook zou doen. Hij bleef met zijn gezicht naar het raam toe staan. Hij hoorde aan de voetstappen dat de ridder zijn eigen kamer in liep, hij bleef rustig staan waar hij stond, als hij moest kon hij dit uren zo volhouden, daar was hij op getraind. Hij hoopte dat de ridder op tijd genezen zou zijn om te kunnen vechten, want er was een ding wat hij had onthouden en dat was dat de baron niet van een eerlijk spel hield, dus dat hij de ridder zou dwingen te vechten, zelfs als die gewond was. Zoiets als ridder eer had de baron hier niet, dat was hij al lang geleden verloren. Eigenlijk konden ze het niet eens op een duel aan laten komen, hij wist dat de baron sterker was dan de ridder. Beiden had hij zien vechten, maar misschien zou de ridder het winnen doordat die slimmer was. Hij hoorde geluiden bij de deur, m aar bleef gewoon staan waar hij stond, hij zei geen woord, hij leek net een standbeeld. ”D..De B.. Baron.” Hoorde hij een man stotteren. Hij hoorde dat de man slikte en daarna opnieuw begon met wat die wou zeggen. ”De Baron… Daagt U Heer Myron de witte wolf uit tot een duel.” Hoorde hij de man zeggen, hij wist dat eraan zat te komen, nu was hij nieuwsgierig naar het antwoord van de ridder, ookal zou hij dat nooit toegeven.”Gaat u in op zijn uitdaging?” Vroeg de commandant toen de ridder nog geen antwoord had gegeven, hij luisterde geïnteresseerd mee met hun gesprek. Zijn boog hing nog op zijn rug. ”U kunt zeggen tegen de baron dat als hij een duel wilt. Hij het kan krijgen. Maar dan moet hij wel eerst het lef hebben om me persoonlijk en in levende lijve te komen uitdagen.” Hoorde hij de ridder zeggen, hij glimlachte even, ookal was dat niet zichtbaar voor de ridder en de man, de ridder had een uitstekend gevoel voor zulke situaties. ”Dus dat is een nee?” zei de commandant daarop als antwoord. ”Ja dat is een nee. Tot de Baron het zelf komt vragen.” Zei toen de ridder. Hij vond het wel een goed antwoord. Hij hoorde het dichtgaan van de deur. En toen hij zeker wist dat de man weg was schoot hij in de lach, hij kon er niks aan doen. Maar het was wel geniaal gezegd van de ridder. Hij bleef met zijn rug naar de ridder toe staan. Hij stopte even daarna met lachen, deze situatie was niet echt om te lachen. Hij bleef naar buiten kijken, hij wist dat de baron lef genoeg had om de ridder uit te dagen, dit was meer een soort van test om uit te vogelen of de ridder wel man genoeg was om met de baron te vechten. Hij bleef zo staan en sprak geen woord, maar hij kon wel nagaan dat de ridder het vreemd zou vinden dat hij had gelachen, hij kon het de ridder in dat geval niet kwalijk nemen.
If you hear him speak If you hear him laugh Know that’s not the usual way He’s like a evil ghost..
Myron
Aantal berichten : 212
personal info Leeftijd: 21,5 I'm still young, but how long have I to live? Partner: I'm not sure what love is. But when I find her, I will fight for it. Paard: Flamelight
Onderwerp: Re: The time of the end has come, so we fight till the end ~ Myron wo okt 31 2012, 15:37
Terwijl hij daar zat hoorde hij de man weg lopen. Hij zuchte even zacht. Misschien was dit toch niet zo slim geweest. Misschien was zijn laatste uur geslagen. Hij was misschien een natuurtalent. Maar de baron was ouder en had meer ervaring dan hem. Misschien was de baron ook wel slimmer dan dat hij er uit zag. Hij had misschien een fout gemaakt… Maar hij was niet van plan zich terug te trekken voor een oude zot. Neen het was zijn plicht om de mensen te beschermen tegen gevaren. De baron was dat gevaar geworden. Dus hij was ook van plan daar een einde aan te maken. Opeens hoorde hij iemand lachen. Hij schrok op en sprong uit zijn stoel. Zijn blik ging meteen naar het raam waar het geluid vandaan kwam. Ook al kon hij de jager niet helemaal goed zien. Hij wist dat het de jager was die nu zo moest lachen. Hij kreeg er zelf een beetje een glimlach van op zijn gezicht. Maar ook verbazing. Hij had nog nooit gehoord dat een jager lachte of dat zelf kon. Maar weer hadden de mensen het dus fout gehad. Maar na een tijdje bedaarde de jager met lachen. Onder tussen was hij al weer gaan zitten. Maar nog steeds met een lach op zijn gezicht. Wat viel er hier nu eigenlijk te lachen? Hij lachte omdat de jager moest lachen. Maar hij kon zelfs niet zeggen wat er te lachen viel. Dit was heel erg ernstig. Als je het op een bepaalde manier zo oppakken. Zou je bijna kunnen zeggen dat de jager blij was dat er duel kwam. Hij draaide zich om terug naar de jager met de stoel. Hij had niet echt veel zin om uit de stoel te komen. ”Waar ben jij nu opeens zo blij om?” Vroeg hij op een vriendelijke. Maar ook strenge manier. Waren het zijn woorden geweest dat de jager aan het lachen gemaakt hadden. Of was hij nu zo stom over gekomen? Hij had gedaan wat hij altijd zo doen. Hij probeerde de jager geheel en scherp in het oog te krijgen. Maar hoe harder hij het probeerde te doen. Hoe meer pijn dat hij in zijn ogen kreeg. Hij keek dus gewoon naar de vage schim en wachte op een antwoord. Hij hoopte alleen dat de jager wel antwoord zou geven. Want met Leonoor kon je nooit weten.
(Sorry een beetje kort maar had niet echt veel inspi)
Gesponsorde inhoud
Onderwerp: Re: The time of the end has come, so we fight till the end ~ Myron
The time of the end has come, so we fight till the end ~ Myron